• No results found

Informatie, kennis, gedrag en competentie

In document Knowledge Sharing & Inclusion (pagina 34-37)

Hoofdstuk 3: Kennis en kennismanagement bij Brandweer Alkmaar

3.1 Informatie, kennis, gedrag en competentie

Informatie hoeft niet altijd éénduidig te zijn: ze kan syntactisch correct zijn maar semantisch voor verschillende uitleg vatbaar.

Een voorbeeld is het mobilofoon- en portofoonverkeer tussen alarmcentrale en brandweermedewerkers of tussen brandweermedewerkers onderling.

Door eenduidigheid kunnen fouten in de communicatie voorkomen worden.

Maar informatie alleen is geen kennis: er is een fundamenteel onderscheid tussen informatie en kennis: kennis wordt gegenereerd uit data die in context worden geplaatst en worden geïnterpreteerd door de ontvanger. Het is een misvatting om kennisdeling en kennismanagement te baseren op aanwijsbare, kwalificeerbare informatie31 zonder daar de creativiteit en interpretatie van de ontvanger in te betrekken. Omdat het woord kennis juist zo belangrijk is bij kennisdeling en kennismanagement, wordt op de invulling van het kennisbegrip nu dieper ingegaan.

Wat betreft de omschrijving van kennis m.b.v. de definitie van Weggeman uit het boek van Boersma32 kan het volgende gezegd worden. De definitie luidt:

“Kennis kan omschreven worden als het, al dan niet bewust, persoonlijk vermogen (K) dat iemand in staat stelt een bepaalde taak uit te voeren. Het persoonlijk vermogen K is het metaforische product van informatie (I), ervaring (E), de vaardigheid (V) en de attitude (A) waarover iemand op een bepaald moment beschikt: K = I * E V A “

Als het om I (informatie) gaat wordt geëxpliciteerde kennis bedoeld, die van invloed is op het kennen en kunnen.

Het leren bij de brandweer wordt teruggevoerd op het organisatorisch geheugen33, dat nodig is om lessen te leren uit het verleden en vast te houden voor hergebruik. Dit geheugen is vastgelegd in de vorm van de modulaire brandweeropleidingen en in protocollen en procedures. Het functioneert alleen als de inhoud toegankelijk is om te raadplegen. Het is dus van belang dit organisatorisch geheugen goed in te richten en de toegang goed te regelen.

30 Van den Brink, P. (2003) Social, Organizational and Technological Conditions that enable Knowledge

Sharing

31 Von Krogh, G. en K. Ichijo en I. Nonaka (2000) Enabling Knowledge Creation

32 Boersma, J. (2002) Management van kennis

Voor het delen van kennis over incidenten en ongevallen is deze geëxpliciteerde kennis en dus het organisatorisch geheugen van groot belang.

Wat betreft de E V A, dit wordt onder één noemer genomen als impliciete kennis. Het wordt gekleurd door ervaringen (E) als gevoelens en intuïties; vaardigheden (V) van ambachtelijke, analytische en communicatieve vaardigheden en attitude (A), de door waarden en normen ingegeven houding die kenmerkend is voor een persoon in een bepaalde situatie en die haar/zijn manier van waarnemen richt.

Deze aspecten sluiten goed aan bij taakgericht functionerende mensen, wat brandweerlieden in hoge mate zijn. Zij beschikken over vaardigheden en attitude door hun ervaringen bij repressieve optredens. Hun vaardigheden worden bijgehouden via de Leidraad Oefenen (een bepaald aantal uren moet al dan niet realistisch geoefend worden). Hun attitude is nog altijd die van een stoere, reddende hulpverlener. Deze impliciete kennis is ook van groot belang voor het delen van kennis: met dezelfde impliciete kennis vindt sneller kennisdeling plaats omdat men elkaar sneller ‘verstaat’.

Als grootste bezwaren tegen deze definitie wordt door Boersma34, aangedragen dat attitude een onderdeel is van deze definitie en dat geen relatie wordt gelegd met de prestaties van een organisatie. Om dit te verduidelijken, wordt de definitie van kennis van Nonaka en Takeuchi door Boersma weergegeven:

“Kennis wordt beschouwd als een dynamisch menselijk proces waarin de persoonlijke overtuiging door toetsing tot waarheid wordt".

Dit kennisbegrip is dus subjectief en komt tot uiting in het menselijk handelen in een bepaalde context.

Als die context het repressieve optreden betreft, sluit deze kennisdefinitie daar goed bij aan. Er is een goed ‘getoetste overtuiging’: het is al zo vaak (bijna) goed gegaan, waarom dan nu niet? Omdat deze definitie goed aansluit bij het repressief optreden én bij de gehele organisatie van Brandweer Alkmaar is voor deze definitie gekozen.

Ook na deze twee kennisbegrippen blijft het aspect van de inhoud van kennis nog niet beschreven. Middels de definitie van Nooteboom, ook door Boersma aangehaald, wordt deze lacune opgevuld:

“Knowledge is understanding plus the ability to transform it into actions (skills), which yields performance”.

Het begrijpen van een bepaalde situatie, is de basis voor het repressief handelen. Zo ontstaat de link met leren en kennisdeling binnen de brandweer. Men moet inzicht krijgen om transformatie daarvan in acties die nodig zijn om tot resultaat te komen, uit te voeren. De ene brandweermens zal sneller leren of handiger zijn dan de andere maar bij de brandweer moet de basis van vaardigheden en acties door iedere brandweermens geleerd worden. Dan nog zal met dezelfde geleerde kennis, dus met hetzelfde inzicht en vaardigheden, een ander resultaat

is niet eenvoudig. Iedereen is immers tevreden als de brandweer de brand heeft uitgemaakt maar is dit dan ook effectief en efficiënt gebeurd?

Cruciaal punt is om dat resultaat zo veilig mogelijk te laten zijn. Dus binnen het leren en het kennis delen dient een soort veiligheidsmarge te worden ingebouwd, dat tot op zekere hoogte garandeert dat een repressief optreden veilig ‘genoeg’ verloopt. Omdat tot op heden volgens verschillende onderzoeken niet veilig genoeg wordt opgetreden, kan de kwaliteit van het repressief optreden nog steeds omhoog, waardoor er wél veiliger wordt opgetreden en het aantal slachtoffers kan verminderen. Dit onderzoek zal niet ingaan op de maat die ‘veilig genoeg’ moet zijn. Een vervolgonderzoek kan dit als onderwerp nemen.

Wel blijkt dat in het kader van ‘zo veilig mogelijk’ het aspect gedrag om de hoek komt kijken. Over gedrag zeggen Hoekstra en Van Sluijs door Boersma genoemd het volgende:

“Het beschikken over een gedragsrepertoire is het beschikbaar hebben van gedrag/houding,

aandacht en emotie die vereist of nuttig zijn, gegeven de wisselende context of situatie waarin een taak moet worden verricht.”

Dit gehele gedragsrepertoire, vaardigheden om leiding te geven, om te communiceren, te organiseren, te coördineren of te veranderen, is verbonden met kennis door het begrip competentie:

Competentie = Kennis*Gedrag(-srepertoire)

Bij de brandweer wordt veel tijd besteed aan de benodigde competenties voor repressieve functies. Over welke capaciteiten gebaseerd op kennis en bepaalde gedragseigenschappen, dient een repressieve functionaris te beschikken?

Niet alleen om een eenduidig meetresultaat bij operationele optredens te hebben maar ook om bij incidenten en/of ongevallen te kunnen constateren welke competenties onvoldoende zijn aangesproken. Ook eventuele conclusies, die hieraan verbonden worden voor de repressieve leiding van dergelijk operationeel optreden, en dus het leren van incidenten en/of ongevallen, dienen uitgevoerd te worden. Het MT van Brandweer Alkmaar heeft in 2006 een rapport vastgesteld aangaande de competenties voor repressieve functies35. Daarmee is een eerste stap gezet om daadwerkelijk de benodigde competenties voor repressieve functies te benoemen en deze te verwachten van de huidige en nieuwe bevelvoerders. Gedrag is een aspect van diversiteit. Immers, mensen met eenzelfde soort achtergrond vertonen eenzelfde soort gedrag, wat de continuïteit in de kwaliteit van het operationeel optreden bevordert. Kennisdeling verloopt soepeler tussen mensen van eenzelfde pluimage. Maar als diversiteit optreedt, hoe kan de kennisdeling dan nog soepel verlopen? Welke aspecten van diversiteit kunnen betrokken worden op het proces van kennisdeling? In het proefschrift van Niels-Ingvar Boer36

wordt o.a. ingegaan op de relationele principes die beïnvloeden of kennis al dan niet wordt gedeeld. Dit is dus zeker een element wat in de theorie van hoofdstuk 4 nader terug zal komen.

35 Rapport A. van der Fels (2006): Competenties repressieve functies bij Brandweer Alkmaar

36 Boer, N-I (2002) The importance of sociality for understanding knowledgeprocesses in organizational

In document Knowledge Sharing & Inclusion (pagina 34-37)