• No results found

In het belang van den Nederlandschen Uitvoer-Handel

In document Neerlandia. Jaargang 12 · dbnl (pagina 155-160)

Er is in Neerlandia al eenige malen de wenschelijkheid besproken van één ambtenaar, belast met de inspectie van consulaten, van iemand met dezelfde bevoegdheden en taak als de Amerikaansche ‘Consuls-General at large’.

Niet alleen zou zulk een inspecteur de geschiktheid van de tegenwoordige consulaire ambtenaren van nabij kunnen beoordeelen, doch hij zou ook over die landen, waarmede onze betrekkingen weinig te beteekenen hebben en voor veel uitbereiding vatbaar zijn, nauwkeurige gegevens kunnen verzamelen en zeer belangrijk kunnen bijdragen tot het uitbreiden van onze handelsbetrekkingen met het buitenland. Het is den in het buitenland gevestigde Ned. handelslieden algemeen bekend, dat onze consulaire dienst met uitzondering van de weinige punten, waar beroepsconsuls zijn gevestigd, nu niet bijster veel te beteekenen heeft. De meeste honoraire consuls zijn vreemdelingen en hoewel de zaken soms aan hoogst bekwame handen zijn toevertrouwd, geloof ik niet te veel te zeggen als ik beweer, dat zulke gevallen tot de uitzonderingen behooren. Dat het wel eenigermate voor de hand ligt, kan ïeder begrijpen. De honoraire consuls krijgen voor zooverre bekend niet eens eene toelage voor bureaukosten, representatie enz. en moeten dus bepaald personen zijn, die vermogen bezitten en om der wille van de waardigheid zich allerlei uitgaven getroosten, zoo zij tenminste geen Nederlander zijn en het uit vaderlandsliefde doen.

Onder deze omstandigheden zal er dan ook meestal weinig lust bestaan om uitgebreide verslagen te schrijven, inlichtingen in te winnen enz.

De lijdende partij is in zulke gevallen de Ned. uitvoerhandel.

Het is niet zeer waarschijnlijk, dat in dien toestand voorloopig verandering gebracht wordt, daar op de begrooting eene betrekkelijk zeer geringe som voor onkosten door consulaire diensten veroorzaakt is uitgetrokken.

Dat het voor de Ned. handel en industrie van het grootste gewicht is zich een deel van den exporthandel te verzekeren en zich niet de loef te laten afsteken door andere naties, behoeft geen betoog. Waarom zouden dan niet eenige der meest bekende handelaren en fabrikanten de handen ineen slaan en voor eigen rekening een bekwaam man uitzenden met handelservaring en talenkennis, iemand door verblijf in het buitenland geschikt om in hun belang gegevens te verzamelen in verschillende landen om zoodoende den weg te banen voor vertegenwoordigers van Ned. huizen.

Zoo de kosten aan het uitzenden van zoo iemand verbonden door velen gezamenlijk gedragen worden, zullen daartoe huizen medewerken, die onmogelijk voor eigen rekening iemand kunnen uitzenden en toch gaarne betrouwbare inlichtingen wenschen.

Het moet niet de bedoeling zijn, dat zulk een vertegenwoordiger onmiddellijk optreedt als vertegenwoordiger van Ned. huizen. Hij moet in de gelegenheid gesteld worden toestanden te bestudeeren, aan hem gerichte verzoeken om inlichtingen te behandelen, verslagen van consuls van andere landen na te gaan en uitvoerig verslag uit te brengen aan de personen, die hem uitzenden.

Deze weg wordt door Duitsche exporthuizen en fabrieken zeer vaak ingeslagen en heeft er zeer toe bijgedragen om den Duitschen handel in alle streken der wereld voet te doen krijgen.

Nog onlangs vertoefde, naar mij van welingelichte zijde wordt medegedeeld, in Mexico gedurende geruimen tijd iemand, uitgezonden door de Wiener Handelskamer met eene opdracht geheel en al in den geest van het hierboven aangegevene.

Ik ben er zeker van, dat Vertegenwoordigers van het A.N.V. met alle

bereidwilligheid zulk een vertegenwoordiger van den Ned. handel met hun ervaring en raad zullen bijstaan.

Gaarne zou ik in de kolommen van Neerlandia de meening van verschillende zijden over bovenstaande willen vernemen.

Misschien wil de vereeniging ‘Het Buitenland’ er ook wel eens een en ander over zeggen.

J. TEN NAPEL,

Mexico D.F., Maart 1908. Vert. A.N.V.

H.M. Kruiser ‘Gelderland’ in Mexico.

Voor de Ned. kolonie in Mexico eene onvergetelijke gebeurtenis, dat bezoek van de ‘Gelderland’ aan Mexico!

Dat het als zoodanig door allen werd beschouwd bewijst wel de feeststemming, waarin we zonder uitzondering verkeerden gedurende meer dan een week, toen we het genoegen hadden den commandant en de officieren der ‘Gelderland’ in ons midden te zien.

Met alle eer en onderscheiding heeft de Mexicaansche regeering den commandant, Kapt. t/Z. Baron Van Asbeck en hem begeleidende officieren als hare gasten ontvangen en op deze wijze het duidelijkste bewijs gegeven, hoezeer de hooge onderscheiding, het Grootkruis in de Orde van den Ned. Leeuw, door H.M. de Koningin aan President Porfirio Diaz toegekend, door dezen en het Mexicaansche volk op prijs is gesteld.

De President zond een extra-trein bestaande uit salon-rijtuigen en bagagewagen voor zijn persoonlijk gebruik bestemd, onder geleide van twee officieren van hoogen rang naar Veracruz om de gasten af te halen en liet hun gedurende hun oponthoud in de hoofdstad steeds alle mogelijke voorkomendheid bewijzen.

Afgevaardigden der Ned. kolonie waren aan het station tegenwoordig om de landgenooten te verwelkomen en zagen met genoegen, dat later op den avond na een bezoek aan het Circulo Belga-Hollandes hunne uitnoodiging aan den commandant en overige officieren om met hen het avondeten te gebruiken, ondanks de vermoeiende reis welwillend werd aangenomen.

De overhandiging van de versierselen der orde geschiedde met bijzondere plechtigheid in het bijzijn van alle Ministers en grootwaardigheidbekleeders, alsmede van tal van hooggegplaatste officieren, terwijl een groot aantal uitgenoodigden, tot het voornaamste Mexicaansche publiek behoorende, tegenwoordig was.

Door bijzondere oplettendheid van den ambtenaar, belast met de regeling van den dienst in het Paleis, was voor de Ned. kolonie eene bijzondere plaats beschikbaar gesteld in de onmiddellijke nabijheid van den President.

Met bijzonderen trots zagen de aanwezige Nederlanders de flinke figuren, gekleed in de elegante

uni-56

form der Ned. marine-officieren, welke de bewondering van het publiek opwekte, gewoon aan de overladen uniformen, eigen aan Latijnsche landen.

De plechtigheid was indrukwekkend. Tot aller verwondering en verrassing hield Kapt. t/Z. Van Asbeck in de nabijheid van den President aangekomen, bijna zonder eenig accent, in vloeiend Spaansch eene rede, die woord voor woord door alle aanwezigen werd verstaan en op prijs gesteld.

Het antwoord van President Diaz, eveneens in 't Spaansch, gaf blijken van groote erkentelijkheid voor de hem toegekende onderscheiding, welke hij zeide te

beschouwen als een blijk van waardeering voor het Mexicaansche volk bestemd. Na afloop der plechtigheid namen de officieren deel aan een banket, hun aangeboden door de leden der Ned. Vereeniging, hetwelk werd opgeluisterd door muziek van den Gen. Staf en waarbij eene hoogst gezellige stemming heerschte en door den commandant, den Consul-Generaal, den voorzitter der Ned.

Banket der Ned. Ver. te Mexico D.F.

Vereeniging, alsmede door den Vertegenwoordiger van het A.N.V. en verschillende andere heeren het woord gevoerd werd.

Het volgende telegram werd aan H.M. de Koningin verzonden:

‘Leden der Ned. Vereeniging en officieren Kruiser “Gelderland” bieden eerbiedige hulde en wenschen aan Uwe Majesteit en het Koninklijk Huis. Consulgen.

Kosidowski, Commandant Vanasbeck, President Ned. Ver. Grothe’.

Daarop werd den volgenden dag door den Consul-Generaal het volgende antwoord ontvangen:

‘Hare Majesteit dankt U leden der Nederlandsche Vereeniging en officieren welgemeend voor aangeboden huidebetuiging. Adjudant Van Tuyll’.

Op bijzondere uitnoodiging van den President, Generaal Diaz, bracht de commandant na afloop van het banket, vergezeld van eenige zijner officieren, een bezoek aan mevr. Carmen Rubio de Diaz, de waardige echtgenoote van Generaal Diaz.

Des avonds vertrokken de officieren en leden van het Bestuur der Ned. Vereeniging, alsook verscheidene hooggeplaatste regeeringspersonen, waaronder majoor Porfirio Diaz Jr., als persoonlijke vertegenwoordiger van zijn vader, per extra-trein naar Coyoacan D.F., om aan een feestmaal deel te nemen, aangeboden door den heer Kosidowski, Consul-Generaal der Nederlanden in Mexico.

Twee dagen daarna werden de feestelijkheden vanwege de Ned. Vereeniging georganiseerd, besloten met een concert, onder leiding van den bekenden Ned. virtuoos en componist Maurice Meerloo.

Een groote verrassing was voor allen het zingen van het ‘Wien Neerlands Bloed’, in Ned. tekst door den veelbelovenden Mexicaanschen baryton Selvin, door de aanwezigen staande aangehoord. Zeer verdienstelijk was het spel van den heer Meerloo op de viola d'amore, terwijl nog vermelding verdient het spel van den begaafden dilettant Emilio Wolft, alsmede het gezang van de Weensche zangeres mevr. Scholler, welke o.a. een Ned. liedje van den heer Meerloo ten gehoore bracht.

Een bal besloot den hoogst gezelligen avond.

Voor het vertrek van den commandant en hem vergezellende officieren bood President Diaz hun ten Paleize een schitterend banket aan, waaraan verschillende diplomatieke vertegenwoordigers, alle Ministers en vele grootwaardigheidsbekleeders deelnamen.

De terugreis naar Veracruz werd gemaakt per Presidential trein, gelijk de heenreis. J. TEN NAPEL,

Mexico D.F., Maart 1908. Vert. A.N.V.

Uit Mexico.

Aan het Hoofdbestuur van het A.N.V. Mijne Heeren!

Ik dank u zeer voor de door u gedane moeite om mij het adres op te geven van iemand, die veel vee naar het buitenland verzendt.

Zoo spoedig mogelijk zal ik dit adres aan de Rosario Dairy Co. opgeven en den administrateur nogmaals aansporen om eens een proef met rechtstreeks uit Holland betrokken vee te nemen.

Het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam had mij ook al eenige adressen van vee-verzenders opgegeven. Ik vrees echter, dat de zaak niet tot stand zal komen wegens de te hooge vrachten, want behalve commissie, voer enz. moet men voor een kalf

57

f150. - vracht en voor eene koe of een stier f300. - à f400. - betalen, terwijl de vracht

voor eene koe van Chicago naar hier slechts ongeveer f50. - bedraagt. Wel zijn de Hollandsche koeien uit de Vereenigde Staten (waar ze Holstein Cattle genoemd worden) meestal gekruist, doch er zijn ook goede melkgevers onder, die voor f200. - à f300. - kunnen worden gekocht wat voor eene groote melkerij als de Rosario Dairy Co. natuurlijk veel voordeeliger uitkomt; niettegenstaande zal er, volgens 't zeggen van den administrateur, het volgend najaar eens een kleine proef genomen worden.

Er is hier overigens in deze republiek veel vraag naar goed melkvee, meer dan naar mestvee, zooals verleden zomer gebleken is door een proef genomen door de Shorthorn Breeders Association in Texas. Deze vereeniging heeft eenige

prachtexemplaren van door haar gefokte Shorthorns naar de tentoonstelling in Goyoacan, een plaatsje dicht bij de hoofdstad Mexico, gezonden, waar zij slechts prijzen kon bedingen, die maar even de kosten dekten.

Ook deed deze vereeniging verkeerd door de dieren bij opbod in openbare veiling te verkoopen, iets wat hier in Mexico geheel onbekend is. Ik weet niet of genoemde vereeniging dit jaar de proef nog eens zal herhalen. Mocht dit wel het geval zijn, dan zal ik u met den afloop daarvan in kennis stellen.

Nog steeds ontvang ik geregeld brieven van jonge landgenooten, die naar Mexico wenschen te gaan, hetzij om vorderingen te maken of om gezondheidsredenen. Wat de eersten aangaat moest ik tot mijn spijt, velen afraden naar hier te komen, omdat ik bij 't lezen van hunne brieven den indruk kreeg, dat hun kennis te gering was. De noodige talenkennis moet men vooral niet te gering achten, omdat de handel voor 't grootste deel in handen is van Amerikanen, Duitschers, Franschen enz., zoodat men behalve het Spaansch ook nog Engelsch, Duitsch of Fransch vloeiend moet kunnen spreken om eene eenigszins goed betaalde betrekking op een handelskantoor te kunnen veroveren.

Voorts wordt er hier op de kantoren druk gewerkt, hoewel de afstand tusschen patroon en bediende hier niet zoo groot is als in 't vaderland.

Verder ontvang ik dikwijls brieven van jongelui, die mij eenvoudig uitleggen wat zij zoo al kennen en weten en het verder aan den Vertegenwoordiger van het Alg. Ned. Verbond overlaten om voor hen eene geschikte betrekking te zoeken. Dat dit niet gaat spreekt wel van zelf; ook al lieten mijne bezigheden dat toe, zou er toch geen enkele patroon zijn, die een bediende niet dan in den uitersten nood op zoodanige wijze zou aannemen. Beter ware het voor dezulken zich van eene aanstelling te verzekeren bij een der vele Duitsche exporthuizen, die hier in Mexico eigen handelshuizen hebben.

Voor hen, die Holland om gezondheidsredenen moeten verlaten is het hier een goed land. Vooral de Mexicaansche hooglanden zijn voor borstlijders zeer geschikt, hoewel men licht eene longontsteking kan oploopen als men zich vooral 's winters niet erg in acht neemt. Het klimaat is overigens aangenaam en gezond.

Hoogachtend, B u e n a v i s t a . J. DE BOER.

In document Neerlandia. Jaargang 12 · dbnl (pagina 155-160)