• No results found

Illegale kansspelen

In document Verslingerd aan meer dan een spel (pagina 110-115)

Binnen de Nederlandse bevolking wordt door een zeer beperkt aantal mensen deelgenomen aan illegale kansspelen. Ongeveer 4% van de bevol-king heeft dat ooit wel gedaan, minder dan 1% het afgelopen jaar nog. Voor de face-to-face-interviews hebben we een groter aandeel respon-denten kunnen vinden die in het illegale circuit aan kansspelen heeft deelgenomen. Ruim een kwart van de respondenten uit de face-to-face-interviews (27%) heeft ooit in het illegale circuit gespeeld, terwijl 10% dit het afgelopen jaar nog had gedaan (zie figuur 23).

Figuur 23: Deelname aan illegale kansspelen door de respondenten uit het bevolkingsonderzoek en de respondenten uit de face-to-face-interviews

0,6%

96,1% 3,3%

Nooit illegaal kansspel Ex-illegaal kansspel Illegaal kansspel (LJ)

Nooit illegaal kansspel Ex-illegaal kansspel Illegaal kansspel (LJ) 10,2%

72,6% 17,2%

Bron: CVO – TNS NIPO Bevolkingsonderzoek Bron: CVO Face-to-face-interviews

De illegale spelen die worden genoemd zijn de ‘zwarte lotto’ (5,6%), illegale voetbaltoto (4,4%), illegale casino’s (4,4%), illegale bookmakers (1,0%) en diverse (illegale) kaart- en dobbelspelen als ‘pata pata’ en ‘banken’ (1,7%). Een enkeling had het afgelopen jaar aan ‘Titan’

(pirami-despel) meegedaan of in het buitenland op straat wel eens ‘balletje balletje’ gespeeld, gekaart of aan een kleine roulette meegedaan. In tabel 40 is weer het aandeel niet-spelers, ex-spelers en spelers in het illegale circuit weergegeven voor de verschillende groepen respondenten.

Tabel 40: Deelname aan illegale kansspelen naar SOGS-categorieën Nooit illegaal circuit Ex-speler illegaal circuit Speler illegaal circuit (LJ) Recreatieve speler 82,2% 13,6% 4,2% Low-riskspeler 78,4% 14,4% 7,2% Ex-risicospeler 50,0% 30,0% 20,0% Risicospeler 76,5% 11,8% 11,8% Ex-probleemspeler 53,8% 28,2% 17,9% Probleemspeler 54,8% 21,4% 23,8% Totaal 72,6% 17,2% 10,2%

Zoals eerder geconstateerd, is het aandeel respondenten dat ooit aan illegale kansspelen heeft deelgenomen maar het afgelopen jaar niet meer, relatief groot. Bijna twee derde van de respondenten (63%) kan als voormalig speler in het illegale circuit worden gezien. Ter vergelijking: 28% van de kansspelautomatenspelers onder de respondenten van de face-to-face-interviews kan als ex-kansspelautomatenspeler worden beschouwd. In het bevolkingsonderzoek ligt de continuation rate nog lager en heeft 85% van de respondenten die ooit in het illegale circuit speelden dat het afgelopen jaar niet meer gedaan.

Verder valt bij de face-to-face-interviews op dat vooral de recreatieve spelers (70%; 16 van de 21) en in mindere mate de ex-risicospelers (60%; 9 van de 15) en ex-probleemspelers (61%; 11 van de 18) voormalig speler in het illegale circuit blijken te zijn.

Probleemspelers hebben het spelen in het illegale circuit het afgelopen jaar vaker gecontinueerd; meer dan helft (53%) van de spelers (lifetime) heeft (ook) het afgelopen jaar (nog) in het illegale circuit gespeeld. De ander helft (47%; 13 van de 23) kan als voormalig speler in het illegale circuit worden beschouwd.

Samenvattend kunnen we stellen dat de deelname aan illegale kansspe-len relatief gering is. Illegaal aangeboden kansspekansspe-len oefenen wel een bepaalde aantrekkingskracht uit op de risicovolle en problematische spelers. Er is met andere woorden een verband tussen de SOGS en de deelname aan illegale kansspelen.

5.11 Internet

Het deelnemen aan kansspelen via internet is ook voor de groep respon-denten uit de face-to-face-interviews een marginaal verschijnsel. Ongeveer 5% van de respondenten heeft hier ooit aan deelgenomen; een relatief groot deel van hen (90%; 18 van de 20) heeft (ook) het afgelopen jaar nog via internet aan kansspelen deelgenomen. Omdat het een relatief nieuw fenomeen is, zijn er nog maar weinig respondenten die ermee zijn gestopt (zie figuur 24).

Figuur 24: Deelname aan kansspelen via internet door de respondenten uit het bevolkingsonderzoek en de respondenten uit de face-to-face-interviews

0,9%

98,6% 0,5%

Nooit via internet Ex-internetspeler Internetspeler (LJ)

Nooit via internet Ex-internetspeler Internetspeler (LJ) 4,4%

95,1% 0,5%

Bron: CVO – TNS NIPO Bevolkingsonderzoek Bron: CVO Face-to-face-interviews

Tabel 41: Deelname aan kansspelen via internet naar SOGS-categorieën Nooit internet Ex-internetspeler Internetspeler LJ

Recreatieve speler 98,3% 0,0% 1,7% Low-riskspeler 94,6% 1,2% 4,2% Ex-risicospeler 93,3% 0,0% 6,7% Risicospeler 88,2% 0,0% 11,8% Ex-probleemspeler 94,9% 0,0% 5,1% Probleemspeler 92,9% 0,0% 7,1% Totaal 95,2% 0,5% 4,4%

Bijna alle respondenten die op internet gokken, speelden ongeveer een jaar geleden voor het eerst op internet. Eén persoon had dit vier jaar geleden al eens gedaan, één drie jaar geleden en twee respondenten speelden twee jaar geleden voor het eerst via internet. Hoewel de aantallen klein zijn, valt op dat (ex-)risicospelers en (ex-)probleemspelers vaker deelnemen aan kansspelen via internet dan recreatieve spelers (zie tabel 41).

5.12 Resumé

Zowel uit het bevolkingsonderzoek als uit de face-to-face-interviews komt naar voren dat deelname aan één kansspel (ongeacht welk of waar) niet zo snel tot problemen leidt. Sterker, er zijn geen respondenten aangetroffen die problemen hebben of hebben gehad die uitsluitend aan één kansspel hebben deelgenomen.

Van de spelers die aan twee of meer kansspelen deelnemen, heeft een groter deel problemen met kansspelen. Een risicogroep is daarbij een groep mannen die werkloos is of in de WAO zit, 13,9% van hen ervoer ooit problemen met kansspelen. Een andere risicogroep wordt gevormd door mannen met een betaalde fulltime baan of mannen die zelfstandig ondernemer zijn en op kansspelautomaten in de horeca speelt, 5,8% heeft problemen met kansspelen (gehad).

De belangrijkste risicogroep wordt echter gevormd door de mensen die aan vier of meer kansspelen deelnemen. Problematisch speelgedrag zien we het meest frequent terug bij alleenstaanden (14,5% is probleemspeler) en bij respondenten die niet alleenstaand zijn maar in het illegale circuit spelen (8,8% probleemspeler).

Ook uit de face-to-face-interviews komt een vergelijkbaar profiel van de probleemspeler naar voren. Het zijn overwegend mannen jonger dan 50 jaar. Hierbij komen eerste generatie allochtonen en alleenstaanden als specifieke risicogroepen naar voren. Het spelen op kansspelautomaten (afgelopen jaar) blijkt de sterkste samenhang te vertonen met problema-tisch speelgedrag. Bij de spelers uit de amusementscentra zijn relatief gezien de meeste probleemspelers aangetroffen. Vooral wanneer dit wordt gecombineerd met het spelen op kansspelautomaten in de horeca en Holland Casino.

Over het algemeen geldt dat als probleemspelers aan een bepaald kansspel deelnemen, zij dit meer frequent doen dan recreatieve spelers. Dit geldt zowel voor het spelen op kansspelautomaten als voor het kopen van krasloten, het meedoen aan casinospelen en de lotto.

gelen die door de overheid, de spelers zelf, of de branche zijn genomen. Als eerste zullen we ingaan op de leeftijdsgrens voor deelname aan kans spelen en op de vraag of een vroege kennismaking met kansspelen op latere leeftijd sneller tot problemen kan leiden. Vervolgens zullen een aantal zelfcontroletechnieken aan de orde komen die spelers hanteren; spelen met een maximumbedrag, samen met anderen spelen, bankpas-jes thuislaten. Ook zullen een aantal preventieve maatregelen de revue passeren die door de branche zijn ontwikkeld; het verspreiden van preven-tiefolders, het aanspreken van probleemspelers op hun speelgedrag, het aanbieden van een entreeverbod of bezoekbeperking op vrijwillige basis. Tot slot zullen we in dit hoofdstuk ingaan op de ervaringen van probleem-spelers met de hulpverlening.

6.1 Leeftijdsgrenzen ter voorkoming van problematisch speelgedrag

In document Verslingerd aan meer dan een spel (pagina 110-115)