• No results found

Na de Hoge Veluwe

In document Indië verloren, rampspoed geboren? (pagina 39-45)

Hoofdstuk 3 De Hoge Veluwe

3.4 Na de Hoge Veluwe

Na afloop van de onderhandelingen werd in de Tweede Kamer een regeringsverklaring voorgelezen en werd ook het verslag van de commissie-Van Poll behandeld. Deze

parlementaire commissie was in Indonesië op onderzoek gegaan naar de situatie aldaar en had geconcludeerd dat deze zorgelijk was, maar niet zo ernstig als Nederland vermoedde.93 In de behandeling van de debatten was waar te nemen dat de Volkskrant zich niet onvoorwaardelijk achter de regering schaarde. In het verslag over de bevindingen van de commissie-Van Poll was de krant cynisch over de regeringshouding: ‘Ruim twee uur lang heeft de minister van Overzeese Gebiedsdelen prof. dr. J .H.A. Logemann, dinsdagmorgen het beleid der regering in de Indonesische kwestie verdedigd, let wel: h e t

b e l e i d d e r r e g e r i n g, aan wie het gezag en de invloed van den luitenant-gouverneur-generaal steeds onderworpen waren. Hij heeft hier zware nadruk op gelegd!’94

91

De Volkskrant, 26 april 1946, 1.

92

Bank, Katholieken en de Indonesische revolutie,156.

93

Stempel.

94

Vooral in groter geheel gezien was dit bericht een voorbode van de cynische stukken die de krant over Van Mook zou schrijven. De Volkskrant zou gedurende het bewind van deze landvoogd regelmatig kritiek op hem uiten en de regering meer dan eens verwijten aan diens hand te lopen. Vooral tijdens het akkoord van Linggadjati werd dat duidelijk zichtbaar. Door hier zo prominent te stellen dat Van Mook ondergeschikt was aan de regering, leek het alsof ze de regering dus impliciet verantwoordelijk stelde voor de stappen van Van Mook - de stappen waar de Volkskrant niet tevreden mee was.

Daar komt bij dat, wanneer het verslag van Het Parool naast dat van de Volkskrant wordt gelegd, er veel belangwekkends bleek gezegd, dat niet door de katholieke krant werd genoemd. Het Parool bracht over het voetlicht wat de aanleiding was van het debat: het voorlopige verslag van de commissie-Van Poll. Waar de daarbij ingediende motie in de

Volkskrant slechts kort en niet inhoudelijk ter sprake kwam – en dat terwijl Van Poll toch een

(hoewel niet onomstreden) katholiek Kamerlid was – was de door hem ingediende motie voor

Het Parool de opening van de krant. Toen er voorts gesproken werd over de verklaring die de

minister van Overzeese Gebiedsdelen uitsprak, lichtte Het Parool er iets anders uit dan de

Volkskrant deed. ‘In zijn knap, meeslepend betoog legde de minister er opnieuw den nadruk

op, dat er bij een mislukken van de besprekingen met Sjahrir slechts één alternatief is: Tan Malakka en de koloniale oorlog. (...) “Men heeft niet slechts te maken met uitwassen, maar met een onderdeel van een wereldwijde beweging. Er is geen intelligent Javaan, die geen nationalist is.”’95

Diagram 10

95

De berichten die de Volkskrant aan het debat wijdde, waren de enige woorden die de krant nog aan de conferentie vuil maakte. Vrijwel direct richtte de krant zich wat Indonesië betrof weer op het land zelf. Op de voedselsituatie zoals die er destijds was en op de tegoeden die Indonesië nog moest hebben. Sowieso had de krant minder aandacht voor de kwestie dan Het

Parool, toont ook diagram 10. De katholieke krant besteedde 27 procent minder berichten aan

Indonesië dan haar concurrent. Het Parool plaatste meer berichten op de voorpagina dan de

Volkskrant, maar had ook verderop in de krant meer aandacht voor de kwestie. Procentueel

plaatste de Volkskrant een grotere hoeveelheid berichten van het geheel vooraan, namelijk driekwart van het totaal, terwijl dat bij Het Parool 64 procent was. Die informatie werd voor de helft van de tijd in nieuwsberichten verpakt (zie ook diagram 12). Wat de genres betreft, plaatste Het Parool in zowel de algemene, als de specifiek berichten (zie diagram 11) over de Hoge Veluwe handelende berichten zijn informatie op veel meer verschillende manieren. Op die manier werd de berichtgeving aanzienlijk verlevendigd. Een interview met een van de onderhandelingspartners geeft een veel concreter beeld van een persoon dan wanneer alleen zijn standpunten in een nieuwsbericht of verslag worden meegenomen.

Diagram 11

Ondanks dat de inhoudelijke berichtgeving over de conferentie te wensen over liet, was er toch een aanmerkelijk verschil tussen de twee kranten in hun benaderingen van de

onderhandelingen. Het toonde ook in essentie de verschillende houdingen van Het Parool en

de Volkskrant tegenover de vrijheidsstrijd in Indonesië. Het Parool ging in haar commentaren

zonder voorbehoud voor de vrijheidstrijd van de Indonesische nationalisten, de Volkskrant keek er nukkiger tegenaan, wilde ook eigenlijk niet dat er onderhandeld werd met de

Republikeinen. Dat zou tot de soevereiniteitsoverdracht ook het beeld blijven. Het Parool als strijder voor de vrijheid van de inwoners van Indonesië en de Volkskrant ook een voorstander van de dekolonisatie, maar alles toch vooral niet te snel en niet te overhaast. Eenzelfde gegeven viel overigens bij de KVP en de PvdA waar te nemen: de socialisten waren steeds geneigd verder en meer van harte in progressieve richting te gaan, dan de katholieken.96

Diagram 12

Ook tussen de regels door viel te lezen dat de Volkskrant met scepsis naar de vrijheidsstrijd in Indonesië keek. Op 24 april was de tegenstelling tussen Nederland en Indonesië duidelijk te lezen in de krant, die – net als Het Parool, overigens – de vrijheidsstrijders consequent aanduidde als ‘extremisten’. Onder het tussenkopje ‘Moorden’ viel te lezen: ‘Verder blijkt, dat de kroonprins en de broers van den sultan, evenals Doemil, de secretaris van den sultan, en diens broers enige tijd geleden door de extremisten zijn vermoord.’ Een week eerder, op 17 april, berichtte de Volkskrant ook over extremisten, die in dit geval werden aangevallen door het KNIL: ‘Van de extremisten aldaar werden er 40 gedood en velen gewond.’ Het

Nederlandse leger ‘doodt’ dus mensen terwijl extremisten ‘moorden’. Veel van dit soort algemene berichtgeving gebeurde in nieuwsberichtjes (zie diagram 13). Die waren vaak ook neutraal (zie diagram 12), maar de aanhoudende – op het oog neutrale nieuwsberichtjes – gaven met elkaar een negatief beeld van Indonesië, iets wat bij Het Parool minder waar te nemen was. In dezelfde periode waarin de Volkskrant over ‘moorden’ schreef, werd die term in het Het Parool niet gebruikt. Dat maakte een principieel verschil in blikveld duidelijk, dat ook tijdens de onderhandelingen over het akkoord van Linggadjati nog zichtbaar zou zijn:

96

waar Het Parool nationale strijders zag – mensen die vechten voor de vrijheid van hun land – zag de Volkskrant louter strijders tégen Nederland.

Diagram 13

Toch wil dit alles niet zeggen dat de Volkskrant per definitie ongenuanceerd schreef over Indonesië. Evenmin zegt het dat de krant helemaal kritiekloos was ten opzichte van het regeringsbeleid, want zeker tijdens de conferentie op de Hoge Veluwe was zij dat wel degelijk. Eerder veroordeelde Romme de regering al op haar – volgens hem – inconsequente gedrag,97 maar ook waar het de behandeling van de Nederlandse soldaten betrof, werd er in de krant kritisch naar het regeringsbeleid gekeken. Op pagina 3 van de krant van 30 april, was een heel betoog te lezen over de haperende voorlichting aan Nederlandse soldaten. ‘In vormt niet alleen een probleem in de burgermaatschappij. Indië is het probleem van het leger. Grote groepen soldaten beschouwen alle Indonesiërs als kwaadwillende extremisten,

brouwsel van Japanse makelij. In de grond is het niet verantwoord, deze groepen naar Indië te sturen. Waar het aan ontbreekt? – Voorlichting.’

dië

98

Het Parool was wat dat betreft een stuk minder kritisch ten opzichte van het gevoerde beleid. De inconsequenties waar Romme op wees, werden in de voormalige verzetskrant niet genoemd. De krant juichte de

onderhandelingen juist toe, bleek al op 8 april, toen de krant pleitte voor een doorbraak in de impasse.‘Op die wijze spreekt men zich natuurlijk tegen de onderhandelingen uit, want als het Nederlandsche parlement de zaak autonoom moet regelen krijgen we juist de eenzijdige

97

De Volkskrant, 15 april 1946, 1.

98

wilsoplegging, waarvan de Koningin zich in haar rede zoo scherp had gedistancieerd. (…) Dan [wanneer Nederland en Indonesië een redelijk compromis bereiken, LMH] zal ook wel blijken hoe klein de minderheid is, die zich van het petitionement bedient.’99

De citaten tonen dat er in ieder geval stevige meningen in beide kranten vertolkt werden over het loskomen van Indonesië van Nederland en vooral de gevoelens tegenover de Republikeinen die dat losmaken wilden bewerkstelligen. Maar waar de meningen in de commentaren op scherp werden gezet, zwabberde het in de overige berichtgeving over de Hoge Veluwe in Het Parool nog alle kanten op (zie diagram 14). Waar de Volkskrant of neutraal was, of negatief over de Republiek, was de berichtgeving van Het Parool een allegaartje.

Diagram 14

Wat de vertolking van de partijstandpunten betrof, waren beide kranten ook niet eenduidig. In het Urgentieprogram dat de PvdA in aanloop van de verkiezingen van mei 1946 had

geschreven, was te lezen dat de partij zelfbeschikkingsrecht van de bevolking van overzeese gebiedsdelen mogelijk wilde maken. ‘Voor de naaste toekomst, ter liquidatie van de koloniale verhoudingen, het snel tot stand brengen, in vrijwillige samenwerking, ener staatkundige hervorming, op de grondslag van zelfregering van delen van het Koninkrijk op voet van gelijkwaardigheid, in gecoördineerd Rijksverband.’100 De KVP gaf duidelijker aan hoe een staatkundige hervorming eruit zou moeten zien: ‘De verhouding tussen Nederland en de Overzeese gebiedsdelen worden gezien in het licht van het welzijn van het geheel en dat van

99

Het Parool, 8 april 1946, 1.

100

de delen afzonderlijk. Ter liquidatie der koloniale verhoudingen, het snel tot stand brengen, in vrijwillige samenwerking van een staatkundige hervorming, op de grondslag van zelfregering, op voet van gelijkwaardigheid, in gecoördineerd Rijksverband, met andere gebiedsdelen van het Koninkrijk, overeenkomstig met het Koninklijk woord van 6 December 1942.’101

Met uitzondering van de reeds behandelde commentaren op 8 april in de Volkskrant en op 9 april in Het Parool102 valt op dat Het Parool zich onvoorwaardelijker achter het

regeringsbeleid schaarde dan de Volkskrant dat deed. Dat is enerzijds opmerkelijk omdat in Hoofdstuk 1 bleek dat het juist het Nederlandse regeringsbeleid was, dat haar doelstellingen zo strak formuleerde dat er van onderhandelingen in deze periode nauwelijks nog sprake kon zijn. Maar anderzijds is dat gepraat achteraf. Het uitnodigen van de

Republikeinen voor een conferentie in Nederland toonde aan, dat de Nederlandse regering van goede wil kon zijn. Hetzelfde gegeven – het uitnodigen van vrijheidsstrijders in Nederland – was voor de Volkskrant tenslotte reden om van de ‘Week der schande’103 te spreken, terwijl die krant in latere periodes juist dichter tegen het regeringsbeleid aanschurkte dan Het Parool deed.

In document Indië verloren, rampspoed geboren? (pagina 39-45)