• No results found

hetzelfde uiterlijk te

In document NIEUWE APPS? NIEUWSAPPS (pagina 34-38)

geven als de

gedrukte

krant’

Vervolgens probeert Dahlgren een definitie te geven aan enkele aspecten die voor hem bepalend zijn voor internetjournalistiek. Hij doet dit nadrukkelijk niet vanuit het oogpunt aan te geven waar internetjournalistiek aan zou moeten voldoen, maar meer vanuit een descriptief standpunt. De aspecten die anno 1996 (!) werden gezien als kenmerkend en bepalend voor de internetjournalistiek waren: multimedialiteit, hypertekstualiteit, interactiviteit en geheugen Omdat deze kenmerken bijna veertien jaar later nog steeds van toepassing zijn om internetjournalistiek te karakteriseren vat ik hieronder de uitleg die Dahlgren geeft bij deze begrippen samen.

Interactiviteit: Een belangrijk element waarin internetjournalistiek zich onderscheidt van

traditionele journalistiek is de mogelijkheid tot interactie tussen zender en ontvanger. Waar in traditionele journalistieke vormen de journalist informatie de wereld in stuurde en het publiek die informatie tot zich nam, is het bij internetjournalistiek mogelijk voor individuen uit het publiek commentaar te uiten, suggesties aan te dragen en/of aanvullingen te geven op de journalist, die daar vervolgens zelf ook weer op kan reageren.

Hypertekstualiteit: De mogelijkheid tot het plaatsen van links naar gerelateerde tekst (of

geluid, video, etc.) veranderd de presentatie van nieuws drastisch. Dahlgren wijst er op dat het kenmerk hypertekstualiteit er voor zorgt dat nieuwspresentatie minder lineair verloopt dan in traditionele journalistiek, dat artikelen gemakkelijk verrijkt kunnen worden en dat informatie met elkaar in verband gebracht kan worden. Dit heeft overigens wel tot gevolg dat teksten gemaakt voor internetjournalistiek veelal korter zijn dan teksten in traditionele journalistiek. Dit wordt door Hall (in Paulussen, 2004) omschreven als “a particular trajectory through a series of texts rather than merely the texts themselves”. Nieuwssites kunnen interne links gebruiken die naar

pagina’s binnen de site verwijzen, of externe links naar andere sites. Vooral externe links worden volgens Paulussen nog erg weinig gebruikt, omdat media liever niet zien dat hun gebruikers naar een andere pagina gaan.

Multimedialiteit: Omdat zowel geschreven tekst als beeld- en audiomateriaal voor digitale

presentatie per definitie omgezet moet worden in digitale bits, is het voor internetjournalistiek makkelijker dan voor traditionele journalistiek om deze elementen met elkaar te combineren. Multimedialiteit biedt sites dus de mogelijkheid om allerlei soorten media te combineren. Dit vraagt een andere journalistieke aanpak; om multimediaal te werken moet een journalist in staat zijn te werken met verschillende soorten media en ze met elkaar te convergeren.

Geheugen: Een ander belangrijk kenmerk van internetjournalistiek is de vergemakkelijkte

toegang tot databases en archieven. Omdat dit ‘geheugen’ ook digitaal beschikbaar is wordt het

makkelijk en snel doorzoekbaar. Hierdoor is het voor nieuwsconsumenten veel makkelijker artikelen uit het verleden op te zoeken en wordt het voor journalisten mogelijk te verwijzen naar eerder verschenen artikelen. Dahlgren wijst bovendien op de in 1996 nog nieuwe mogelijkheid gebruik te maken van zoekmachines, die het geheugen van de internetjournalistiek voor een breder publiek beschikbaar maken dan voor krantenabonnees alleen.

Actualiteit: De omloopsnelheid van artikelen, de mate waarin nieuwe artikelen gepubliceerd worden en de snelheid waarmee artikelen van een update voorzien worden bepalen hoe actueel het nieuws in de app is. In de Engelstalige literatuur wordt ‘directheid’ weergegeven onder de naam immediacy. Massey en Levy (in Paulussen, 2004) noemen dit de belangrijkste eigenschap van online nieuws, die het onderscheidt van de traditionele gedrukte journalistiek

“The technological ability to instantly report an unfolding news event may be the one

characteristic of online journalism that most clearly distinguishes it from traditional journalism. It can be defined as the extent to which a Web newspaper offers its readers the most immediately available information”.

Aan de hand van de aanbevelingen die Budiu en Nielsen (2011) in hun onderzoek naar iPad apps deden, formuleerden Kromhout, Verheij en Mostard (2012) de onderstaande, aanvullende kenmerken van nieuwsapps.

Personalisatie: Is de mate waarin de app ingericht kan worden naar de eigen smaak. Dus bijvoorbeeld of het hoofdmenu kan worden aangepast op de persoonlijk interesses van de lezer.

App-design: Met dit laatste criterium worden een aantal zaken getest die betrekking hebben op

de gebruiksvriendelijkheid van de app. zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van een

‘back-button’, en of de aan te klikken vakken groot en duidelijk genoeg zijn.

Bovenstaande begrippen vormen het uitgangspunt van de inhoudsanalyse (hoofdstuk 4) waarin ik tien Nederlandse nieuwsapp met elkaar vergelijk.

2.4.2 Wat maakt nieuwe media ‘nieuw’?

Bekeken vanuit het perspectief van cultural analysis en mediatheorie is het aannemelijk dat nieuwsuitgevers niet goed weten hoe de mogelijkheden van nieuwe media te benutten omdat het simpelweg niet mogelijk is iets volledig nieuws te verzinnen zonder gebruik te maken van het ‘oude’ waar het nieuwe op gebaseerd is. David Bolter beschrijft dit principe met het woord

‘remediatie’. Maar voor ik daar over uit zal weiden zal ik even stil staan bij wat precies bedoelt wordt met het begrip ‘nieuwe media’.

Met de term nieuwe media (meer precies: het veel vaker gebruikte Engelse new media) wordt niet uitsluitend de nieuwheid van de technische mogelijkheid bedoeld. Anders gezegd: ‘nieuw’ refereert niet aan het laatste model dat een fabrikant uitbrengt, want dat zou betekenen dat de laatste versie daarvoor ‘oud’ zou zijn op het moment dat er een nieuwe versie op de markt verschijnt. Mediaonderzoeker Terry Flew (2007) noemt deze benadering van het begrip nieuwe media inadequaat: “Just as media technologies that we now consider to be ‘old’ were once ‘new’, so too do media technologies that were once ‘new’ become ‘old’” (p.1). Flew stelt een andere benadering voor om nieuwe media te definiëren: ‘nieuwe media’ ís ‘digitale media’. En met digitale media bedoelt hij vormen van media die tekst, geluid, en beeld met elkaar

combineren en integreren, dat digitaal opslaan en die worden verspreid door middel van digitale netwerken. Maar Flew wordt nog iets specifieker in zijn definitie wanneer hij een aantal

kenmerken geeft waar dergelijke nieuwe media dan aan voldoen. Volgens hem is een medium pas ‘new media’ wanneer het ook manipuleerbaar, aansluitbaar in een netwerk, compact

(dense), comprimeerbaar en onpartijdig is. Met deze definitie in de hand bestaat er geen twijfel

over het al dan niet ‘nieuwe media’ zijn van een nieuwsapp. Toch lijkt het niet helemaal correct om alle nieuwsapps te scharen onder de noemer van innovatieve, nieuwe media. Want waar is precies de innovatie wanneer een krantenlezer zijn vertrouwde krant op exact dezelfde wijze aangeboden krijgt, met dezelfde opmaakt en dezelfde kolommen en paginanummers, maar nu digitaal? In dat geval is niet de content (in dit geval dus de app) maar het medium (de iPad) ‘new’. Volgens Flew dient dit verschijnsel zich telkens aan wanneer de ontwikkeling een medium begint:

“Early Internet content was frequently quite impoverished in terms of the capabilities of the new media form. Indeed, the imperative to provide ‘content’ was often the problem, as it frequently led to the ‘dumping’ of already existing text online with little consideration of how such material was viewed and uses differently from its print-based variants” (p.11).

Dit aanbieden van verarmde inhoud, of in ieder geval het niet volledig benutten van de mogelijkheden die een nieuw medium biedt is dus een kinderziekte die na verloop van tijd verholpen wordt.

2.4.3 Remediation

Om de vraag te beantwoorden waarom sommige nieuwsorganisaties er voor kiezen een replica van de gedrukte krant aan te bieden in hun app is het nuttig te kijken naar een fenomeen dat David Bolter (2000) heeft beschreven als remediatie: volgens deze theorie zal een nieuw medium zich altijd eerst ontwikkelen in het

paradigma van een voorganger, om zich daarna al dan niet te ontwikkelen tot iets echt nieuws.

Bolter beschrijft dat elk nieuw medium de inhoud van oudere media in zich opneemt, en noemen dit fenomeen remediatie (remediation). Bolter geeft uiteenlopende voorbeelden van remediatie, zoals digitale

encyclopedieën, interactieve boeken en digitale kunst.

Belangrijk bij het bespreken van deze voorbeelden is dat er een niveau van transparantie van de oorspronkelijke medium en de nieuwe, bijvoorbeeld nieuwe media soms proberen

verbeteren de oudere media, zoals een digitale krant niet alleen bestaat uit tekst en foto’s maar ook gebruik kan maken van audio en video. Hoe dan ook: de belangrijkste focus van remediatie gaat over 'lenen' of 'herbestemmen' van content van het ene medium in een ander, en ik wil stellen dat dat principe ook in hoge mate van toepassing is op nieuwsapps.

Twee vormen van remediatie

Remediatie kent twee vormen die elkaar tegengesteld zijn. De eerste is hypermedialiteit

(hypermediacy), er wordt nadruk gelegd op het medium, de toeschouwer is zich bewust van het feit dat er sprake is van een medium. De tweede is transparante onmiddellijkheid (immediacy;), het medium is onzichtbaar, de toeschouwer ervaart alles als de werkelijkheid. Elk medium bevindt zich op de lijn tussen deze twee uitersten. Een voorbeeld van transparante

onmiddellijkheid in computerspellen is de manier van kijken door de ogen van het personage. Je ziet de wereld door zijn/haar ogen, en dus zijn alleen een paar armen van dit personage zichtbaar. Er is sprake van hypermedialiteit in computerspellen als er bijvoorbeeld een split screen is; op twee plekken tegelijk zijn is in werkelijkheid niet mogelijk, dus is er sprake van een bewustzijn van het medium. Toegepast op de nieuwsapp wil ik stellen dat een replica-app een voorbeeld is van een medium dat een hoge mate van hypermedialiteit heeft. Nieuwsapps die

‘Een nieuw medium

In document NIEUWE APPS? NIEUWSAPPS (pagina 34-38)