• No results found

4. Het Nieuwe Werken

4.5 Het Nieuwe Werken in de drie gemeenten vergeleken

De drie gemeenten hebben duidelijk verschillende invullingen gegeven aan HNW, maar er zijn ook overeenkomsten. In tabel 1, aan het eind van dit hoofdstuk, staan de belangrijkste verschillen en overeenkomsten op een rij.

Overeenkomsten zijn de aandacht voor thuiswerken en flexwerken en de inrichting van het kantoor op basis van de verwachting dat een stabiel aantal medewerkers telewerkt. Ook bestaat er in alle gemeentes enige diversificatie in werkruimtes en een nadruk op eigen verantwoordelijkheid van medewerkers. Daarnaast is er in alle gemeentes grote aandacht voor de continue scholing en ontwikkeling van de vaardigheden van medewerkers, alsook voor het in kaart brengen van deze vaardigheden zodat medewerkers een beroep op elkaar kunnen doen. De online platforms van het intranet van Hollands Kroon en Utrecht en Hoorn lijken wat dat betreft sterk op elkaar.

Iets wat de gemeente Utrecht van de beide andere gemeentes onderscheid is grote interne diversiteit. Het stadhuis van de gemeente Utrecht heeft een grotere rijkdom aan verschillende soorten ruimtes. De verschillende afdelingen binnen het ambtelijk apparaat van Utrecht vertonen ook diversiteit in de mate waarin ze meegaan met HNW. Er zijn afdelingen waar medewerkers vrijwel niet flexwerken of telewerken en afdelingen waar dit veel normaler gevonden wordt. Ook zijn er afdelingen waar veel

meer op eigen verantwoordelijk wordt gerekend dan anderen. In Hoorn en Hollands Kroon is die diversiteit kleiner.

De gemeente Hoorn verschilt van de andere gemeentes omdat ze in een vrij ouderwets kantoor is gehuisvest. Door het grote gebruik van vlekken waar medewerkers hun werkplek eerst zoeken, lijkt het Stadhuis van Hoorn veel op een traditioneel kantoor. Hollands Kroon lijkt op haar beurt een extremere richting ingeslagen met HNW. De zelfsturende teams en het bijna totale verdwijnen van haar managementlaag verschilt sterk met de situaties in de andere gemeenten. Ik zal laten zien dat deze nadruk op zelfsturing ook een druk legt op de OR om zich mee te ontwikkelen.

Tabel 1: Overzicht van HNW in de verschillende gemeentes

Utrecht Hollands Kroon Hoorn

Aspect van HNW

Open kantoor + + -

Geen vaste werkplekken + + ±

Clean desk beleid + + +

Flex- en telewerken

(mits werk het toestaat) van enkele afdelingen) + (met uitzondering + + Aantal werkplekken per

werknemer 0.7 0.5 0.7

Diversiteit van

werkplekken + + ±

Paperless office ± + +

Hands-off management ± verschilt per

organisatieonderdeel managers, daarbuiten + In de pits zijn geen verschilt de benadering.

+

Zelfsturende teams - + -

Nadruk op flexibiliteit + U-flex, vaste werknemers die flexibel inspringen.

+ Flex-pit en HK-

plein. ±

Nadruk op scholing

5. Onderzoeksvragen

De hoofdvraag voor dit onderzoek luidt:

Hoe veranderen ondernemingsraden in gemeentes in een context van Het Nieuwe Werken?

Het doel van het onderzoek is dus om de ontwikkelingen in het OR-werk te duiden. Daarbij gaat het om de praktische werkwijze van de OR's. Daarnaast gaat het om hun verhouding met het bestuur, de medewerkers buiten de OR en in mindere mate om de relaties binnen de OR en tussen verschillende OR's. Het Nieuwe Werken is een belangrijk onderdeel van de organisatorische context waarin deze OR’s zich begeven. Ook als ideologie heeft HNW mogelijk invloed op de ontwikkelingen die de OR’s doormaken. Er zijn echter ook andere processen gaande die de OR’s mogelijk tot vernieuwing bewegen. Ik zal in de eerste plaats de vernieuwingen in het OR-werk beschrijven en aangeven welke doelen hiermee nagestreefd worden. Waar mogelijk probeer ik ook de gevolgen van deze vernieuwingen te duiden. Daarnaast zal ik voor HNW specifiek aangeven wat voor invloed het op de verschillende OR’s heeft. Omdat HNW relevant voor verschillende aspecten van het OR-werk stel ik geen deelvraag die specifiek over HNW gaat. De invloed van HNW wordt meegenomen in het behandelen van de andere.

Daarom vul ik de algemene onderzoeksvraag aan met de volgende deelvragen:

Veranderen de taken en werkwijzen van de ondernemingsraad? Welke vernieuwingen vinden er plaats?

Hebben de vernieuwingen effect op de relatie tussen ondernemingsraad en bestuur?

Hebben de vernieuwingen effect op de relatie tussen de ondernemingsraad en hun collega’s? Hebben de vernieuwingen effect op de relatie tussen de leden van de ondernemingsraad en tussen verschillende OR’s?

Hoe verhoudt de OR zich, als ‘traditionele’ formele medezeggenschap, tot nieuwe vormen van medezeggenschap en autonomie van werknemers? (Hoe) interacteren zulke vormen van inspraak?

6. Onderzoeksmethoden

Het onderzoek bestond uit 23 semigestructureerde interviews onder OR-leden in de verschillende gemeenten. Respondenten werden geselecteerd om een afspiegeling van de verschillende rollen binnen de OR te geven. Daarnaast werden respondenten uit verschillende onderdelen van de organisatie gezocht. Ik sprak zowel mannelijke als vrouwelijke OR-leden, leden die binnen en buiten het stadhuis werkzaam zijn, algemene OR-leden en DB-leden en ambtelijk secretarissen. Zie tabel 2 voor een overzicht van de gehouden interviews.

In deze interviews vroeg ik in de eerste plaats naar de praktische gang van zaken in de OR en in de gemeente. Ik vroeg naar de activiteiten van de OR-leden, het vergaderschema, de werkdruk, de taakverdeling binnen de ondernemingsraden en hoe contact werd onderhouden met collega's en bestuur, met andere OR-leden en met andere OR's. Daarnaast vroeg ik naar meer persoonlijke ervaringen, zoals hun vertrouwen in de eigen ondernemingsraad, hoezeer respondenten zich gewaardeerd voelden door hun collega's en mede OR-leden. Zie de bijlage voor een uitgebreide vorm van de topiclijst die ik gebruikte voor interviews. Deze lijst is tijdens het onderzoek aan verandering onderhevig geweest en niet alle vragen zijn aan alle respondenten gesteld. Praktische vragen over het vergaderschema en de compensatie die OR-leden ontvangen zijn niet steeds opnieuw gesteld, terwijl sommige vragen pas later in het onderzoek aan de lijst zijn toegevoegd. Dat was een gevolg van het verloop van het onderzoek, naarmate er meer interviews waren geweest kwamen er nieuwe vragen op die aan de volgende respondenten gesteld konden worden.

Naast het houden van interviews heb ik op observaties uitgevoerd en een aantal OR- en overlegvergaderingen en een OR trainingsdag bijgewoond. De observaties van deze formele bijeenkomsten staan ook in tabel 2 vermeld. De algemene observaties van de gang van zaken op de verschillende gemeentes staan daar niet vermeld. Deze observaties vonden rondom de interviews plaats en produceerden voornamelijk incidentele kanttekeningen over de werkwijze op deze gemeentes. Deze observaties zijn daarom verwerkt als onderdeel van de transcripten van de interviews op die dagen hield. Tot slot heb ik gebruik gemaakt van een aantal beleidsdocumenten die de werkwijze, recente reorganisatieplannen en organisatiestructuur van deze gemeenten uiteenzetten.

Tabel 2: Overzicht van de interviews en observaties Interview

Utrecht Hoorn Hollands Kroon

Alice Oosterhoff, 09-04-15 Annette Hansen 11-05-15 Ingrid Sijtzel, 23-04-15 Mingh Ly, 09-04-15 Sjoerd-Ynte Faber 11-05-15 Elly Krom, 23-04-15 Henk Knol, 10-04-15 Ellen Kragting 11-05-15 Lia van den Berg, 23-04-15 Jaap Toet, 10-04-15 Mark Klarenbeek 18-05-15 Jan Abbink, 07-05-15 Yuksel Motercu, 10-04-15 Ton Ootes 26-05-15 Han van Egmond, 23-06-15 Sjanet Treep, 14-04-15 Edda Kahlman 26-05-15

Danielle van der Heiden, 14-04-

15 Nico van Caspel 10-06-15

Kees Pas, 14-04-15 Hennie van den Berg, Marlene van Dijk, Joke Kanis, 10-06-15

Observaties van bijeenkomsten

Utrecht Hoorn Hollands Kroon

Ruimtetafel organisch

ontwikkelen, 14-04-15 OR-vergadering, overleg-vergadering en evaluatie medezeggenschap in 24 uur 18- 05-15

OR-vergadering 23-04-15

Overlegvergadering, 07-05-15 Trainingsdag met OR en GO, 16- 06-15

7. Resultaten

De resultaten van het onderzoek zijn in een aantal thema’s ingedeeld. In de eerste paragraaf beschrijf ik de algemene structuur van de onderzochte ondernemingsraden. In de tweede paragraaf worden de voornaamste vernieuwingen in de werkwijze van deze ondernemingsraden uiteengezet. De derde paragraaf gaat over de relatie tussen OR en bestuur in verschillende gemeenten en over de

betrokkenheid van de OR bij de besluitvorming. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de wens van OR-leden om vroeg betrokken te worden bij besluiten. De vierde paragraaf gaat over de relatie tussen de ondernemingsraden en de andere medewerkers in de gemeente. Paragraaf vijf gaat over de interne verhoudingen in ondernemingsraden en de verhoudingen tussen ondernemingsraden.