• No results found

Herhaling

In document nee Maarten (.) die had ik! (pagina 72-76)

4. RESULTATEN

4.2 ESCALATIE

4.2.2 Herhaling

Als een conflict de structuur van herhaling volgt, wordt de challenge steeds maar herhaald. Dit kan ook stilistisch versterkt worden door de nadruk op herhaalde woorden, bijvoorbeeld in: A: dit is mijn potlood B: dit is mijn potlood. Herhalen is een vorm van aandringen, waarbij de vorige uiting meestal wordt versterkt zonder er nieuwe informatie aan toe te voegen.

In fragment 18 is sprake van een herhaling (r. 11-19) van de eerste challenge (r. 1-9) met betrekking tot het laten van een windje. In fragment 8 is een deel van dit fragment al besproken in het kader van een verwijt-afwijzing sequentie. De tweede challenge is de herhaling van de eerste challenge en verergert hiermee het conflict.

67

Fragment (18) 10-12-09 (15_1_1: 24.15)

Deelnemers: Freek (5;10), Iris (6;3), Marloes (6;6), Pieter (6;11) en Elize (5;3). 1 Freek: ie::hl wie heb hier een windje gelaten weer? 2 Marloes: kap daar es mee (.) jij doet dat steeds 3 Pieter: kappe ((slaat op tafel))

4 (4.1)

5 Freek: ikke niet

6 Marloes: Freek

7 Pieter: Marloes deed t

8 Freek: zo pf::

9 Pieter: : ja zoon scheetje jah

10 (1.9)

11 Freek: wie hebt hier een windje gelaten?

12 ((beweegt met zijn hand voor zijn neus))

13 Iris: ikke niet

14 Pieter: ikke niet

15 (2.1)

16 Freek: ja ((wijst naar Elize))

17 (2.6)

18 Pieter: wie? (.) Eli↑ze

19 ((de kinderen gaan verder met tekenen))

In r. 11 doet Freek opnieuw een algemene challenge over het laten van een windje. Dit keer wijzen twee kinderen deze vraag onmiddellijk af. Vervolgens wijst Freek Elize aan als schuldige, maar zij reageert niet. Na een korte pauze stelt Pieter een vraag ter bevestiging, maar hier gaat Freek niet op in. De uitingen van de kinderen zijn in eerste instantie krachtig van aard (kap daar es mee en kappe) en wijzen Freek aan als schuldige. Na zijn herhaalde challenge wordt het conflict minder krachtig. De andere kinderen wijzen Freek niet meer aan als schuldige, maar uiten korte ontkenningen of negeren zijn challenge. Doordat het geprefereerde antwoord – een bekentenis van degene die het windje gelaten heeft – uitblijft, wordt dit door Freek gezien als noticeably absent. Hierdoor geeft Freek het in r. 16 op en wijst hij zelf een schuldige aan. Deze vorm van herhalen blijkt hier een zwakke strategie, omdat Freek niet de beoogde respons ontvangt.

68

In fragment 19 gaat het om een herhaling van korte uitingen. In dit fragment probeert Kiki een plekje te bemachtigen op een schommel. In paragraaf 4.1.1 (fragment 6) is het eerste gedeelte al besproken, waarbij de eerste sequentie is aangeduid als een verzoek-afwijzing sequentie.

Fragment (19) 23-4-10 (1_2: 7:55)

Deelnemers: Sam (5;7), Kiki (4;8) en Freek (6;2). 49 Kiki: mag ik nou Sam? 50 Sam: nee

51 Kiki: Freek mag ik nou?

52 Sam: Freek is maar net net op (.) toch Freek?

53 Freek: relaxte voeten >als ik ga< thuis skeeleren krijg ik rela::xte voete

54 ((Sam en Freek praten over schommelen en andere dingen))

55 (37,9)

56 Kiki: mag ik er nou op Freek? 57 Freek: ik was er pas net 58 Sam: kijk hier

59 Kiki: nou mag ik dr nou op? 60 Freek: kijk hier

61 Kiki: ik wou al 62 mag ik Freek? 63 Freek: nee

64 Kiki: oh dat is gemeen van jou

65 ((Sam en Freek gaan verder met schommelen en reageren niet op Kiki))

Dit conflict volgt duidelijk de structuur van herhaling, aangezien Kiki het eerste verzoek (mag ik nou?) meerdere malen herhaalt. Na de afwijzingen en non-responsen, herhaalt Kiki haar uiting in r. 56 en dan kan deze uiting als challenge worden beschouwd. Ze blijft aandringen om een schommel te bemachtigen, maar het lukt Kiki niet om de jongens te overtuigen. Uit dit voorbeeld blijkt dus dat dit type strategie (herhaling) als een zwakke oppositiestrategie kan worden beschouwd. Hoewel Kiki steeds meer nadruk legt op het woord nou om haar uiting kracht bij te zetten, voegt ze (haast) geen nieuwe informatie toe aan haar challenges.

69

Pas als ze twee keer een duidelijke afwijzing heeft ontvangen - van Sam in r. 50 en van Freek in r. 63 - velt Kiki een moreel oordeel over deze afwijzing en bestempelt ze de afwijzingen als gemeen. Dit oordeel geldt als een beschuldiging op het gedrag van Sam en Freek. De jongens reageren kort op Kiki (r. 48, 56, 62) of negeren haar (r. 57, 59). Zij geven echter wel redenen voor hun afwijzingen. Sam refereert in r. 51 naar een impliciete tijdsduurregel van het op een schommel zitten: Hij zit er pas net op en heeft dus het recht om erop te blijven zitten. In r. 56 herhaalt Freek deze uiting. Als Sam Kiki in r. 57 negeert door ergens anders naar te verwijzen (kijk hier), herhaalt Freek deze uiting. Het is goed mogelijk dat Freek deze strategie van negeren een tactische strategie vindt en hem daarom zelf ook inzet.

De structuur van herhaling komt dikwijls voor in peerconflicten. Ze komen voor na gedisprefereerde antwoorden. De kinderen zetten bij het herhalen steeds meer stilistische technieken in om de ander over te halen door nadruk te leggen op de naam van de gesprekspartner en op het woord nou. De reacties op de herhalingen zijn gedisprefereerd, aangezien ze worden genegeerd of er maar kort op wordt geantwoord. Wel wordt er verwezen naar de tijdsduurregel van het op een schommel zitten, een argument dat geldt als een vorm van accounting. Ook zijn de reacties op herhalingen vaak zeer negatief en worden deze veelal versterkt geuit. Vooral de jonge kinderen maken gebruik van herhalingen, een vorm van aandringen om de ander te overtuigen van het eigen perspectief. Herhalen blijkt een zwakke oppositiestrategie, omdat het niet lukt om de andere kinderen te overtuigen van het eigen perspectief. Daarnaast zijn het veelal de jongere kinderen die herhalingen uiten en het conflict trachten te beëindigen, door ofwel het zelf antwoord geven op de vraag (alsnog een schuldige aanwijzen) of door uiteindelijk een moreel oordeel te vellen over andermans gedrag.

70

In document nee Maarten (.) die had ik! (pagina 72-76)