In de literatuurstudie zijn verschillende facetten van het gebruik en de werking van een
risicomanagementmethode beschreven. Uiteindelijk zijn in paragraaf 3.8 een aantal criteria
geformuleerd waaraan een risicomanagementmethode zou moeten voldoen, om het
beoogde effect te bewerkstelligen. De geformuleerde eisen zijn opgedeeld in twee delen,
namelijk eisen met betrekking tot de functionaliteit van de methode en eisen aan de
gebruiksvriendelijkheid van de methode voor de gebruikers. In de volgende paragrafen
zullen beide facetten verder worden uitgewerkt.
5.1.1 Functionele eisen
Een risicomanagementmethode moet voldoen aan de volgende functionele eisen.
Projectrisico’s moeten op een systematische wijze worden geïdentificeerd.
De GeoQ-methode schrijft voor, in stap 2 van de cyclus, dat aan de hand van zes
risicogroepen6 de risico’s moeten worden geïdentificeerd. Daarbij worden verschillende tools
beschikbaar gesteld, om aan informatie te komen over de potentiële risico’s, zoals het
raadplegen van een ervaringsdatabase of het houden van een EBR-sessie. Naarmate het
bouwproces verder ontwikkelt, zal men behoefte hebben aan meer gedetailleerde
informatie over risico’s. Er kan dan ook gekozen worden voor methoden die daarin
voorzien. Tijdens iedere bouwprojectfase zal een risico-identificatieproces worden ingericht
om nieuwe risico’s te identificeren. De geotechnisch adviseur zal zelf moeten bepalen welke
middelen hij nodig acht om de potentiële risico’s op een systematische wijze te
identificeren.
De geïdentificeerde projectrisico’s kunnen worden onderscheiden naar de mate van
risico.
In stap 3 van de GeoQ-methode worden risico’s geclassificeerd, hierbij worden drie
niveaus onderscheiden, aan de hand waarvan de risico’s ingeschat kunnen worden,
kwalitatief, semi-kwalitatief en kwantitatief. De kwalitatieve methode voorziet niet in het
toekennen van kans, gevolg en beïnvloedbaarheid, maar laat de geotechnisch adviseur op
eigen inzicht een mate van belangrijkheid toekennen aan de risico’s. Dit heeft tot gevolg
dat eigen risicoperceptie een belangrijke rol speelt, mede hierom wordt in de literatuur het
gebruik van deze methode afgeraden.
De semi kwantitatieve methode voorziet wel in het toekennen van kans en gevolg, maar
niet in de mate van beïnvloedbaarheid. Binnen het GeoQ-proces is geen tool beschikbaar,
die ingezet kan worden om aan de hand van een gestructureerd proces te komen tot een
mate van kans, gevolg. Hierbij zal de risicoperceptie van de geotechnisch adviseur dan ook
een belangrijke mate van invloed hebben. Deze invloed wordt kleiner naarmate er meer
6