Tijdens de bestudering van de cases zijn een aantal zaken opgemerkt waarin de
GeoQ-methode verbeterd kan worden. De aanbevelingen zijn opgesplitst in; aanbevelingen ter
verbetering van het gebruik van de methode, aanbeveling ter verbetering van het
toepassen van GeoQ in het bouwproces en aanbevelingen om de methode in te voeren.
Aanbevelingen om het gebruik van de methode te verbeteren
Ø Het is aan te bevelen om specifieke tools te ontwikkelen om in te zetten bij het
doorlopen van het GeoQ-proces. Hierbij kan worden gedacht aan een tool om de
kans en het gevolg van een risico op een consequente manier in te schatten. Dit zou
gecombineerd kunnen worden met risico-checklisten en uiteindelijk de eerste
invulling van het risicodossier kunnen zijn. Een standaard opmaak van een
risicodossier zou ook een bijdrage kunnen leveren aan het vereenvoudigen van het
gebruik van de methode.
Ø Binnen de GeoQ-methode is nog geen consequente manier voorgeschreven om
risico’s weer te geven. Vanuit de literatuur wordt dit wel aangeraden.
Ø Uit de analyse van de cases is gebleken, dat er weinig ervaring is bij GeoDelft over
het inschatten van risico’s. Het blijkt moeilijk te zijn om het risico een realistische
kans en gevolgwaarde te geven die representatief is voor de praktijksituatie. Het is
aan te bevelen om onderzoek te doen naar mogelijke methoden om de kans en het
gevolg van een risico realistisch in te kunnen schatten.
Ø Het besluitvormingsproces rondom het kiezen van de juiste beheersmaatregel kan
helderder geformuleerd worden. Op dit moment heerst nog onduidelijkheid over hoe
het besluitvormingsproces ingericht moet worden.
Ø In de projectcases is naar voren gekomen dat er behoefte is aan het gebruik van
checklisten om risico’s te identificeren. Ook het gebruik van GeoBrain wordt als zeer
nuttig ervaren. Op dit moment kan GeoBrain voor een beperkt aantal projecten
gebruikt worden, het is aan te bevelen om dit uit te breiden en aan te vullen met
checklisten. Bij de ontwikkeling van checklisten is het aan te bevelen om deze
dynamisch te maken. Door een stappenplan moet de geotechnisch adviseur snel de
risico’s specifiek voor zijn project kunnen selecteren.
Ø Om het gebruik van een risicodossier en een overdrachtsdocument te stimuleren is
het aan te bevelen om een standaard rapport te ontwikkelen. De standaard kan
gebruikt worden als eerste aanzet tot het maken van een risicodossier of
overdrachtsdocument.
Ø Het ontwikkelen van een duidelijke handleiding als ondersteuning bij het uitvoeren
van het proces.
Aanbevelingen om de methode in het bouwproces toe te passen
Ø Het toepassen van GeoQ heeft voor GeoDelft een meerwaarde, echter GeoQ is
ontwikkeld met het idee om een meerwaarde te zijn voor het hele bouwproces. Door
risico’s uit de ondergrond beter te beheersen zullen de faalkosten in de bouw
aanzienlijk teruglopen verwacht men. Omdat GeoDelft vaak niet bij het hele
bouwproject betrokken is zal GeoDelft bij de opdrachtgevers erop aan moeten blijven
dringen om risicomanagement tijdens het hele bouwproces te blijven toepassen en
niet alleen in de fasen waarin GeoDeflt betrokken is.
Ø Een voorwaarde om GeoQ een succes te laten zijn is dat er een bepaalde mate van
transparantie heerst in het bouwproject. Hiermee wordt bedoeld dat alle risico’s
kenbaar worden gemaakt en dat er niks achter wordt gehouden. Uit strategisch
oogpunt kan het voorkomen dat opdrachtgevers bepaalde risico’s niet willen melden,
als dit gebeurd zal dat risico niet beheerst kunnen worden en zal de investering in tijd
en geld om GeoQ goed toe te passen deels te niet worden gedaan.
Aanbevelingen om de methode in te voeren
Ø Als de GeoQ-methode voldoende uitgewerkt wordt geacht om in te voeren in het
dagelijks werk van de geotechnisch adviseur, zal men een strategie moeten bepalen
voor de invoering daarvan. Strategieën die gevonden zijn in de literatuur, naar
aanleiding van het invoeren van risicomanagement bij NPC, zijn in te delen naar
betrokkenheid van het management (bottom-up vs. top-down16) en manier van
kennisontwikkeling (outside-in vs. inside-out17). [van der Heijden, 2006]
Ø Rondom de invoering is het aan te bevelen om een goede communicatie op gang te
brengen tussen het management en de gebruikers.
16
Top-down: van boven af, geïnitieerd en getrokken door het management. Bottom-up: van onder af,
geïnitieerd en getrokken door medewerkers.
17