Welke meerwaarde biedt de GeoQ-methode
Een onderzoek naar de door GeoDelft ontwikkelde GeoQ -methode voor risicomanagement van de ondergrond.
- Universiteit Twente -
- Faculteit Construerende Technische Wetenschappen –
- Vincent Weisscher -
Enschede,
Universiteit Twente
Civil Engineering & Management
Oktober 2006
Co C ol lo of fo on n
Universiteit Twente
Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Vakgroep Bouw/ Infra
Drienerlolaan 5 7522 NB Enschede www.cit.utwente.nl
Eerste begeleider: Prof. dr. ir. J. (Joop) I.M. Halman, Professor in Innovation Processes Tweede begeleider: Dr. S. (Saad) H. Al-Jibouri, Associated Professor
GeoDelft Stieltjesweg 2 2628 CK Delft www.GeoDelft.nl
dagelijks begeleider: Ir. P. (Paul) P.T. Litjens, Algemene aansturing / bewaking activiteiten GeoQ
Auteur
Ing. V. (Vincent) J.T. Weisscher Campuslaan 55-101
7522 NK Enschede
v.j.t.weisscher@student.utwente.nl
Welke meerwaarde biedt de GeoQ-methode
Het onderzoek richt zich op het bepalen van de meerwaarde van de door GeoDelft ontwikkelde GeoQ-methode. De meerwaarde zal aan de ene kant bepaald worden voor de geotechnisch adviseur en aan de andere kant voor het bouwproces als geheel. De GeoQ- methode is een risico gestuurde projectaanpak met als doel bodemgerelateerde risico’s beter beheersbaar te maken op een gestructureerde manier. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij GeoDelft, een kenniscentrum op het gebied van grondmechanica, funderingstechniek en geo-ecologie. De diensten die GeoDelft levert lopen uiteen van institutioneel beleidsadviseur tot geotechnisch specialist, en van strategisch adviseur en R&D-specialist tot calamiteitenmanager.
Het onderzoek is in twee delen opgespitst, het eerste deel bestaat uit een toetsing van de GeoQ-methode aan het theoretisch kader. In het tweede deel is aan de hand van drie projectcases onderzocht wat de meerwaarde is van het gebruik van de methode ten opzicht van de huidige werkwijze die wordt toegepast in de projecten.
Het theoretisch kader bestaat uit een literatuuronderzoek naar risico en risicomanagement. Het onderzoek heeft geresulteerd in de formulering van functionele en gebruikerseisen die gesteld kunnen worden aan een risicomanagementmethode. Deze eisen zijn vervolgens gebruikt om de GeoQ-methode aan te toetsen. De GeoQ-methode is een risicomanagementmethode welke speciaal is ontwikkeld om tijdens alle bouwprojectfase inzicht te verkrijgen in geotechnische, geohydrologische en geo-ecologische risico’s welke het eindresultaat negatief kunnen beïnvloeden. Daarbij maakt GeoQ gebruik van een zes- stappenplan. Analoog aan wat gebruikelijk is binnen het werkgebied van risicomanagement is achtereenvolgens sprake van het identificeren van risico’s, het kwantificeren van risico’s, het vaststellen van mogelijke beheersmaatregelen en het evalueren van het resulterende risicoprofiel. Door het toevoegen van de processtappen, gegevensverzameling en overdracht naar de volgende fase wordt de beoogde transparantie en duidelijkheid in risicotoedeling binnen het GeoQ-proces expliciet gemaakt. Afhankelijk van de fase waarin het project zich bevindt kunnen bij het uitvoeren van de telkens terugkerende stappen die onderdeel uitmaken van GeoQ specifieke hulpmiddelen ingezet worden.
In het tweede deel van het onderzoek is de meerwaarde van de GeoQ-methode bepaald aan de hand van de bestudering van drie projectcases. De eerste twee projectcases zijn projecten die eerder al zijn uitgevoerd en die nu aan de hand van de GeoQ-stappen nogmaals worden doorlopen in een simulatie. In de derde projectcase wordt een project geanalyseerd, dat op basis van risico gestuurd ontwerpen tot stand is gekomen waarin alle GeoQ-stappen te herkennen zijn.
Bij de eerste twee projectcases kon een vergelijking worden gemaakt tussen de uitkomsten van het project zoals het onder de huidige werkwijze uitgevoerd is en de uitkomsten zoals die zouden kunnen zijn na het toepassen van GeoQ binnen het project. Bij de derde projectcase is vooral gekeken naar de uitvoerbaarheid van het project. Daarnaast zijn de geïdentificeerde risico’s en effectiviteit van de voorgestelde beheersmaatregelen vergeleken met de werkelijk optredende risico’s tijdens de uitoefening.
Op basis van de onderzochte projectcases zijn de volgende conclusies getrokken. Het gebruik van de methode voor de projecten van GeoDelft zal er toe leiden dat meer risico’s worden geïdentificeerd en gerapporteerd. Bij het uitvoeren van projecten zonder GeoQ blijven risico’s vaak hangen tussen de bevinding en de werkelijke rapportage. De GeoQ- methode waarborgt een duidelijke expliciete afweging van toe te passen beheersmaatregelen waarin oog is voor zowel technische als niet technische aspecten.
Tevens zal het inzetten van de methode leiden tot een gestructureerde manier van werken en aanpak van de projecten. Het gebruik van een risicodossier, waarin alle risico’s
Samenvatting
beschreven worden, zal aan de ene kant zorgen voor een bewustwording van de risico’s bij de opdrachtgever en aan de andere kant kan het dienen als risicochecklist voor volgende soortelijke opdrachten.
De externe meerwaarde van het gebruik van de GeoQ-methode kan gevonden worden dat er eerder in het bouwproces rekening wordt gehouden met risico’s en dit zal ook tot gevolg hebben dat er meer vanuit risico’s wordt ontworpen. Daarnaast zal er meer duidelijkheid bestaan over wie verantwoordelijkheid draagt voor bepaalde risico’s. Door het opstellen van risicodossier gaat er minder informatie verloren tijdens het project.
Naast de conclusies die getrokken zijn, zijn er ook een aantal aanbevelingen gedaan. De aanbevelingen zijn op te splitsen in aanbevelingen om de methode te verbeteren en aanbevelingen om voorwaarde te scheppen om de methode te gebruiken binnen GeoDelft en binnen het bouwproces. Tijdens de bestudering van de projectcases is naar voren gekomen dat het gebruik van risico checklisten een meerwaarde voor het uitvoeren van de methode kan hebben. De effectiviteit van de risico-identificatie zal hierdoor vergroot worden en minder informatie zal verloren gaan. Het inschatten van risico’s bleek erg moeilijk, het is aan te bevelen om op dit punt meer ervaring op te doen.
Om er voor te zorgen dat de GeoQ-methode ook voor het bouwproces als geheel
meerwaarde biedt zal gestreefd moeten worden naar transparantie in het bouwproces. Ook
is het van belang dat de opdrachtgevers het risicomanagement tijdens de hele projectduur
doorzetten. Vaak is GeoDelft niet bij alle fasen van het bouwproces betrokken, het is van
belang dat ook als GeoDelft niet of niet meer betrokken is bij het project, het
risicomanagement voort wordt gezet.
What is the added value of using the GeoQ method in geotechnical related projects?
As part of my master thesis I have conducted a research to the added value of the use of GeoQ as a civil engineering risk management approach. GeoQ has been developed by GeoDelft and is especially designed for managing risks from geotechnical nature. The added value will be determined both for the geotechnical engineer and for the civil and environmental construction sector as a whole. The investigation is conducted at GeoDelft, a knowledge centre in the fields of ground mechanics, foundation technique and geo-ecology.
The services which GeoDelft provides diverge from institutional policy consultant to geotechnical specialist and from strategic consultant and R&D-specialist to calamity manager.
The research has been divided into two parts. The first part consists of a verification of the GeoQ method to the theoretical framework. The theoretical framework consists of a literature survey to risk and risk management. The second part consists of determining the added value by means of the examination of three case studies. The added value is determined by comparing the results of a project process with and without the use of GeoQ.
As mentioned, the theoretical framework exists from a literature survey to risk and risk management. The research has resulted in the formulation of functional and user demands on which a risk management method must comply with. The demands have been used to evaluate the GeoQ process. The GeoQ process has been developed especially for getting insight in risk of geotechnical, geo-hydrological and geo-ecological nature during all construction phases which can influence the result of the project negatively.
The GeoQ process for ground-related risk management uses a cycle of six steps. The first step, gathering project information, provides clarity about the project objectives and creates insight into the risk tolerance of the project’s stakeholders. Bases on this information, risks are successively identified and classified by steps two and three. Step four involves taking risk remediation measures, after risk structuring and careful analysis of the causes and effects of the major risks of concern. Then follows risk evaluation of the remaining or residual risks, by GeoQ step five. Finally, in step six all the risk information of the previous steps is stored in a risk register and mobilized to the next phase of the project.
In the second part of the research, the added value is determined by examining three case studies. The first two case studies consist of projects that were performed without GeoQ. In a simulation, done by the GeoQ-team, these projects were performed with the use of GeoQ. This approach made it possible to compare the project proceedings with and without the use of GeoQ. In the third case study, a project has been examined, that has been conducted on the basis of a risk driven design approach in which all the six GeoQ steps can be recognised. The chosen project has already been performed by the time the examination took place. Because of this, it was possible to examine the effectiveness of the proposed measures and also can be looked at if the method is performable.
The results of the examinations lead to the following conclusions. The use of the GeoQ process in the projects of GeoDelft will result in identifying and reporting of more risks, which can harm the project objectives. In today’s practice risks will be identified on a non structured way and voluntarily by the geotechnical engineer. Ultimately a few of the identified risks will be reported. The GeoQ method aims for an explicit consideration of technical and non-technical criteria as to decide which possible remediation measures will be taken. Also the use of this method will lead to a structured project approach. The risk
Summary
report, which is written at the last step of the GeoQ process, is a document for the client in which all the risks, remediation measures and responsibilities are described. Also this document can be used in new construction projects as a risk checklist.
The added value, by using the GeoQ method in the construction industry as a whole, can be found is as follows. Geotechnical risks will be identified early in the construction process which will result in an early adoption of remediation measures in the design. Also there will be more clearance about the responsibilities in regard to the identified risks. The use of the risk reports makes sure that project information is not lost while carrying out the project.
The recommendations that arise from the conclusion are divided in recommendations for improving the GeoQ process and recommendations for the use within GeoDelft and the construction industry as a whole. During the examination of the project cases it was noticed that the use of risk checklists with in the GeoQ process will lead to a better performance of the GeoQ process. The effectiveness of the risk identification step will be greater and less information will be lost. The classification of the risks has been reported difficult and it is recommended to gain experience on this issue.
For using the GeoQ method and gaining the full potential of the added value in the
construction industry it will be important that the building process is transparent. Also the
client must be aware of the importance that risk management is used during the whole
project process. It appears that GeoDelft is often involved in only one of the building
project phases, even when GeoDelft is not anymore involved, risk management must be
applied to the project.
Voor u ligt het eindrapport waarmee ik de studie Civiele Techniek aan de Universiteit Twente afrond. Iets meer dan vier jaar terug kwam ik hier in Twente studeren na de opleiding Civiele Techniek aan de Haagse Hogeschool te hebben afgerond. Ik heb hier met veel plezier aan deze universiteit gestudeerd en nu is de tijd aangebroken om een nieuwe levensfase in te gaan. Natuurlijk was er naast het studeren ook tijd om te genieten van het studentenleven en mij zelf te ontwikkelen. Het mede besturen van Studievereniging ConcepT heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd, maar ook mijn huisgenoten hebben hier hun steentje aan bijgedragen.
Na negen maanden van onderzoek, eerst in de literatuur en later bij GeoDelft, is het mij gelukt om deze laatste hindernis tot een goed einde te brengen. Hierbij wil ik GeoDelft bedanken voor het vertrouwen dat ze mij hebben gegeven om dit onderzoek te kunnen uitvoeren bij hun. Uit de reacties van het GeoQ-teamleden heb ik begrepen dat dit rapport een goede bijdrage levert in de verdere ontwikkeling en implementatie van de GeoQ- methode. Ik wil graag alle betrokken medewerkers van GeoDelft bedanken die een bijrage hebben geleverd aan het onderzoek, maar in het bijzonder Paul Litjens (mijn dagelijkse begeleider) en Martin van Staveren (de initiator van de afstudeeropdracht).
Graag wil ik nog een aantal mensen persoonlijk bedanken. Allereerst mijn ouders, zonder hun steun had ik dit niet kunnen volbrengen. Mijn broertje Alexander voor de gastvrijheid en de slaapplek in Rotterdam. Ook wil ik graag mijn begeleiders vanuit de Universiteit, Joop Halman en Saad Al-Jibouri, van harte bedanken voor hun inspiratie, gedeelde kennis en begeleiding. Verder wil ik de leden van het opgerichte Risicoplatform bedanken voor het delen van hun inzichten op het gebied van risicomanagement en ik hoop dat er nog een mooie publicatie volgt. Dan rest mij alleen nog de mensen te bedanken die op enige manier hebben bijgedragen aan het tot stand komen van dit rapport. Heel erg bedankt allemaal!
Ik wens u veel leesplezier.
Vincent Weisscher Oktober 2006
Woord vooraf
1 1 Inleiding ...1
1.1 Verkenning projectkader ... 1
1.2 Organisatie... 3
1.3 Opbouw van de organisatie ... 4
1.4 Het Delta instituut ... 5
1.5 Leeswijzer ... 6
2 2 Het onderzoeksontwerp ...7
2.1 Onderzoekskader en doelstelling... 7
2.2 Onderzoeksmodel... 7
2.3 Onderzoeksvraag ... 10
2.4 Afbakening ... 11
2.5 Onderzoeksstrategie... 11
3 3 Onderzoeksoptiek...12
3.1 Risico... 12
3.2 Projectrisico’s... 15
3.3 Besluitvorming in risicomanagement... 19
3.4 Definitie project risicomanagement... 24
3.5 Risicoverdeling in het bouwproces... 30
3.6 Risico’s in de geotechniek... 31
3.7 Risicomanagement methode in het bouwproces in Nederland... 33
3.8 Uitgangspunten voor een risicomanagementmethode... 34
4 4 De GeoQ-methode ...36
4.1 Het ontstaan van GeoQ... 36
4.2 De GeoQ risicomanagement procedure ... 36
4.3 GeoQ binnen het bouwproces... 43
4.4 Conclusie ... 44
5 5 Toetsing GeoQ aan de bevindingen in de literatuur...45
5.1 GeoQ toetsing... 45
5.2 GeoQ vergeleken met RISMAN... 48
5.3 Conclusie ... 50
6 6 Criteria voor de beoordeling van projectcases...52
6.1 Selectie gevalstudies... 52
6.2 Aanpak vergelijkende analyse... 53
7 7 Projectcase 1 ...55
7.1 Projectbeschrijving ... 55
7.2 Projectgegevens... 56
7.3 Project verloop (1A proces) ... 56
7.4 Beschrijving GeoQ-proces (proces 1B) ... 59
7.5 Analyse projectcase 1 ... 62
Inhoudsopgave
8
8 Projectcase 2 ...65
8.1 Projectbeschrijving ... 65
8.2 Projectgegevens... 66
8.3 Projectverloop (proces 2A) ... 67
8.4 Beschrijving GeoQ-proces (proces 2B) ... 69
8.5 Analyse projectcase 2 ... 72
9 9 Projectcase 3 ...75
9.1 Project beschrijving ... 75
9.2 Beschrijving GeoQ-proces... 76
9.3 Analyse projectverloop... 79
1 10 0 Analyse en discussie...82
10.1 Analyse van het gebruik van de GeoQ-methode... 82
10.2 Cross case analyse ... 83
10.3 Reflectie en mening van het GeoQ team. ... 86
10.4 Discussie... 86
11 1 1 Conclusies en aanbevelingen...88
11.1 Conclusies ... 88
11.2 Aanbevelingen ... 89
12 1 2 Literatuur bronnen ...91
Lijst met bijlage Bijlage 1 Risicomanagementcycli...94
Bijlage 2 GeoQ-methode...95
Bijlage 3 Concept handboek GeoQ ...96
Bijlage 4 Kwantificering van risico’s ... 103
Bijlage 5 GeoQ tools ... 106
Bijlage 6 De RISMAN-methode... 112
Bijlage 7 HDD-methode... 115
Bijlage 8 Technische termen dijkontwerp... 117
Bijlage 9 Dijk varianten ... 118
Bijlage 10 Geïdentificeerde risico’s projectcase 2... 119
Bijlage 11 De gevoeligheidsanalyse ... 120
Bijlage 12 Enquête... 126
Lijst met figuren
Figuur 1.1 Organisatie opbouw...5
Figuur 2.1 Onderzoeksmodel...8
Figuur 3.1 Risico als een keten [Halman, 1994]... 13
Figuur 3.2 Risico als statisch keuzeprobleem of dynamische interactie [Halman, 1994] ... 13
Figuur 3.3 Risico matrix [Wang en Roush 1993] ... 16
Figuur 3.4 3D risicomatrix [Charette, 1989] ... 17
Figuur 3.5 Kansverdeling van een risico [Chapman, 2006] ... 18
Figuur 3.6 Matrix met risico vlakken [Chapman, 2006] ... 18
Figuur 3.7 Reconceptualized model of the determinants of risk behaviour [Stitkin en Pablo, 1992] .. 21
Figuur 3.8 Risicomanagementcyclus... 25
Figuur 3.9 Risicoidentificatie [Flanagan en Norman 1993]... 26
Figuur 3.10 Mogelijke beheersmaatregelen [Halman, 1994] ... 28
Figuur 3.11 Verplaatsing risico in risicomatrix door het toepassen van een beheersmaatregel ... 29
Figuur 3.12 Risico allocatie proces [Bing et al., 2005]... 31
Figuur 4.1 Projectfasen volgens het GeoQ-concept [van Staveren, 2006] ... 37
Figuur 4.3 Van project informatie naar project risico tolerantie [van Staveren, 2006]... 38
Figuur 4.4 Klasse verdeling van risico's aan de hand van een matrix ... 40
Figuur 4.5 Risicomatrix, reduceren risico’s... 41
Figuur 4.6 Schematisch weergegeven risicoprofiel ... 42
Figuur 6.1 Processchema ... 53
Figuur 7.1 Overzicht gasleiding Workum Medemblik [Google Earth 2005]... 55
Figuur 7.2 Uitkomst GeoBrain... 61
Figuur 8.1 Overzicht maatregelen Hondsbroeksche Pleij ... 65
Figuur 9.1 Kruising boortunnel met de spoorlijn Rotterdam - Gouda ... 75
Figuur 9.2 Overzicht maatregelen [Korff, 2003]... 78
Lijst met tabellen Tabel 4.1 Opbouw van de GeoQ-methode met beschikbare tools voor de verschillende fase binnen het proces. ... 44
Tabel 5.1 Vergelijking RISMAN-methode met GeoQ-methode... 50
Tabel 7.1 Vergelijking geïdentificeerde risico’s voor projectcase 1... 62
Tabel 8.1 Vergelijking geïdentificeerde risico’s voor projectcase 2... 72
Tabel 10.1 Cross case analyse... 84
Projectkader en het instituut GeoDelft
In dit hoofdstuk wordt het projectkader geschetst (paragraaf 1.1). Daarna volgt een beschrijving van het instituut GeoDelft waar ik mijn afstudeer onderzoek heb uitgevoerd (paragraaf 1.2) met een beschrijving van de organisatie (paragraaf 1.3). Over een aantal jaar zal GeoDelft onderdeel uitmaken van het nieuw te vormen Delta instituut, hier wordt in paragraaf 1.4 op ingegaan. Tot slot van dit hoofdstuk wordt de opbouw van dit rapport toegelicht in paragraaf 1.5.
1.1 Verkenning projectkader
De Universiteit Twente is een onderzoekstraject aan het opstarten op het gebied van risicomanagement bij infrastructurele projecten. Het project is een samenwerkingsproject tussen GeoDelft en de Afdeling Construction Management & Engineering van de faculteit Construerende Technische Wetenschappen aan de Universiteit Twente. GeoDelft heeft het GeoQ-methode ontwikkeld om geotechnische, geohydrologische en geoëcologische risico’s beheersbaar te maken. De GeoQ-methode vormt een verdieping op de RISMAN-methode dat is ontwikkeld door Rijkswaterstaat en Twijnstra Gudde. De RISMAN methodiek beoogt inzicht te geven in de belangrijkste en grootste risico’s die het projectresultaat kunnen beïnvloeden en welke maatregelen het meest in aanmerking komen om de risico’s te beheersen.
In het kader van het opzetten van een onderzoekstraject is er een platform risicomanagement opgezet binnen de vakgroep Construction Management & Engineering waarbinnen vier afstudeerders bij verschillende bedrijven een onderzoek doen op het gebied van risicomanagement. De uitkomsten van de onderzoeken kunnen een basis vormen voor het toekomstige onderzoekstraject. Het onderzoeksresultaat zal een concretisering en verbetering van de RISMAN-methode voor infra projecten binnen de GWW sector zijn. De doelstellingen zijn als volgt:
Ø De potentiële voorzienbare risico’s op systematische wijze te identificeren;
Ø De geïdentificeerde potentiële projectrisico’s te onderscheiden naar de mate van risico en type;
Ø Het besluitvormingsproces ten aanzien van de gediagnosticeerde projectrisico’s adequaat te ondersteunen, resulterend in passende beheersmaatregelen voor de onderscheiden en relevante risico’s;
Ø De projectrisico’s, die deel zullen uitmaken van een project tijdens het projectverloop, adequaat te kunnen volgen waarbij de genomen beheersmaatregelen periodiek worden geëvalueerd en zonodig worden aangepast.
Binnen het onderzoekstraject richt de Universiteit Twente zich voornamelijk op het bouwproces en richt GeoDelft zich op een verdieping van de te ontwikkelen methode voor risicomanagement van de ondergrond. Deze methode voor verdieping dient bij voorkeur ook toegepast te kunnen worden binnen andere specifieke disciplines van het totale bouwproces, zoals het ontwerp en de uitvoering van bovengrondse (beton)constructies.
1.1.1 De GeoQ-methode
GeoDelft heeft de GeoQ-methode ontwikkeld met als doel bodemgerelateerde risico’s beter beheersbaar te maken. Door het toepassen van GeoQ wordt het voor direct betrokken partijen van een bouwproces (opdrachtgevers, aannemers en ontwerpers) mogelijk om gedurende alle fasen van het proces inzicht te krijgen in de met de ondergrond samenhangende risico’s. Op basis van een cyclisch proces van gestructureerde inventarisatie, classificatie/kwantificering kan telkens een afweging gemaakt worden over
1 1 Inleiding
getroffen en/of zonnodig nog toe te passen beheersmaatregelen. GeoDelft heeft de methode ontwikkeld met de ambitie om vanuit de geotechniek het totale bouwproces te verbeteren en te vernieuwen. De ontwikkeling van GeoQ is gestart vanuit de gedachte dat momenteel een aanzienlijk deel van ongewenste gebeurtenissen tijdens ontwerp, aanleg en beheer van bouwprojecten voortkomt uit het niet (tijdig) onderkennen van onzekerheden vanuit de ondergrond. Het GeoQ-proces wordt gezien als onderdeel van het risicomanagement proces dat bij projecten wordt uitgevoerd, er kan over een verdieping gesproken worden die zich specifiek op de ondergrond richt.
Sinds de introductie van GeoQ in 2001 hebben diverse activiteiten vanuit en onder de term GeoQ plaatsgevonden. De activiteiten hebben vanuit twee verschillende invalshoeken plaatsgevonden. Enerzijds gaat het hierbij om onderzoek & ontwikkeling binnen de BF/DF- thema’s
1, anderzijds zijn er ook een aantal projecten onder de term GeoQ aangeboden en ook daadwerkelijk tot uitvoering gekomen. De projecten waar GeoQ tot nu toe is of wordt ingezet zijn:
Ø Aanleg N242 nabij Alkmaar;
Ø Almelo Verdiept;
Ø Tweede Coentunnel & West-Randweg;
Ø Verbreding A2 Everdingen – Empel;
Ø Spoorzone Delft.
1.1.2 Projectkader
GeoQ is een methode om de risico’s in een bouwproces die met de ondergrond te maken hebben te identificeren en te beheersen en is ontwikkeld door GeoDelft. Het is in algemene termen nog onvoldoende duidelijk wat de meerwaarde van de methode is, waardoor deze nog niet volledig in wordt gezet. Dit wordt ook onderkend door GeoDelft zelf. In die context is er een team binnen GeoDelft opgericht. De startnotities van het team zijn voor een deel de basis voor deze onderzoeksopzet, later zal hier dieper op in worden gegaan.
De inzet van de GeoQ-methode kan worden verdeeld over twee groepen gebruikers. Ten eerste moet de methode binnen GeoDelft door de geotechnische adviseurs geadopteerd worden als een gangbare methode om projecten, die daar geschikt voor zijn, mee op te pakken. Ten tweede is het een product dat in de markt gezet kan worden om het bouwproces te verbeteren en ook gebruikt kan worden door andere partijen binnen het bouwproces.
Een belangrijk deel van de vernieuwing die GeoQ beoogt, is het expliciet maken van afwegingen die vaak impliciet plaatsvinden binnen projecten. Met andere woorden, afwegingen die projectleiders en geotechnisch adviseurs voor zich zelf maken op basis van ervaring en kennis worden toegankelijker gemaakt voor een grotere groep mensen waardoor er waarschijnlijk een betere afweging wordt gemaakt. De reactie van ervaren adviseurs is vaak dat zij voldoende kennis hebben om zelf een juiste afweging te maken en dat inzet en of gebruik van GeoQ geen enkele verandering betekent ten opzichte van de manier waarop het werk binnen projecten nu al plaatsvindt. Met deze stelling wordt GeoQ inhoudsloos en lijkt geen ‘winst’ op te leveren bij uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden van een geotechnisch adviseur. Dit vormt een belangrijke belemmering voor verdere ontwikkelingen.
Binnen GeoDelft is een team opgericht dat zich het volgende ten doel heeft gesteld.
Doel van het GeoQ/GeoRisk-team is te komen tot een succesvolle implementatie van risicogestuurd werken binnen het werkproces van geotechnische adviseurs. Hiertoe is het vergroten van het draagvlak voor GeoQ / GeoRisk binnen projecten noodzakelijk, zowel op institutioneel (management) als operationeel niveau. Dit kan door het scheppen van randvoorwaarden / middelen om te komen tot een succesvolle implementatie van GeoQ/GeoRisk in het werkproces. Gewenste eindsituatie is hierbij dat onzekerheden vanuit de ondergrond hiermee worden er- en herkend door alle betrokken partijen binnen het bouwproces.
[Startnotitie GeoQ-GeoRisk; oktober 2005]
1
BF/DF staat voor basis- en doelfinancieringen; dit is een subsidie verleend aan GeoDelft vanuit
overheidswege voor kennisontwikkeling op specifieke thema’s binnen de GWW sector.
De activiteiten die hieruit voortvloeien zijn onder andere het formuleren van een heldere definitie en positionering van GeoQ als proces en het vaststellen op welke manier GeoQ leidt tot meerwaarde in een project. Door het formuleren van een heldere definitie en het inzichtelijk maken van de meerwaarde probeert men een breder draagvlak binnen het bouwproces voor deze methodiek te krijgen.
1.2 Organisatie
Al sinds 1934 loopt GeoDelft volgens eigen zeggen internationaal voorop in het onderzoek naar het gedrag van slappe grond (zand, klei en veen), het construeren in en met grond, en het beheersen van de geo-ecologische gevolgen. GeoDelft is daarin niet alleen bezig met onderzoek, maar ook wordt GeoDelft vaak betrokken om marktpartijen en overheid te ondersteunen in het beantwoorden van geotechnische vraagstukken. [GeoDelft, 2006]
1.2.1 De rol van GeoDelft
GeoDelft is een kenniscentrum op het gebied van grondmechanica, funderingstechniek en geo-ecologie en is aangemerkt als een Groot Technologisch Instituut
2(GTI). De diensten die GeoDelft levert lopen uiteen van institutioneel beleidsadviseur tot geotechnisch specialist, en van strategisch adviseur en R&D-specialist tot calamiteitenmanager. In de verschillende diensten die GeoDelft aanbiedt kunnen vier hoofdterreinen onderscheiden worden.
Kennisverspreider
Als nationaal kennisinstituut is GeoDelft de centrale kennisverspreider op het gebied van geotechnische kennis. GeoDelft verspreidt de kennis op twee manieren. Een daarvan is Delft GeoSystems
3, een software pakket dat rekenmodellen bevat en een kennis- en ervaringsdatabank op het gebied van de geotechniek. Daarnaast verspreidt GeoDelft kennis door middel van de Delft GeoAcademy waar cursussen worden aangeboden op het gebied van de geotechniek.
Adviseur
Voor opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en de industrie treedt GeoDelft op als strategisch adviseur. In nauwe samenwerking, al dan niet in de vorm van detachering, worden de geotechnische projectrisico’s adequaat afgedekt in alle projectfasen van ontwerp tot beheer. Hulpmiddelen zijn het door GeoDelft ontwikkelde Geotechnisch BasisRapport (GBR) en het concept van Flexibele EmissieBeheersing (FEB). Het GBR is
2
Een Groot Technologisch Instituut (GTI) heeft als primaire taak het slaan van een brug tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en advies aan de praktijk.
3