• No results found

5.5.1 Kopvoorn

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in de Itterbeek is uitstekend geschikt voor kopvoorn (Tabel 49). De bovengrens van de CI werd nooit overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 49. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaardeaantal keer

overschreden

Opitter, Molenstraat 4 3,9 0,3 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

Het onderzochte traject is overwegend ongeschikt voor 0+ kopvoorns. In de twee matig geschikte deeltrajecten liggen de verwachte aantallen erg laag. Voor 1+ en oudere kopvoorns is het traject overal matig geschikt (Tabel 50).

Tabel 50. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Itterbeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Pollismolen 50-100m 0 2 150-200m 0 2 250-300m 0 2 350-400m 1 3 450-500m 1 3

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

99

Paaihabitat

Tussen de Rooiersmolen en de Pollismolen werd één riffle gevonden die geschikt is als paaiplaats voor kopvoorn (Tabel 51).

Tabel 51. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Itterbeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Pollismolen 1 6 1,5 53,8 15,2 8,2 3,4 grind

Pollismolen 2 10 1,5 48,3 29,4 10,5 3,8 grind

5.5.2 Serpeling

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in de Itterbeek is uitstekend geschikt voor serpeling (Tabel 52). De ondergrens van de procentuele zuurstofverzadiging werd nooit overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 52. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaardeaantal keer

overschreden

Opitter, Molenstraat 81,9 86,4 3,0 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

Uit Tabel 53 blijkt dat het habitat tussen de Rooiersmolen en de Pollismolen matig geschikt is voor 0+ serpelingen en matig tot goed geschikt voor 1+ en oudere serpelingen.

Tabel 53. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Itterbeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Pollismolen 0-100m 4 3

100-200m 4 1

200-300m 4 5

300-400m 5 4

100 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Paaihabitat

Tussen de Rooiersmolen en de Pollismolen werd één riffle gevonden die geschikt is als paaiplaats voor serpeling (Tabel 54).

Tabel 54. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Itterbeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Pollismolen 1 6 1,5 53,8 15,2 8,2 3,4 grind

Pollismolen 2 10 1,5 48,3 29,4 10,5 3,8 grind

5.5.3 Kwabaal

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in de Itterbeek is uitstekend geschikt voor kwabaal (Tabel 55). De bovengrens van de CI werd nooit overschreden (bron gegevens: VMM).

Tabel 55. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaardeaantal keer

overschreden

Opitter, Molenstraat 4 3,9 0,3 0

Habitatgeschiktheid voor 1+ en oudere kwabalen

Het habitat tussen de Rooiersmolen en de Pollismolen varieerde van ongeschikt tot matig geschikt voor 1+ en oudere kwabaal (Tabel 56).

Tabel 56. De verwachte aantallen subadulte en adulte kwabalen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Itterbeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 1+ en oudere

kwabalen Pollismolen 0-100m 0 100-200m 2 200-300m 0 300-400m 3 400-500m 1

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

101

Habitatgeschiktheid voor 0+ kwabalen

De bypass is niet geschikt als paai- en opgroeihabitat voor kwabaal (Tabel 57).

Tabel 57. De verwachte aantallen 0+ kwabalen per traject van 10m in de geëvalueerde zijbeek van de Itterbeek. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Zijbeek Traject Verwacht aantal 0+

bypass 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0 8 0 9 0 10 0

5.5.4 Bespreking

De waterkwaliteit in de Itterbeek is overal uitstekend geschikt voor alle doelsoorten.

Het onderzochte traject is overwegend ongeschikt voor 0+ kopvoorns, omdat de waterdiepte langs de oevers te ondiep is. Voor 1+ en oudere kopvoorns is het habitat slechts matig geschikt. Het water is zowel langs de oevers als centraal te ondiep voor deze leeftijdsklasse. Daarnaast ligt de stroomsnelheid te laag en zijn er te weinig holle oevers aanwezig.

Het habitat is matig geschikt voor 0+ serpelingen. De verwachte aantallen liggen wel nog vrij hoog, tegen de bovengrens van de beoordelingsklasse. De stroomsnelheid ligt iets te vaak buiten het optimale bereik en inhangende kruidachtige vegetatie is te schaars. Voor 1+ en oudere serpelingen is het water te ondiep en ligt de stroomsnelheid te laag.

In het traject tussen de Rooiersmolen en de Pollismolen werden twee riffles aangetroffen, waarvan één geschikt is als paaiplaats voor kopvoorn en serpeling. De andere is ongeschikt wegens een te kleine waterdiepte.

Voor 1+ en oudere kwabalen is het habitat overwegend ongeschikt, omdat er te weinig holle oevers aanwezig zijn. De bypass kan in huidige toestand niet dienen als paai- en opgroeigebied voor kwabaal, omdat hij te weinig water bevat.

102 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

5.5.5 Aanbevelingen

Ondanks de zeer geschikte waterkwaliteit, valt het uitzetten van kopvoorn en kwabaal voorlopig af te raden. De habitatgeschiktheid in het onderzochte traject is ondermaats voor beide soorten. Uitzetting van serpeling kan overwogen worden. Het habitat kan wel nog iets geoptimaliseerd worden. Het habitat is overwegend matig geschikt voor alle leeftijdsklassen van serpeling, waarbij de verwachte aantallen telkens wel dicht bij de bovengrens van de beoordelingsklasse liggen. Om de habitatgeschiktheid voor alle doelsoorten te verbeteren, kunnen een aantal ingrepen uitgevoerd worden. Door het inbrengen van groot dood hout kan mogelijk voor voldoende stroomdiversiteit gezorgd worden, zodat meer ribbels, geulen en stroomkommen ontstaan. Op die manier kunnen plaatsen met optimale waterdiepten en stroomsnelheden ontstaan, waar de verschillende leeftijdsklassen van alle doelsoorten zich kunnen handhaven. Er moet wel op worden gelet dat habitatverbeteringen niet ten koste gaan van de habitatgeschiktheid voor 0+ serpelingen. De huidige waterdiepte is namelijk optimaal voor 0+ serpelingen. Op een aantal locaties moet de waterdiepte dus zeker behouden blijven. Ook het aantal holle oevers kan vergroot worden door de inbreng van groot dood hout, zodat door afbuiging van de waterstroom vanzelf oevers onderspoeld worden, wat de habitatgeschiktheid voor volwassen kopvoorns en kwabalen ten goede komt. De bomen en struiken langs de oever mogen zeker niet verwijderd worden. Hun wortels verhinderen dat onderspoelde oevers afkalven. De goede werking van de bypass werd verhinderd door derden. De visdoorgang kon niet de voorziene 50% van het totale debiet ontvangen. Dit probleem is van tijdelijke aard (mededeling Thierry Gaethofs). Mogelijk neemt de habitatgeschiktheid toe indien de voorziene hoeveelheid water door de bypass kan stromen. Het valt aan te bevelen om de werking van de bypass te evalueren en te blijven volgen in de toekomst. Het is van belang dat de Itterbeek over haar gehele lengte knelpuntenvrij wordt gemaakt, zodat potentieel geschikte zijbeken die elders in deze waterloop uitmonden bereikbaar worden. Door het wegnemen van knelpunten worden mogelijk ook meerdere potentieel geschikte paairiffles elders in de waterloop beschikbaar voor kopvoorn en serpeling. In het onderzochte traject zijn twee riffles aanwezig, waarvan één goed geschikt is als paaiplaats voor kopvoorn en serpeling. De andere kan wellicht eenvoudig geschikt gemaakt worden door net stroomopwaarts ervan een vernauwing aan te brengen, zodat de waterdiepte boven de riffle iets toeneemt.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

103