• No results found

Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009"

Copied!
182
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25 - 1070 Brussel - T.: +32 (0)2 525 02 00 - F.: +32 (0)2 525 03 00 - info@inbo.be - www.inbo.be

IN

B

O.R.2010.64

Wetenschappelijke ondersteuning

herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling,

kwabaal en beekforel in 2009

Tom Van den Neucker, Emilie Gelaude, Seth Martens, Raf

Baey-ens, Yves Jacobs, Maarten StevBaey-ens, Ans Mouton, David Buysse,

Johan Auwerx, Inne Vught, Daniel De Charleroy, Johan Coeck &

Janine van Vessem

INBO.R.2010.64

(2)

Auteurs:

Tom Van den Neucker, Emilie Gelaude, Seth Martens, Raf Baeyens, Yves Jacobs, Maarten Stevens, Ans Mouton, David Buysse, Johan Auwerx, Inne Vught, Daniel De Charleroy, Johan Coeck & Janine van Vessem

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is het Vlaams onderzoeks- en kenniscentrum voor natuur en het duurzame beheer en gebruik ervan. Het INBO verricht onderzoek en levert kennis aan al wie het beleid voorbereidt, uitvoert of erin geïnteresseerd is.

Vestiging: INBO Brussel Kliniekstraat 25, 1070 Brussel www.inbo.be e-mail: tom.vandenneucker@inbo.be Wijze van citeren:

Van den Neucker T., Gelaude E., Martens S., Baeyens R., Jacobs Y., Stevens M., Mouton A., Buysse D., Auwerx J., Vught I., De Charleroy D., Coeck J. & van Vessem J. (2010). Wetenschappelijke ondersteuning herstelpro-gramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2010 (64). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

D/2010/3241/499 INBO.R.2010.64 ISSN: 1782-9054 Verantwoordelijke uitgever: Jurgen Tack Foto cover:

Abeek (Y. Adams/Vildaphoto) Druk:

Management ondersteunende diensten van de Vlaamse overheid Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van:

het Visserijfonds en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB-VF/2009/2)

© 2010, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

(3)

Wetenschappelijke ondersteuning

herstelprogramma’s kopvoorn,

serpeling, kwabaal en beekforel in

2009.

Tom Van den Neucker, Emilie Gelaude, Seth Martens, Raf

Baeyens, Yves Jacobs, Maarten Stevens, Ans Mouton,

David Buysse, Johan Auwerx, Inne Vught, Daniel De

Charleroy, Johan Coeck & Janine van Vessem

INBO.R.2010.64

(4)

4 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn,

serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

(5)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

5

Samenvatting

In het voorliggende onderzoek werden de lopende herstelprogramma’s voor kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel geëvalueerd. Dit onderzoek omvatte:

- Een evaluatie van uitgevoerde herintroducties van kopvoorn, serpeling en kwabaal in 20 geselecteerde waterlooptrajecten, met aandacht voor de overleving en groei.

- Onderzoek naar het voortplantingssucces van kwabaal in de stroomgebieden van de Grote Nete en de Abeek-Bosbeek-Itterbeek (2009).

- Onderzoek naar de voortplantingsmigratie van kwabaal in het stroomgebied van de Grote Nete (winter 2009-2010).

- Een evaluatie van de geschiktheid van de waterkwaliteit en het habitat voor kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 16 geselecteerde waterlooptrajecten.

Ter evaluatie van de uitgevoerde herintroducties werden de waterlopen, waar één of meerdere van de genoemde soorten werden geïntroduceerd, elektrisch bevist. De gevangen aantallen werden telkens vergeleken met de verwachte aantallen, die in voorgaande studies bepaald werden aan de hand van habitatgeschiktheidsmodellen. In de meeste waterlopen werd overleving vastgesteld. Een laag aantal of het ontbreken van een doelsoort in sommige waterlopen kan soms toegewezen worden aan de nog lage herintroductie-inspanning, maar in enkele waterlopen is de waterkwaliteit of het habitat wellicht niet optimaal of spelen andere factoren een rol.

Elektrische bevissingen in het voorjaar van 2009 leverden geen aanwijzingen dat de kwabalen zich succesvol hebben voortgeplant in de winter van 2008-2009. Mogelijk kwam dit door de nog lage densiteiten aan volgroeide dieren en het niet optimale paaihabitat.

De voortplantingsmigratie van kwabaal in het stroomgebied van de Grote Nete werd in de winter van 2009-2010 bestudeerd door fuiken te plaatsen in zes zijbeken en in de hoofdloop. Er werd paaimigratie vastgesteld, maar die was veel beperkter dan in de winter van 2007-2008. Mogelijk is dit een gevolg van de lage densiteiten aan volgroeide dieren. In één van de onderzochte zijbeken, de Heiloop, werd bovendien een mestlozing vastgesteld door het Agentschap voor Natuur en Bos.

(6)

6 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn,

serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

English abstract

In this study the restoration programs for chub, dace, burbot and brown trout were evaluated. The study included:

- An evaluation of past reintroductions of chub, dace, burbot and brown trout in 20 river stretches.

- A study of the reproduction success of burbot in the Grote Nete and the Abeek-Bosbeek-Itterbeek watersheds (2009).

- A study of the spawning migration of burbot in the Grote Nete watershed (winter 2009-2010).

- An evaluation of water quality and habitat suitability for chub, dace, burbot and brown trout in 16 river stretches.

To evaluate past reintroductions, numbers of the target species caught by electrofishing were compared to predicted numbers obtained by applying habitat suitability models. Survival was observed in most rivers. Low numbers or absence of the target species in some rivers may be linked to a low reintroduction effort. However, in several rivers habitat or water quality may still be insufficient.

Electrofishing in the tributaries and the main stem of the River Grote Nete and the Rivers Abeek, Bosbeek and Itterbeek in spring 2009 did not yield burbot larvae. Consequently, spawning was probably unsuccessful during the winter of 2008-2009. Burbot reproduction may have failed because of a low abundance of adult individuals and suboptimal spawning habitat.

Spawning migration of burbot in the Grote Nete catchment was studied in 6 small tributaries and in the main stem using fyke nets. During the winter of 2009-2010 only few migrating burbot were captured compared to the winter 2007-2008, probably due to a low reintroduction effort during the two preceding years. Furthermore, an illegal dumping of dung in one of the tributaries was detected by the Agency for Nature and Forest.

(7)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

7

Inhoud

Samenvatting... 5 English abstract ... 6 1 Inleiding... 11 1.1 Motivatie ... 11 1.2 Doelstellingen ... 11

2 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties van kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel... 12

2.1 Doelstellingen ... 12

2.2 Herintroductie-inspanning ... 12

2.2.1 Kopvoorn, Squalius cephalus (Linnaeus, 1758)... 12

2.2.2 Serpeling, Leuciscus leuciscus (Linnaeus, 1758) ... 17

2.2.3 Kwabaal, Lota lota (Linnaeus, 1758)... 20

2.2.4 Beekforel, Salmo trutta fario Linnaeus, 1758 ... 21

2.3 Materiaal en methode... 22

2.4 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Abeek ... 28

2.4.1 Kopvoorn ... 28

2.4.2 Serpeling... 30

2.4.3 Kwabaal ... 32

2.4.4 Bespreking ... 33

2.4.5 Aanbevelingen ... 34

2.5 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Bosbeek... 35

2.5.1 Kopvoorn ... 35

2.5.2 Serpeling... 37

2.5.3 Kwabaal ... 39

2.5.4 Bespreking ... 40

2.5.5 Aanbevelingen ... 41

2.6 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Grote Nete ... 42

2.6.1 Kopvoorn ... 42

2.6.2 Serpeling... 44

2.6.3 Kwabaal ... 46

2.6.4 Bespreking ... 47

2.6.5 Aanbevelingen ... 48

2.7 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Laan... 49

2.7.1 Kopvoorn ... 49

2.7.2 Serpeling... 51

2.7.3 Bespreking ... 52

2.7.4 Aanbevelingen ... 53

2.8 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de IJse ... 54

2.8.1 Kopvoorn ... 54

2.8.2 Serpeling... 56

2.8.3 Kwabaal ... 58

2.8.4 Bespreking ... 59

2.8.5 Aanbevelingen ... 59

2.9 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Pauwelsbeek... 60

2.9.1 Kwabaal ... 60

2.9.2 Bespreking ... 60

(8)

8 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn,

serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.10 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Terkleppebeek ... 62

2.10.1 Beekforel... 62

2.10.2 Bespreking ... 63

2.10.3 Aanbevelingen ... 64

2.11 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Vleterbeek... 65

2.11.1 Kopvoorn ... 65

2.11.2 Bespreking ... 65

2.11.3 Aanbevelingen ... 66

2.12 Vergelijking van de groei en conditie van kopvoorn, serpeling en kwabaal in de beviste waterlopen ... 67

2.12.1 Groei en conditie kopvoorn... 67

2.12.2 Groei en conditie serpeling... 68

2.12.3 Groei en conditie kwabaal ... 69

2.12.4 Bespreking ... 70

3 Onderzoek naar het voortplantingssucces van kwabaal (2009) ... 71

3.1 Doelstelling... 71

3.2 Methode ... 71

3.3 Resultaten ... 72

3.4 Bespreking ... 73

4 Onderzoek naar de paaimigratie van kwabaal in het stroomgebied van de Grote Nete (winter 2009-2010) ... 74

4.1 Doelstelling... 74

4.2 Methode ... 74

4.3 Resultaten ... 75

4.4 Bespreking ... 77

5 Evaluatie van de habitatgeschiktheid voor het herstel van kopvoorn-, serpeling-, kwabaal- en beekforelpopulaties... 78

5.1 Doelstellingen ... 78

5.2 Materiaal en methode... 78

5.2.1 Geëvalueerde trajecten... 78

5.2.2 Habitatopmeting... 85

5.3 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Bosbeek ... 86

5.3.1 Kopvoorn ... 86

5.3.2 Serpeling... 87

5.3.3 Kwabaal ... 89

5.3.4 Bespreking ... 90

5.3.5 Aanbevelingen ... 90

5.4 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Demer ... 93

5.4.1 Kopvoorn ... 93

5.4.2 Serpeling... 94

5.4.3 Kwabaal ... 95

5.4.4 Bespreking ... 96

5.4.5 Aanbevelingen ... 96

5.5 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Itterbeek... 98

5.5.1 Kopvoorn ... 98

5.5.2 Serpeling... 99

5.5.3 Kwabaal ... 100

5.5.4 Bespreking ... 101

5.5.5 Aanbevelingen ... 102

5.6 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Grote Nete ... 103

(9)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

9

5.6.2 Serpeling... 104

5.6.3 Kwabaal ... 106

5.6.4 Bespreking ... 107

5.6.5 Aanbevelingen ... 108

5.7 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Molenbeek-Dormaalse beek ... 110

5.7.1 Kopvoorn ... 110

5.7.2 Serpeling... 111

5.7.3 Kwabaal ... 113

5.7.4 Bespreking ... 114

5.7.5 Aanbevelingen ... 115

5.8 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Vloedgracht ... 116

5.8.1 Kopvoorn ... 116

5.8.2 Serpeling... 117

5.8.3 Kwabaal ... 118

5.8.4 Bespreking ... 118

5.8.5 Aanbevelingen ... 119

5.9 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Terkleppebeek ... 120

5.9.1 Kopvoorn ... 120 5.9.2 Serpeling... 121 5.9.3 Kwabaal ... 122 5.9.4 Beekforel... 124 5.9.5 Bespreking ... 125 5.9.6 Aanbevelingen ... 125

5.10 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Sassegembeek ... 127

5.10.1 Kopvoorn ... 127 5.10.2 Serpeling... 128 5.10.3 Kwabaal ... 129 5.10.4 Beekforel... 130 5.10.5 Bespreking ... 131 5.10.6 Aanbevelingen ... 131

5.11 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Dorenbosbeek... 133

5.11.1 Kopvoorn ... 133 5.11.2 Serpeling... 134 5.11.3 Kwabaal ... 135 5.11.4 Beekforel... 137 5.11.5 Bespreking ... 138 5.11.6 Aanbevelingen ... 138

5.12 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Heidebeek ... 140

5.12.1 Kopvoorn ... 140

5.12.2 Serpeling... 141

5.12.3 Kwabaal ... 142

5.12.4 Bespreking ... 143

5.12.5 Aanbevelingen ... 144

5.13 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de Vleterbeek... 146

5.13.1 Kopvoorn ... 146

5.13.2 Serpeling... 147

5.13.3 Kwabaal ... 148

5.13.4 Bespreking ... 149

5.13.5 Aanbevelingen ... 150

6 Overzicht van het uitgevoerde onderzoek in het kader van de soortherstelprogramma’s voor kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel ... 152

(10)

10 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn,

serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

6.2 Kopvoorn ... 152

6.2.1 Evaluatie waterlopen ten behoeve van herintroductie... 152

6.2.2 Uitgevoerde herintroducties ... 152

6.2.3 Evaluatie herintroducties ... 153

6.3 Serpeling... 155

6.3.1 Evaluatie waterlopen ten behoeve van herintroductie... 155

6.3.2 Uitgevoerde herintroducties ... 155

6.3.3 Evaluatie herintroducties ... 155

6.4 Kwabaal ... 156

6.4.1 Evaluatie waterlopen ten behoeve van herintroductie... 156

6.4.2 Uitgevoerde herintroducties ... 157

6.4.3 Evaluatie herintroducties ... 157

6.4.4 Onderzoek voortplantingsmigratie ... 158

6.4.5 Onderzoek voortplantingssucces ... 158

6.5 Beekforel... 159

6.5.1 Evaluatie waterlopen ten behoeve van herintroductie... 159

6.5.2 Uitgevoerde herintroducties ... 159

6.5.3 Evaluatie herintroducties ... 159

6.6 Bespreking ... 160

7 Conclusies ... 161

Bijlage 1: Beoordeling habitatgeschiktheid kopvoorn ... 166

Bijlage 2: Beoordeling habitatgeschiktheid serpeling ... 171

Bijlage 3: Beoordeling habitatgeschiktheid kwabaal ... 175

Bijlage 4: Beoordeling habitatgeschiktheid beekforel ... 178

(11)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

11

1 Inleiding

1.1 Motivatie

Een aantal zeldzame vissoorten zijn reeds geruime tijd plaatselijk of volledig verdwenen uit de waterlopen van het Vlaamse Gewest. Aan de basis hiervan ligt meestal het onbereikbaar worden van typische paaigronden en een verslechterde water- en habitatkwaliteit. In het kader van natuurontwikkeling en integraal waterbeheer, werd door verschillende overheden werk gemaakt van structureel herstel van een aantal prioritaire waterlopen. Daarnaast is door de uitbouw van de waterzuiverings-infrastructuur ook de waterkwaliteit van tal van waterlopen verbeterd.

Voor kopvoorn, kwabaal en serpeling werden door het INBO, in opdracht van ANB, gedurende de voorbije jaren soortherstelprojecten uitgewerkt die via habitatmodellering de haalbaarheid van het herstel van populaties van deze soorten in een aantal Vlaamse waterlopen nagaan (Dillen et al., 2005a,b; 2006; Van den Neucker et al., 2009). Op basis van de resultaten en aanbevelingen van het onderzoek, werden in verschillende waterlopen in het Vlaamse Gewest herintroducties met deze soorten uitgevoerd.

Om de gevolgde herintroductiestrategie te evalueren en eventueel bij te sturen is een opvolging van de overleving en groei van de uitgezette dieren noodzakelijk. Daarnaast dienen nieuwe waterlopen geëvalueerd te worden met betrekking tot hun geschiktheid voor het herstel van populaties van deze doelsoorten.

1.2 Doelstellingen

Het doel van de voorliggende studie is de wetenschappelijke opvolging van de soortherstelprogramma’s voor kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel. De studie-resultaten worden weergegeven in vier luiken:

- Een evaluatie van uitgevoerde herintroducties van kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 20 geselecteerde waterlooptrajecten, met aandacht voor de overleving en groei. - Onderzoek naar de voortplantingsmigraties van kwabaal in het stroomgebied van de Grote Nete.

- Onderzoek naar het voortplantingssucces van kwabaal in de stroomgebieden van de Grote Nete en de Abeek-Bosbeek-Itterbeek.

(12)

12 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties van

kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel

2.1 Doelstellingen

In dit onderzoeksluik worden de uitgevoerde herintroducties van kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel geëvalueerd in 20 waterlooptrajecten van 500m. Telkens is er aandacht voor de overleving en groei.

2.2 Herintroductie-inspanning

2.2.1 Kopvoorn, Squalius cephalus (Linnaeus, 1758)

In Tabel 1 worden de totale aantallen en gewichten aan geherintroduceerde kopvoorns weergegeven per waterloop (bron gegevens: bepotingsdatabank Agentschap voor Natuur en Bos, ANB). In de Kleine en Grote Nete loopt de herintroductiecampagne het langst.

Tabel 1. Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde kopvoorns per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ 2+ 2+/3+ 3+ 4+ onbekend larven

(13)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

13

Tabel 1 (vervolg). Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde kopvoorns per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ 2+ 2+/3+ 3+ 4+ onbekend larven

Demer 2004 Aantal - (vervolg) Gewicht 42000 2005 Aantal - Gewicht 6000 2007 Aantal - Gewicht 50000 2008 Aantal 2820 Gewicht 56000 2009 Aantal - Gewicht 45000 Dommel 2000 Aantal 2140 Gewicht 14000 2002 Aantal - Gewicht 2000 2007 Aantal - Gewicht 6000 2008 Aantal 1425 Gewicht 9900 2009 Aantal 999 Gewicht 10200 Gete 2007 Aantal - Gewicht 10000

Grote Moffert 2003 Aantal -

(14)

14 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Tabel 1 (vervolg). Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde kopvoorns per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ 2+ 2+/3+ 3+ 4+ onbekend larven

Velpe 2007 Aantal - (vervolg) Gewicht 14000 2008 Aantal 3390 Gewicht 23000 2009 Aantal - Gewicht 15100 Warmbeek 2002 Aantal - Gewicht 3000 2007 Aantal - Gewicht 8000 Witbeek 2007 Aantal - Gewicht 5000 2008 Aantal 1565 Gewicht 10800 2009 Aantal 1332 100000 Gewicht 13600 -

Zwarte Beek 1998 Aantal 565

Gewicht 9000 2000 Aantal 2410 Gewicht 14000 2001 Aantal - Gewicht 8000 2001 Aantal - Gewicht 16000 2002 Aantal - Gewicht 30000 2007 Aantal - Gewicht 8000

Grote Nete 1989 Aantal 9000

(15)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

15

Tabel 1 (vervolg). Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde kopvoorns per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ 2+ 2+/3+ 3+ 4+ onbekend larven

Kleine Nete 1989 Aantal 8850

Gewicht - 1990 Aantal - Gewicht 55000 1993 Aantal - Gewicht 17000 1994 Aantal 4200 Gewicht - 1997 Aantal 3233 Gewicht - 2000 Aantal 8000 Gewicht - 2001 Aantal 13000 Gewicht - 2002 Aantal - Gewicht 21000 2004 Aantal - Gewicht 35000 2006 Aantal - Gewicht 21000 Molenbeek- 2008 Aantal 2934 Bollaak Gewicht - 2009 Aantal 2000 Gewicht 9200 Dijle 2001 Aantal - Gewicht 15000 2004 Aantal - Gewicht 15000 2008 Aantal 426 Gewicht 52000 2009 Aantal 1808 Gewicht 4000

Grote Gete 1995 Aantal 2880

(16)

16 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Tabel 1 (vervolg). Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde kopvoorns per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ 2+ 2+/3+ 3+ 4+ onbekend larven

Laan (vervolg) 2009 Aantal 3322

Gewicht 7350

Kleine Gete 1998 Aantal 565

(17)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

17

2.2.2 Serpeling, Leuciscus leuciscus (Linnaeus, 1758)

In Tabel 2 worden de totale aantallen en gewichten aan geherintroduceerde serpelingen weergegeven per waterloop (bron gegevens: bepotingsdatabank ANB). In de Abeek, Bosbeek en Warmbeek loopt de herintroductiecampagne het langst.

Tabel 2. Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde serpelingen per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ onbekend larven

(18)

18 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Tabel 2 (vervolg). Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde serpelingen per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ onbekend larven

(19)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

19

Tabel 2 (vervolg). Aantal en gewicht (g) aan geherintroduceerde serpelingen per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal en Leeftijdsklasse

gewicht (g) 0+ 1+ onbekend larven

Warmbeek 2007 Aantal - (vervolg) Gewicht 20000 2008 Aantal 1288 Gewicht 2800 2009 Aantal 3600 Gewicht - Witbeek 2004 Aantal 900 Gewicht - 2006 Aantal 100 89250 Gewicht - - 2007 Aantal - Gewicht 16000 2009 Aantal 1532 Gewicht 13200

Zwarte Beek 2007 Aantal 700

Gewicht -

Zwart Water 2007 Aantal 1000

(20)

20 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.2.3 Kwabaal, Lota lota (Linnaeus, 1758)

In Tabel 3 worden de totale aantallen geherintroduceerde kwabalen weergegeven per waterloop (bron gegevens: bepotingsdatabank ANB). In de Bosbeek en Grote Nete loopt de herintroductiecampagne het langst.

Tabel 3. De totale aantallen eenzomerige en larvale kwabalen die werden geherintroduceerd per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal eenzomerigen Aantal 1+ Aantal larven

(21)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

21

2.2.4 Beekforel, Salmo trutta fario Linnaeus, 1758

In Tabel 4 worden de totale aantallen geherintroduceerde beekforellen weergegeven per waterloop (bron gegevens: bepotingsdatabank ANB). In het kader van de soortherstelprogramma’s werden tot nu toe enkel in de Terkleppebeek beekforellen uitgezet (Dillen & Meulebrouck, 2009).

Tabel 4. De totale aantallen eenzomerige en larvale beekforellen die werden geherintroduceerd per waterloop.

Waterloop Jaar Aantal eenzomerigen Aantal larven

Terkleppebeek 2008 1400

(22)

22 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.3 Materiaal en methode

Beviste waterlopen

In acht verschillende waterlopen werden in totaal 20 trajecten van 500m elektrisch bevist (Coeck, 1996) (Tabel 5).

Tabel 5. Overzicht per provincie van de beviste waterlopen en trajecten ter evaluatie van uitgevoerde herintroducties.

Provincie Bekken Waterloop Traject

Limburg Maas Abeek 1) Reppelmolen

2) Hoogmolen 3) autoweg N73 Bosbeek 1) Neermolen 2) Schanskasteel 3) Wilhelm Tell 4) Volmolen

Antwerpen Nete Grote Nete 1) Meerhout

2) Straalmolen

3) Hoolstmolen

4) monding Hanske Selsloop

Vlaams-Brabant Dijle Laan 1) stroomopw. Schaatbroekstraat

2) molen Terlanen

IJse 1) Margijsbos

2) Beekstraat

Oost-Vlaanderen Zwalm Pauwelsbeek 1) monding

2) Broekestraat

Terkleppebeek 1) Trimpont

(23)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

23

Figuur 1. Ligging van de beviste trajecten in de Abeek (rood).

(24)

24 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Figuur 3. Ligging van de beviste trajecten in de Grote Nete (rood).

(25)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

25

Figuur 5. Ligging van de beviste trajecten in de IJse (rood).

(26)

26 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Figuur 7. Ligging van het beviste traject in de Terkleppebeek (rood).

(27)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

27

Aantallen

Ter evaluatie van de uitgevoerde herintroducties werden de gevangen aantallen kopvoorns, serpelingen, kwabalen en beekforellen per traject vergeleken met de aantallen die verwacht werden op basis van habitatgeschiktheidsmodellen (Dillen et al., 2005a,b; 2006; Van den Neucker et al., 2009). Daarnaast werden ook de lengtefrequentieverdelingen besproken.

Groei

De groei werd onderzocht met het programma FiSAT II. Dit progamma berekent een gemiddelde lengte en standaardafwijking op basis van de lengtefrequentieverdeling. Deze methode kon echter niet altijd toegepast worden, omdat de pieken in de lengtefrequentieverdeling voldoende discreet moeten zijn. Soms ontbraken ook lengte- en/of leeftijdsgegevens van uitgezette vissen, waardoor de groei niet kon worden ingeschat.

Conditie

Voor de doelsoorten die gevangen werden in de verschillende waterlopen werd de conditiefactor (Bagenal, 1978) berekend en vergeleken. De berekening gebeurde aan de hand van de volgende formule:

Conditiefactor (CF) = 100*(W/Lb), waarbij W = gewicht (g), L = lengte (cm) en b = richtingscoëfficiënt.

Zoals werd aangeraden door Froese (2006), werden juveniele vissen (leeftijdsklasse 0+) niet opgenomen in de berekeningen.

(28)

28 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.4 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Abeek

2.4.1 Kopvoorn

Gevangen en verwachte aantallen kopvoorns

In totaal werden 40 kopvoorns gevangen in de Abeek. Het aantal 1+ en oudere kopvoorns ter hoogte van de autoweg N73 benaderde het verwachte aantal het dichtst. In geen enkel traject werden 0+ kopvoorns gevangen (Tabel 6).

Tabel 6. Gevangen aantal en verwacht aantal kopvoorns op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005b) per deeltraject in de Abeek.

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder 9 september 2009 Hoogmolen 0-100m 0 11 0 2 100-200m 0 4 0 2 200-300m 0 3 0 1 300-400m 0 2 1 2 400-500m 0 1 0 2 Totaal Hoogmolen 0 21 1 9 17 september 2009 autoweg N73 0-100m 0 3 2 10 100-200m 0 3 6 11 200-300m 0 5 19 8 300-400m 0 5 1 10 400-500m 0 4 4 9 Totaal autoweg N73 0 20 32 48 17 september 2009 Reppelmolen 0-100m 0 13 4 4 100-200m 0 19 1 7 200-300m 0 17 0 5 300-400m 0 9 0 7 400-500m 0 6 2 6 Totaal Reppelmolen 0 64 7 29 Lengtefrequentieverdeling

(29)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

29 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k opv oo rn s 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k opv oo rn s 2008 2009 Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k opv oo rn s 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k opv oo rn s 2008 2009 Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen

(30)

30 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.4.2 Serpeling

Gevangen en verwachte aantallen serpelingen

In totaal werden 76 serpelingen gevangen in de Abeek. In het traject ter hoogte van de Reppelmolen waren de gevangen aantallen 1+ en oudere serpelingen veel hoger dan verwacht op basis van het HGI-model, terwijl ze in beide andere trajecten onder de verwachtingen bleven. Enkel ter hoogte van de Reppelmolen waren 0+ serpelingen aanwezig, waarvan de aantallen overeen kwamen met de verwachtingen (Tabel 7).

Tabel 7. Gevangen aantal en verwacht aantal serpelingen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2006) per deeltraject in de Abeek.

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder 9 september 2009 Hoogmolen 0-100m 0 5 0 4 100-200m 0 10 0 3 200-300m 0 8 0 2 300-400m 0 6 5 4 400-500m 0 5 0 4 Totaal Hoogmolen 0 34 5 17 17 september 2009 autoweg N73 0-100m 0 3 6 9 100-200m 0 3 4 10 200-300m 0 5 1 8 300-400m 0 5 0 9 400-500m 0 4 0 8 Totaal autoweg N73 0 20 11 44 17 september 2009 Reppelmolen 0-100m 4 5 4 2 100-200m 5 4 8 2 200-300m 0 7 8 2 300-400m 13 6 5 4 400-500m 5 5 6 2 Totaal Reppelmolen 29 27 31 12 Lengtefrequentieverdeling

(31)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

31 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen 2008 2009 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen 2008 2009

(32)

32 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.4.3 Kwabaal

Gevangen en verwachte aantallen kwabalen

In 2009 werden in totaal 32 kwabalen gevangen in de Abeek, iets minder dan in 2008 (Van den Neucker et al., 2009). Stroomopwaarts van de Hoogmolen werden geen kwabalen aangetroffen, ter hoogte van de Reppelmolen lagen de aantallen iets onder de verwachtingen en stroomafwaarts van autoweg N73 werden veel meer kwabalen gevangen dan verwacht op basis van het HGI-model (Tabel 8).

Tabel 8. Gevangen aantal en verwacht aantal kwabalen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005a) per deeltraject in de Abeek.

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal gevangen

1 jaar en ouder Verwacht aantal 1 jaar en ouder 9 september 2009 Hoogmolen 0-100m 0 7 100-200m 0 7 200-300m 0 9 300-400m 0 9 400-500m 0 7 Totaal Hoogmolen 0 39 17 september 2009 autoweg N73 0-100m 1 1 100-200m 5 1 200-300m 2 1 300-400m 4 4 400-500m 5 2 Totaal autoweg N73 17 9 17 september 2009 Reppelmolen 0-100m 3 7 100-200m 3 6 200-300m 4 7 300-400m 1 1 400-500m 4 0 Totaal Reppelmolen 15 21 Lengtefrequentieverdeling

(33)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

33 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kwab al en 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kwab al en 2009 2008 Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kwab al en 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kwab al en 2009 2008 Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen Hoogmolen autoweg N73 Reppelmolen

Figuur 11. Lengtefrequentieverdeling van kwabalen gevangen ter hoogte van de Hoogmolen, autoweg N73 en de Reppelmolen in 2008 en 2009.

2.4.4 Bespreking

Enkel ter hoogte van autoweg N73 werden de verwachte aantallen kopvoorns vrij dicht benaderd. Dit resultaat is iets minder goed dan vorig jaar, want in 2008 kwamen ook de aantallen stroomopwaarts van de Hoogmolen dicht in de buurt van de verwachtingen. Anderzijds werden in 2009 ook ter hoogte van de Reppelmolen kopvoorns gevangen. Net als in 2008 waren twee leeftijdsklassen aanwezig. Dit kan erop wijzen dat er slechts beperkte overleving is van dieren die in 2006 uitgezet werden of dat ze zich stroomafwaarts verplaatst hebben.

De serpelingpopulatie in de Abeek is deels natuurlijk. De uitzetting van serpeling was bedoeld om de natuurlijke populatie aan te vullen en meer te spreiden over de waterloop. Van den Neucker et al. (2009) beschouwden de uitzettingen als een succes, omdat in 2008 grote aantallen gevangen werden. In 2009 werden echter veel minder serpelingen gevangen ter hoogte van de Hoogmolen en de N73. De vaststelling dat er meerdere leeftijdsklassen aanwezig waren in de Abeek kan als een positief signaal beschouwd worden, maar natuurlijke reproductie bleef beperkt tot het traject stroomafwaarts van de Reppelmolen. De herintroductie van kwabaal lijkt aan te slaan in de Abeek. Er werden meerdere leeftijdsklassen aangetroffen. Ter hoogte van de Reppelmolen bleef het aantal kwabalen slechts weinig onder de verwachtingen en stroomafwaarts van de N73 werden veel meer kwabalen aangetroffen dan verwacht. Mogelijk werden de potenties voor kwabaal ter hoogte van de N73 onderschat op basis van het HGI-model. Op het terrein kon namelijk vastgesteld worden dat in dit traject ook in het midden van de waterloop veel structuur aanwezig was. Het zou kunnen dat kwabalen ook daar voldoende schuilplaatsen vinden. De afwezigheid van kwabalen in het traject stroomopwaarts van de Hoogmolen is echter opvallend, omdat hier in 2008 nog meerdere exemplaren werden gevangen (Van den Neucker et al., 2009). Mogelijk verplaatsten ze zich stroomafwaarts. Er werd nog geen natuurlijke reproductie van kwabaal vastgesteld in de Abeek.

(34)

34 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

werden 76 kopvoorns, 248 serpelingen en 38 kwabalen gevangen (mededeling Thierry Gaethofs en Freddy Janssens).

2.4.5 Aanbevelingen

Uit de evaluaties van Dillen et al. (2005b) en Van den Neucker et al. (2009) blijkt dat er weldegelijk voldoende geschikt habitat aanwezig is voor kopvoorn en serpeling. Daarom wordt aanbevolen om de herintroductiecampagnes vol te houden, ondanks de lichte terugval van het aantal kopvoorns en de sterke afname van 1+ en oudere serpelingen. De vaststelling dat serpeling enkel in het traject stroomafwaarts van de Reppelmolen tot voortplanting kwam, vormt een motivatie om de uitzettingen ter hoogte van de Hoogmolen en de N73 uit te voeren. Er is ook nog ruimte voor bijkomende uitzettingen van kwabaal, want de verwachte aantallen werden nog niet bereikt ter hoogte van de Hoogmolen en de Reppelmolen. Bij een volgende herintroductieronde kan ervoor gekozen worden om de meeste kwabalen stroomopwaarts van de Hoogmolen uit te zetten, zodat de stroomafwaarts gelegen trajecten aangevuld worden met dieren die afspoelen.

(35)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

35

2.5 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de

Bosbeek

2.5.1 Kopvoorn

Gevangen en verwachte aantallen kopvoorns

Enkel ter hoogte van de Neermolen werden kopvoorns gevangen. Het aantal 1+ en oudere kopvoorns bleef er onder de verwachtingen, maar het aantal 0+ exemplaren was drie keer groter dan verwacht. Nochtans werden op basis van het HGI-model ook vrij hoge aantallen verwacht in de trajecten ter hoogte van het Schanskasteel en de Volmolen (Tabel 9).

Tabel 9. Gevangen aantal en verwacht aantal kopvoorns op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005b) per deeltraject in de Bosbeek (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder 10 november 2009 Neermolen 0-100m 15 0 7 2 100-200m 1 6 1 4 200-300m 2 0 2 8 300-400m 0 0 0 16 400-500m 0 0 0 4 Totaal Neermolen 18 6 10 34 2 september 2009 Schanskasteel 0-100m 0 7 0 11 100-200m 0 1 0 18 200-300m 0 13 0 4 300-400m 0 14 0 3 400-500m 0 10 0 6 Totaal Schanskasteel 0 45 0 42

1 september 2009 Wilhelm Tell 100-200m 0 0 0 0

200-300m 0 2 0 0

300-400m 0 0 0 2

400-500m 0 0 0 2

Totaal Wilhelm Tell 0 2 0 6

(36)

36 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Lengtefrequentieverdeling

Uit de lengtefrequentieverdeling kan afgeleid worden dat de kopvoorns wellicht tot de 0+ en 1+ leeftijdsklassen behoorden (Figuur 12).

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 10 5 12 5 14 5 16 5 18 5 20 5 22 5 24 5 26 5 28 5 30 5 32 5 34 5 36 5 38 5 40 5 42 5 44 5 46 5 48 5 50 5 52 5 54 5 Lengte (mm) A a n tal ko p v o o rn s

Neermolen

Schanskasteel

Volmolen

Wilhelm Tell

2009

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 10 5 12 5 14 5 16 5 18 5 20 5 22 5 24 5 26 5 28 5 30 5 32 5 34 5 36 5 38 5 40 5 42 5 44 5 46 5 48 5 50 5 52 5 54 5 Lengte (mm) A a n tal ko p v o o rn s

Neermolen

Schanskasteel

Volmolen

Wilhelm Tell

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 10 5 12 5 14 5 16 5 18 5 20 5 22 5 24 5 26 5 28 5 30 5 32 5 34 5 36 5 38 5 40 5 42 5 44 5 46 5 48 5 50 5 52 5 54 5 Lengte (mm) A a n tal ko p v o o rn s

Neermolen

Schanskasteel

Volmolen

Wilhelm Tell

Neermolen

Schanskasteel

Volmolen

Wilhelm Tell

2009

(37)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

37

2.5.2 Serpeling

Gevangen en verwachte aantallen serpelingen

In totaal werden 151 serpelingen gevangen in de Bosbeek. Veruit de meeste exemplaren werden gevangen ter hoogte van de Volmolen, meer dan het dubbele van wat verwacht werd op basis van het HGI-model. Ter hoogte van Schanskasteel en stroomafwaarts van de Neermolen werden minder serpelingen gevangen dan verwacht. Enkel ter hoogte van Wilhelm Tell werden geen serpelingen gevangen (Tabel 10).

Tabel 10. Gevangen aantal en verwacht aantal serpelingen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2006) per deeltraject in de Bosbeek (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder 10 november 2009 Neermolen 0-100m 4 6 26 1 100-200m 1 9 2 5 200-300m 1 5 0 13 300-400m 0 2 0 24 400-500m 3 3 0 3 Totaal Neermolen 9 25 28 46 2 september 2009 Schanskasteel 0-100m 0 3 0 5 100-200m 0 1 0 9 200-300m 0 7 1 2 300-400m 0 7 0 1 400-500m 0 5 10 3 Totaal Schanskasteel 0 23 11 20

1 september 2009 Wilhelm Tell 100-200m 0 3 0 0

200-300m 0 4 0 0

300-400m 0 4 0 1

400-500m 0 2 0 0

Totaal Wilhelm Tell 0 15 0 1

(38)

38 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Lengtefrequentieverdeling

Op basis van de studie van Sprengers (1992) kan gesteld worden dat er minstens vier leeftijdsklassen vertegenwoordigd waren. De jongste exemplaren waren minder dan 1 jaar oud op het moment van de evaluatiebevissing (Figuur 13).

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) Aa n tal se rp e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a nt a l s e rp e li nge n 2008 2009 Neermolen Schanskasteel Volmolen Wilhelm Tell 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) Aa n tal se rp e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a nt a l s e rp e li nge n 2008 2009 Neermolen Schanskasteel Volmolen Wilhelm Tell Neermolen Schanskasteel Volmolen Wilhelm Tell

(39)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

39

2.5.3 Kwabaal

Gevangen en verwachte aantallen kwabalen

In totaal werden 64 kwabalen gevangen in de Bosbeek. Deze waren afkomstig van drie van de vier bemonsterde locaties. Enkel ter hoogte van Wilhelm Tell werden geen kwabalen gevangen. De aantallen ter hoogte van Schanskasteel en de Volmolen waren iets kleiner en die stroomafwaarts van de Neermolen groter dan verwacht op basis van het HGI-model (Tabel 11).

Tabel 11. Gevangen aantal en verwacht aantal kwabalen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005a) per deeltraject in de Bosbeek (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal gevangen

1 jaar en ouder Verwacht aantal 1 jaar en ouder 10 november 2009 Neermolen 0-100m 4 0 100-200m 2 0 200-300m 1 0 300-400m 0 0 400-500m 0 0 Totaal Neermolen 7 0 2 september 2009 Schanskasteel 0-100m 7 10 100-200m 5 8 200-300m 4 6 300-400m 6 7 400-500m 4 4 Totaal Schanskasteel 26 35

1 september 2009 Wilhelm Tell 100-200m 0 0

200-300m 0 0

300-400m 0 1

400-500m 0 1

Totaal Wilhelm Tell 0 3

3 september 2009 Volmolen 0-100m 10 3 100-200m 6 10 200-300m 6 7 300-400m 5 11 400-500m 4 4 Totaal Volmolen 31 35 Lengtefrequentieverdeling

(40)

40 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal k w ab al en 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kw ab al en Neermolen Schanskasteel Volmolen Wilhelm Tell 2008 2009 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal k w ab al en 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kw ab al en Neermolen Schanskasteel Volmolen Wilhelm Tell Neermolen Schanskasteel Volmolen Wilhelm Tell 2008 2009

Figuur 14. Lengtefrequentieverdeling van kwabalen gevangen ter hoogte van de Neermolen, Schanskasteel, Wilhelm Tell en de Volmolen in 2008 en 2009.

2.5.4 Bespreking

Enkel ter hoogte van de Neermolen werden kopvoorns gevangen. De dieren zijn met zekerheid afkomstig van de uitzettingen in 2008 en 2009, omdat er nog geen natuurlijke reproductie plaatsvindt in de Bosbeek. Er zijn namelijk nog geen kopvoorns aanwezig die een leeftijd bereikt hebben waarop ze zich kunnen voortplanten. In de drie andere beviste trajecten werden, net als in 2008, geen kopvoorns aangetroffen. Aangezien er op basis van het HGI-model vrij grote aantallen verwacht werden, moet de oorzaak wellicht gezocht worden in de beperkte herintroductie-inspanning. Sinds 2007 worden jaarlijks slechts kleine hoeveelheden kopvoorns uitgezet (Tabel 1).

De herintroductie van serpeling in de Bosbeek slaat zeker aan, aangezien er meerdere leeftijdsklassen aanwezig waren. Het 0+ exemplaar gevangen ter hoogte van de Volmolen is meer dan waarschijnlijk afkomstig van natuurlijke reproductie. Voor de juveniele exemplaren ter hoogte van de Neermolen is dit echter twijfelachtig, aangezien er op 1 oktober 2009 uitzettingen hadden plaatsgevonden (Tabel 2), iets meer dan een maand voor de evaluatiebevissing. De grote aantallen 1+ en oudere serpelingen in het traject stroomafwaarts van de Volmolen kunnen verklaard worden door het afspoelen van exemplaren die verder stroomopwaarts zijn uitgezet. Deze vangstresultaten zijn vergelijkbaar met die van 2008, hoewel de serpelingen dan nog talrijker waren ter hoogte van de Volmolen (Van den Neucker et al., 2009).

(41)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

41

2.5.5 Aanbevelingen

Omdat sinds 2007 jaarlijks slechts kleine aantallen kopvoorns werden uitgezet, kan een vierde herintroductieronde overwogen worden.

(42)

42 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.6 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Grote

Nete

2.6.1 Kopvoorn

Gevangen en verwachte aantallen kopvoorns

In totaal werden 50 kopvoorns gevangen in de Grote Nete. Ter hoogte van Hanske Sels werden geen kopvoorns gevangen en ter hoogte van de Straalmolen was het aantal veel kleiner dan verwacht (Tabel 12).

Tabel 12. Gevangen aantal en verwacht aantal kopvoorns op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005b) per deeltraject in de Grote Nete (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder

31 augustus 2009 Hanske Sels 0-100m 0 9 0 2

100-200m 0 8 0 1

200-300m 0 9 0 0

300-400m 0 14 0 3

400-500m 0 14 0 4

Totaal Hanske Sels 0 54 0 10

(43)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

43

Lengtefrequentieverdeling

Er waren meerdere leeftijdsklassen vertegenwoordigd. Enkel ter hoogte van Hanske Sels werden kopvoorns behorende tot de 0+ leeftijdsklasse gevangen (Figuur 15).

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 2008 2009 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 2008 2009

(44)

44 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.6.2 Serpeling

Gevangen en verwachte aantallen serpelingen

In totaal werden 48 serpelingen gevangen in de Grote Nete. In elk traject werden serpelingen aangetroffen, maar de aantallen waren meestal kleiner dan verwacht op basis van het HGI-model. Het aantal 1+ en oudere serpelingen ter hoogte van de Hoolstmolen overtrof de verwachtingen (Tabel 13).

Tabel 13. Gevangen aantal en verwacht aantal serpelingen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2006) per deeltraject in de Grote Nete (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder

31 augustus 2009 Hanske Sels 0-100m 0 5 0 2

100-200m 0 4 0 0

200-300m 0 6 1 1

300-400m 0 1 1 6

400-500m 0 4 0 4

Totaal Hanske Sels 0 20 2 13

(45)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

45

Lengtefrequentieverdeling

Op basis van de studie van Sprengers (1992) kan gesteld worden dat er minstens vier en mogelijk vijf leeftijdsklassen aanwezig waren. De jongste exemplaren behoorden tot de 0+ leeftijdsklasse op het moment van bemonstering (Figuur 16).

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p el in g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p el in g e n Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 2008 2009 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p el in g e n Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p el in g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p e li n g e n 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 105 115 125 135 145 155 165 175 185 195 205 215 225 235 245 Lengte (mm) A a n tal ser p el in g e n Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 2008 2009

(46)

46 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.6.3 Kwabaal

Gevangen en verwachte aantallen kwabalen

In totaal werden 17 kwabalen gevangen in de Grote Nete. Enkel ter hoogte van de monding van Hanske Sels werden geen kwabalen aangetroffen, maar in de andere trajecten waren de aantallen veel kleiner dan verwacht op basis van het HGI-model (Tabel 14).

Tabel 14. Gevangen aantal en verwacht aantal kwabalen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005a) per deeltraject in de Grote Nete.

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal gevangen

1 jaar en ouder

Verwacht aantal 1 jaar en ouder

31 augustus 2009 Hanske Sels 0-100m 0 3

100-200m 0 3

200-300m 0 3

300-400m 0 3

400-500m 0 3

Totaal Hanske Sels 0 15

25 augustus 2009 Hoolstmolen 0-100m 3 1 100-200m 3 1 200-300m 0 0 300-400m 0 0 400-500m 0 0 Totaal Hoolstmolen 6 2 24 augustus 2009 Straalmolen 0-100m 0 4 100-200m 0 2 200-300m 0 1 300-400m 0 3 400-500m 2 0 Totaal Straalmolen 2 10 24 augustus 2009 Meerhout 0-100m 2 0 100-200m 3 0 200-300m 0 0 300-400m 2 0 400-500m 2 0 Totaal Meerhout 9 0 Lengtefrequentieverdeling

(47)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

47 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kw ab a len 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kw ab a len Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 2008 2009 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kw ab a len 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a n tal kw ab a len Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen Hanske Sels Hoolstmolen Meerhout Straalmolen 2008 2009

Figuur 17. Lengtefrequentieverdeling van kwabalen gevangen ter hoogte van Hanske Sels, de Hoolstmolen, de Straalmolen en Meerhout in 2008 en 2009.

2.6.4 Bespreking

Kopvoorns waren schaars ter hoogte van de Hoolstmolen en de Straalmolen en afwezig ter hoogte van de monding van Hanske Sels. Volgens Dillen et al. (2005b) zijn de trajecten ter hoogte van Hanske Sels en de Straalmolen slechts matig geschikt voor kopvoorn, maar dit kan het kleine aantal of de afwezigheid in deze trajecten niet helemaal verklaren. Net als in 2008, werd er natuurlijke reproductie vastgesteld in de Grote Nete. De vangst van 0+ kopvoorns bleef echter beperkt tot Meerhout. In 2008 werden ook ter hoogte van de monding van Hanske Sels en de Hoolstmolen kopvoorns behorende tot de 0+ leeftijdsklasse gevangen (Van den Neucker et al., 2009).

In de Grote Nete werden nooit serpelingen uitgezet. Het betreft dus een natuurlijke populatie. Het is niet duidelijk waarom de gevangen aantallen meestal lager waren dan verwacht. Wel werden meer dan dubbel zoveel serpelingen gevangen als in 2008. Door de vangst van meerdere leeftijdsklassen en de vaststelling dat er nog steeds natuurlijke reproductie plaatsvindt, wordt bevestigd dat er een duurzame serpelingpopulatie aanwezig is.

(48)

48 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

2.6.5 Aanbevelingen

Mogelijk kunnen aanpassingen die reeds voorgesteld werden door Dillen et al. (2005b) het habitat verbeteren voor kopvoorn. Het ging hierbij om het inbrengen van dood hout, kansen geven aan oevervegatatie om zich te ontwikkelen en het vermijden van kruidruimingen. Vervolgens kan het effect van habitatherstel op de natuurlijke reproductie worden nagegaan. Gezien de lage aantallen serpelingen, valt het aan te bevelen om de populatie nauwgezet op te volgen. Eventueel moet bekeken worden hoe het habitat verbeterd kan worden, want volgens de berekeningen op basis van het HGI-model is het habitat in de beviste trajecten vaak niet tot matig geschikt voor serpeling. Nochtans is de populatie de voorbije drie decennia niet achteruit gegaan (Verheyen et al., 1984; Vergote, 2000). Omdat de populatie geheel natuurlijk is, wordt de uitzetting van serpelingen ten zeerste afgeraden.

(49)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

49

2.7 Evaluatie van de uitgevoerde herintroducties in de Laan

2.7.1 Kopvoorn

Gevangen en verwachte aantallen kopvoorns

In totaal werden 3 kopvoorns gevangen in de Laan, veel minder dan verwacht op basis van het HGI-model. In het traject stroomopwaarts van de Schaatbroekstraat werden helemaal geen kopvoorns gevangen (Tabel 15).

Tabel 15. Gevangen aantal en verwacht aantal kopvoorns op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2005b) per deeltraject in de Laan (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder

15 september 2009 stroomopw. Schaatbroekstr. 0-100m 0 n.b. 0 n.b.

100-200m 0 n.b. 0 n.b.

200-300m 0 n.b. 0 n.b.

300-400m 0 n.b. 0 n.b.

400-500m 0 n.b. 0 n.b.

Totaal Schaatbroekstraat 0 n.b. 0 n.b.

16 september 2009 molen Terlanen 0-100m 0 2 0 37

100-200m 0 10 1 26

200-300m 0 2 0 46

300-400m 0 1 2 38

400-500m 0 4 0 21

Totaal molen Terlanen 0 19 3 168

Lengtefrequentieverdeling

(50)

50 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor ns 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s Schaatbroekstraat molen Terlanen 2008 2009 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor ns 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 5 25 45 65 85 105 125 145 165 185 205 225 245 265 285 305 325 345 365 385 405 425 445 465 485 505 525 545 Lengte (mm) A a nt a l k o pv oor n s Schaatbroekstraat molen Terlanen Schaatbroekstraat molen Terlanen 2008 2009

(51)

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

51

2.7.2 Serpeling

Gevangen en verwachte aantallen serpelingen

In totaal werden 7 serpelingen gevangen in de Laan. Deze werden allemaal gevangen in het traject stroomafwaarts van de molen van Terlanen (Tabel 16).

Tabel 16. Gevangen aantal en verwacht aantal serpelingen op basis van het HGI-model (Dillen et al., 2006) per deeltraject in de Laan (n.b. = niet beschikbaar).

Datum bemonstering

Locatie Deeltraject Aantal

gevangen 0+ Verwacht aantal 0+ Aantal gevangen 1+ en ouder Verwacht aantal 1+ en ouder

15 september 2009 stroomopw. Schaatbroekstr. 0-100m 0 n.b. 0 n.b.

100-200m 0 n.b. 0 n.b.

200-300m 0 n.b. 0 n.b.

300-400m 0 n.b. 0 n.b.

400-500m 0 n.b. 0 n.b.

Totaal Schaatbroekstraat 0 n.b. 0 n.b.

16 september 2009 molen Terlanen 0-100m 0 3 4 16

100-200m 0 3 3 15

200-300m 0 2 0 19

300-400m 0 2 0 21

400-500m 0 3 0 8

Totaal molen Terlanen 0 13 7 79

Lengtefrequentieverdeling

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Udo) Smit te benoemen tot burgercommissielid (commissielid zijnde niet- raadslid) namens de VVD fractie. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24

De onderzochte trajecten in de Pauwelsbeek zijn niet geschikt voor kwabaal (Tabel 80). De verwachte aantallen subadulte en adulte kwabalen voor de geëvalueerde deeltrajecten in

Ter evaluatie van de uitgevoerde herintroducties werden de gevangen aantallen kopvoorns, serpelingen, kwabalen en beekforellen per traject vergeleken met de aantallen die verwacht

Dit is Petrus Aprianus’ weergave van de Aristotelische kosmos uit 1525. Beschrijf aan de hand van dit diagram het Aristotelische wereldbeeld... Opgave 4. Dit is een afbeelding van

Met een ter post aangetekende zending van 16 juni 2017 wordt verzoekende partij uitgenodigd voor een hoorzitting betreffende een verlenging van de preventieve schorsing..

Ondanks de genetische verwantschap, volgens de structuuranalyse, van de stalen uit Groep 1b met de stalen uit Groep 1a, worden deze toch niet toegewezen aan de Poolse

Aangezien de herintroductie succesvol is en het gevangen aantal 1+ en oudere kopvoorns groter is dan verwacht, wordt bevestigd dat er voldoende geschikt habitat aanwezig is, dat

Er worden ook acties ondernomen voor soorten waar geen soortbeschermingsplannen voor werden opge- steld. Met betrekking tot de herstelprogramma’s voor kwabaal, serpeling en