• No results found

5.6.1 Kopvoorn

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in de Grote Nete is geschikt voor kopvoorn. De bovengrens van de CI werd nooit overschreden (Tabel 58).

Tabel 58. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaardeaantal keer

overschreden

Hoevendijk 5 3,8 0,6 0

afw. Hoolstmolen 5 4,0 0,4 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere kopvoorns

In beide onderzochte trajecten is het habitat matig tot goed geschikt voor 0+ kopvoorns. Het traject ter hoogte van Meerhout blijkt matig geschikt voor 1+ en oudere kopvoorns. Ter hoogte van de Hoolstmolen zijn er naast drie matig geschikte deeltrajecten ook twee ongeschikte deeltrajecten voor 1+ en oudere kopvoorns (Tabel 59).

Tabel 59. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere kopvoorns voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Grote Nete. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+ kopvoorns Verwacht aantal 1+ en oudere

kopvoorns Hoolstmolen 50-100m 3 4 150-200m 4 2 250-300m 7 1 350-400m 6 0 450-500m 3 0 Meerhout 50-100m 1 5 150-200m 2 1 250-300m 3 3 350-400m 3 2 450-500m 9 2

104 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

Paaihabitat

Enkel in de onmiddellijke omgeving van Meerhout werd een extra riffle gevonden, naast de twee geschikte riffles gerapporteerd door Dillen et al. (2005b). Deze blijkt echter slechts matig geschikt als paaiplaats voor kopvoorn (Tabel 60).

Tabel 60. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Grote Nete. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

Meerhout 11 6 30,6 17,3 27,5 17,2 steen

5.6.2 Serpeling

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in de Grote Nete is geschikt voor serpeling. De ondergrens van de procentuele zuurstofverzadiging werd nooit overschreden (Tabel 61).

Tabel 61. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de procentuele zuurstofverzadiging (% O2). De minimale waarde, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de % O2 worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (% O2 < 65%) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt min % O2 gemiddeld % O2 stdev % O2 grenswaardeaantal keer

overschreden

Hoevendijk 68,9 87,4 8,4 0

afw. Hoolstmolen 67,1 83,3 7,0 0

Habitatgeschiktheid voor 0+ en voor 1+ en oudere serpelingen

In beide onderzochte trajecten is het habitat matig tot goed geschikt voor 0+ serpelingen. Het traject ter hoogte van Meerhout is matig geschikt voor 1+ en oudere serpelingen. Ter hoogte van de Hoolstmolen zijn er naast drie matig geschikte deeltrajecten ook twee ongeschikte deeltrajecten voor 1+ en oudere serpelingen (Tabel 62).

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

105

Tabel 62. De verwachte aantallen 0+ en 1+ en oudere serpelingen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Grote Nete. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 0+

serpelingen Verwacht aantal 1+ en oudere serpelingen

Hoolstmolen 0-100m 8 5 100-200m 4 2 200-300m 4 2 300-400m 3 0 400-500m 2 0 Meerhout 0-100m 6 4 100-200m 4 1 200-300m 6 3 300-400m 7 3 400-500m 5 5 Paaihabitat

Enkel in de onmiddellijke omgeving van Meerhout werd een riffle gevonden, naast de twee geschikte riffles gerapporteerd door Dillen et al. (2005b) (serpeling en kopvoorn stellen gelijke eisen aan het paaihabitat). Deze blijkt echter slechts matig geschikt als paaiplaats voor serpeling (Tabel 63).

Tabel 63. Lengte, breedte, stroomsnelheid, diepte en substraattype van de aangetroffen paaiplaatsen in het geëvalueerde traject in de Grote Nete. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie lengte breedte stroomsnelh. (cm/s) diepte (cm) substraat

(m) (m) gem. stdev gem. stdev

106 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

5.6.3 Kwabaal

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in de Grote Nete is geschikt voor kwabaal. De bovengrens van de CI werd nooit overschreden (Tabel 64).

Tabel 64. Beoordeling van de waterkwaliteit aan de hand van de Chemische Index (CI). De maximale waarde, het gemiddelde en de standaardafwijking van de CI worden weergegeven, evenals het aantal keer dat de grenswaarde (CI>7) werd overschreden. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt – rood = ongeschikt.

Meetpunt max CI gemiddelde CI stdev CI grenswaardeaantal keer

overschreden

Hoevendijk 5 3,8 0,6 0

afw. Hoolstmolen 5 4,0 0,4 0

Habitatgeschiktheid voor 1+ en oudere kwabalen

Het traject ter hoogte van Meerhout is ongeschikt voor kwabaal. Stroomafwaarts van de Hoolstmolen zijn naast drie ongeschikte deeltrajecten ook twee matig geschikte deeltrajecten aanwezig. De verwachte aantallen zijn echter minimaal (Tabel 65).

Tabel 65. De verwachte aantallen subadulte en adulte kwabalen voor de geëvalueerde deeltrajecten in de Grote Nete. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Locatie Deeltraject Verwacht aantal 1+ en oudere

kwabalen Hoolstmolen 0-100m 1 100-200m 1 200-300m 0 300-400m 0 400-500m 0 Meerhout 0-100m 0 100-200m 0 200-300m 0 300-400m 0 400-500m 0

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

107

Habitatgeschiktheid voor 0+ kwabalen

De helft van de onderzochte trajecten in de Asbeek blijkt goed geschikt als paai- en opgroeihabitat voor kwabaal. De Zeeploop is echter overwegend ongeschikt (Tabel 66).

Tabel 66. De verwachte aantallen 0+ kwabalen per traject van 10m in de geëvalueerde zijbeek van de Grote Nete. Beoordeling via kleurcode: groen = geschikt - oranje = matig - rood = ongeschikt.

Zijbeek Traject Verwacht aantal 0+

Asbeek 1 12 2 11 3 7 4 13 5 7 6 10 7 12 8 3 9 6 10 6 Zeeploop 1 1 2 0 3 12 4 5 5 8 6 0 7 0 8 0 9 0 10 0

5.6.4 Bespreking

De waterkwaliteit in de Grote Nete is geschikt voor alle doelsoorten.

In beide trajecten is het habitat matig tot goed geschikt voor 0+ kopvoorns. In de matig geschikte deeltrajecten ligt de waterdiepte langs de oevers niet binnen het optimale bereik. Ook het ontbreken van debris is niet optimaal. Voor 1+ en oudere kopvoorns is het habitat ongeschikt of matig geschikt ter hoogte van de Hoostmolen en overal matig geschikt ter hoogte van Meerhout (Figuur 48). Het water langs de oevers stroomafwaarts van de Hoolstmolen is vaak te ondiep en centraal net iets te diep, terwijl de waterdiepte ter hoogte van Meerhout meestal iets te gering is. Verder is de lage stroomsnelheid en het ontbreken van debris in beide trajecten niet optimaal voor deze leeftijdsklasse. In de twee ongeschikte deeltrajecten in het traject Hoolstmolen waren bovendien helemaal geen holle oevers aanwezig.

Beide trajecten zijn matig tot goed geschikt voor 0+ serpelingen. In de matig geschikte trajecten wijken de waterdiepte en stroomsnelheid iets vaker af van de optimale waarden. Inhangende kruidachtige vegetatie is doorgaans te schaars in beide trajecten. Voor 1+ en oudere serpelingen is de waterdiepte vaak iets te groot en de stroomsnelheid te gering in het

108 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

traject Hoolstmolen. Ter hoogte van Meerhout is het water dan weer vaak net iets te ondiep en ook hier ligt de stroomsnelheid te laag.

De riffle in het traject ter hoogte van Meerhout is slechts matig geschikt als paaiplaats voor kopvoorn en serpeling, omdat de stroomsnelheid iets te laag ligt.

In beide trajecten zijn te weinig holle oevers aanwezig voor 1+ en oudere kwabalen. Dillen

et al. (2005a) vonden het traject ter hoogte van Meerhout nog overwegend goed geschikt

voor adulte kwabalen op basis van habitatopmetingen uit 2004. Het aantal holle oevers is er intussen dus afgenomen.

In de Asbeek bevindt zich voldoende geschikt paai- en opgroeihabitat voor kwabaal. De Zeeploop werd echter overwegend ongeschikt bevonden. Dillen et al. (2005a) kwamen al tot dezelfde vaststelling. In de meest stroomopwaartse delen van de Zeeploop staat te weinig water en zijn waterplanten schaars, terwijl in de stroomafwaartse delen vaak te weinig overhangende cover aanwezig is.

5.6.5 Aanbevelingen

Het uitzetten van kopvoorn en serpeling in de Grote Nete valt af te raden. Voor kopvoorn is de herintroductie namelijk al geslaagd. Er is een zichzelf instandhoudende populatie aanwezig in de Grote Nete. De serpelingpopulatie in de Grote Nete is geheel natuurlijk, zodat ook voor deze soort geen uitzettingen nodig zijn. Het habitat in de onderzochte trajecten is voor verbetering vatbaar. De habitatgeschiktheid is overwegend matig voor 1+ en oudere serpelingen en kopvoorns en ongeschikt voor 1+ en oudere kwabalen. Het gebrek aan holle oevers maakt de onderzochte trajecten in de hoofdloop grotendeels ongeschikt voor kwabaal en is ook nadelig voor 1+ en oudere kopvoorns. Het aantal holle oevers kan mogelijk vergroot worden door de inbreng van groot dood hout, zodat door afbuiging van de waterstroom vanzelf oevers onderspoeld worden. Door de verhoging van de stroomdiversiteit die op deze manier verkregen wordt, kan de habitatgeschiktheid mogelijk ook voor 1+ serpelingen toenemen. Er moet wel op gelet worden dat dergelijke ingrepen de habitatgeschiktheid voor 0+ serpelingen en kopvoorns niet doen verminderen. Het valt daarom aan te bevelen om de hoofdloop knelpuntenvrij te maken, zodat alle leeftijdsklassen van de verschillende doelsoorten geschikt habitat kunnen bereiken. Er kan worden nagegaan of de riffle op de stroomopwaartse grens van het traject in Meerhout beter geschikt gemaakt kan worden. Mogelijk kan de waterdiepte er iets toenemen door net stroomopwaarts ervan een vernauwing aan te brengen. Zoals ook al vastgesteld door Dillen et al. (2005a), is er in de Asbeek geschikt paai- en opgroeihabitat aanwezig voor kwabaal. Het is van belang dat deze zijbeek toegankelijk gemaakt wordt voor de hele geherintroduceerde kwabaalpopulatie door het verwijderen van barrières in de hoofdloop. De stroomopwaartse delen van de Zeeploop kunnen wellicht niet beter geschikt gemaakt worden als paai- en opgroeihabitat voor kwabaal. Ze zijn weinig watervoerend en liggen bovendien grotendeels in bebost gebied, waar waterplanten geen kans hebben (Figuur 49). De stroomafwaarts gelegen delen kunnen mogelijk beter geschikt gemaakt worden door het maaien van de oevers te beperken of te vermijden. Kruidruimingen moeten er zoveel mogelijk achterwege gelaten worden.

www.inbo.be Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

109

Figuur 48. Het geëvalueerde traject in de Grote Nete ter hoogte van Meerhout (22 juni 2010).

110 Wetenschappelijke ondersteuning herstelprogramma’s kopvoorn, serpeling, kwabaal en beekforel in 2009.

www.inbo.be

5.7 Evaluatie van de habitatgeschiktheid in de