• No results found

Europeanen en met dezen gelijkgestel- gelijkgestel-den in Nederlandsch-Indië

In document MR. J. SIBENIUS TRIP, (pagina 188-194)

Ordonnan-cie dd. 7 Junij 1868, staatsblad no. 81.

Art. 1. Het lager onderwijs wordt onderscheiden in ge-woon en meer uitgebreid onderwijs.

Het gewoon lager onderwijs omvat liet onderwijs in:

a. het lezen, h. het schrijven, c. het rekenen, d. de be-ginselen der vormleer, e. die der Nederlandsche taal, f. die der aardrijkskunde, g. die der geschiedenis, h. die der kennis van de natuur, i. het zingen.

Tot het meer uitgebreid lager onderwijs wordt gerekend het onderwijs in :

Tc. de beginselen der kennis van de levende talen, l. die der wiskunde, m. die der landbouwkunde, n. de gymnastiek, o. het teekenen, p. de handwerken voor meisjes.

Art. 4. Het schoolonderwijs wordt gegeven door hoofd-en hulp-onderwijzers, hoofd- en hulp-onderwijzeressen en kweeke-lingen, zoo mannelijke als vrouwelijke.

Kweekelingen zijn zij, die, den ouderdom nog niet bereikt hebbende, waarop zij tot het examen als hulp-onderwijzer of hulp-onderwijzeres kunnen worden toegelaten, bij het school-onderwijs behulpzaam kunnen zijn.

Dien ouderdom bereikt hebbende, mogen zij als kweeke-lingen werkzaam blijven gedurende den tijd, die nog ver-loopen moet, alvorens zij tot het examen in de vorige alinea bedoeld, kunnen worden toegelaten.

Indien kweekelingen het examen, vermeld in het 2de en 3de lid, met ongunstig gevolg hebben afgelegd, of om redenen, ter beoordeeling van de plaatselijke schoolkommissie, verhin-derd zijn geweest examen af te leggen, kunnen zij nog ge-durende twee jaren als kweekelingen werkzaam blijven.

Art. 5. Niemand mag lager onderwijs geven, die niet in

het bezit is der bij dit reglement gevorderde bewijzen van bekwaamheid en zedelijkheid.

waadde b e W i J Z e n' " ^ ^ wettig afgegeven, zijn van Art 6 Het voorgaand artikel is niet toepasselijk op-a. de kweekeliugen, voor zooveel betreft het onderwijs in de school, waarin zij werkzaam zijn;

à- hen die uitsluitend aan de 'kinderen van één gezin

«ger onderwijs geven;

o. hen, die van het geven van lager onderwijs geen beroep makende en z!Ch zonder geldelijke belooning daartoe bereid verklarende, van de plaatselijke schoolkommissie vergunning hebben verkregen tot het geven van zoodanig onderwijs;

d. de kandidaten en doktoren in de letteren en in de wis-en natuurkunde, voor zoo veel zij door hunne akademische graden bevoegd zijn onderwijs te geven in een of eenige der vakken, vermeld in art. 1.

Art. 7 Die lager onderwijs geeft zonder daartoe bevoe-d e zyn, of m strijd met het Ie lid van art. 27 van dit r e l lement wordt voor de eerste maal gestraft met eene boete van mjf-en-tnutig tot honderd gulden, voor de tweede Z Z T" f' V a n h0ndml § U l d e D e n g—genisstraf van achtdagen, te zamen of afzonderlijk, en vervolgens tel-kens met gevangenisstraf van één tot drie maanden, (>)

Op hem, die buiten de grenzen zijner bevoegdheid lager onderwys geeft, is de helft dezer straffen van toepassing niervan zijn uitgezonderd : < S '

* De hulponderwijzers, tijdelijk aan het hoofd eener school 12 eel 'aam i t S d e Z e t i j d d i j k e W a a r n e m i n? n i e t lang<* dure '

b. De onderwijzers bedoeld bij art. 16.

d / , ! * ' 8' „B- fa I V e i n d e g e V a l l e n' h i e r n a < ™ ^ vervalt de bevoegdheid tot het geven van onderwijs voor hem, die

^ e m d r o n n i s is veroordeeld tot tuchthuisstraf, dan wel tot d e l ' U e - S t 0 V e r t r e d l n g aIleeQ b e h 0 0 r t t 0 t d e * » * — va.

gevangenisstraf wegens diefstal, opligting, meineed, misbruik van vertrouwen of aantasting der zeden.

Die ter zake van eenig ander misdrijf tot gevangenisstraf is veroordeeld, kan door den Gouverneur-Generaal, op voor-dragt van den Direkteur, belast met de zaken van het on-derwijs, worden verklaard zijne bevoegdheid tot het geven van onderwijs te hebben verloren.

Art. 9. Die de bevoegdheid tot het geven van lager on-derwijs volgens het voorafgaand artikel verloren heeft, kan haar niet terugkrijgen; alleen in de gevallen, bedoeld bij de artikelen 18 en 25 kan zij door den Gouverneur-Generaal worden teruggegeven.

Art. 11. De bepalingen van dit reglement omtrent de onderwijzers zijn insgelijks op de onderwijzeressen van toe-passing, voor zoo verre het voor deze geene uitzondering

behelst.

Art. 12. Dit reglement is niet toepasselijk:

a. op hen, die uitsluitend onderwijs geven in één der vakken, vermeld onder i, n, o en p van artikel 1 en op de

daarvoor bestemde scholen;

l. op militaire onderwijzers, ten aanzien van onderwijs door hen gegeven aan militairen.

Van het openlaat onderwijs.

Art. 16. Bij ontstentenis van een geschikt persoon, in het bezit van eene akte van bekwaamheid als hoofd-onder-wijzer, kan een hulp-onderwijzer aan het hoofd van eene school worden geplaatst.

Art. 18. Hoofd- en hulp-onderwijzers, die uit 's Lands dienst ontslagen worden ter zake van een ergelijk levensgedrag, of het verspreiden van leeringen, strijdig met de goede zeden, of aansporende tot ongehoorzaamheid aan de wetten des Lands, kunnen op voordragt van den Direkteur, belast met de zaken van het onderwijs, door den Gouverneur-Generaal worden verklaard hunne bevoegdheid tot het geven van onderwijs te hebben verloren.

Van het bijzonder onderwijs.

Art. 24. Tot het geven van bijzonder schoolonderwijs of van huisonderwijs wordt, behoudens de uitzonderingen gesteld bij art. 6, gevorderd het bezit van:

a. eene akte van bekwaamheid tot het geven van school-onderwijs ;

b. een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, afgegeven door het hoofd van het bestuur der plaats, waar de bezitter het laatste jaar gewoond heeft.

c het bewijs dat beide stukken door het hoofd van gewes-telijk bestuur, waar het onderwijs zal gegeven worden, zijn gezien en in orde' bevonden.

Tan het afgeven van zoodanig bewijs geeft het hoofd van gewestelijk bestuur kennis aan de betrokken plaatselijke schoolkommissie.

Art. 25. Onderwijzers, die zich schuldig maken aan een ergerlijk levensgedrag, of bij het geven van bijzonder school-onderwijs of van huisschool-onderwijs leeringen verspreiden, strijdig met de goede zeden, of aansporende tot ongehoorzaamheid aan de wetten des Lands, kunnen, op voordragt van den Direkteur, belast met de zaken van het onderwijs, door den Gouverneur-Generaal worden verklaard hunne bevoegdheid tot het geven van onderwijs te hebben verloren.

Art. 27. Geen bijzonder schoolonderwijs wordt gegeven

l n lokalen, die door den Inspekteur van het onderwijs, na overleg met de plaatselijke schoolkommissie en na ingewon-nen advies van een der plaatselijke geneesheeren of van den eerstaanwezenden ambtenaar van het burgerlijk bouwdeparte-ment verklaard zijn voor de gezondheid schadelijk, of door oouwvalligheid gevaarlijk te wezen, of van onvoldoende ruimte

v°or het aantal schoolgaande kinderen.

Die zich bezwaard acht met de uitspraak van den Inspek-t u r , wendInspek-t zich door zijne Inspek-tusschenkomsInspek-t, binnen 14 dagen na ontvangst van de kennisgave dier uitspraak, tot den Direkteur, belast met de zaken van het onderwijs.

In afwachting der eindbeslissing kan het onderwijs in het afgekeurd lokaal worden voortgezet, ten ware dit wegens bouwvalligheid mögt zijn afgekeurd.

Van de akten van bekwaamheid tot het geven van onderwijs.

Art. 28. De akten van bekwaamheid tot het geven van school- en huisouderwijs worden verkregen door het afleggen van examens.

Art. 88. De akten van bekwaamheid voor schoolonderwijs gelden ook voor het huisonderwijs, die voor het huiawijs geven tevens de bevoegdheid, om in eene school onder-ligt te geven in een of meer der vakken, vermeld onder b, c i—p van artikel 1.

De akten van bekwaamheid als hoofd-onderwijzer en als hoofd-onderwijzeres geven ook het regt om als hulp-onder-wijzer en als hulp-onderhulp-onder-wijzeres werkzaam te zijn.

Van het toezigt op het onderwijs.

Art. 41. Die met het toezigt op het onderwijs belast zijn, zijn, binnen den kring hun aangewezen, bevoegd van alle overtredingen van de verordeningen betreuende het lager on-derwijs procesverbaal op te maken.

De plaatselijke schoolkommissiën kunnen zulks doen, hetzij gezamenlijk als ligchaam, hetzij door een of meer leden uit haar midden.

De scholen, waar lager onderwijs gegeven wordt, zoo openbare als bijzondere, zijn steeds toegankelijk voor al de in de Ie alinea bedoelde autoriteiten.

De onderwijzers zijn gehouden hun de verlangde inlich-tingen te geven omtrent de school en het onderwijs.

Weigering in dezen wordt gestraft met eene boete van f 25,— of gevangenisstraf van drie dagen en bij herhaling

telkens met beide straffen te zamen. (*)

(') Bij herhaling der overtreding is de politie-regter niet competent.

brieken en neringen in Nederlandsch,-Indië. Resolutie van den Gouverneur-Generaal ad interim in Rade, van 3 Fe-bruary 1836, no. 11, staatsblad no. 10.

Art. 1. Geene fabrieken en neringen, welke met fornui-zen werken, of meer bijzonder aan brandschade onderhevig zijn, noch ook dezulke, die voor de gezondheid schadelijk, of voor de, in de nabijheid wonenden, hinderlijk zijn, noch

°ok die, waarin eenig voorwerp wordt vervaardigd, hetwelk aan accijns of consumtieve belasting onderhevig is, zullen mogen worden opgerigt, zonder eene schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur, geschreven op het daarvoor bepaalde of nader te bepalen zegel.

Art. 2. Mitsdien zal voortaan de, in het voorgaande ar-tikel bedoelde vergunning, gevorderd worden voor de op-rigting van:

Suikermolens, Suikerraffinaderijen, Steen-, Potten- en Pan-nenbakkerijen, Buskruidmolens, Kalkovens, Broodbakkerijen, Branderijen van arak en andere sterke dranken, Verwerijen,

•Leemkokerijen, Leerlooierijen, Smederijen, Blikslagerijen, Olieslagerijen, Wagenmakerijen, Kaarsenmakerijen , Timmer-Wanswinkels,

en alle verdere fabrieken en neringen, waarop deze bepaling toepasselijk is.

Art. 5. Wanneer het plaatselijk bestuur bevindt, dat van de voorwaarden, op welke de toestemming is verleend, wordt afgeweken, zal hetzelve de verzuimen doen herstellen: zul-lende, bij onwilligheid of herhaalde contraventie, de ver-leende vergunning kunnen worden ingetrokken.

ving van het bepaalde bij de artikelen

In document MR. J. SIBENIUS TRIP, (pagina 188-194)