• No results found

eigen belangen te schaden.’ jeroen de lange

In document Wat is van waarde? (pagina 95-100)

Een groep mannen op het Tahrirplein juichte: ‘Nu kunnen we trouwen!’ Met het vertrek van Mubarak zouden eindelijk betere tijden aanbre-ken, met meer welvaart en meer bestaanszeker-heid. Er is een constante in de geschiedenis van revoluties en geweld: een overschot aan jonge mannen zonder werk, zonder inkomen en zon-der de mogelijkheid om een gezin te stichten is een voorbode voor onheil.1

Europa kan zich niet afkeren van de gordel van instabiliteit die haar omsluit zonder haar eigen belangen te schaden. Door toenemende interdependentie liggen onze belangen steeds meer in het verlengde van onze humanitaire inzet voor de allerarmsten en voor mensen met veel minder mogelijkheden om zich te ontwik-kelen. Met andere woorden: er treedt er een verschuiving op van verticale naar horizontale solidariteit (er is immers steeds meer sprake van lotsverbondenheid).

De druk op de grenzen van Europa zal verder toenemen als er geen kansen zijn voor veelal jonge mannen om geld te verdienen in hun ei-gen land. Ziektes verspreiden zich steeds sneller over de hele wereld. Een basisgezondheidszorg in ontwikkelingslanden is daarom steeds meer ook in ons belang. De piraterij in de wateren van Somalië hangt direct samen met het leegvissen van de Somalische wateren door trawlers uit ontwikkelde landen. Als wij geen alternatief bieden voor potentiële inkomsten uit het kap-pen van regenwouden, verdwijnen die voor de planeet cruciale ecosystemen. De wereld komt naar ons toe, ook als wij ons ervan afkeren. Het is bizar dat in een land dat met elke vezel verbonden is met het buitenland, onder steeds bredere lagen van de bevolking de mening heeft postgevat dat we het allemaal zelf kunnen rege-len, dat Europa meer een last is dan een absolute voorwaarde om onze welvaart, vrijheid en veiligheid te waarborgen. Het is onmogelijk om bestaanszekerheid in Nederland te realiseren zonder te werken aan bestaanszekerheid voorbij de grenzen van Nederland en Europa. De PvdA moet zich niet naar binnen keren, maar voorop

Over de auteur Jeroen de Lange is kandidaat-Kamerlid

voor de PvdA. Hij werkte als senior econoom bij de Wereldbank en als diplomaat in Rwanda en Uganda.

98

durven lopen om internationale solidariteit vorm te geven. Een volwassen idealisme met minder pretentie maar meer ambitie, gedreven door verzet en verontwaardiging over voortdu-rend onrecht en armoede, kan internationale solidariteit weer elan geven.

onvermijdelijke clash

Anderhalf miljard mensen leven in gebieden die gekenmerkt worden door instabiliteit, conflict en geweld.2 Leven met structurele armoede betekent leven in permanente bestaansonzeker-heid door een gebrek aan veiligbestaansonzeker-heid, gebrek aan kansen, gebrek aan basale consumptie, gezond-heid en onderwijs.3

De data over armoede, ongelijkheid en kansen die kinderen hebben bij hun geboorte, kunnen steeds nauwkeuriger worden vastge-steld. De human opportunity index (hoi) is een recent analytisch instrument op het terrein van armoedebestrijding: het geeft aan hoe toevallige omstandigheden zoals de plaats van geboorte, de welvaart van de ouders en het geslacht van invloed zijn op de kansen van een kind om ge-bruik te maken van bijvoorbeeld gezondheids-zorg en onderwijs.

De eerste toepassingen van de hoi-index in Latijns-Amerika laten zien dat achter de verschillen in ontwikkelingsuitkomsten (bij-voorbeeld inkomen en onderwijsniveau) nog veel grotere verschillen in human opportunity schuilgaan.4 De human development index laat ontstellende verschillen zien tussen Europa en Afrika. De gemiddelde levensverwachting voor Niger, Burundi en Nederland zijn res-pectievelijk 52, 51 en 80 jaar. Het gemiddelde aantal jaren opleiding is voor Niger, Burundi en Nederland 1,4; 2,7 en 11,2 jaar.5 De verschillen in ‘human opportunity’ tussen Europa en Afrika zijn nog niet becijferd, maar ze zullen groot zijn. Een situatie waarin het voor kinderen niet uitmaakt waar zij vandaan komen, hoe rijk hun familie is, welke huidskleur ze hebben of welk geslacht, is een sociaal-democratisch ideaal pur sang. Dat we steeds meer weten over

de verschillen in kansen tussen kinderen hier en elders, kan ons alleen maar aanzetten tot hernieuwd engagement. Armoede heeft lokale oorzaken maar ook globale. Globale problemen als ontbossing, klimaatverandering en een wereldwijde financiële instabiele situatie, raken de bestaanszekerheid van de allerarmsten vaak het hardst, maar ze raken ons ook. De mondiali-sering van democratie en normen op het gebied van sociale zekerheid en milieu, lopen ver achter bij de economische internationalisering. Het bieden van tegenwicht aan een ontketende financiële globalisering, is bij uitstek een sociaal-democratische opdracht.6

internationale traditie heeft averij opgelopen

Nederland en de wereld: het lijkt zo lang gele-den, de tijd dat het allemaal duidelijk was. De PvdA met haar internationale traditie kwam op voor de verdrukten, de armen, de ontwik-kelingslanden. De verworpenen der aarde, de verdoemden in hongers sfeer konden bijna een eeuw lang rekenen op de compassie en steun van Nederlandse sociaal-democraten. Die tra-ditie van internationalisme draagt vele namen om trots op te zijn: Marinus van der Goes van Naters, Max van der Stoel, Maarten van Traa, Jan Pronk (en de lijst is veel langer). We waren ervan overtuigd dat vrijheid, democratie en een einde aan armoede op termijn konden worden verwezenlijkt. De Nederlandse inzet werd wereldwijd erkend. Het beeld van een land dat opkomt voor mensenrechten en voorop loopt in armoedebestrijding ijlt nog na, maar wordt niet meer met nieuwe daden en initiatieven gevoed.

Helemaal onverklaarbaar is dat niet. Dat Nederland en de PvdA zich afkeerden van de wereld heeft verschillende oorzaken. De wereld bleek minder maakbaar dan gedacht. Ondanks successen bracht armoedebestrijding onvol-doende ontwikkeling op gang. In 2011 moeten 1,4 miljard mensen rondkomen van minder dan $ 2 per dag. Democratie werd meer gevierd dan

99 begrepen ¬ met wrede gevolgen voor Rwanda

en Irak, om de ergste voorbeelden te noemen. Internationale solidariteit en buitenlandbeleid staan niet meer hoog op de agenda van de mid-denpartijen. Uit angst stemmen te verliezen wordt het glibberige terrein van de buitenland-se politiek met zijn contradicties en gebrek aan duidelijke oplossingen liever gemeden.

een volwassen idealisme

Hernieuwd engagement begint bij verzet tegen de wereld zoals die is, bij ontzetting, bij veront-waardiging. Mensen komen niet in beweging vanwege een beleidsnotitie. De Franse jeugd is in de ban van een prachtig pamflet. Het is ge-schreven door de 94-jarige Fransman Stéphane Hessel. Zijn pamflet heet Indignez-Vous: wees verontwaardigd!

Hessel roept op tot verzet. Verzet tegen onrecht en onrechtvaardigheid, en dat verzet maakt volgens hem creatieve krachten los. Zijn boekje werd een miljoen keer verkocht, want het geeft hoop en engagement. Veront-waardiging is echter een noodzakelijke maar onvoldoende voorwaarde voor een volwassen idealisme. Ze is de voedingsbodem voor onze motivatie om een zo goed mogelijk begrip van de wereld te vertalen in effectieve instrumen-ten. Het (er)kennen van onze beperkingen is daarvoor onontbeerlijk.

Nederland is een klein land en ons vermogen bij te dragen aan een stabielere, rechtvaardigere en duurzamere wereld is beperkt. Dat dwingt tot scherpe keuzes, maar niet tot minder ambi-tie. Op drie terreinen kan Nederland bijdragen aan wereldwijde zekerheid van het bestaan: > door coherentie van ons nationale en Euro-pese beleid (bijvoorbeeld geen import van fout hardhout, geen dumping van agrarische produc-ten op Afrikaanse markproduc-ten et cetera);

> door actieve inzet voor global governance (bij-voorbeeld versterking van internationale sociale en milieunormen, regulering van financiële markten, bestrijden van belastingontduiking, migratiebeleid)7;

> door gerichte inzet voor ontwikkelings-processen in een beperkt aantal landen. Het laatste terrein kan betrekking hebben op zowel militaire interventie en op meer traditionele ontwikkelingssamenwerking als op bijvoor-beeld het stimuleren van investeringen. Voor global governance zijn nieuwe vormen van samenwerking nodig die de oude mondiale instituties nieuw leven inblazen of vervangen. Al in 2002 schreef Jean Francois Rischard in het boek Twintig wereldproblemen, twintig jaar om ze op te lossen dat de oude instituties zoals vn-in-stellingen niet meer voldoen om de wereldwijde uitdagingen waar we voor staan aan te pakken. Landen zouden actief coalities moeten smeden rondom de aanpak van wereldwijde problemen, coalities met andere overheden, multilaterale instellingen, bedrijven, ngo’s, universiteiten et cetera. Nederland zou een voortrekker moeten zijn op een beperkt aantal van deze wereldwijde problemen door als een regisseur zon coalitie bij elkaar te brengen en te houden. Deze coalities worden ook wel global action networks genoemd.

Wat Nederland precies waar moet doen valt buiten het bestek van dit artikel. Maar dat de Nederlandse inzet voor een betere wereld uit-gaat van eigen kennis, ervaring en reputatie ligt voor de hand. Eén thema wil ik wel noemen: het opkomen voor internationaal recht en de rech-ten van de mens. Op dit gebied heeft Nederland een naam hoog te houden. De noodzaak van internationale normering is door toenemende interdependentie alleen maar groter geworden. Ook binnen global action networks is normering van groot belang.

De noodzaak om ons in te zetten is dus onverminderd groot. Maar we zijn ook sad-der and wiser. Bij onze inzet voor wereldwijde bestaanszekerheid zou een volwassen idealisme het richtsnoer moeten zijn. Dat heeft vier ken-merken: kennis en analyse; begrip van verande-ringsprocessen; strategie; moed.

> Kennis en analyse. Het is nodig een zeer goed begrip te hebben van wat er aan de hand is. Jeroen de Lange Houd onze internationale traditie hoog

100

Wie zijn de rebellen in Libië? Onder welke omstandigheden maakt democratie een kans? Welke motieven hebben de Rwandese rebellen om Congolese burgers te overvallen en vrou-wen te vernederen en te verminken? Wat zijn de drijfveren van het aanhoudende geweld in Afghanistan? Wat kunnen we wel en wat niet verwachten van de Afrikaanse staat? Waarom is piraterij weer actueel ? Hoe komt het dat 1,4 miljard mensen leven in conflictgebieden? Wat is de functie van corruptie?

Menig PvdA-politicus heeft zich laten leiden door het wensdenken dat alleen aan goed bestuurde landen hulp zou moeten worden gegeven. Echter: arme goed bestuurde, niet corrupte landen bestaan niet. Corruptie is onlosmakelijk verbonden met armoede en onderontwikkeling.8

> Begrip van veranderingsprocessen. Het is nood-zakelijk realistische verwachtingen te hebben over wat wij als Nederland of Europa kunnen bewerkstelligen. We kunnen minder bereiken dan waarvan gedroomd wordt in beleidsnotities en speeches. Maar we kunnen meer bereiken dan we nu doen, wanneer we onze inzet zou-den koppelen aan gedegen kennis en minder pretentieuze doelen. De pretenties waarmee de interventies in Afghanistan gepaard zijn gegaan tarten alle begrip voor de taaiheid van verande-ringsprocessen in het algemeen, en in een land als Afghanistan in het bijzonder. De PvdA is hier mede debet aan. Afghanistan is beschouwd als een tabula rasa waar een democratische nieuwe orde zou kunnen worden opgebouwd.

> Strategie. We hebben een heldere interventie-strategie nodig om onze acties te sturen. Hierin komen kennis, ervaring, realisme en coheren-tie samen. Het kan gaan om het bouwen van nieuwe vormen van global governance of om interventies in een bepaald land.

> Moed. Een voorbeeld van moed is het bezoek van Max van der Stoel en Ed van Thijn in de jaren tachtig aan de verboden plo, terwijl ze tegelijkertijd met Israël in gesprek waren. Poli-tiek leiderschap betekent ook de moed om een complex verhaal te vertellen, ook al is

buiten-landse politiek vaak lastig en is het moeilijk altijd consistent te zijn. We moeten blijven vasthouden aan universele normen als richt-snoer. Respect voor de rechten van de mens is de beste garantie voor vrede en stabiliteit. Daarom moeten we pal staan voor de internationale rechtsorde. Juist een geopolitiek onbetekenend land als Nederland kan veel betekenen voor internationale normering met betrekking tot bestaanszekerheid. Wanneer een onverdacht land als Nederland zegt dat ergens de mensen-rechten geschonden worden, heeft dat grote invloed.

Ten slotte gaat het om de moed om niet vrijblijvend te zijn. Moed om Nederlandse capaciteit in te zetten zolang als nodig is om het doel te halen.9 Werkelijk iets veranderen in die lastige landen ver weg duurt langer dan één kabinetsperiode.10

wat kunnen we doen?

Dit is hét moment voor Europa om op alle niveaus banden aan te halen met de landen in het Midden-Oosten waar sprake is van een volksopstand, en massaal te werken aan uitwis-seling, capaciteitsopbouw, kennisoverdracht, handel en investeringen. De vraag of we wel vrije verkiezingen in het Midden-Oosten willen als zeventig procent van de bevolking meent dat het Westen, met de Verenigde Staten voorop, de grootste vijand is, is een loze vraag. Die ontwik-keling is niet te stoppen.

Elk transitieproces brengt risico’s met zich mee. Wanneer institutionele structuren en een democratische cultuur ontbreken, zit er niets anders op dan zo goed en kwaad als dat zal gaan deze transitieprocessen te ondersteunen. De huidige Nederlandse regering lijkt vooral bang dat Italië een paar duizend vluchtelingen doorstuurt en schittert door afwezigheid waar het gaat om daadwerkelijk actief in te spelen op de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Dit is ook het moment voor de oppositie-partijen in Nederland om zich te profileren. Het opportunisme en de inconsistentie van

101 deze regering als het aankomt op

ontwikke-lingssamenwerking, moet onder vuur worden genomen. Ben Knapen heeft in korte tijd zowel het wrr-rapport Less Pretension, More Ambition verloochend, waar hij zich op zegt te baseren, als de Nederlandse inzet voor de allerarmsten. De wrr stelt dat het streven naar economische ont-wikkeling leidend moet zijn. In het beleid is dat vertaald als: de weg vrij voor de bv Nederland. De wrr pleit voor precieze diagnostiek: zorg-vuldig moet worden nagegaan wat de economi-sche ontwikkeling in een specifiek land het meest in de weg staat. Niets daarvan is terug te zien in het beleid van de huidige Nederlandse regering. De wrr pleit voor een betere selectie en con-centratie van onze middelen. De regering snijdt lukraak in de lijst landen waarmee een langdu-rige hulprelatie wordt onderhouden. Op basis van de gehanteerde criteria had een volstrekt ander landenlijstje uit de bus kunnen rollen. Als ‘veilig-heid’, ‘fragiele staten’ en ‘grote-merengebied’ focuspunten zijn, hoe kun je dan de hulprelatie met Congo beëindigen? Zodra de ambassade in Kinshasa dichtgaat, is de deur naar de politiek van het grote-merengebied ook gesloten.

Uri Rosenthal maakt van de inzet voor men-senrechten en internationaal recht een karika-tuur van het opgeheven vingertje en levert de diplomatieke dienst uit aan het ministerie van Economische Zaken. Het huidige buitenland-beleid lijkt niet gebaseerd op het inzicht van Ko Colijn dat ‘Nederland vaste institutionele kaders hard nodig (heeft) als schokbrekers tegen externe klappen die de wereldpolitiek ons toe-dient’11. Actief investeren in die internationale institutionele kaders is in ons eigen belang. Ons langetermijnbelang, ook dat van de bv Neder-land, is juist gediend met inzet voor rechten van de mens en internationale samenwerking. Nog heeft Nederland een goede naam op het gebied van internationale samenwerking. De huidige regering is hard bezig daar een streep door te halen. Nog staan Den Haag en Nederland bekend om het verdedigen van het internationaal recht. Hier ligt dus een opdracht voor de PvdA: we moeten laten zien dat er ook een andere visie is op de rol van Nederland in de wereld.

Jeroen de Lange Houd onze internationale traditie hoog

Noten

1 Gunnar Heinsohn: Söhne und

Weltmacht, 2006.

2 World Development Report 2011: Conflict, Security and

Deve-lopment, World Bank.

3 Zie World Development Report 2001 voor definitie van ar-moede.

4 Do our children have a chance? The

2010 Human Opportunity Index for Latin America and the Carib-bean, The World Bank, 2010.

5 Human development Report 2010: The Real Wealth of Nations:

Pathways to Human Development,

undp.

6 Robert Went, s&d 2007/5. 7 wrr Less pretension, more

am-bition, 2010, p. 263.

8 D. North, J. Wallis, B Weingast:

Violence and Social Orders, A Con-ceptual Framework for Interpreting Recorded Human History, 2009.

9 In The Utility of Force beschrijft Rupert Smith de verhouding tussen doel, strategie en mid-delen als volgt: ‘If the end is not thought worth the risk to the means, than either the way or the end must be changed until a balance is achieved’, 2006 p. 210 – 211.

10 We zouden in Uruzgan gaan wederopbouwen, zonder dat

duidelijk was wat er weder op te bouwen viel. Zonder dat we wilden inzien dat het om

counter insurgency ging - en dat

er dus doden zouden vallen. Vervolgens trokken we ons om de verkeerde redenen terug: wij hebben onze bijdrage geleverd, nu moesten anderen maar in-springen. Maar oorlogvoeren doe je niet met een eierwekker ernaast. Binnen navo-verband voer je oorlog in een bondge-nootschap; je vecht samen tot-dat het gestelde doel is gehaald. Daar is politieke moed voor nodig.

102

Bestaanszekerheid als een kerndoel van de sociaal-democratie

In document Wat is van waarde? (pagina 95-100)