• No results found

DE EERSTE WEKEN

In document 1939-1945 D E E L (pagina 58-71)

In het vroegere Poolse deel van Opper-Silezië werd het zingen van Poolse liederen, ja zelfs het afnemen van de biecht in het Pools verboden. Een deel van de geestelijkheid werd naar het Generalgouvemement verdreven, andere Poolse priesters, uiteindelijk ca. zeventienhonderd, kwamen in het con­ centratiekamp Dachau terecht waar de helft hunner om het leven zou komen. In de geannexeerde gebieden moest plaats gemaakt worden voor enkele honderdduizenden Volksduitsers die het Derde R ijk met een speciale, alweer onder Himmler ressorterende organisatie liet overbrengen uit de Baltische republieken, later ook uit Roem enië; dat was een van de factoren die de Duitsers er toe bracht, de Polen en masse naar het Generalgouvemement te transporteren: bijna negentigduizend vóór midden december '39, een jaar later waren het meer dan driehonderdduizend geworden.

Met die Polen werden uit dc geannexeerde gebieden, zulks met uitzonde­ ring van de stad Lodz waar de Duitsers dc Joodse arbeiders in de textiel­ industrie niet wilden missen, vele Joden naar het Generalgouvemement ver­ dreven, zulks in volgepropte treinen waarin in de strenge winter van '39 op '40 tallozen doodvroren. Volgens een instructie die Heydrich, C h e f der

Sicherheitspolizei, uitgevaardigd had terwijl Warschau zich nog verdedigde, werden die verdreven Joden in het Generalgouvemement in steden gecon­ centreerd die goede spoorwegverbindingen hadden: het was niet de be­ doeling dat zij er op de lange duur zouden blijven. Plaatselijk werden alle Joden aan het gezag van een Altestenrat onderworpen en deze was, aldus Heydrich, ‘voll verantwortlich zu tnachen fiir die exakte und termingemasse

Durchführung aller ergangenen oder noch ergehenden Weisungen.’ 1 In Lodz kwam een ghetto tot stand; zo ook in de steden en kleinere plaatsen van het Generalgouvemement - alleen al in Warschau werden vierhonderd­ duizend Joden in een klein deel van de stad samengedrongen; dat stads­ deel werd in de herfst van '40 met een hoge muur omgeven. Daarnaast werden op bevel van de Duitsers tienduizenden Joden door de Altesten- of, zoals men ze ging noemen, Judenrate aangewezen om, in primitieve kampen ondergebracht, dwangarbeid te verrichten in kiezel- en steengroeven en bij de aanleg van wegen.

Uit het Generalgouvemement werden voorts Poolse arbeiders en arbeidsters, ook al bij honderdduizenden, voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland ge­ transporteerd, aanvankelijk geronseld, later bij massale razzia’s opgepakt: meer dan tachtigduizend al in de lente van '40, het zouden er tenslotte meer dan een miljoen worden. In Duitsland werden zij als ‘lullige Sklaven (Hitlers

1 Sclmellbrief, 2 1 sept. 1939, van Heydrich aan de Chefs aller Einsatzgruppeti der

D U I T S B E L E I D I N P O L E N

terminologie!) behandeld: zij kregen minder loon dan andere arbeids­ krachten; op hun kledingstukken moest een grote P genaaid zijn; in open­ bare vervoermiddelen moesten zij in aparte ruimten plaats nemen, een fiets mochten zij niet bezitten; het bezoeken van kerken, bioscopen, theaters en dcrgclijke was hun verboden; huwelijken mochten zij niet aangaan, ook niet met landgenoten; op sexuele omgang met Duitse vrouwen stond de doodstraf.

Niet anders was, in opzet, de behandeling die de Polen in het General-

gouvernement ten deel viel. Die opzet werd eind mei '40 nog eens duidelijk door de Reichsfiihrer-SS, Himmlcr, aangegeven toen deze in een memo­ randum dat Hitler ‘sehr gut und richtig’ vond, betoogde dat uit ‘diesem ganzen

Völkerhrei des Generalgonverncments von fiinfzehn Millionen und die acht Millionen der Ostprovinzen’ de ‘rassisch wcrtvoüen na zorgvuldige schifting naar Duitsland overgeplaatst moesten worden. ‘D at Bcgriff Juden hoffe ich’, aldus Himmler, ‘durch die Möglichkeit einer grossen Auswanderung samtlicher

Juden naclt Afrika 0der sonst in eine Kolonie völlig auslöschen zu sehen ; wat dan in het vroegere Polen overbleef, zou een ‘fiihrerloscs Arbeitsvolli zijn, waarvoor een minieme mate van scholing voldoende w as:

'Einfaches Rechuen bis höchstens jo o, Schreiben des Namens, eine Lehre dass es ein göttliches Gebot ist, den Deutsche» gehorsam zu sein und ehrlich, fleissia und brav zu sein. Lesai halte ich nicht fiir erforderlich

Inderdaad werden in het Generalgouvemement alle instellingen van voort­ gezet en hoger onderwijs gesloten en werd er het lager onderwijs beknot. Toch kon de opzet die Hitler en Himmler aangegeven hadden, slechts voor een deel verwezenlijkt worden. Zij hadden, midden in een steeds heviger wordende oorlog, de krachten niet om het Teufelswerk te voltooien; ook werd de afbraak van het economisch leven in het Generalgouvemement door de eisen van de Duitse oorlogseconomie afgeremd; bovendien was het van meet a f aan een Duits belang, er het ontstaan van epidemieën te voorkomen waarvan hun eigen strijdkrachten en ambtenaren slachtoffer konden worden; en tenslotte waren er onder die ambtenaren soms Duitsers die weigerden de normen van menselijkheid geheel uit het oog te verliezen. De bevel­ hebber van de Duitse strijdkrachten aan de Duits-Russische demarcatielijn, generaal Blaskowitz, protesteerde al midden november '39 in een aan Hitler gericht memorandum tegen het optreden van de links en rechts

1 Hinimlers memorandum ‘Einige Gcdanken iibcr die Behandlung der Fremdvölkischen

im Osten' is met zijn notitie van 28 mei 1940 afgedrukt in dc V jh .f. Ztg., V (1957),

p. 194-98.

DE EERSTE WEKEN

rovende en moordende Einsatzgruppen van de Sicherheitspolizei; de lezing van dat stuk deed Hitler in woede ontsteken tegen de ‘kitidliche Einstellung’ der militaire bevelhebbers, ‘mit Heilsarmee-Methoden fiihre mm keineti Krieg’ .1

Generalgouverneur Frank wist in mei '40 tc bereiken dat generaal Blaskowitz uit Polen overgeplaatst werd; v ijf jaar verder in ons relaas zullen w ij hem in bezet Nederland opnieuw tegenkomen.

W at de Duitsers tijdens hun offensief en al in dc eerste weken en maanden nadien in Polen aan onheil aanrichtten, bleef voor de buitenwereld na­ genoeg geheel verborgen; voor de dwangmaatregelen en massale deporta­ ties naar Siberië waar de Russen in het door hen bezette deel van het land toe overgingen, gold hetzelfde. Polen was verslagen, verdeeld en bezet - verrassend snel. En Frankrijk en Engeland waren in het westen nagenoeg passief gebleven.

Dat was niet het gevolg van enige numerieke minderheid. D e Duitsers hadden bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog 105 divisies gemobili­ seerd, van welke, met inbegrip van al hun tank- en gemotoriseerde divisies, 59 tegen Polen ingezet werden. Begin september stonden achter de Westwall (de versterkte zone van Emmerich tot het Saargebied die Hitler in '38 en '39 in allerijl had laten aanleggen) 43 Duitse divisies opgesteld. Het Franse leger telde er 84. Er was aan Franse kant evenwel geen enkel offensief voor­ bereid, legerleiding en leger, regering en volk (op het beleid der Franse communisten komen wij nog terug) waren defensief ingesteld. Niet anders was de mentaliteit in Engeland. Met de opbouw van het Engelse leger was nog maar nauwelijks een begin gemaakt; het Londense War Office had becijferd dat er ruim 1600 tanks voor nodig waren - men bezat er 60. De Duitse luchtmacht telde ongeveer evenveel toestellen als de Franse en dc Engelse samen, maar de Duitse toestellen waren modem, de Franse en de meeste Engelse hopeloos verouderd. Ter zee was Duitsland daarentegen duidelijk de zwakste: die factor ging dc strategie van Frankrijk en Engeland bepalen.

Het Franse kabinet-Daladier en het Engelse kabinet-Chamberlain meenden

1 Dagboekaantekening, 18 nov. 1939, van een van Hitlers adjudanten, Hauptmann Engel, aangehaald door Broszat: !\Tationahozialistisclic Poleiipolitik 19 59 -19 4 5, p. 4 1.

DE Q U A S I- OORL OG

dat zij, geruggesteund door de koloniale gebieden en door dc Britse Domi­

nions (Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw Zeeland), uiteindelijk ook door de Verenigde Staten, het Derde R ijk door middel van een strikte blokkade op de knieën zouden krijgen. Daar werden allerhande optimistische berekeningen over gemaakt. Voor directe aanvallen op Duitsland werd niet gevoeld, de Engelse minister van financiën achtte bombardementen op de Duitse oorlogsindustrie trouwens principieel verwerpelijk: die bedrijven waren immers ‘private property’1 . Engelands eerste minister, Neville Cham- bcrlain, kon het gehele denkbeeld dat als gevolg van door hem gelaste operaties militairen het leven zouden verliezen, niet verdragen: ‘Indeed’, schreef hij op 5 september, ‘I must put such thoughts out o f tny mind i f I am

not to he unnerved altogether.’2 Tegen de toestand van quasi-oorlog die in West-Europa ontstond, had hij dan ook geen fundamentele bezwaren. Die phoney u>ar vond zijn karakteristieke uitdrukking in het feit dat aan sommige Franse frontsectoren met grote letters te lezen stond: ‘Bitte, nicht

schiessen, wir schiessen nicht’ - waar dan de Duitsers met gelijke aankondi­ gingen op geantwoord hadden: ‘ Wenn ihr nicht schiesst, schiessen wir nicht.’3 Er stak in de oorlogsinspanning van Frankrijk en Engeland geen spoor van urgentie: de Duitse militaire voorsprong, daterend uit de jaren '3 3 -3 9 , werd dan ook van maand tot maand groter. Men hield wel rekening met de mogelijkheid dat de Duitsers vroeg o f laat in West-Europa tot het offen­ sief zouden overgaan: kwam het zo ver, dan zou men verder zien. In regeringskringen waren er overigens verschcidenen die het allerminst waarschijnlijk achtten dat Duitsland een stormloop naar het westen zou ondernemen. De Fransen waren overtuigd van de defensieve kracht van hun Maginotlinie: de fortengordcl die zij in het noordoosten aangelegd hadden - gordel overigens die de invalsroutes via België niet dekte. Premier Chambcrlain zei midden december tegen generaal Montgomery, com­ mandant van een der weinige divisies die de Engelsen toen op dc been hadden: ‘I don’t think the Germans have any intention o f attacking us. Do you ; ’4 M ontgomery was reëel genoeg om hem bij die gelegenheid te voorspellen dat Hitler op het eerste moment dat hem schikte, tot een groot offensief in West-Europa zou overgaan. Dat dag en uur van dat Duitse offensief

1 Aldus Si'rK ingsley W ood tegen Leopold A m cry, aangchaald door J . W .W heeler-Bcnnett: King George VI, p. 4 31. 2 Brief, 5 sept. 1939, van Chambcrlain aan de Aartsbisschop van Canterbury, K . Fciling: Neville Chamberlain (1946), p. 419. 3 H. A. Jacobsen : Fall Gelb. Der Katnpf mn den deutschen Operationsplan zur

West-qffensive 1940 (1957), p. 4. Verder aan te halen als Jacobsen: Fall Gelb. 4 B . L.

M on tgom ery: Meinoirs (1958), p. 58.

DE EERSTE WEKEN

toen al enkele malen nauwkeurig bepaald en even zo vaak op grond van dc weersomstandigheden uitgesteld waren, kon hij moeilijk weten.

Op 12 september 1939 (de veldtocht in Polen was nog geen twee weken gaande) had Hitler al aan zijn voornaamste adjudant meegedeeld dat hij van plan was, na beëindiging van die veldtocht onverwijld in het westen aan te vallen.1 W aar precies, zei hij toen nog niet, maar eind september w erd hij duidelijker. Zijn besluit was, om (zo werd een jaar later ten behoeve van de geschiedschrijving in een geheim overzicht vastgelegd) ‘im Westen anzu-

greifen und zwar sobald als möglich, da französisch-englisches Heer noch unfertig. Absicht, durch Belgien und Holland (mindestens Südteil) anzugreifen, steht von vornherein fest.2 Dit besluit stiet bij een groot deel van de Duitse generaals op heftige protesten die evenwel over het algemeen geen principieel maar een opportunistisch karakter droegen. U it die protesten vloeiden, evenals ten tijde van de Sudetencrisis in '38 het geval geweest was, onderlinge besprekingen voort, die ten doel hadden Hitler a f te zetten. Wij behoeven ze hier niet in bijzonderheden weer te geven: op het beslissende moment bracht geen van de protcsterenden de kracht op 0111 door te zetten. Vooral gold dat voor de opperbevelhebber van het leger, generaal von Brauchitsch.

Die protesten waren op de opvatting gebaseerd dat de Duitse Wehrmacht eenvoudig niet op korte termijn gereed kon zijn voor een nieuw offensief. Er waren grote tekorten aan militaire vrachtauto’s, begin oktober waren de voorraden aan munitie nog zo gering dat hoogstens een derde van de divisies twee weken lang slag zou kunnen leveren. Maar deze en dergelijke argumenten maakten op Hitler geen indruk: het kon wel zijn dat de Wehr­

macht naar verhouding zwak was, maar de Franse en Engelse strijdkrachten waren zijns inziens nog veel zwakker en het element van de verrassing mocht men niet uit het oog verliezen. Mateloos ergerde hij zich aan het gebrek aan voorstellingsvermogen en aan de neiging tot talmen bij de meesten zijner militaire bevelhebbers. In de nachten van 7 op 8 en van 8 op 9 oktober dicteerde hij zijn secretaressen een memorandum dat in eerste instantie uitsluitend bestemd was voor de chef van het Oberkommatido

der Wehrmacht, generaal Keitel, en de opperbevelhebbers van leger, marine en luchtmacht, respectievelijk generaal von Brauchitsch, admiraal Raeder en

Generalfeldmarschall Goering. Frankrijk en Engeland, betoogde hij hierin, moesten door middel van offensieve operaties verslagen worden; de Sowjet- Unie was een onbetrouwbare bondgenoot; België en Nederland zouden

1 Jacobsen: Fall Gelb, p. 7. a Major D eyhle: ‘Notizen zum Kriegstagebuch’ (18 okt.

1940), aangchaald door H. A. Jacobsen: Dokumente ztir Vorgeschichte des Westfeld-

H I T L E R W I L A A N V A L L E N

door Frans-Engelse druk gedwongen kunnen worden, hun neutraliteit prijs te geven - dan zou het Ruhrgebied in een kwetsbare positie komen te verkeren. Daarentegen: ‘ Wenn wir Holland, Bclgien oder gar das Pas de Calais

als Ausgangsbasen deutscher Luftangriffe besitzen wiirden, so könnte damit olme Z w eifel auch unter Aufnahme starkster Repressalien Grossbritannien in das Herz getroffen werden . . . Es ist daher', concludeerde hij, ‘unter allen Umstanden der

A ngriff als kriegsentscheidendes Verfahren der Verteidigung vorzuziehett. Sein Beginn aber kattn nicht friih genug erfolgen.’

W aar? De sector van Nijmegen tot Luxemburg leek hem de beste. Wanneer? ‘ Unter allen Umstanden (wenn nur irgend möglich) noch in diesem

Herbst.’ ‘ Wenn nur irgend möglich’ - want Hitler gaf toe, dat de weersom­ standigheden (niet teveel regen, geen mist) zodanig moesten zijn dat men met grote aantallen tanks en vliegtuigen kon opereren.1 Intussen besefte hij dat leger, vloot en luchtmacht voor de gedetailleerde uitwerking van zijn instructie behoefte hadden aan vastheid; voorlopig werd de tweede helft van november bepaald als de periode waarin het offensief beginnen zou dat in elk geval (de in Polen geharde Duitse divisies moesten eerst nog naar het westen overgcbracht worden) niet ingezet kon worden vóór ca. 10 november.2

Z o kwam als gevolg van Hitlers denken en van de instructies die hij gaf, nauwelijks vier, v ijf weken na het begin van de tweede wereldoorlog, boven Nederland het Damocleszwaard te hangen van een Duits offensief.

Op wacht

‘Ik weet niet, o f men ooit aan de oorlog went’ , schrecf Memio ter Braak op 6 september 1939 in zijn dagboek, ‘maar aan de gedachte, dat er ergens anders oorlog is, went men zeer snel.’3 Dat gold, dunkt ons, ook voor ons volk als geheel. Er was een zekere mate van medeleven met de Polen; de snelle overwinning van de Duitsers en het samenspel tussen Hitler en Stalin kwamen als onaangename verrassingen - maar het leven ging door, men keek niet ver vooruit, men paste zich aan.

1 Hitlers ‘Denkschrift und Richtlinien iiber die Filhrung des Krieges im Westen’ (9 okt. 1939) en ‘ Weisung Nr. 6 fiir die Kriegsfülmittg’ (9 okt. 1939), Neur. doc. L -o s2, Jacobsen: Dokumente, p. 4-22. 2 Major D eylile: 'Notizen zum Kriegstagebuch’ (6 okt.

I

939

)j aangehaald a.v., p. 29. 3 M . ter Braak: Journaal 1939 (1945), p. 16.

DE EERSTE WEKEN

Natuurlijk had het uitbreken van de tweede wereldoorlog in ons land beroering teweeg gebracht. Vooral gold dat voor de economische sector waar wij later op terugkomen. Het belangrijkste en ingrijpendste feit werd in die begintijd evenwel gevormd door de mobilisatie van een kwart miljoen dienstplichtigen: uit misschien één op de acht gezinnen had men een vader o f zoon zien vertrekken naar de mobilisatiebestemming en men wist dat die vader o f zoon na afloop van de daarop aansluitende transporten elders in Nederland terecht gekomen was. W aar precies, moest officieel geheim blijven: de gemobiliseerde eenheden kregen een veldpostnummer en voor het afwikkelen van de correspondentie werd in Den Haag in een leegstaand nieuw gebouw van de P T T een militair Hoofdexpeditiekantoor gevestigd waar men tien dagen nodig had om de chaos te bezweren: ‘ontel­ bare dienst- en andere stukken’ waren aanvankelijk onvolledig, onjuist o f zelfs onbegrijpelijk geadresseerd, o.m. doordat ‘tal van legeronderdelen op adressen voorkwamen, waarvan het postpersoneel nooit het bestaan, laat staan de naam had vermoed.’1 Ook aan de voorgeschreven geheimhouding ontbrak nog heel wat. ‘Alles was ‘zeer geheim’ ’, legde later een reserve- officier vast die tussen Tiel en Nijmegen terecht gekomen was,

‘we mochten niet naar huis schrijven waar we zaten, doch toen ik mijn vrouw opbelde om haar te vragen hoe ze het maakte, was haar eerste vraag: ‘Jullie zitten in Horssen hè, waar ligt dat?’ Hoe ze daaraan kwam? De telefoonjuffrouw had gezegd: ‘Hier is Horssen voor u’ . . . En omdat alles zo geheim was, had er de eerste zondag een ware invasie plaats van vrouwen uit Amsterdam en Rotter­ dam die per autobus naar het Land van Maas en Waal waren gekomen om te zien hoe hun weggeroepen echtgenoten het maakten.’2

De mobilisatie was een onmiddellijke realiteit, maar van de gevechten elders vernam men slechts uit de kranten. Als vanzelf kwam het denken van verreweg de meeste mensen in het patroon terecht dat zich van '14 tot ’i8 gevormd had: anderen voerden oorlog, Nederland was neutraal.

Op 3 september verscheen in de Nederlandse Staatscourant de officiële Neutraliteitsproclamatie der regering. Daar hoorde een geheime instructie bij die het militaire apparaat maar ook de gezagsdragers en ambtenaren van het burgerlijk bestuur nauwkeurig inlichtte wat men, zolang de neutraliteit gehandhaafd werd, te doen o f te laten had. Beide stukken, tevoren opgesteld door het departement van buitenlandse zaken en gedrukt door de Algemene

1 ‘Overzicht van het verloop van de instelling van dc Vcldpostdicnst tijdens de eerste maand van de mobilisatie’, p. 4 (Sectie krijgsgeschiedenis, archieven, groep III-2, pak C , no. 5). 2 ‘Tien jaar geleden’, Nieutve Apcldoonise Crt., 1 aug. 1949.

DE NEUTRALITEITSPROCLAMATIE

Landsdrukkerij, stonden strikt op basis van het geldende volkenrecht. Artikel I van de Neutraliteitsproclamatie luidde:

‘In het rechtsgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, omvattende het grondgebied en watergebied van Nederland, Nederlands-Indië, Suriname en Curagao, de territoriale zee en de boven dit grondgebied, het watergebied en deze territoriale zee zich bevindende luchtruimte, worden generlei vijandelijk­ heden toegelaten. Dit gebied mag door geen der oorlogvoerenden als basis voor operatiën tegen de vijand worden gebruikt.’

Troepen o f hun onderdelen, behorende tot dc oorlogvoerenden, zouden dus, kwamen zij in dat Nederlands rechtsgebied, ontwapend en geïnter­ neerd worden; ook oorlogsschepen o f militaire vliegtuigen dier oorlog­ voerenden zou men in dat geval met hun bemanning interneren; in de Indische wateren zou evenwel, tussen Java en Sumatra, de doorvaart door Straat Soenda toegestaan zijn, mits tevoren aangevraagd. Andere bepalingen hielden in, dat de oorlogvoerenden in het Nederlands rechtsgebied geen strijdkrachten mochten ronselen o f er oorlogsschepen uitrusten o f herstellen (uit- o f doorvoer van wapenen en munitie en in het algemeen van alles wat voor de oorlogvoering nut had, was toegestaan); evenmin mochten de oorlogvoerenden (wij zullen nog zien hoe die bepaling ontdoken werd) in het kader van hun oorlogvoering radiostations o f andere middelen van berichtgeving in het Nederlands rechtsgebied oprichtcn o f exploiteren.

En als de oorlogvoerenden zich nu aan dat alles niet hielden? Het Neder­ landse militaire apparaat en de burgerlijke overheid moesten weten hoe men dan moest optreden. Z o werd bepaald dat op militaire vliegtuigen der oorlogvoerenden die boven Nederlands territoir aangetroffen zouden worden en die niet kennelijk van plan waren te landen, ‘zonder voorafgaande waarschuwing’ het vuur geopend moest worden.1

Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Dc luchtdoelartillerie kreeg nog in september '39 verlof, op elk boven Nederland komend Duits, Engels o f Frans militair vliegtuig te schieten. Van dat verlof werd druk gebruik gemaakt, vooral ook des nachts, ‘en dat kostte’, aldus na de oorlog de commandant van de luchtverdediging,

In document 1939-1945 D E E L (pagina 58-71)