• No results found

Eerdere publicaties Emmerhout Van der Waals en Butler

In document Sporen uit Emmerhout (pagina 37-42)

3 Relevante archeologische theorieën

3.4 Eerdere publicaties Emmerhout Van der Waals en Butler

In 1976 is een kort overzicht gepubliceerd van de opgravingsresultaten van het gebied rondom Bargeroosterveld bij Emmen.156 In het artikel wordt vooral ingegaan op de nederzettingsresten die zijn gevonden bij de opgravingscampagnes in Emmerhout en Angelslo. Hieronder wordt een samenvatting gegeven:

Over een lengte van circa 1 km zijn circa 50 grote en kleine huisplattegronden uit de Midden- en Late-Bronstijd aangetroffen. Bijna alle huizen zijn driebeukig en noord- west-zuidoost georiënteerd.157 De meeste plattegronden zijn van het type Elp en hebben dichtgestelde stijlparen in de ene helft en wijdgestelde stijlparen in de andere helft van het huis. Het deel van de plattegrond met wijdgestelde palen wordt vanwege het voorkomen van haarden geïnterpreteerd als woongedeelte; de helft met dichtge- stelde palen als staldeel.158 Het merendeel van de huizen dateert uit de late 11de tot de 10de eeuw voor Chr. De breedte van de plattegronden varieert van 5 tot 6 meter; de lengte varieert sterker.159 Er komen zowel afgeronde als rechte huiseinden voor.160 Een deel van de plattegronden ligt verspreid over het gebied, maar de meeste platte- gronden zijn geconcentreerd in drie nederzettingskernen.161 Het noordelijke cluster werd aangetroffen onder een pakket stuifzand. Nadat de huizen waren afgebroken is hier nog korte tijd geakkerd, waarna de locatie overstoven raakte. De bewoning op deze plaats bestond in de Bronstijd uit tenminste drie lange huizen van circa 40 x 6 meter met elk een parallel gelegen klein huis, zoals ook is aangetroffen in Elp.162 Uit- gaande van 14C-dateringen zijn twee van de drie lange huizen gelijktijdig. In twee van deze huizen zijn in het woongedeelte twee haardkuilen aangetroffen. Eén hiervan is geïnterpreteerd als oven. Twee oost-west georiënteerde huizen (één driebeukig en één eenbeukig met dragende palen buiten de wanden) dateren uit de IJzertijd.163

Kooi 2008

In 2008 heeft P.B. Kooi een uitgebreidere analyse gemaakt van de plattegronden en de bewoningsontwikkeling in het onderzoeksgebied Angelslo-Emmerhout. Voor de indeling van de plattegronden is Kooi vooral uitgegaan van de typologie van Huijts (zie boven).164 Naast de boerderijplattegronden zijn de belangrijkste plattegronden van bijgebouwen en andere structuren kort benoemd en waar mogelijk ingedeeld naar type.

Voor de bespreking van de bewoningsontwikkeling is het onderzoek door Kooi op- gesplitst in 13 deelplannen, waarvan de deelplannen A t/m G relevant zijn voor het onderzoeksgebied Emmerhout. Van elk deelplan zijn plankaartjes gemaakt met sche- matische plattegronden van de hoofdgebouwen, bijgebouwen en omheiningen (zie fig. 3.9). Vervolgens is per deelplan kort beschreven wat de ontwikkelingen zijn en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkelingen in nabijgelegen deelplannen. Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven van de resultaten van het onderzoek van Kooi.

Deelplan A

De structuren in dit deelplan bestaan uit twee boerderijplattegronden (nummers 1 en 2), vier spiekers en enkele omheiningen. Sommige omheiningen sluiten aan bij de huisplattegronden, andere omsluiten de spiekers of zijn onderdeel van een akkersys- teem. De boerderijen zijn een variant op het type Een. Het geheel vertegenwoordigt twee perioden van een erf uit de IJzertijd.165

Deelplan B

Dit deelplan betreft een cluster van bewoningssporen uit de Bronstijd en de IJzertijd.166 Boerderijplattegrond 7 betreft een variant van het type Emmerhout met een afwij- 154 Harsema 2005, 543, 548; Roymans/

Fokkens 1991, 12. 155 Roymans/Fokkens 1991, 13. 156 Van der Waals/Butler 1976, 54-58. 157 idem, 56.

158 idem, 57. 159 idem, 56. 160 idem, 57. 161 idem, 56.

162 Voor de opgegraven nederzettingsresten in Elp werd in eerste instantie aangenomen dat bij elk groot driebeukig gebouw een klein gebouw met dezelfde structuur hoorde. Een heranalyse heeft echter aangetoond dat sprake is van een chronologisch onderscheid tussen de kleinere en grotere plattegronden, waarbij de kleine plattegronden ouder zijn (Waterbolk 1987). 163 Van der Waals/Butler 1976, 57. 164 Kooi 2008, 334.

165 idem, 361, 362. 166 idem, 364.

kend patroon van paalkuilen en plattegrond 9 betreft een vroeg type Emmerhout.167 De afwijkende boerderijplattegrond nummer 8 is verwant aan het type Hijken uit de Midden-IJzertijd.168

Plattegrond 3 betreft een niet in te delen restant van een huisplattegrond of schuur. Plattegrond 4 is een restant van een plattegrond van een variant op het type Een. Boerderijplattegrond 6 en schuur/stal 5 zijn beide van het type Een en dateren uit de IJzertijd.169 Deze twee structuren liggen samen met een aantal spiekers binnen een in twee perioden aangelegde omheining. De omheiningen op afstand van het erf van structuur 5 en 6 passen gezien hun oriëntatie in hetzelfde (akker)systeem dat ook in deelplan A voorkomt.170

De huisplattegronden in dit deelgebied vertegenwoordigen geen continue ontwik- keling.171 Een schakel tussen de oudste en jongste plattegronden in de vorm van een plattegrond van het type Elp, ontbreekt. Mogelijk heeft die periode van bewoning in deelgebied C gelegen.172 167 Kooi 2008, 357, 359. 168 idem, 361. 169 Kooi 2008, 361, 362. 170 Kooi 2008, 364. 171 ibidem. 172 ibidem. type Emmerhout type Elp IJzertijdplattegrond overige plattegrond spieker of bijgebouw omheining 0 25 m

Fig. 3.9 Schematische weergave van huisplattegronden, bijgebouwen en omheiningen in de deelplannen A t/m G (naar: Kooi 2008, 364-366, fig. 7)

Deelplan C

De vier plattegronden in dit deelplan vertegenwoordigen waarschijnlijk opeenvolgen- de boerderijen van één bedrijf.173 De oudste plattegrond is nummer 11 van het type Emmerhout. De daaropvolgende plattegronden zijn nummer 12 en 13 van het type Elp. Plattegrond 12 heeft een centraal woondeel en stallen ter weerszijden. Dit is het gevolg van een vervanging van het staldeel waarbij het woondeel is gehandhaafd. Plattegrond 13 heeft een stal aan de zuidzijde die in schuine richting is uitgebreid.174 Aansluitend aan deze plattegrond ligt een onregelmatig gebogen en onvolledige omheining, die is geïnterpreteerd als veekraal zoals ook is aangetroffen in Elp.175 Plattegrond 10 tenslotte betreft een restant van een plattegrond van het type Een uit de IJzertijd.176

Deelgebied D

In dit deelgebied komen voornamelijk plattegronden van het type Elp voor.177 Plat- tegrond 16 heeft mogelijk net als plattegrond 15 een kort woondeel gehad dat is vergroot, terwijl de stal lijkt te zijn ingekort. In de stal van plattegrond 16 zijn deels duidelijke stalscheidingen aanwezig. Plattegronden 17 en 19 betreffen beide korte plattegronden van het type Elp. Plattegrond 17 heeft drie mogelijke silokuilen in het woongedeelte. Plattegrond 22 betreft een boerderijplattegrond met een haardkuil in het woondeel, een paar brede ingangen, middenpalen en fosfaatinfiltratie in de stal.178 Van de plattegronden 24 en 26 is alleen het staldeel aanwezig. Bij plattegrond 24 is het woondeel door recente ingravingen verstoord, terwijl de rest van plattegrond 26 buiten het opgegraven vlak heeft gelegen. Plattegrond 25 betreft een lange plattegrond die bestaat uit vier fasen. Door de verschillende verbouwingsfasen zijn de einden onduidelijk geworden. De plattegrond heeft drie haardkuilen, een infiltratieplek in een staldeel en aanwijzingen voor wandversteviging van zodenstapeling.179

Twee huisplattegronden vallen niet onder het type Elp. Plattegrond 14 betreft een boerderij van het type Een uit de IJzertijd met veel extra paalkuilen en een haardkuil op de overgang van het woondeel naar de stal. Plattegrond 21 is een afwijkende korte ijzertijdplattegrond met een zware wandgreppel met wandpalen maar zonder dak- voetsteunen buiten de wand.180

Naast huisplattegronden komen in deelplan D vijf spiekers en een aantal andere bijge- bouwen en structuren voor. Plattegrond 18 betreft een tweebeukige schuur. Platte- grond 20 betreft een restant van een stal of schuur met een afwijkende plattegrond. Plattegrond 23 is vanwege de dicht opeen geplaatste staanders geïnterpreteerd als stal. Naast de huisplattegronden 14 en 15 liggen twee omheinde perken (nummers 90 en 91) die voor de opvang van vee hebben gediend.181

Opvallend zijn de omheiningen die de twee plattegronden 16 en 17 bijna volledig lijken omsluiten. Rond plattegrond 19 zijn fragmenten van een omheining te zien die misschien dezelfde (rituele) betekenis hebben gehad.182

De plattegronden zijn onder te verdelen in twee groepen die een gelijktijdige ontwik- keling vertegenwoordigen. Deze begint met de twee korte plattegronden 17 en 19 en wordt voortgezet in 16, 15, 14 naar het noorden en 22, 25, 26 naar het zuiden. De zuidelijke serie zou kunnen eindigen met plattegrond 21, die waarschijnlijk uit de Vroege-IJzertijd dateert.183

Deelplan E

Omdat in dit deel van de opgraving veel sporen door recente ingravingen zijn vernie- tigd, zijn de plattegronden hier incompleet. De vier plattegronden 27, 28, 29 en 30 zijn alle van het type Elp en vertegenwoordigen waarschijnlijk opeenvolgende fasen van één bedrijf.184 173 Kooi 2008, 365. 174 idem, 359, 360. 175 Kooi 2008, 365. 176 Kooi 2008, 360. 177 Kooi 2008, 365. 178 idem, 360. 179 idem, 360. 180 idem, 361. 181 idem, 362. 182 idem, 369. 183 Kooi 2008, 366. 184 idem, 360, 367.

Deelplan F

De meest bekende plattegrond in dit deelplan is de grote, uitzonderlijk complete plattegrond 32 van het late type Emmerhout. De parallel aan nummer 32 gelegen plat- tegrond 31 is ook van het type Emmerhout. Mogelijk betreft dit een bijgebouw.185 In het zuiden van dit deelplan liggen twee elkaar overlappende huisplattegronden. Plattegrond 33 betreft een tweebeukige schuur of stal met een centrale haardkuil. De grote paalkuilen aan de korte einden suggereren dat daar palen zijn uitgegraven.186 Plattegrond 34 is een boerderij van het type Emmerhout, waarvan de wand deels be- waard is. De verkleuring door infiltratie van de stal loopt door tot buiten de wand.187 Het is niet duidelijk of plattegrond 33 en 34 twee opeenvolgende gebouwen zijn geweest.188

Door dit deelplan lopen van noordwest naar zuidoost drie evenwijdige staketsels. Deze omheiningen zijn mogelijk samen met de omheiningen in de naastgelegen opgra- vingsputten onderdeel van een akkersysteem uit de IJzertijd. Ook de spiekers 44 t/m 47 horen waarschijnlijk bij dit ijzertijdcomplex. Het kleine omheinde perk 48 is niet nader te dateren. Naast dit perk liggen twee kuilencomplexen uit de Bronstijd. De begrenzing van het ene complex in de vorm van een driehoek wijst erop dat hier een omheining moet zijn geweest.189

Deelplan G

Deelplan G betreft een enkele opgravingsput met een gedeelte van een niet nader te typeren huisplattegrond (nummer 35).190

Waterbolk 2009

Waterbolk geeft in Getimmerd Verleden voor een aantal huisplattegronden uit het onder- zoeksgebied Emmerhout een datering die afwijkt van de datering van Kooi (2008). Het betreft de huisplattegronden 1, 2 en 10 (nu aangeduid met nummer 7, zie hoofd- stuk 2) die door Kooi zijn benoemd als variant op het type Een uit de Vroege-IJzer- tijd.191 Waterbolk schaart deze plattegronden onder het door hem onderscheiden type Hesel B met een datering in de Vroege tot Midden-Bronstijd.192

185 Kooi 2008, 359, 367. 186 idem, 362. 187 idem, 359. 188 Kooi 2008, 367. 189 ibidem. 190 ibidem. 191 Kooi 2008, 359, 361. 192 Waterbolk 2009, 43.

4

Landschappelijke en archeologische

In document Sporen uit Emmerhout (pagina 37-42)