• No results found

De mechanismen (M) van throughput-legitimiteit

In document Een Lokaal Sociaal Contract (pagina 40-43)

Hoofdstuk 3: Theoretisch kader

3.4 De mechanismen (M) van throughput-legitimiteit

Ten derde volgen de mechanismen die moeten leiden tot een verhoogde throughput-legitimiteit. De mechanismen worden behandeld naar hoe coproductie deze mechanismen activeert en hoe deze mechanismen moeten leiden tot throughput-legitimiteit op gewenst niveau. De mechanismen van

throughput-legitimiteit hebben als doel, net als het CMO-model van Pawson en Tilley (2004) om

het proces te evalueren en de black box te openen. Met de mechanismen van Schmidt wordt onderzocht of de throughput-legitimiteit is verhoogd door coproductie. “Throughputlegitimacy concentrates on what goes inside the black box,” aldus Schmidt [CITATION Sch13 \p 5 \n \t \l 1043 ].

3.4.1 De normatieve mechanismen bij throughputlegitimiteit

Bij het CMO-model dient volgens Pawson en Tilley (2004) de interventie mechanismen (M) te activeren, zodat deze mechanismen, als deel van een overkoepelende onafhankelijke variabele een (in dit geval) positieve invloed kunnen uitoefenen op de afhankelijke variabele: throughput-

legitimiteit. Throughput-legitimiteit is proces-georiënteerd en gebaseerd op de kwaliteit van interactie (Schmidt, 2013, p. 5).

Mechanismen worden normatief bepaald om te analyseren hoe een proces vergaat. Een proces dat normaliter een black box vormt tussen interventie en beoogd effect. Voor de procesevaluatie en het CMO-model van deze scriptie is het dus van belang mechanismen te analyseren die betrokkenheid van burgers bij het beleidsproces verbinden met hogere throughput- legitimiteit. Verscheidene mechanismen zijn te onderscheiden als het gaat om throughput- legitimiteit. Het proces richting meer throughput-legitimiteit omvat volgens Schmidt (2013) een vijftal mechanismen: doeltreffendheid, verantwoording, transparantie, inclusiviteit en openheid.

De argumentatie voor het gebruik van Schmidts mechanismen is drievoudig. Ten eerste zijn haar mechanismen niet louter bedoeld voor EU-studie, maar ook lokaal toepasbaar (Schmidt, 2019) en dus ook op deze casus toepasbaar. Schmidts (2013; 2019) mechanismen komen voort uit een lange geschiedenis van legitimiteitsstudie van verschillende politiek bestuurlijke systemen, niet alleen over de Europese Unie. Ze geeft in haar artikel uit 2019 over de conceptualisering van de door haar opgestelde mechanismen dat veel academici de mechanismen gebruik voor studie op zowel lokaal, nationaal als supranationaal niveau (Schmidt, 2019, p. 4). Ten tweede past haar onderscheid in mechanismen in het CMO-model, omdat Pawson en Tilley (2004) ook over het onderscheid van mechanismen richting een beoogd effect schrijven. Ten derde, omdat Schmidt (2013; 2019) – net als Pawson en Tilley (2004) – expliciet spreekt over het belang van het openen van de black box als het gaat om overheidsprocessen. Schmidts mechanismen over throughput- legitimiteit gaan over de kwaliteit van interactie tussen staat en gemeenschap. Alle vijf de mechanismen leiden volgens Schmidt (2013) tot throughput-legitimiteit. De mechanismen zijn noodzakelijk, omdat anders de ontvangers (de Dolphianen) de gemeente in dit geval niet accepteren. Schmidt (2013) legt uit dat deze mechanismen noodzakelijk zijn, omdat een politiek bestuurlijk systeem anders door een legitieme ondergrens zakt en de burgers het politiek bestuurlijk systeem niet langer accepteren/volgen. Het gebrek aan acceptatie en volgzaamheid met een legitimiteitscrisis als gevolg is beschreven door Wimmel (2009). Sociaal protest is dan het gevolg (Wimmel, 2009).

De mechanismen dienen dus de throughput-legitimiteit te verhogen naar een ondergrens: werkende mechanismen. Het eerste mechanisme doeltreffendheid, zorgt voor meer legitimiteit, omdat door coproductie de burger dichter betrokken raakt bij de democratische afgevaardigden (in het geval van de sociale hypotheek de gemeenteraad) en dat daarom de besluitvormers besluiten kunnen nemen, die dichter liggen bij de wensen van de burger. Het besluitvormingsproces is daarmee doeltreffender, doordat de burger middels coproductie betrokken raakt bij het proces om de

sociale hypotheekverstrekking van tekentafel tot uitvoering te brengen. Bij doeltreffendheid gaat het om de kwaliteit van die interactie en participatie. Hoe is de interactie tussen gemeenteraad/wethouders en de burgers van Dolphia?

Het tweede mechanisme is verantwoordelijkheid en zorgt voor meer legitimiteit, omdat bij coproductie de gemeente verantwoordelijkheid voor de output uit handen geeft. Welke mate de organisatie verantwoordelijk is voor de output dat uit de gezamenlijke dienstverlening met de burger voortvloeit, is van belang voor het mechanisme verantwoording [ CITATION Sch13 \l 1043 ].

Transparantie, het derde mechanisme, zorgt middels coproductie voor meer legitimiteit door

de onderlinge afspraken duidelijk en transparant te formuleren. Coproductie houdt rekening met de inputeisen van de burgers, omdat het idee van coproductie is dat burgers ook actief beleid vormgeven. Hoe duidelijker de gemeente Enschede rekening houdt met de inputeisen van de burgers en deze dus transparant en toegankelijk formuleert, hoe hoger de throughput-legitimiteit. Transparantie gaat over de toegankelijkheid van informatie die burgers hebben over gemaakte afspraken (Schmidt, 2013, p. 6).

De mechanismen inclusiviteit en openheid gaan over de toegang die burgers hebben om hun publieke belang te waarborgen tijdens het proces van beleidsvorming. Deze input is anders dan input van georganiseerde belangengroepen die politieke druk willen uitoefenen via lobbygroepen, protesten, demonstraties, petities en sociaal activisme. Bij throughput-legitimiteit gaat het over de poging van het politieke systeem zelf om inclusief en open de maatschappij te betrekken bij het leveren van publieke dienstverlening. (Schmidt, 2013, p. 7).

Inclusiviteit gaat in het geval van de gemeente Enschede over het bereiken van de complete

maatschappij met al zijn diversiteit. Als de gemeente door coproductie met de bewonerscommissie Dolphia een grotere groep bereikt dan voorheen is er sprake van een verhoogde throughput- legitimiteit.

Openheid is de kwaliteit van de relatie tussen gemeente en burgers. De drempel moet voor

de burgers niet te hoog zijn om überhaupt de stap te maken om een stem te laten horen tegenover ambtenaren. Openheid gaat ook over de kloof tussen de gemeente Enschede en de bewoners van de wijk Dolphia. Hoe groot is deze, en hoe kunnen zij deze gezamenlijk overbruggen? Openheid gaat ook over constructieve throughput. Ten eerste de manier waarop beleid in de regel wordt gevormd binnen bepaalde ethische kaders die gebaseerd zijn op de publieke waarden en belangen van de 'civil society’ [ CITATION Sch19 \l 1043 ] – in dit de geval de mini civil society van de Dolphianen. Openheid gaat als tweede ook over de kwaliteit van deliberatie tussen de staat en haar burgers. Onderhandelt de gemeente alleen maar met haar burgers en kijkt de gemeente daar wat het

kan missen, of luistert de gemeente daadwerkelijk naar de argumenten van de burgers waar ze mee in gesprek zijn? Als laatste is het voor het mechanisme openheid belangrijk om in afweging te nemen wat Schmidt (2013) informele ‘discursieve representatie’ noemt: de meningen en argumenten van groepen en invloedrijke persoonlijkheden die ad hoc tijdens constructieve hoor en wederhoor een impact hebben op beleidsmakers (Schmidt, 2013, p. 7).

Coproductie kan als interventie middels vijf mechanismen zorgen voor een verhoogde

throughput-legitimiteit. Deze mechanismen kunnen echter alleen maar plaatsvinden als deze nieuwe

vorm van coproductie voldoet aan bepaalde noodzakelijke contextfactoren (C). Deze komen aan bod in de volgende paragraaf.

In document Een Lokaal Sociaal Contract (pagina 40-43)