• No results found

2. THEORETISCH LUIK

2.5. H ET BRENGEN VAN SLECHT NIEUWS : D E BELEVING VAN DE SLECHTNIEUWSMELDER

2.5.3. De gevolgen van tragische slechtnieuwsmeldingen

De driehoek van impact van De Soir (2006) verteld ons hoe het komt dat iemand een slechtnieuwsmelding zwaarder percipieert ten opzichte van zijn of haar collega. Echter wat de exacte gevolgen kunnen zijn van dergelijke meldingen werd tot nu toe nog niet besproken. De literatuur stelt dat de individuele reactie op tragische gebeurtenissen zoals slechtnieuwsmeldingen drie componenten in zich kan dragen; (a) een cognitieve beoordeling, (b) een fysiologische reactie en (c) een gedragsmatige reactie op de gebeurtenis (Van Patten and Burke 2001). De combinatie van deze drie componenten kan de impact van een tragische slechtnieuwsmelding op een persoon duidelijk maken en de mogelijke gevolgen verklaren. Zo kan de cognitieve beoordeling van een gebeurtenis een verklaring bieden voor het soort emoties dat een slechtnieuwsmelding teweeg brengt. De fysiologische reactie kan vertaald worden in de fysiologische veranderingen die optreden door een slechtnieuwsmelding zoals bijvoorbeeld een verhoogde hartslag en transpiratie (Bogaert and Ponsaers 1996). En de gedragsmatige reactie op een gebeurtenis heeft vanzelfsprekend betrekking op de veranderingen in het gedrag door een slechtnieuwsmelding. Zo zullen sommigen zich eerder afsluiten of anderen net steun zoeken bij collega’s (Van De Ven, Van Den Tooren et al. 2013).

In de globale inleiding werd er reeds gerefereerd naar een aantal algemene cijfers met betrekking tot stress, burn-out en zelfmoord bij politieagenten. Hoewel we deze met de nodige korrel zout moeten nemen wegens het ontbreken aan validiteit gaan we toch dieper in op een aantal van deze aspecten waarbij we de functie van slechtnieuwsmelder in het achterhoofd houden. Zouden slechtnieuwsmelders tot een risicogroep behoren dat meer stress ervaart bij het uitoefenen van hun job? Wat is de prevalentie met betrekking tot het ontwikkelen van een post traumatische stress stoornis voor de slechtnieuwsmelder? Bestaan er nog andere gevolgen voor de slechtnieuwsmelder, op persoonlijk of beroepsmatig vlak? Voor elk van boven gestelde vragen zal gepoogd worden een onderbouwd antwoord te formuleren aan de hand van eerdere literatuur. Hierbij dient wel steeds in acht genomen te worden dat door het ontbreken van gefundeerd voorgaand onderzoek, er steeds voorzichtig dient omgesprongen te worden met veronderstellingen.

2.5.3.1. Stress bij de slechtnieuwsmelder

“Stress kunnen we beschouwen als een aanpassingsreactie aan de verhoogde eisen die vanuit de omgeving op een individu afkomen. Het evenwicht tussen de draagkracht en de draaglast wordt op zijn minst tijdelijk verbroken” (De Soir 1997).

De job als politieagent wordt aanzien als een job die potentieel stressvol kan zijn (Van Ryckegem 2008, Van der Velden, Bosmans et al. 2012). Zo kan er sprake zijn van organisationele bronnen van stress die als synoniem fungeren voor ‘werkstress’ (De Soir 1997).

Dit is stress ontstaan door stressoren op het werk zoals het doorvoeren van de zoveelste reorganisatie, de zware werkdruk, moeilijke verlofregelingen, onregelmatige diensturen, conflicten tussen collega’s, onvoldoende erkenning van het beroep etc… (Van der Velden, Bosmans et al. 2012). Dergelijke vormen van organisationele stress kunnen eventueel leiden

tot een burn-out (Van Patten and Burke 2001, Van Ryckegem 2008). Dit kunnen we schetsen aan de hand van een voorbeeld; bij lokale politiezones waarbij de werkdruk te hoog ligt door het tekort aan slechtnieuwsmelders kunnen er mogelijks slechtnieuwsmelders zijn die kampen met burn-outsymptomen. Of dit voorbeeld realiteit is zal echter moeten blijken uit het empirisch onderzoek. Zonder verder onderzoek is het namelijk niet vast te stellen of uit te sluiten.

Naast vormen van organisationele stress kan er ook sprake zijn van operationele bronnen van stress. Deze vorm van stress is te wijten aan het soort politiewerk dat men moet uitvoeren (Collins and Gibbs 2003). Bij bepaalde functionaliteiten wordt men dikwijls geconfronteerd met allerhande tragische en emotioneel ingrijpende en/of potentieel traumatische gebeurtenissen (Van der Velden, Bosmans et al. 2012). In het geval van de slechtnieuwsmelder kan er niet ontkent worden dat men veelvuldig geconfronteerd wordt met gebeurtenissen die een slechte afloop kennen. Zaken zoals dodelijke verkeersongelukken, zelfdoding, wiegendood komen jammer genoeg frequent voor (Rober 2012). Tijdens het uitoefenen van hun job trachten zij zich steeds te vergewissen van de situatie op de plaats van de feiten waarna zij het onheilspellend bericht aan de nabestaande(n) moeten meedelen (Creten 2004). Het uitoefenen van deze functie kan bijgevolg aanzien worden als stresserend en emotioneel belastend (Buckman 1984, Orlander, Greame Fincke et al. 2002, Collins and Gibbs 2003). Vermits het ervaren van operationele stress in de literatuur wordt toegeschreven aan het ervaren van dergelijke gebeurtenissen is het aannemelijk dat de slechtnieuwsmelders van lokale politie meer operationele stressoren zouden ervaren in tegenstelling tot andere medewerkers van politie.

Doch mogen we er opnieuw niet vanuit gaan dat dit wel of niet het geval is. Het ontbreken van gespecifieerd onderzoek met betrekking tot de slechtnieuwsmelder maakt het enorm moeilijk om de gevolgen en de impact van de melding op de boodschapper in kaart te brengen.

Er kan echter wel gesteld worden dat er volgens opeenvolgende onderzoeken in Westerse landen meer sprake is van organisationele stress dan van operationele stress bij politiemedewerkers (Hart, Waering et al. 1993, Van der Velden, Bosmans et al. 2012). Hierbij is het wel belangrijk op te merken dat elke studie onderzocht of er statistische significante samenhang bestond op groepsniveau. Dit impliceert dat er niet mag uitgesloten worden dat er op individueel niveau in meerdere mate sprake kan zijn van operationele stressoren (Brown and Campbell 1994, Van der Velden, Bosmans et al. 2012). Verder trachtte het onderzoek van (Van Ryckegem 2008) naar de oorzaken en de gevolgen van stress en welbevinden bij de geïntegreerde politie de interne verschillen met betrekking de functionaliteit en het ervaren van stress in kaart te brengen. Er werd geconcludeerd dat de mate van stress dat men ervaart afhankelijk is van de functionaliteit dat met uitoefent (Van Ryckegem 2008). Of dit de functionaliteit slachtofferbejegening hier één van is, is moeilijk te zeggen daar men de resultaten aangaande de slachtofferbejegenaar als enigste niet vermeld zijn in het artikel.

Enerzijds zijn de slechtnieuwsmelders van lokale politie een doelgroep die voorheen nog niet afzonderlijk benaderd werden, waardoor het moeilijk is om gefundeerde en pasklare antwoorden te geven. Anderzijds mag het subjectieve karakter van de masterproef zeker niet uit het oog verloren worden. Zoals de driehoek van impact van (De Soir 1997) het stelt, zal een slechtnieuwsmelding niets steeds op dezelfde manier gepercipieerd worden. Daarnaast mag ook de invloed van genetische en biologische aspecten niet vergeten worden. Het zal uit het empirisch onderzoek, gevoerd in het kader van deze masterproef, moeten blijken welke vormen van stress van toepassing zijn op de slechtnieuwsmelder van lokale politie en hoe deze eventueel onderling samenhangen.

2.5.3.2. Schokkende en traumatisch slechtnieuwsmeldingen

- Critical police incidents of schokkende gebeurtenissen

De frequentie van het aantal tragische slechtnieuwsmeldingen kan in bepaalde politiezones bijzonder hoog liggen. Zo kunnen er in grote politiezones zoals Gent dagelijks meldingen plaatsvinden (SLN 2016). Dit impliceert dat er niet veel tijd is voor bepaalde slechtnieuwsmelders om tragische meldingen plaats te geven.

(Kunst 2013) definieert dergelijke gebeurtenissen als zogenaamde ‘critical police incidents’.

Hiermee verwijst hij naar de uiteenlopende schokkende ervaringen waarmee medewerkers van politie tijdens de uitoefening van hun job kunnen geconfronteerd worden. Een schokkende gebeurtenis kan als het volgt geïnterpreteerd worden; “Een gebeurtenis is schokkend wanneer het buiten het patroon van de gebruikelijke menselijke ervaring ligt en vrijwel bij iedere betrokken persoon een vorm van leed veroorzaakt”.

De woorden “gebruikelijke menselijke ervaring” refereren naar het gegeven dat politiemensen geconfronteerd kunnen worden met tragische gebeurtenissen die voor de gewone burger als schokkend ervaren kunnen worden (Bogaert and Ponsaers 1996). Echter door hun ervaring hebben bepaalde politiemensen wel een vorm van maturiteit gevormd omtrent het ervaren van dergelijke gebeurtenissen. Maar er zijn bepaalde zaken waar ook politiemensen, of in dit geval slechtnieuwsmelders, niet aan kunnen wennen (Bogaert and Ponsaers 1996, Hilkens and Huisintveld 1996).

Ondanks dat de definiëring van (Kunst 2013) van toepassing is op politiemedewerkers in het algemeen hanteren we in deze masterproef de term ook om tragische slechtnieuwsmeldingen te omschrijven. Een melding kan namelijk voor de melder ook als schokkend geïnterpreteerd worden (Van Patten and Burke 2001). Bovendien moet ook de vraag gesteld worden wanneer

een slechtnieuwsmelding voor de melder een psychotrauma kan worden. Wanneer een melding exact schokkend en/of traumatisch is voor de slechtnieuwsmelder zal niet kunnen beantwoord worden wegens het subjectieve aspect van deze masterproef. Er kan wel ingeschat worden welke aspecten als bepaalde risicofactoren optreden. Al moet er duidelijkheid geschept worden omtrent de definiëring van bepaalde begrippen. Bovendien mag er ook niet verondersteld worden dat het ervaren van een slechtnieuwsmelding als schokkend en/of traumatisch een één-op-één relatie is. Het één sluit het andere niet uit maar er mag niet verondersteld worden dat het één het ander steeds opvolgt.

(Carlier, Camberts et al. 1994) maakten een onderscheid tussen depressogene of confronterende gebeurtenissen18 en gewelddadige of bedreigende gebeurtenissen. Er zal echter alleen aandacht besteed worden aan de depressogene of confronterende gebeurtenissen daar hierbij de nadruk ligt op de confrontatie met de tragische gevolgen van een gebeurtenis. Dit zijn statische gebeurtenissen waarbij de hulpverlener niets meer aan de situatie kan veranderen.

Daarenboven wordt hierbij expliciet verwezen naar slechtnieuwsmeldingen in het kader van dodelijke verkeersongevallen, suïcide en moord (Carlier, Camberts et al. 1994, De Soir, Van Den Steene et al. 2007).

Na nazicht van het IPG-project van (Carlier, Camberts et al. 1994)19 en de recentere studie (Van Beek, Taris et al. 2013), bij respectievelijk 275 en 1535 politiemensen werkzaam in diverse functionaliteiten, blijkt dat politiemensen eerder te maken krijgen met depressogene dan met gewelddadige gebeurtenissen tijdens de uitoefening van hun job. Dezelfde bevindingen worden

18 Depressogene of confronterende gebeurtenissen mogen als synoniemen beschouwd worden voor schokkende gebeurtenissen en/of critical police moments.

19 Carlier, I. V. E., Lamberts, R. D., & Gersons, B. P. R. voerde in de jaren ‘90 een grootschalig longitudinaal onderzoek uit dat afgekort het IGP-project genoemd werd. Dit stond voor ‘Ingrijpende Gebeurtenissen

teruggevonden wanneer het Zweedse onderzoek van (Karlsson and Christianson 2003) van dichterbij wordt bekeken. Ook hier ervaarde politieagenten voornamelijk depressogene gebeurtenissen. Veelal ging het om situaties waarbij dodelijke ongelukken hadden plaatsgevonden of waar er sprake is van zelfdoding of moord (Carlier, Camberts et al. 1994, Karlsson and Christianson 2003). Jammer genoeg focussen geen enkele van deze studies primair op de individuele politieagent. Laat staan dat er specifieke aandacht zou zijn voor de slechtnieuwsmelders van de lokale politie eenheden. Er kan uit deze onderzoeksresultaten wel geconcludeerd worden dat het voornamelijk de zaken zijn waarbij er dodelijke slachtoffers zijn en waarbij er sprake is van een suïcide of moord die ervoor zorgen dat een tussenkomst voor politiemensen als schokkend beschouwd wordt. Wat er niet kan vastgesteld worden is dat deze telkens als schokkend zullen ervaren worden. Het is geen causaal verband.

Slechtnieuwsmelders worden namelijk haast elke keer met dergelijke feiten geconfronteerd.

Indien zij deze meldingen telkens als depressogeen of schokkend zouden ervaren zou dat niet bevorderlijk zijn voor hun psychosociaal welzijn. De prevalentie hiervan is moeilijk vast te stellen.

Enkel indien er sprake zou zijn van de aanwezigheid van bepaalde risicofactoren (Habersaat, Geiger et al. 2014)zoals de identificatie met het slachtoffer of getroffenen (Hetherington, Munro et al. 1997), betrokkenheid van kinderen (Van Patten and Burke 2001) of het beleven van een tragische gebeurtenis vroeg in de carrière (Karlsson and Christianson 2003)is het, met de nodige voorzichtigheid, een plausibele gedachte dat een slechtnieuwsmelding als schokkend wordt ervaren of dat het gedefinieerd kan worden als een ‘critical police moment’ (Kunst 2013). Deze risicofactoren kunnen er namelijk voor zorgen dat het psychisch draagvlak van de driehoek van impact kleiner wordt (De Soir 1997).

Er wordt veel belang gehecht aan de achterliggende gedachte van deze driehoek van impact omdat deze ook rekening houdt met de persoonlijke ervaringen in iemands leven. Indien een slechtnieuwsmelder bijvoorbeeld in zijn of haar persoonlijke levenssfeer reeds geconfronteerd is met zelfmoord en tijdens de job geconfronteerd wordt met een gelijkaardige situatie, zal dit hoogstwaarschijnlijk op een heel andere manier beleefd worden. Deze denkwijze wordt bevestigd door (Walker 1997) die stelt dat het beter is om de primaire focus te leggen op de interpretatie van het individu dan te werken met schalen of categorieën.

- Traumatische gebeurtenis

Verder kan een tragische slechtnieuwsmelding niet alleen als schokkend maar ook als traumatisch ervaren worden. Indien het psychisch evenwicht van de slechtnieuwsmelder voor enige tijd verstoord is en hierbij bepaalde symptomen aanwezig zijn zoals het herbeleving en vermijding van zaken gerelateerd aan de gebeurtenis. Dan is een tragische slechtnieuwsmelding niet alleen schokkend geweest maar ook traumatisch. Een traumatische ervaring mag volgens volgende definitie geïnterpreteerd worden. “Een trauma, buiten uiterlijke lichamelijke kwetsuren gerekend, is elke vorm van emotionele of psychische schade dat veroorzaakt is door externe factoren of door stress. Een trauma is een schokkende fysieke of emotionele ervaring dat kan omschreven worden als éénmalige, zeer heftige of een langdurige, continue stresstoestand waarbij de oorzaak van buitenaf komt, dat sterke angstgevoelens oproept, dat ontwrichting van het leven en een machteloosheidsgevoel teweegbrengt” (Bogaert and Ponsaers 1996).

Het onderzoek van (Carlier, Camberts et al. 1994) was overtuigend in de stelling dat depressogene gebeurtenissen de oorzaak kunnen zijn van een psychotrauma. In de meeste gevallen zijn dit plotse, kortdurende schokkende gebeurtenissen die eenmalig voorkomen. Al is het niet onaannemelijk dat er in bepaalde gevallen ook sprake kan zijn van langdurige, met

of zonder de combinatie van een herhaaldelijke, traumatisering. Bij politiemensen en andere hulpverleners worden voornamelijk trauma’s van de eerste soort vastgesteld (Horn 1991). Al zijn er altijd uitzonderingen die de regel bevestigen.

In de politionele context is er reeds veel inkt gevloeid met betrekking tot politiewerk en trauma.

Dit is spijtig genoeg opnieuw niet het geval voor de functie van de slechtnieuwsmelder. Om deze redenen is lijkt het noodzakelijk om het begrip trauma vanuit de invalshoek van de slechtnieuwsmelder te bekijken. Want ondanks dat de vermelding naar de slechtnieuwsmelder schaars is in de literatuur, zijn er toch bepaalde raakvlakken te bespeuren met betrekking tot deze onderzoeksgroep.

Zo zou er vanuit de bril van de operationele stressoren van de slechtnieuwsmelder namelijk sprake kunnen zijn van compassievermoeidheid bij de slechtnieuwsmelder. Symptomen van uitblussing steken hier de kop op door de herhaaldelijke en nabije betrokkenheid met slachtoffers (Kop, Euwema et al. 1999). Deze werk-gerelateerde en specifieke vorm van burn-out wordt bovendien dikwijls gelinkt aan het werk bij politie (Kunst 2013). Daarnaast kan er ook sprake zijn van een vicarious traumatization (McCann and Pearlman 1990). Dit soort trauma kan ontstaan wanneer een hulpverlener door het contact met een slachtoffer bepaalde symptomen van PTSS ontwikkelt. Het aanhoren van verhalen van slachtoffers van traumatische gebeurtenissen kunnen namelijk potentieel traumatiserend zijn (Kunst 2013). In de literatuur noemt men dit trauma transmission of secundaire traumatische stress.

Zo zijn de mogelijke klachten wanneer iemand een gebeurtenis als traumatisch percipieert20 (a) het herbeleving van gebeurtenissen of terugkerende herinneringen, hierbij kan het zijn dat iemand een beeld, geluid of geur maar niet uit zijn of haar hoofd kan zetten en men zich er blijft aan herinneren (De Soir 2000). Daarnaast zijn er ook (b) de vermijdingen van confrontaties die hem of haar aan het trauma doen terug denken. Dit kan zich in het dagelijkse leven uiten door bijvoorbeeld niet meer langs een bepaalde plaats te rijden. Verder kunnen er klachten zijn met betrekking tot (c) een negatieve stemming waarbij men leidt aan interesseverlies, het hebben van schuldgevoelens en het afzonderen van derden. Tot slot kan men enorm (d) prikkelbaar en over-waakzaam zijn. Dit manifesteert zich dikwijls in slaapproblemen, schrikreacties en frustraties (Collins and Gibbs 2003).

Het interpreteren van een gebeurtenis als traumatisch kan vergeleken worden met het ervaren van een ongeconditioneerde stimulus die een ongeconditioneerde emotionele respons teweeg brengt (Reiser and Geiger 1984). Wanneer bovenstaande klachten langer dan 4 weken na de gebeurtenissen aanhouden en zorgen voor ernstig lijden of beperkingen in het functioneren teweegbrengen, dan kan er gesproken worden van het hebben van een post traumatische stress stoornis volgens de DSM-V. Voordien spreekt men van een acute stressreactie (De Soir, Van Den Steene et al. 2007).

In het licht van deze masterproef durven we ervan uit te gaan dat bepaalde politiemedewerkers weldegelijk aan PTSS leiden. Onderzoek van (Carlier, Camberts et al. 1994), (Aertssen 2002), (Van den Broeck 2008) en (Smit, Gerson et al. 2013) confirmeren dit. PTSS werd destijds gedefinieerd als de meest voorkomende problematiek veroorzaakt door het ervaren van een

20 Volgende opsomming is gebaseerd op de huidige symptomen van PTSS volgens de huidige versie van de DSM

schokkende gebeurtenis (Carlier, Camberts et al. 1994). Of hieronder ook slechtnieuwsmelders van lokale politie te rekenen zijn, is echter niet vast te stellen. Maar het is wel zo dat deze aanzienlijk vaker voorkomt bij personen die beroepsmatig met potentieel traumatische gebeurtenissen in contact komen (Van den Broeck 2008). Hoe dan ook zijn er geen recente cijfers voorhanden met betrekking tot het aantal agenten op lokaal niveau met PTSS(symptomen) die momenteel in behandeling zijn of geweest zijn bij het federale stressteam21.

Tot slot mogen politiemedewerkers en in casu de slechtnieuwsmelder ook niet gemedicaliseerd worden (Kunst 2013). In januari 2013 trad een Circulaire PTSS Politie bij onze Noorderburen in werking22. Deze circulaire betekende de erkenning van PTSS als beroepsziekte bij politie, waarbij het niet langer noodzakelijk was dat het een gevolg was van werkomstandigheden met een buitensporig karakter. De beweegreden van deze circulaire was dat ook het normale werk van politiemensen, buitensporig van aard kan zijn wegens de regelmatige blootstelling aan potentieel traumatische en mogelijks stresserende gebeurtenissen (Kunst 2013). Hoewel er, zeker in het licht van deze masterproef, bezorgdheid is omtrent het psychosociaal welzijn van de politieman en vrouw kan er niet ontkend worden dat er een tendens bestaat om dergelijke gebeurtenissen vanzelfsprekend als potentieel traumatisch te classificeren (Kunst 2013). Het zou verkeerd zijn te stellen dat als gevolg van dergelijke stresserende en/of potentieel traumatische gebeurtenissen men automatisch een verhoogd risico loopt op het ontwikkelen van een post traumatische stress stoornis. Indien dit wel het geval zou zijn zouden er wellicht

21 Blijkt uit schriftelijke vraag voor de Kamer van Volksvertegenwoordigen van Lijnen, N. – Bulletin nr.:

Bo97/zittingsperiode 54 – betreffende weerbaarheid politie

22 Richtlijn voor de beoordeling van Post Traumatisch Stress Syndroom bij de politie van 1 januari 2013,

nog maar weinig slechtnieuwsmelders werkzaam zijn bij politie, gezien hun emotioneel belastend takenpakket.

2.5.3.3. Suïcide

In 2016 konden er ongeveer 26 zelfmoordpogingen per dag vastgesteld worden (Portzky, Van Autreve et al. 2010). Er kan dus verondersteld worden dat de slechtnieuwsmelder dikwijls in aanraking komt met zaken waarbij zelfmoord de reden is van de melding. (Van Beek, Taris et al. 2013) stelde in hun onderzoek omtrent de psychosociale gezondheid van politiepersoneel vast, dat er een significant verschil was tussen deelnemers en de controlegroep met betrekking tot het denken aan de dood. Doch, was er geen verschil op te merken ten opzichte van de indicatoren met betrekking tot suïcidaliteit.

Wegens een gebrek aan systematische rapportering en het bestaan van een dark number is het moeilijk in te schatten wat de zelfmoordcijfers bij politiemensen zijn. (Govaert and Lemmens 2004, Cuvelier, Heuskin et al. 2008) stellen het op een gemiddeld cijfer van 19 politiemensen per jaar. Ondanks er geen onderscheid kon gemaakt worden naargelang de functionaliteit van deze politieagenten is aandacht voor de mogelijk gevolgen van het werk dat men uitvoert steeds geboden (Cuvelier, Heuskin et al. 2008)

2.5.4. Besluit

Door hun nauwe betrokkenheid zijn het helaas niet alleen de direct getroffenen die een invloed ervaren. Ook politiemensen, zoals de slechtnieuwsmelder, kunnen hier een impact ervaren. De driehoek van impact weerspiegelt aan de hand van een aantal risicofactoren zoals persoonlijke identificatie, betrokkenheid van kinderen, gebrek aan ervaring en gevoelens van machteloosheid de mogelijke impact dat een slechtnieuwsmelder kan ervaren.

Operationele bronnen van stress zijn stressoren die te wijten zijn aan het soort politiewerk dat men uitvoert. Het veelvuldig geconfronteerd worden met gebeurtenissen die een slechte afloop

Operationele bronnen van stress zijn stressoren die te wijten zijn aan het soort politiewerk dat men uitvoert. Het veelvuldig geconfronteerd worden met gebeurtenissen die een slechte afloop