• No results found

3. EMPIRISCH LUIK

3.2. D ATA - VERZAMELING

3.2.1. Steekproef

Naast het uitvoeren van exploratief literatuuronderzoek werd in de voorbereidende fase ook een doelgerichte steekproeftrekking gehouden met betrekking tot de politiezones die in aanmerking kwamen voor het empirisch onderzoek in de uitvoerende fase. Daar de compactheid van de masterproef het niet toe laat het volledige grondgebied te kaderen. Werd er geopteerd om de provincie Oost-Vlaanderen af te bakenen als onderzoeksgebied. Momenteel zijn er 28 politiezones aanwezig op het grondgebied Oost-Vlaanderen.

Een doelgerichte steekproef vertrekt vanuit criteria die door de onderzoeker opgesteld worden om onderzoekseenheden te selecteren (Mortelmans 2010). Deze criteria zijn gebaseerd op het doel om een diepgaand en integraal inzicht te krijgen met betrekking tot het onderzoeksobject en op het beantwoorden van de geformuleerde probleemstellingen (Mortelmans 2010). Er werden vijftien politiezones van de achtentwintig aanwezige politiezones geselecteerd. Vijf van elk arrondissement en met een variatie in politiezone typologieën. Deze laatste werden in het theoretisch luik reeds aangehaald.

Idealiter zou er van elke typologie één politiezone aanwezig zijn binnen elk arrondissement.

Dit is echter niet mogelijk daar er namelijk maar één politiezone in Oost-Vlaanderen is die voldoet aan de hoogste typologie. Ook wat de tweede grootste typologie betreft is er geen sprake van gelijke vertegenwoordiging. Arrondissement Oudenaarde heeft namelijk geen politiezone met typologie 2. Alle andere typologieën zijn wel evenredig vertegenwoordigd. In volgende tabellen is er een overzichtelijke oplijsting.

Lokale Politie Oost-Vlaanderen – Arrondissement Gent

Politiezone Gent Typologie 1

Politiezone Schelde-Leie Typologie 4

Politiezone Lovendegem – Waarschoot – Zomergem – Nevele

Typologie 5

Politiezone Rhode & Schelde Typologie 3

Politiezone Deinze – Zulte Typologie 3

Tabel 1: Geselecteerde politiezones arrondissement Gent

Lokale Politie Oost- Vlaanderen – Arrondissement Dendermonde

Politiezone Aalst Typologie 2

Politiezone Wetteren – Laarne – Wichelen Typologie 4

Politiezone Sint-Niklaas Typologie 2

Politiezone Dendermonde Typologie 3

Politiezone Sint-Gillis-Waas - Stekene Typologie 5

Tabel 2: Geselecteerde politiezones arrondissement Dendermonde

Politiezone Geraardsbergen – Lierde Typologie 4

Tabel 3: Geselecteerde politiezones arrondissement Oudenaarde

3.2.2. Slechtnieuwsmelders gezocht

Elk van de geselecteerde politiezones werd via mail en/of telefonisch gecontacteerd met de vraag of er bereidheid was tot deelname aan het empirisch onderzoek waarin de slechtnieuwsmelder van lokale politie als centrale actor fungeert. Wanneer er een e-mailadres beschikbaar was van een slachtofferbejegingsdienst werd men langs deze weg gecontacteerd.

Indien dit niet het geval was, fungeerde het algemeen e-mailadres en/of telefoonnummer of dat van de korpschef als contactpunt.

3.2.2.1. Profiel

In kwalitatief onderzoek worden respondenten niet vaak lukraak gekozen (Gillham 2003). Een respondent is geschikt wanneer ze informatie in zich dragen en die wensen te delen in het kader van het onderzoek (Mortelmans 2010). Dit impliceerde dat enkel slechtnieuwsmelder van lokale politie in aanmerkingen kwamen.

Uit het exploratief literatuuronderzoek was echter gebleken dat zowel geüniformeerden als burgerpersoneelsleden deze functie op zich nemen. Om eventuele verschillen te kunnen kaderen tussen deze invulling kwamen beide in aanmerking als respondenten. Een gelijke verdeling zou idealiter zijn maar dit kon niet op voorhand in geschat worden. Tot slot werd op voorhand geen onderscheidt gemaakt tussen het geslacht, leeftijd of anciënniteit van de respondenten.

3.2.2.2. Responsgraad

Uiteindelijk gingen negen van de respectievelijk vijftien gecontacteerde Oost-Vlaamse politiezones in op de uitnodiging om deel te nemen aan het empirisch onderzoek. Deze negen politiezones vertegenwoordigen 1/3de van de politiezones van de provincie Oost-Vlaanderen en staan gelijk voor een gemiddelde responsgraad van 60% ten opzichte van het aantal

gecontacteerde politiezones. De volgende politiezones gaven groen licht: Politiezone Gent, Politiezone Vlaamse Ardennen, Politiezone Zottegem – Herzele – St. Lievens Houtem, Politiezone Brakel, Politiezone Schelde-Leie, Politiezone Wetteren, Politiezone Rhode &

Schelde, Politiezone Deinze Zulte en Politiezone Aalst. Dit geeft een vertegenwoordiging van 80% voor het arrondissement Gent, slecht 20% voor het arrondissement Dendermonde en 60%

voor het arrondissement Oudenaarde.

Opmerkelijk is het gegeven dat elke politiezone die gereageerd heeft, ook daadwerkelijk meteen interesse had om deel te nemen. Bij de andere politiezones was er echter sprake van een non-respons en niet van een uitdrukkelijke weigering. Naar een aantal van hen werd tevergeefs een eerste en zelfs tweede herinneringsmail gestuurd maar er kwam geen respons. Voorzichtig kan dit alsnog geïnterpreteerd worden als een weigering maar anderzijds kan ook de overschakeling naar de nieuwe e-mailadressen van politie, namelijk @police.belgium.com eventueel roet in het eten gegooid hebben. Indien de contactadressen op de websites nog niet aangepast waren kan de uitnodigingsmail die vergezeld was van een informatiebrief32 op een oud emailadres terechtgekomen zijn.

3.2.2.3. Selectie

De exacte selectie van de slechtnieuwsmelders die uiteindelijk deelnamen aan het onderzoek, werd veelal door de politiezones zelf bepaald. Soms werden specifieke slechtnieuwsmelders benaderd om deel te nemen, zoals bij politiezone Gent. In andere gevallen werd er rondvraag gedaan. De geselecteerde en/of geïnteresseerde slechtnieuwsmelders namen contact op en er werd een beschikbare datum af gesproken. Daarnaast kreeg iedere kandidaat-respondent reeds

een informatiebrief met betrekking tot het onderzoek toegezonden. In de periode van 26 februari tot en met 4 april werden er in totaal 11 diepte-interviews afgenomen.

3.2.3. Verloop van het interview

3.2.3.1. Setting en verloop

Volgens (Swanborn 2008) is het verstandig om het onderzoeksobject te onderzoeken in zijn natuurlijke omgeving. Om deze reden werd er steeds aangeboden om het diepte-interview te laten doorgaan op het politiecommissariaat waar men werkzaam is. Dit werd door elke respondent positief beantwoord. Bovendien was dit veelal het meest praktische, aangezien de meeste van de respondenten het diepte-interview lieten doorgaan tijdens of net voor of na hun dienst. Daarnaast werden de interviews telkens afgenomen in een afgesloten ruimte waarbij in alle openheid gepraat kon worden.

Voor de aanvang van het interview kreeg de respondent nogmaals de informatiebrief. Daarnaast werd er ook ruimte gemaakt om eventuele vragen omtrent het onderzoek te stellen. Tot slot werd er aan iedere respondent een informed consent33 voorgelegd. Als onderzoekers hebben we namelijk de verantwoordelijkheid om het welzijn van de respondenten te garanderen en negatieve invloed door het onderzoek te vermijden (O'Gorman and Vander Laenen 2010).

Nadien werd er van start gegaan met het interview. Dit was opgedeeld in vier delen, vergelijkbaar met de delen die bij het theoretische luik aan bod zijn gekomen. Namelijk, de functie op zich en invulling ervan in de politiezone, de ervaringen en de mogelijke impact, coping en/of veerkracht van de slechtnieuwsmelder en tot slot de mate van ondersteuning.