• No results found

4. ALGEMEEN BESLUIT EN AANBEVELINGEN

4.2. A ANBEVELINGEN

Nu deze masterproef tot een einde is gekomen wens ik nog een aantal aanbevelingen voor de praktijk aan te reiken.

Indien de slechtnieuwsmelder of slachtofferbejegenaar ook fungeert als vertrouwens en/of zorgcollega is het vooral voor de kleinere politiezones aangewezen om nog andere mensen deze rol te bedelen. Op deze manier worden situaties vermeden waarbij men nergens terecht kan, indien dat zou nodig zijn. Bovendien zou de invulling van deze zorgcollega’s van dichterbij bekeken moeten worden. Is de zorgcollega diegene waarbij de meeste mensen hun persoonlijke of beroepsmatige problemen kwijt kunnen? Of is dit eerder een holle invulling zoals een respondent dat verwoordde?

In een aantal zones blijken de wachtdiensten, bovenop hun andere politionele taken, de werkdruk enorm te verhogen. Een bovenlokaal wachtsysteem op arrondissementeel niveau kan

Voor kleinere lokale politiezones de oplossing zijn. Wanneer de bezetting van de functie wegens een gebrek aan middelen of capaciteit kan dit opgevangen worden door dit bovenlokaal wachtsysteem. Vanuit het gedachtegoed dat een politiezone met typologie 1 niet op dezelfde manier gestructureerd kan zijn als een politiezone met typologie 5, zou dit bovenlokaal wachtsysteem voornamelijk een meerwaarde kunnen betekenen in het arrondissement Oudenaarde. In arrondissement Dendermonde is er voor regio Schelde reeds sprake van zo’n bovenlokaal wachtsysteem en dat functioneert tot op heden goed. Desalniettemin kunnen hier ook nadelen aan verbonden zijn. Daar slachtoffers dikwijls teruggrijpen naar de eerste hulpverlener die hen bijgestaan heeft, veelal de slechtnieuwsmelder, kan het met zo’n bovenlokaal wachtsysteem zijn dat een andere slechtnieuwsmelder de hercontactname doet. Al kan hierbij de vraag gesteld worden of in kleine politiezones, waar een tekort is aan slechtnieuwsmelders en geen sociale dienst aanwezig is, dit nu überhaupt al mogelijk is.

Verder is gebleken dat slechts 2 betrokken politiezones een protocol hebben in de zone met betrekking tot het uitvoeren van een slechtnieuwsmelding, bij of over een collega. Hierbij zijn echter bepaalde risicofactoren aanwezig die het voor de slechtnieuwsmelder in kwestie nog zwaarder kunnen maken dan anders. [P02]: “Als je een slechtnieuwsmelding gedaan hebt over een collega bij zijn vrouw is dat zeer moeilijk omdat je nadien nog af en toe met elkaar geconfronteerd wordt. Ze blijven jou zien als diegene die het slechte nieuws gebracht heeft en niet als de collega van hun echtgenoot of kind. Dat doet pijn.” Het zou in dit opzicht geen overbodige zaak zijn om hieromtrent bepaalde afspraken te hanteren.

Tot slot, rapporteerden veel slechtnieuwsmelders dat het krijgen van erkenning, ondersteuning en specifieke aandacht door het korps maar vooral door leidinggevende een onmisbare factor is. Niet alleen de waardering van de burgers maar ook van de eigen organisatie is belangrijk.

Bibliografie

Aertssen, I. (2002). Politionele slachtofferbejegening Vademecum. Brussel, Politeia.

Alexander, D. and A. Wells (1991). "Reactions of police officers to body-handling after a major disaster. A before-and-after comparison." Britisch Journal of Psychiatry 159: 547-555.

Baete, P. (2012). Vrijdag de 14de: een doodgewone dag. Antwerpen, Manteau.

Beyens, K. and H. Tournel (2010). Mijnwerkers of ontdekkingsreizigers? Het kwalitatieve interview. Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie. T. Decorte and D. Zaitch.

Leuven/ Den Haag, Acco: 199-232.

Bloo, M. (2017). Agente die gezin op de hoogte moest brengen van dodelijk ongeval vader:

"Met trillende stem zei ik dat het niet goed ging met papa". Algemeen Dagblad.

Bogaert, C. and P. Ponsaers (1996). Stress en traumatische ervaringen bij politiewerk. Gent, Politeia.

Bonanno, G. (2005). "Resilience in the face of potential trauma." American Psychological Society 14(3): 135-138.

Braster, J. F. A. (2000). De kern van casestudy's. Assen, Van Gorcum.

Brown, J. M. and E. A. Campbell (1994). Stress and policing: sources and strategies.

Chichester, John Wiley & Sons.

Bruggeman, W., et al. (1997). Slachtofferbejegening. Antwerpen, Maklu.

Buckman, R. (1984). "Breaking bad news: why is it still so difficult?" Britisch Medical Journal 288: 1597-1599.

Carlier, I. V. E., et al. (1994). "Vroeger pychische gevolgen van traumatische politie-ervaringen: enkele bevindingen." Tijdschrift voor psychiatrie(nr. 2 ).

Cobbaut, C. (2014). Ik ben bang dat ik slecht nieuws heb. 20 jaar op de baan voor slachtoffers en hun familie. Gent, Borgerhoff & Lamberigts.

Collins, P. A. and A. C. C. Gibbs (2003). "Stress in police officers: a study of the origins, prevalence and severity of stress-related symptoms within a county police force." Occupational Medicine 53: 256-264.

Cresswell, J. W. (1998). Qualitative inquiry and research design. Choosing amond five traditions. Thousand Oaks, Sage.

Creten, N. (2004). Politionele slachtofferbejegening. Antwerpen, Maklu.

Cuvelier, C., et al. (2008). Suïcide bij de politiediensten. Brussel, Politeia.

Darrages, P. (2015). Iemand moet de moeilijke boodschap brengen. Het Nieuwsblad.

30/10/2015, Het Nieuwsblad.

De Kimpe, S. (2006). Kent de politie haar slachtoffers van misdrijven? Het slachtoffer van criminaliteit: tussen perceptie en realiteit? Mechelen, Kluwer.

De Raedt, E., et al. (2013). De wet op het politieambt: handboek van de politiefunctie. Brussel, Politeia.

De Soir, E. (1997). Traumatische stress en politie. Antwerpen, Maklu.

De Soir, E. (2000). Op het netvlies gebrand. Traumatische stress bij hulpverleners. Leuven, Garant.

De Soir, E. (2006). Een heel klein beetje oorlog. Tielt, Lannoo.

De Soir, E., et al. (2007). Stress en trauma bij de politie. Antwerpen, Maklu.

Decorte, T. and D. Zaitch (2010). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie.

Leuven, Acco.

Dosanjih, S., et al. (2003). "Slechtnieuwsgesprekken voeren: een lastige klus." Tijdschrift voor medisch onderwijs 22(5): 252-253.

Dückers, M. and W. Jong (2009). Sterke schouders in het publieke domein. Amsterdam, Impact.

Duyndam, J. (2016). "Veerkracht, een bijdrage aan de theorievorming." Geron 18(3).

Evans, R., et al. (2013). "Police officers' experiences of supportive and unsupportive social interactions following incidents." European Journal of Psychotraumatologie 4.

Fallowfield, L. (1993). "Giving sad and bad news." The Lancet 341(476-478).

Fallowfield, L. and V. Jenkens (2004). "Communicating sad, bad and difficult news." Lancet 363: 312-319.

Fanning, R. and D. Gaba (2007). "The role of debriefing in simulation-based learning."

Simulation in Healthcare 2(2): 115 - 125.

Farrell, M. (1999). "The challenge of breaking bad news." Intensive and Critical Care Nursing 15: 101-110.

Fattah, E. A. (2000). "Victimology: Past, Present and Future." Criminologie 33(1): 30.

Finlay, I. and D. Dallimore (1991). "Your child is dead." BMJ 302: 1524-1525.

Ford, C. E. and C. R. Snyder (1987). Coping with negative life events. New York, Plenum Press.

Gillham, B. (2003). Case study research methods. Londen, Continuum.

Govaert, C. and L. Lemmens (2004). "Suïcide bij de politiediensten." Politienieuws actuele informatie in de politiepraktijk.

Grootenboer, D.-J. (2014). Hij is gesprongen. HTTPS://www.politie.nl/blogs/00-korpsmedia/blog-hij-is-gesprongen.html.

Habersaat, S., et al. (2014). "Health in police officers: Role of risk factor clusters and police divisions." Social Science & Medicine 143: 213-222.

Hart, P. M., et al. (1993). "Assessing police work experiences: development of the police daily hassless and uplifts scales." Journal of criminal justice 21(6): 553-572.

Hendrick, G. (2013). "Ook politiemensen zijn soms slachtoffer." Inforevue 04: 15-17.

Hetherington, A., et al. (1997). At the scene. Road accidents and the police. The Aftermath of Road Accidents. Psychological, social and legal consequences of an everyday trauma. M.

Mitchell. New York, Routledge.

Hilkens, H. and J. Huisintveld (1996). Memo Slachtofferhulp. Deventer, Kluwer.

Hoijtink, L. M., et al. (2011). "Veerkracht monitor." Impact.

Horn, J. (1991). Critical incidents for law enforcement officers. Critical incidents in policing revised. J. Reese, J. Horn and C. Dunning. Washington DC, U.S. Department of Justice, FBI:

143-148.

Jaspers, J. P. C., et al. (1989). "Coping en psycopathologie: een overzicht van theorie en onderzoek." Tijdschrift voor psychiatrie 31(9).

Karlsson, I. and S. Christianson (2003). "The phenomenology of traumatic experiences in police work." International journal of police strategies & Management 26(3): 419-438.

Keirse, M. and J. De Lepeleire (2011). Aan weerszijden van de stethoscoop. Over kwaliteit van zorg en communicatie. Leuven, Acco.

Kenardy, J., et al. (1996). "Stress debreifing and patterns of recovery following a disaster."

Journal of Traumatic Stress 9(1): 37-49.

Kop, N., et al. (1999). "Burnout, job stress and violent behaviour among dutch police officers."

Work & Stress 13(4): 326-340.

Kunst, J. (2012). "Can't make it better? Then try not to make it worse." Retrieved Pagina bezocht op 05/06/2018, from https://www.psychologytoday.com/us/blog/headshrinkers-guide-the-galaxy/201201/cant-make-it-better-then-try-not-make-it-worse.

Kunst, M. J. (2013). "De politiefunctionaris en het risico op PTSS." Justitiële verkenningen 39(3).

Laureys, V. (2014). De politie als slachtoffer van geweld. Antwerpen, Maklu.

Lazarus, R. S. (1986). Coping strategies. Illness Behavior. S. McHugh and T. M. Vallis. Boston, Springer: 303-308.

Lazarus, R. S. and S. Folkman (1991). Coping and Emotion. Stress and Coping: an Anthology.

A. Monat and R. S. Lazarus. New York, Colombia University Press: 207-227.

Lazarus, R. S. and R. Launier (1978). Stress-related transactions between person and environment. New York, Academia Press.

Leonard, R. and L. Alison (1999). "Critical incident stress debriefing and its effects on coping strategies and anger in a sample of Australian police officers involved in shooting incidents."

Work & Stress 13(2): 144-161.

Lücker, P. P. (2013). "Het belang van goede nazorg na schokkende gebeurtenissen. En het risico van overdrijven..." Justitiële verkenningen 39(3): 41-51.

Maguire, P. (1998). "Breaking bad news." European Journal of Surgical Oncology 24: 188-199.

Maxwell, J. A. (2005). Qualitative research design: an interactive approach. Thousand Oaks, Sage.

McCann, L. and L. Pearlman (1990). "Vicarious traumatization: a framework for understanding the psychological effects of working with victims." Journal of Traumatic Stress 3(1): 131-149.

Mitchell, M. and J. M. Jolley (2012). Beyond reliability and validity. Research design explained, Wadsworth Cengage Learning.

Mortelmans, D. (2010). Het kwalitatief onderzoeksdesign. Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie. T. Decorte and D. Zaitch. Leuven/ Den Haag, Acco: 75-118.

O'Gorman, A. and F. Vander Laenen (2010). Ethische aspecten van het kwalitatief onderzoek.

Kwalitatieve methoden en technieken. T. Decorte and D. Zaitch. Leuven/ Den Haag, Acco:

531-533.

Opgenhaffen, M. and B. Van Belle (2012). Sociale media en journalistiek, Lannoo.

Orlander, J., et al. (2002). "Medical residents first clearly remembered experiences of giving bad news." Journal of general internal medicine 17(11): 825-840.

Patterson, G. (2003). "Examining the effects of coping and social support on work and life stress amond police officers." Journal of criminal justice 31: 215-226.

Pommée, M., et al. (2016). "Van overmacht tot veerkracht. Opzet en effectiviteit van een dagbehandeling voor getraumatiseerd politiepersoneel." Tijdschrift voor psychotherapie 42(2).

Portzky, G., et al. (2010). "Suicidaal gedrag: epidemiologie en risicofactoren." Huisarts &

navorming 1: 12-20.

Portzky, M. (2015). Veerkracht: onze natuurlijke weerstand tegen een leven vol stress.

Culemborg, Witsand Uitgevers.

PVM (2018). Meer dan 500 burn_outs bij politie in jaar tijd. De Standaard, De Standaard.

Reiser, M. and S. Geiger (1984). "Police Officer As Victim." Proffesional Psychology:

Research and Practice 15(3): 315-323.

Remmerswaal, J. (2006). Begeleiden van groepen. Houten, Bohn Stafley van Loghum.

Rivolier (1989). L'homme Stressé. Paris, PUF.

Robbijns, A. (2017). "Soms moet ik zelf een traan wegpinken." Slechtnieuwsgesprekken.

Retrieved Pagina bezocht op 17/07/2018, from

http://www.policelocale.be/sites/5415/images/stories/slechtnieuwsgesprekken.pdf.

Rober, P. (2012). De Naakte Therapeut. Leuven, Acco.

SLN (2016). Beroep: Slechtnieuwsmelder. Maatschappelijk assistent Kristof Moerman getuigt na zwarte week in Gent. De Standaard. Oost-vlaanderen, De standaard.

Smit, A. S., et al. (2013). "PTSS bij de politie, een beter beeld." Politieacademie.

Stake, R. (2005). Multiple case study analysis. New York, The Guilford Press.

Staring, R. and R. Van Swaaningen (2010). Naar een kwalitatieve criminologie. De relatie tussen theorie, onderzoeksvragen en methode. Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie. T. Decorte and D. Zaitch. Leuven/ Den Haag, Acco: 33-74.

Swanborn, P. G. (2008). Case-study's. Wat, wanneer en hoe? Amsterdam, Boom Meppel.

TTR (2018). Agenten deden bijna 2000 keer beroep op stressteam voorbij 5 jaar. Het Laatste Nieuws, Belga.

Ursano, R. J. and J. E. McCarroll (1990). "The nature of a traumatic stressor: Handling dead bodies." Journal of Nervous and Mental Disease 178(6): 396-398.

Van Beek, I., et al. (2013). De psychosociale gezondheid van politiepersoneel. Den Haag, WODC.

Van De Ven, B., et al. (2013). "Emotional job resources and emotional support seeking as moderatiors of the relation between emotional job demands and emotional exhaustion: a two-wave panel study." Journal of occupational health psychology 1: 1-8.

Van den Bogaerde, E., et al. (2011). Politiezonetypologieën: toelichting bij de indeling. D. v.

d. o. p. i.-D. beleidsgegevens. Brussel, Federale Politie - CGO.

Van den Broeck, D. (2008). Trauma in de frontlijn. Antwerpen, Garant.

Van der Velden, P., et al. (2012). "Politiestress: feiten en mythes." Het tijdschrift voor de politie 74(4).

Van Dijk, J. J. M. (1999). Introducing victimology. Caring for crime victims: Selected proceedings of the ninth international symposium on victimology. J. J. M. Van Dijk, R. G. H.

van Kaam and J. Wemmers. Amsterdam, Criminal Justice Press: 1-12.

Van Patten, I. and T. Burke (2001). "Critical Incidents Stress and the Child Homicide Investigator." Homicide studies 5(2): 131-152.

Van Ryckegem, D. (2008). Werkstress & Politie. Politiestress? Een onderzoek naar de oorzaken en de gevolgen van stress en welbevinden bij de geïntegreerde politie. Katholieke Universiteit Leuven.

Van Ryckegem, D. and M. Easton (2002). Cultuur, politie en politiecultuur. Voor verder onderzoek...: essays over de politie en haar rol in onze samenleving D. Van Ryckegem, M.

Easton, P. Ponsaers, G. Pyl and R. Van de Sompel, Politeia: 271-297.

Verwee, I., et al. (2009). Wat doet politie? Antwerpen, Maklu.

Visser, M., et al. (1995). Slachtofferzorg: gevolgen van slachtofferschap, behoefte aan hulp en opvang door politie en verwijzing door de politie naar slachtofferhulp op basis van nadere analyse van de politiemonitor bevolking 193. Den Haag, Ministerie van Justitie.

Walker, M. (1997). "Conceptual and methodological issues in the investigations of occupational stress. A case study of police officers deployed on body recovery at the site of the lockerbie air crash." Policing and Society 7(1): 11-17.

Yin, R. K. (1984). Case study research. Design and methods. Londen, Sage.

Zheng, G. (2011). "Delivering bad news to patients - the necessary evil." Journal of medical colleges of PLA 26: 103-108.

Bijlagen

(1) Informatiebrief onderzoek (2) Informed consent

(3) Vragenlijst interview

Informatieformulier Respondenten:

Masterproef Slechtnieuwsmelder bij Lokale Politie Empirisch onderzoek

Nikita Vanryckeghem

Master Criminologische Wetenschappen – Universiteit Gent

Academiejaar 2017- 2018

De onderzoeker

Mijn naam is Nikita Vanryckeghem, studente Criminologische Wetenschappen aan de Universiteit van Gent. In het kader van mijn Masterproef tracht ik inzicht te krijgen op de functie van slechtnieuwsmelder van lokale politie door de beroepsmatige en persoonlijke impact op wetenschappelijk gebied in kaart te brengen.

Deze Masterproef gaat uit van de Universiteit Gent en zal neergelegd worden in de faculteit van Recht en Criminologie. De promotor van deze masterproef is prof. Dr. Antoinette Verhage.

Het onderzoek

Met dit onderzoek zal er gepeild worden naar de ervaringen en mogelijke beroepsmatige en persoonlijke impact van slechtnieuwmeldingen op slechtnieuwsmelders. De resultaten van het onderzoek zullen verzameld en gestaafd worden aan de hand van uitgebreid literatuuronderzoek en kwalitatieve individuele diepte-interviews.

Het diepte-interview is een open en geheel vrijwillig gesprek waarin u wordt gevraagd uw ervaringen te delen, ten voordele van wetenschappelijk onderzoek en praktijkgerichte aanbevelingen.

Tijdens het interview gaat u met de onderzoeker in gesprek over

uw beroepsmatige en persoonlijke ervaringen als

slechtnieuwsmelder. De onderzoeker heeft een aantal vragen

vooropgesteld in functie van het onderzoek, u bent hierin echter vrij

om datgene te vertellen om datgene te vertellen wat u belangrijk vindt en of kwijt wilt. Het interview zal maximaal 1uur tot 1,5 uur, dit is echter afhankelijk van persoon tot persoon.

Bij voorkeur wordt het interview opgenomen indien u daar geen bezwaar op heeft. Dit vergemakkelijkt het transcriberen van het onderzoek nadien en vermijdt onvolledigheden. Desalniettemin bent u op elk moment vrij om het interview even te onderbreker, volledig stop te zetten of mogelijke gevoelige vragen niet te beantwoorden.

Deze diepte-interviews kunnen op elke gewenste locatie plaatsvinden.

De onderzoeksgroep

Dit onderzoek richt zich op de slechtnieuwsmelders van lokale politie in de provincie Oost-Vlaanderen.

Gebruik van gegevens

Door uw beroepsmatige en persoonlijke ervaringen als

slechtnieuwsmelder met de onderzoeker te delen, zal getracht

worden meer inzicht te krijgen op de huidige onderbelichte

wetenschappelijke en praktische situatie. Hierbij zal te allen tijde uw

privacy gewaarborgd blijven. Alle informatie uit de interviews wordt

anoniem verwerkt in de masterproef. De persoonlijke gegevens en

onderzoeksresultaten die uit dit onderzoek voortvloeien zullen op

een vertrouwelijke en anonieme manier behandeld worden

overeenkomstig artikel 7 e.v. , van de ‘ Wet op het Privéleven met Betrekking tot de Behandeling van Persoonlijke Gegevens’ van 8 december 1992. Van het interview wordt een audio-opname gemaakt. De opname van het interview wordt niet openbaar gemaakt en komt uitsluitend de onderzoeker en Prof. Dr. Verhage ter oor.

Vrijwillige deelname

Wij vinden het prettig als u uw wensen altijd open met ons bespreekt. Deelname aan dit onderzoek middels het geven van een interview, is volledig vrijwillig. U kunt op ieder gewenst moment besluiten om toch niet mee te doen aan het onderzoek. Daarvoor hoeft u geen reden te geven. Indien u besluit om niet langer mee te doen aan het onderzoek, wordt alle door u aan ons verstrekte informatie vernietigd. Als u een verhaal wil doen off the record, mag u altijd vragen aan de onderzoeker om de band even stil te zetten.

Praktisch

Uw bijdrage aan het onderzoek houdt in, een interview van ongeveer 1uur tot 1,5 uur dat wordt afgenomen. De interviews worden gehouden op een plaats en tijdstip door u zelfgekozen.

Na het interview is het steeds mogelijk om een bijkomend

contactmoment te organiseren als u de behoefte zou hebben om

bepaalde delen van het interview weg te laten of eventueel nog

informatie bij te laten voegen.

Vragen of opmerkingen?

Heeft u na het lezen van deze informatiebrief nog vragen of opmerkingen over het onderzoek, de onderzoeker of andere zaken?

Aarzel dan zeker niet om contact op te nemen via onderstaande gegevens. Uw deelname wordt ten zeerste gewaardeerd!

Vriendelijke groeten,

Vanryckeghem Nikita – Master Criminologische Wetenschappen

nikita.vanryckeghem@UGent.be | Antoinette.Verhage@UGent.be (Promotor)

Informed Consent / Toestemmingsformulier:

Diepte-Interview Slechtnieuwsmelder bij Lokale Politie

Hierbij bevestig ik, ondergetekende, toestemming te geven aan Vanryckeghem Nikita voor de deelname aan het hierboven vermelde onderzoek.

In verband hiermee verklaar ik het volgende:

- Ik heb het bijhorende informatieformulier goed ontvangen en gelezen.

- Ik ben op de hoogte van het verloop van het onderzoek.

- Ik heb voldoende tijd gehad om over deelname aan het onderzoek te beslissen.

- Ik heb deze beslissing uit vrije wil genomen.

- Ik ben op de hoogte dat ik op elk ogenblik eenzijdig de deelname aan het onderzoek kan onderbreken.

- Ik weet dat ik op ieder ogenblik vragen mag stellen omtrent de studie.

- Ik na het interview, de verklaringen mag inkijken en delen veranderen indien gewenst.

Handtekening geïnterviewde Handtekening onderzoeker

Vragenlijst Diepte-Interview

Masterproef Slechtnieuwsmelder bij Lokale Politie

DEEL 1: De functie van slechtnieuwsmelder bij lokale politie

- U bekleedt de functie van slechtnieuwsmelder bij lokale politie, wat houdt deze functie specifiek in?

- Hoe lang bekleedt u de functie van slechtnieuwsmelder?

- Hoe is de functie van slechtnieuwsmelder binnen uw politiezone gesitueerd en hoe komt dit tot uiting in de praktijk?

o Vrijwillige basis?

o In uniform of zonder?

o Alleen of met meerdere personen?

o Hoeveel slechtnieuwsmelder zijn er in de politiezone?

o Wat vindt u van deze invulling?

o Er zijn veel verschillen tussen politiezones, is er volgens u nood aan een uniforme aanpak?

- Welke vooropleiding dient een slechtnieuwsmelder te hebben?

o Welke vooropleiding heeft u gehad?

- Hebt u veranderingen doorheen de jaren waargenomen met betrekking tot de slachtofferbejegening/slechtnieuwsmeldingen of de functie van de slechtnieuwsmelder?

DEEL 2: Impact van slechtnieuwsmeldingen

- Hoe bereidt je je voor op een slechtnieuwsmelding?

o Wat is uw gemoedstoestand op dat moment

- Is er een verschil van impact naargelang het soort slechtnieuwsmelding?

- Zijn er slechtnieuwsmeldingen die jou tot op de dag van vandaag zijn bijgebleven?

o Voorbeeld van gevoelens op dat moment?

o Impact op persoonlijk leven?

o Beroepsmatige impact?

o

- Wat is uw gemoedstoestand na een slechtnieuwsmelding?

- In hoeverre neemt u (bepaalde) slechtnieuwsmeldingen mee naar huis?

o Voelt u zich hier beperkt door uw beroepsgeheim?

- Heb je een idee hoe collega slechtnieuwsmelder omgaan met ingrijpende slechtnieuwsmeldingen?

o Zijn er al collega’s gestopt?

DEEL 3: Copingmechanismes en veerkracht

- Op welke manier gaat u persoonlijk om met slechtnieuwsmelding?

- Zijn er bepaalde copingmechanismes die u aanwendt?

- Kunnen jullie emoties tonen op de werkvloer?

o Is er in bepaalde mate sprake van een dominante politiecultuur?

- In welk opzicht verschilt een slechtnieuwsmelder van een niet slechtnieuwsmelder?

- Hebben slechtnieuwsmelders een hogere veerkracht?

§ Vb: Kunnen slechtnieuwsmelders situaties sneller een plaats geven en doorgaan?

- Wat is de drijfveer om als slechtnieuwsmelder te blijven werken?

DEEL 4: Ondersteuning van slechtnieuwsmelders

- Is er specifieke ondersteuning van het korps uit voor de slechtnieuwsmelder?

o Hebt u nood aan ondersteuning?

- Welke andere vormen van ondersteuning bestaan er binnen uw korps?

o Hoe zijn deze ondersteuningstypes/diensten gesitueerd binnen uw korps?

- Wat is de verhouding tussen de lokale ondersteuningsdiensten en het federale Stressteam?

o Hoe staat jullie korps hier tegenover?

o Is het stressteam een meerwaarde voor een slechtnieuwsmelder?

- Zou een lokaal stressteam op arrondissementeel niveau een meerwaarde zijn?