• No results found

Data-analyse en verslaglegging

In document Contact gezocht (pagina 77-89)

Een theoretisch kader van waaruit de waarde en de betekenis van relationele zorg in de forensische

2.6. De presentiebenadering als zorgethische benadering

3.2.6. Geldigheid en betrouwbaarheid van dit deelonderzoek

3.2.6.2. Data-analyse en verslaglegging

Voor het beoordelen van de validiteit is ‘zorgvuldige documentatie en verslaglegging van methodologische keuzes, inzicht in de omstandigheden waaronder de observaties zijn ge- maakt en de manier waarop ze zijn vastgelegd en geanalyseerd nodig’ (DeWalt & DeWalt, 2011, p.  112). Een kenmerk van validiteit in participerende observatie is dat de ‘be- schrijving een accurate representatie is van het bestudeerde fenomeen’ (Dewalt & Dewalt, 2011, p. 122). Het wordt voor de lezer navolgbaar door gebruik te maken van thick des- cription (Geertz, 1973). Guba en Lincoln (1989) noemen dit rijke, beschrijvende data. De observatie wordt uitgelegd door de details en de structuren te beschrijven en die betekenis te geven. Dit draagt bij aan de validiteit van het werk.

Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten is de werkwijze verantwoord en is zo nauwkeurig en zorgvuldig mogelijk gewerkt om kans op vertekening te verkleinen. Daarnaast zijn structureel zelfcontroles ingebouwd (reflectie) door het lezen en herlezen van verslagen en memo’s en is herhaling ingebouwd door belangrijke kwesties te bespreken met de observandi (Migchelbrink, 2014, p. 252).

3.3. Een dag op een leefgroep in een Forensisch Psychiatrische Kliniek

De afdelingen waar deze participerende observaties plaatsvinden, liggen op de begane grond en de eerste verdieping van de kliniek, boven en onder elkaar. De afdelingen zijn

qua indeling van het gebouw zo goed als gelijk. Vanaf de buitendeur van de afdeling, die zich bevindt in een trapportaal waar twee afdelingen gebruik van maken, kan men naar rechts om het kantoor van de medewerkers te bereiken. Daar is een toegangspasje voor nodig. Rechtdoor is nog een deur. Daar doorheen is rechts weer een deur naar het kantoor van de medewerkers – ook deze deur is ‘op slot’. De afdeling zelf bevindt zich nu rechts en links van je. Links is de woonkamer met open keuken, een gespreks- of spelletjeskamer en een comfort room, een door (vroegere) cliënten ingerichte ruimte waar cliënten zich kun- nen ontspannen als de spanning hun te veel wordt. In de woonkamer staat een grote bank die bestaat uit een stuk of acht losse elementen, ‘zetels’, rond een bijzettafel en een tv aan de wand. Daarachter is een open keuken en rechts is het balkon van de afdeling vanwaar men uitkijkt op de omheinde tuin van de kliniek. In de vensterbank staan plantenbakken met jong groen: de gratis moestuintjes van de AH worden ook hier tot volwassen groenten en kruiden opgekweekt. De bijgeleverde informatiekaartjes staan in de potgrond ingesto- ken. Tussen woongedeelte en keuken staat een grote eettafel met stoelen, alles in een lichte houtkleur. Er kunnen een stuk of twaalf, dertien mensen rond de tafel zitten. In de hoek staat een grote koelkast met vriezer. In de keuken is de vloer beschadigd. Ook het kookge- deelte vertoont ouderdomssporen: vlekken die ingebrand en niet meer te verwijderen zijn, kitrandjes die stuk zijn. Er is een vierpits kookplaat, maar er staat ook een oven om prefab maaltijden op te warmen. De afwasmachine draait permanent.

Terug tegenover het met glas afgeschermde kantoor (‘het aquarium’) van de medewer- kers bevindt zich een open ruimte waar een tafeltennistafel staat. Aan de andere kant is een toilet, waarop een A4’tje hangt met het woord ‘personeel’. Ook is er een deur naar een schoonmaakkast. In een klein halletje dat naar de buurafdeling op dezelfde etage leidt, is nog een gesprekskamer. Achter de tafeltennistafel is een lange gang met negen slaapka- mers. De deuren hebben bruine tinten. Op de vloer ligt blauw linoleum. In de hoek staat nog een tafel met een computer erop, waar cliënten gebruik van kunnen maken. In het verlengde van de tafeltennistafel, in de versmallende gang naar de slaapvertrekken, staan wat fitnessapparaten: een cross-trainer en een fiets. Het kantoor van het personeel heeft een keukenblokje met een wasbak. Daar tegenaan staat een grote grijze kar, ongeveer tot op middelhoogte: de medicijnkar. Er zitten laden in waar de medicijnvoorraad per persoon in zit. De nachtdienst zorgt elke nacht dat de medicatie uitgezet wordt. Naast de deur staat een koelkast, waar eten en medicatie in bewaard worden. Een hele zijde van het kantoor, zo’n meter of vijf, heeft een desk waarop drie computers staan. Er zit een systeem in dat af en toe geluid maakt: de deurbel, het kameroproepsysteem (cliënten kunnen vanuit hun kamer met een intercom contact leggen met de ‘verpleegpost’) en het brandalarm komen hierop ‘binnen’. Aan het eind, boven twee aan elkaar geschoven tafels, hangt een bord waar met stift alle namen van cliënten, hun juridische titel, hun ‘vrijhe- den’ (of ze wel of niet buiten de kliniek mogen zijn en zo ja, hoe dan), de einddatum van hun maatregel en de datum van de eerstkomende behandelplanevaluatie. Op de tafels ligt een overdrachtsmap met daarin de bijzonderheden per dag, de namen van de werkende teamleden en de taken die gedaan moeten worden. Op de kast tegen een achterwand staan een draagbare radio en een oud televisietoestel. Tassen en jassen van medewerkers hangen

aan de kast. Een tweede kast zit bomvol met papieren, open laatjes van medewerkers met hun namen erop, mappen (met namen van medewerkers of met iets anders, bijvoorbeeld ‘leefgroep’) en een verdwaald pakje Cup-a-Soup. 

De afdeling is onderdeel van een forensische kliniek die uit acht afdelingen bestaat. De kliniek is ingericht om de mogelijkheid te hebben cliënten indien nodig lang te laten verblijven: de grote binnentuin is daar een onderdeel van. Ook is er een restaurant met een winkeltje. Cliënten die niet naar buiten kunnen voor hun boodschappen, kunnen hier eerste levensbehoeften zoals een tandenborstel en tandpasta kopen. Aan de muur in de binnentuin hangen een sigarettenautomaat en een condoomautomaat. Tegenover de afdelingen is een hele ‘vleugel’ waar activiteiten plaatsvinden en behandelaren hun kan- toor hebben. De kliniek beschikt over een (kleine) houtwerkplaats, een fietsenwerkplaats en een oefenkeuken. De tuin dient ook als werkplaats: het groen en de inventaris moeten immers onderhouden worden. Er is een bibliotheek annex ‘huiskamer’ en er zijn ruimtes waar creatieve vakken gegeven worden en er is een onderwijs- en trainingsruimte. Er zijn een grote sportzaal en een fitnessruimte. In de binnentuin is een bescheiden trapveldje. Al deze ruimtes zijn op de begane grond. Een verdieping hoger houden behandelaren en therapeuten kantoor. Als cliënten een programmaonderdeel hebben, zoals werk, crea, onderwijs of een training, doen zij dit in dit deel van het pand. Ze verlaten daarvoor dus de afdeling.

Een werkdag18 begint gebruikelijk om 7:00 uur, als de nachtdienst wordt afgelost door een

medewerker die vroege dienst heeft. Om 7:30 uur komt een tweede collega in dienst en worden bijzonderheden overgedragen.

Vroege dienst. Harm zit in het kantoor achter de computer. Radio aan. Ik vraag hoe het is. Hij vertelt dat twee cliënten gisteren ruzie hadden met elkaar. Vervolgens geeft hij mij een A4’tje, waar een en ander op overgedragen staat. Om iets voor half acht komt Monique ook in dienst. Om 8:10 uur komt Bernadette haar medicatie halen. Ze loopt in haar badjas over de afdeling, zoals elke ochtend. De ochtend komt langzaam op gang. Monique en Harm werken, vooral vanuit het kantoor. Ze zitten allebei achter de computer, stemmen het werk af. Een cliënt moet naar zijn rechtszitting vandaag, de vraag is even hoe: het vervoer hiervoor moest gisteren nog geregeld worden (DV&O of Roads vervoer). Een andere cliënt krijgt nicotinepleisters, de vraag is hoeveel, hoe vaak et cetera, het wordt even uitgezocht. Af en toe komt er dus een cliënt langs op kantoor, vooral voor medicatie. Harm is bezig met de medicatiekar. Er kloppen dingen niet, vooral de voorraad, die de nachtdienst zou moeten bijhouden. (Verslag PO l: 1-4; 14-2619)

18 Dit verslag is een samengestelde periode van 24 uur op de afdeling. Het is geschreven op basis van observaties op één afdeling. Elke afdeling heeft haar eigen manier van werken en gebruiken. De ge- schetste dag is qua structuur dus niet zonder meer vergelijkbaar met andere afdelingen. Omdat ook alle momenten verschillend verlopen (geen ontbijt is hetzelfde), gebruik ik diverse fragmenten over eenzelfde activiteit in deze beschrijving.

19 De omschrijvingen aan het eind van elk fragment verwijzen naar de vindplaats in het oorspronkelijke materiaal. In bijlage 4 wordt dit toegelicht.

7:30 uur. Ik kom op de afdeling. Sasja is aan het werk. Michel en Han zijn wakker. Ze krijgen hun medicatie van Sasja. Daarna maakt zij koffie voor ze. Monique komt iets later binnen en begroet de heren met ‘goedemorgen harde werkers’. Ze gaan samen werken bij de kwekerij. Om 8:00 uur vertrekken ze. Monique en Sasja zitten in het kantoor. Ze worden vanuit het kantoor uitgezwaaid. (Verslag PO b: 3-7)

Om 9:00 uur is het gezamenlijke ontbijt. Voor cliënten voor wie wil, de medewerkers zijn er altijd bij.

Monique legt uit dat ze niet veel mensen verwacht bij het ontbijt. ‘Sommigen hebben zo’n last van negatieve symptomen, dat eruit komen moeilijk is: opstaan is te moeilijk ’s ochtends.’ Om 8:55 uur zit Sasja met Theo op de bank. Theo heeft slecht geslapen. Hij zit rechtop en kijkt voor zich uit. Sasja zit op dezelfde bank, naar hem toegewend. Ze bespreekt met hem dat hij misschien vandaag nog wat extra rust kan nemen, omdat hij zo slecht geslapen heeft. Ze zal ook kijken of ze wat meer medicatie voor hem kan organiseren. Het is 9:00 uur, we lopen naar de ontbijttafel. Alle medewerkers en Theo. Even later komt Nadir ook. Hij blijkt een afspraak met een therapeut te hebben om 9:00 uur. Vandaar dat hij er is, wordt door Sasja gezegd. (Verslag PO b: 15-17; 28-35)

Om 8:50 uur gaan Harm en Frits de tafel dekken voor het ontbijt. Dan gaat Frits alle deuren langs om te cliënten uit te nodigen bij het ontbijt te komen. Met een zangerige stem gaat hij alle deuren langs. ‘Goedemorgen ..., ontbijt!’ (Verslag PO p: 10;13-15)

Het is 9:00 uur geweest. Tijd voor het ontbijt. Michel loopt van de afdeling af: hij heeft onder- wijs. Richard heeft bij iedereen aangeklopt. Niemand komt. Richard, Casper en ik ontbijten samen. (Verslag PO q: 57-58; 62)

Het eerstvolgende gezamenlijke moment op de dag is het koffiemoment, om 10:00 uur. Tot die tijd leggen de medewerkers contact met cliënten die ze nog niet uit hun ka- mer hebben zien komen. Dit doen ze actief – door ze op te zoeken – of eerder passief, als cliënten bijvoorbeeld hun medicatie komen halen in het kantoor.

Om 9:30 uur komt Theo aan de kantoordeur voor zijn medicatie. ‘Hoe is het Theo?’, vraagt Casper opgewekt. ‘Goed’, zegt Theo. ‘Je ziet er ook beter uit’, zegt Casper. ‘En het slapen?’ ‘Nog niet goed’, zegt Theo. ‘Dat is vervelend’. Om 9:45 uur gaat Richard naar Bernadette om haar op haar medicatie te wijzen. Daarna gaat hij naar Boris om te zeggen dat het zo koffietijd is en hoe laat hij zijn depot wil. Casper gaat naar Nadir, die trekt zich volgens Casper al dagen terug op zijn kamer. Casper had vanmorgen vroeg al gezegd dat hij hoopte dat het zou lukken hem uit de kamer te krijgen. Bernadette komt in badjas naar kantoor voor haar medicatie. ‘Dag juffrouw’, zegt Casper die ook komt aanlopen. ‘Hoe is het ermee?’ ‘Goed’, zegt Bernadette. ‘Kan ik u ergens mee helpen?’, zegt Casper informeel. ‘Ik wil graag medicatie’, zegt Bernadette. Casper gaat dit pakken uit de medicatiekar. (Verslag PO q: 77-79; 93-100)

Om 10:00 uur wordt er gezamenlijk koffiegedronken. Soms wordt op dit moment een formeel gesprek gevoerd waarin iedereen vertelt hoe het gaat.

Om 9:50 uur begint het koffiemoment. Theo zit op de groep. Richard maakt koffie. Boris komt er ook bij. Samen zitten zij aan een kant van de bank. Richard en Casper aan de andere kant. ‘Wie begint het moment?’, vraagt Richard. ‘Ik niet’, zegt Boris. Theo begint te vertellen. Het gaat goed. Richard vraagt of hij nog wat gaat doen of wat wil, vandaag. ‘Nee’, zegt Theo, ‘eerst naar de dokter’. (Hij heeft om 11:15 uur een afspraak bij de huisarts.) Dan vertelt Boris over zijn slechte nacht, de bijwerkingen van de medicatie waar hij heel veel last van heeft en of het niet beter is dat hij andere medicatie krijgt. Want nu gaat het een tijd goed, ‘maar dan gaat het weer… ja… eh… Ik raak weer in crisis.’ Boris wil hier graag vandaag met een van zijn persoonlijk begeleiders over spreken. Groepsleiding beaamt dat dit niet fijn is. Casper zegt dat om 13:30 uur de dokter komt, misschien kan Boris het ook met haar bespreken? Dat vindt Boris een goed idee. ‘Kan mijn medicatie pas daarna gegeven worden?’ Dat vinden Casper en Richard ook een goed plan. (…) Michel vertelt over zijn programma vandaag. Hij heeft om 11:00 uur zijn laatste bijeenkomst psycho-educatie en hij moet om 11:15 uur bij de huisarts zijn. ‘Hmmm, dat is niet handig.’ Richard en Casper laten het even in de lucht hangen en bespreken hardop dat psycho-educatie belangrijk is, maar de huisarts ook. Even van het een naar het ander? Nee, Richard belt wel even of Michel later op het spreekuur gezet kan worden. (Verslag PO q: 102-107; 108-115; 127-132)

10:00 uur. Koffie. Han en Michel zijn er. We vervolgen het gesprek van vanochtend, over The Passion op tv. Het concept wordt besproken (en vooral aan mij uitgelegd, want ik ken het niet). Groepsleiding was, omdat ze zaten te overleggen, iets te laat bij de koffie. Han maakt daar een grap over. ‘Dat kan niet hoor, Monique.’ ‘Nee’, zegt Monique, ‘daar heb je helemaal gelijk in. En nu?’ ‘Geen verlof meer!’, zegt Han20. Het koffiemoment zet zich kabbelend, over popconcer-

ten, nog even voort. (Verslag PO l: 69-74)

Tussen 10:00 en 12:00 uur vinden verschillende werkzaamheden plaats. Groepsleiders werken achter de computer in het kantoor en er zijn diverse formele en informele contact- momenten. Cliënten hebben soms een programma buiten de afdeling en op de afdeling zijn ze op hun kamer, zitten ze achter de afdelingscomputer of lopen ze wat heen en weer. Ook in weekenden gaat het zo toe, met als grote verschil dat er dan geen behandelaren zijn en geen therapieën.

Tussen 10:35 en 11:30 uur lopen cliënten wat heen en weer, Michel wandelt wat, Boris zit af en toe achter de computer. Om 11:30 uur nodigt Monique Bernadette en mij uit voor rum- mikub. Boris doet ook mee, maar die blijkt andere regels te kennen. Tijdens de uitleg bespreekt hij met Monique dat de medicatie anders werkt dan gisteren. Hij voelt zich suf. Monique zegt dat dit wel hoort. Ze adviseert hem te gaan rusten. Dat doet hij. Ondertussen spelen we twee spelletjes rummikub volgens de regels van Bernadette. Zij staat ondertussen twee keer op, moet dingen regelen, zegt ‘Blijf maar zitten, ik kom zo’ en als gevraagd wordt wat ze gaat doen dan ‘iets van mijn kamer pakken’. Monique staat alle wijzigingen van Bernadette toe in het spel. Af en toe maakt ze een opmerking. De rummikub-stenen schuiven als het ‘balletje-balletje’-spel

20 Om op verlof te gaan, dat wil zeggen buiten de kliniek activiteiten te ondernemen, is aanwezigheid bij de gezamenlijke momenten (exclusief het ontbijt) een voorwaarde.

over de tafel en daarbij wordt er zo veel geschoven dat er wel eens eentje verdwijnt. (Verslag PO l: 92-93; 95-104)

Bernadette wandelt wat heen en weer op de afdeling. Ze gaat een tijdje op het fitnessapparaat staan dat in de gang staat. (…) Frits en Harm overleggen met elkaar in het kantoor over verpleegdoelen van cliënten. 11:10 uur. Bernadette stapt het kantoor binnen, samen met de schoonmaker. ‘Hé, Harm, wat is dit? 11:00 uur. Sociaal Juridische Dienstverlening’, zegt ze. ‘O ja’, zegt Harm, de Sociaal Juridische Dienstverlening zou komen, hè?’ ‘Ik bel ze even’, zegt Bernadette. ‘Nou, we wachten tot 11:15 uur’, antwoordt Harm. ‘Nee hoor, ik bel wel even.’ ‘Nee, hoor’, zegt Harm, ‘ik vind het een heel goed idee van mezelf.’ ‘Oké, dan wacht ik nog een kwartier’, zegt Bernadette. ‘Nee, nog vijf minuten’, zegt Harm. Daarna gaat hij op de groep zitten. Boris zit op het bankje bij de tafeltennistafel. Bernadette staat weer op het fitnessap- paraat. (Verslag PO p: 78-81; 84-90)

11:10 uur. Nadir wil roken op het balkon. Daar is begeleiding bij nodig. Monique komt op het balkon staan. Ze kijken de tuin in en zien diverse stukken van het schaakspel kriskras door te tuin staan. ‘Gebruikt voor paaltjesvoetbal?’, vraagt Monique. Nadir vertelt dat ze gisteren de tuin op stelten hadden gezet, van alles deden ze. Het gesprek komt op A., een oud-cliënt. Het gaat goed met hem, vertelt Monique. Ook J. komt aan bod. Die is verhuisd naar Hoeve Boschoord. Monique vertelt dat hij het daar veel strenger vindt. Hij mocht ook maar één vuil- niszak met spullen meenemen, hier staan er nog tien of elf van hem. Een mobiele telefoon mag hij daar ook niet hebben. Nadir valt in: ‘Nee, dat mocht ik in Heerlen op de FPA ook niet, er mocht geen internet op zitten en geen camera.’ Monique vertelt dat dit op wel meer plek- ken zo is, veel strenger. Nadir vraagt waarom. Monique denkt dat dit zo is, omdat ze vrezen wat er allemaal mis kan gaan. Op de vraag van Nadir of dat hier ook gaat gebeuren, is haar antwoord: ‘Wat mij betreft niet.’ Als de peuk op is, is dat reden om weer naar binnen te gaan. Het is koud buiten zonder jas. Het is rustig op de afdeling. De patiënten zijn de meeste tijd op hun kamer. Soms komt er iemand af, om een sigaretje te roken. Zoals net, toen stond Kris op het balkon. (Verslag PO b: 61-78)

Het is vandaag tweede paasdag. Er zijn om 10:00 uur best veel patiënten wakker. Ieder is bezig met zijn eigen ‘dingetje’. Even achter de computer, wat heen en weer lopen, een wifi-inlog regelen, facebooken. Nannie werkt met Casper. Roos komt ook binnen. Met een zak potgrond en een handvol minimoestuintjes van de AH. De vensterbank op de groep staat al vol met minimoestuintjes, die Michel afgelopen week met aandacht water gaf. Sommige moeten verpot worden, dat gaat vandaag gebeuren. Nannie en Casper doen administratief werk, er moeten weekevaluaties geschreven worden. Ondertussen komen diverse cliënten het kantoor binnen omdat er iets gedaan moet worden. Bernadette spreekt over de urinecontrole die afgenomen moet worden, Michel heeft problemen met wifi en krijgt een nieuwe code van een begeleider van een andere afdeling. (Verslag PO m: 1-11)

Om 12:00 uur is er een gezamenlijke broodmaaltijd. De tafel wordt gedekt door dege- ne die corvee heeft, maar als dat om welke reden dan ook niet lukt, neemt de groepsleiding

het over. Aan tafel zijn de gespreksonderwerpen wisselend. Soms luchtig, over koetjes en kalfjes, maar ook serieuzere thema’s komen aan bod, zoals het nieuws of de bijwerkingen van bepaalde medicatie.

12:00 uur, lunch. Er zijn vijf medewerkers en twee cliënten, Theo en Nadir. Het gesprek gaat over diëten: niet iedere medewerker eet mee, want doet aan de lijn middels een of ander dieet- programma. Daarna hebben we het over sporten en hardlopen. (Verslag PO b: 80-82) Boris, Han en Michel zitten aan tafel. Han vertrekt als Monique en ik komen, die iets later aanschuiven. Boris heeft het over zijn medicatie en de werking. We praten wat door op de

In document Contact gezocht (pagina 77-89)