• No results found

Consequenties voor opvoedingsondersteuning: babysitdienst, vakanties en praatgroepen

4. STRESS IN DE OPVOEDING – OPVOEDINGSPROBLEMEN

5.1.3. Consequenties voor opvoedingsondersteuning: babysitdienst, vakanties en praatgroepen

Het feit dat ‘mantelsteun’ zo belangrijk is voor ouders heeft een aantal consequenties voor verschillende initiatieven voor opvoedingsondersteuning. Zo is de babysitdienst van De Gezinsbond een manier om praktische ondersteuning te bieden. Dit gebeurt echter vaak door jongeren die niet tot de vriendenkring van de ouders behoren, door

‘vreemden’. Het valt op dat sommige ouders nogal wantrouwig staan ten aanzien van babysits. Met babysits van De Bond hebben ze gemengde ervaringen; sommigen vertrouwen hen en vinden het een grote praktische ondersteuning; sommigen vertrouwen hun kinderen niet toe aan vreemden of hebben negatieve ervaringen, bvb. babysits die afbellen. Het onderzoek leert ons iets over hoe we mensen die vrienden en/of familie moeten missen kunnen helpen. Hoe we kunnen inspelen op de sociale ruimte waaraan ouders nood hebben, ook en vooral aan het informeel contact waarbinnen ouders tips, feedback en bevestiging kunnen krijgen. Eén van de initiatieven die De Gezinsbond wil nemen, sluit hierbij aan, met name de gezinskernen. In het onderzoek wordt hiernaar verwezen als ‘praatgroepen’. Er werd expliciet gevraagd aan de ouders hoe ze een dergelijk initiatief zouden onthalen. We bespreken hier de reacties van de ouders aangezien ze kaderen binnen de organisatie van een ‘sociaal netwerk’. Het idee wordt warm onthaald. Sommige ouders brengen een vergelijkbaar idee spontaan aan, anderen reageren positief op de expliciete vraag van de onderzoeker. In elke groep wordt beaamt dat er interesse is. Voorwaarde is wel dat de groep bestaat uit mensen met dezelfde ervaring. Vooral mensen uit andere gezinnen praten graag met andere alleenstaande moeders of moeders uit andere gezinnen. Ze vinden de drempel om te praten met ouders uit kerngezinnen groot en hebben het idee dat ze door hen niet begrepen worden. Een homogene samenstelling zoals ook in de focusgroepen het geval was, werd goed onthaald. Vaders geven ook aan graag ‘onder mannen’ te praten en moeders ‘onder vrouwen’. Het belang van dergelijke groepen die een sociale ruimte geven om over opvoeding te spreken, blijkt ook uit het feit dat deelnemers na de groepen vaak nog bleven nakaarten en dat 2 uur als kort werd ervaren. Bedenking hierbij is wel dat de

deelnemers in die zin een selecte groep uitmaken omdat ze net afkwamen op een onderzoek waarvan ze wisten dat ze in groep moesten praten.

De ouders in de focusgroepen gaven een aantal interessante tips voor de babysitdienst van De Gezinsbond. Deze dienst wordt vaker ingeschakeld door ouders die (tijdelijk) geen beroep kunnen doen op vrienden of familie om op hun kinderen te passen. Het valt op dat ouders over het algemeen nogal wantrouwig staan ten aanzien van vreemden als babysit.

- Wij hebben doorheen de jaren een lijst opgebouwd uit de oud-leerlingen van mijn man. En meestal zijn die dan 18+, want dat moeten ervaren babysitters zijn bij ons.

- Iemand die ge leert kennen als vriend en vertrouwen als babysit - Wij doen dat via vrienden, ook via veel familie

- Van de Gezinsbond, we hebben zo eens iemand gevraagd, een babysit en dan voelden we ons schuldig, want we gingen naar de sauna. En dan zaten we daar en voelden we ons schuldig omdat die zat daar dan alleen met ons mannen. Dat heeft niet lang geduurd.

- Ik heb daar nooit problemen mee gehad. Ik zie dat dat bij vrienden van ons wel is en ik ben blij dat wij dat kunnen. Wij hebben wel altijd een referentie, dus ge kent ze zo wel, maar wij hebben geen negatieve ervaringen

- Wij hebben nooit een babysit. Wij hebben activiteiten met de kinderen of de ouders zijn thuis. Dat is ook een keuze.

- Gelijk vandaag was het een nieuwe babysit, die ik niet kende en ik dacht, ga ik nu wel weggaan?

- Ik merk dat ik een beetje een te grote moederkloek ben, ik heb het dus heel moeilijk met het woord babysit. Ze zijn acht en vier en er is al de laatste drie jaar drie keer een babysit over de vloer gekomen.

Soms hebben ouders negatieve ervaringen met babysits van De Gezinsbond. Het is daarom nodig dat babysits een betrouwbaar profiel hebben; dat ze komen als ze een engagement genomen hebben; dat geen te jonge babysits gestuurd worden bij heel jonge kinderen en dat een babysitdienst voldoende babysits ter beschikking heeft om te kunnen voldoen aan de vraag.

- Die babysit, ik vind dat toch moeilijk. We hebben in het begin van den bond zo, maar ik vind dat dus echt, een meisje van 15, 16 jaar voor een baby van 8 maanden. Ik zag dat echt niet zitten. Ik vond dat echt verschrikkelijk.

- Ik heb moeite met de babysits van de bond, ze zijn niet te betrouwen, ze bellen dan af

- Babysitdienst is wel okay, maar er is een schromelijk tekort aan babysitters

De vakanties van De Gezinsbond worden positief geëvalueerd. Ouders zien het als een opportuniteit voor hun kinderen om dingen te ontdekken en als goede en betrouwbare opvang. Het enige nadeel is de prijs.

- Ik zit natuurlijk met een aantal dingen die ze doen, zoals muziekschool, dus die dingen steunen ook. Maar hetgeen ook vermeldenswaard is, vind ik, zijn de vakanties die bij de bond georganiseerd worden. Die zijn ook altijd subliem. Dan krijgen ze ook een stuk die leefwereld mee en die steun en die creativiteit. Voor hun ontwikkeling dan

- Het is soms lastig om ze mee te sturen op vakantie van de bond, maar eens ze daar dan zijn, dan is het feest eigenlijk

- En Crefi vakanties zijn duur

Het idee van ‘praatgroepen’ wordt positief onthaald. Sommige ouders kennen vergelijkbare initiatieven via bvb. verenigingen. Soms zijn er drempels om aan een dergelijk initiatief mee te doen, vooral bij alleenstaande vaders. Een parallelle activiteit voor de kinderen maakt het praktisch haalbaar en maakt ook dat ouders zich minder schuldig voelen dat ze tijd vrijmaken om hun hart te luchten en tips en steun van andere ouders te krijgen. Ouders koppelen ook wat voorwaarden aan het welslagen van een praatgroep: ze praten het liefst met gelijkgestemden en zouden zich enkel veilig voelen als het goed geleid wordt. Vooral ouders in andere gezinnen gaven aan dat ze graag met ouders samen zouden zitten die gelijkaardige ervaringen hebben. Ze hebben schrik dat ouders in kerngezinnen hun minder goed zouden begrijpen, of dat hun ervaringen anders zijn dan ouders in kerngezinnen zodat de afstand te groot is en de herkenbaarheid te klein. Dit strookt met de resultaten van een onderzoek bij kinderen die een scheiding van hun ouders hebben meegemaakt (Buysse & Ackaert, 2006). Kinderen van gescheiden ouders gaven heel duidelijk aan dat ze met vrienden praten over de scheiding en dat dat hen goed deed, maar enkel als hun vrienden ook gescheiden ouders hadden. Anders hadden ze het gevoel dat hun vrienden niet begrepen waarover het ging. Later in dit onderzoeksrapport komen we hierop terug, als we het hebben over de bevinding dat ouders in kerngezinnen en ouders in andere gezinnen minder genuanceerd over elkaar

blijken te denken dan over zichzelf. Ook vaders en moeders geven aan dat vaderschap en moederschap andere aspecten zijn van ouderschap en dat ze graag onder ‘vaders’ of onder ‘moeders’ praten.

Het is ook belangrijk om de exacte doelstelling duidelijk te stellen. Sommige ouders zouden graag aan een praatgroep deelnemen die in hun buurt doorgaat, opdat het hen zou helpen om een sociaal netwerk uit te bouwen. Andere ouders verkiezen meer de anonimiteit van een groep die juist niet ‘achter hun deur’ georganiseerd wordt. Hier gaat het vooral om de veiligheid, dat ze er gerust in kunnen zijn dat wat ze vertellen niet gehoord en eventueel doorverteld wordt in hun dorp of hun buurt.

Sommigen kennen dergelijke initiatieven, via verenigingen:

- Dat bestaat al

- De Gezinsbond doet dat al met hun oefenscholen voor alleenstaande ouders - Er is elk jaar zo’n weekend en wij gaan daar elk jaar naar toe en dan treffen wij

daar elke keer gelijkgezinden. Dat zijn niet allemaal diepgelovige mensen, maar gewoon, ge merkt ook veel gezinnen met veel kinderen daar. Dat is daar vanzelfsprekend

- Op sommige plaatsen wordt dat misschien ingevuld door KAV of jong KAV of een oudercomité of zo

- Ik kom al 18 jaar naar Centrum Kauwenberg en dan praten we zo over van alles, over kinderen

- Wel ik heb dat daarjuist… ik begin meer en meer de schoolpoort te gebruiken.

Eigenlijk is dat het punt waar vrouwen met elkaar communiceren over kinderen.

- Ik denk dat het afhankelijk is van de regio waar dat ge zit. Want ik ken regio’s, bvb. Lembeke, waar dat de kinderen konden koken. Een kooknamiddag voor de kinderen en dan kwamen de mama’s meehelpen en de papa’s kwamen dan ook een keer een kijkje nemen en zo

- Bij ons in Poperinge moet er zoiets bestaan. Ik heb daar een brief van gekregen.

Ze doen zoiets elke zoveelste zondag van de maand een wandeling mét de kinderen.

Algemeen wordt het idee positief onthaald, er is een zekere behoefte:

- Ik denk dat daar echt heel veel vraag naar is

- Dat ik het plezant vind om daar met mannen een keer over te kunnen spreken - Dus ja, als ge dan gelijkgestemde mensen kunt treffen en daarmee kunt babbelen,

dat geeft dat wel veel. Daar komen wij dan opgeladen van terug. Hier vandaag, ik merk dat hier ook zo. Wij kennen elkaar niet, maar er is zo’n verbondenheid

Zeker bij alleenstaande ouders (vaders) omdat er voor hen bijkomende drempels zijn:

- Ik heb soms de indruk dat die moeders aan de schoolpoort denken dat ge ze wilt versieren of zo.

- Of die mannen dat ge achter hun vrouw aanzit. Ge komt met uw kleinen ergens om die kinderen te laten spelen, maar dan is er achterdocht. Dat is niet makkelijk, dus ja, organiseren

- Wel, ik ben niet zo communicatief. Aan de schoolpoort zwijg ik. En in die zin ben ik beter geschikt als er zo iets wordt georganiseerd, dan zal ik ook iets zeggen. Maar zo gewoon, we moeten een gesprek aanknopen, ja dat weet ik niet zo goed. Maar moesten ze het organiseren, zou ik daarin geïnteresseerd zijn - Enige bedenking: deelnemers zijn selectief, onderzoek was een praatgroep, ze

kwamen af op een vergelijkbaar initiatief

Heel vaak koppelen ouders het aan activiteiten voor de kinderen (anders wordt het weer stress of voelen ze zich schuldig):

- Maar eigenlijk ook activiteiten, iets voor de ouders en iets voor de kinderen.

Samen maar toch apart. Dat zou fantastisch zijn

- Of een kruispunt waar ge ouders kunt ontmoeten, maar daarom geen georganiseerde activiteiten die ook betalend zijn allemaal, want we proberen daar ook op te letten.

- Of een heel kindvriendelijk terras of zo, dat ge iets kunt drinken en dat ge uw kinderen niet helemaal naar de andere kant van de andere moet lopen omdat ze denken dat ze op een speeltuin zitten. Of dat ge eigenlijk zelf kunt zitten en ze kunnen niet weg. Ze hebben een zandbak om in te spelen.

- Ik weet dat ze in Gent zo iets hebben als een spelotheek. En dat vond ik heel tof.

Als de kinderen klein waren, dan konden de ouders daar een koffietje drinken met de andere ouders en ondertussen konden de kinderen in die spelotheek een beetje spelen en die konden speelgoed ontlenen.

- Het zou misschien ook goed zijn als er een aanbod is voor de kinderen, dan. In een namiddag, bvb, en je kan je kinderen meenemen, zij kunnen ondertussen spelen en jij kan zitten babbelen

De interesse is conditioneel, niet iedereen zou zomaar deelnemen. Homogeniteit van de groep is belangrijk: geslacht ouder, leeftijd kinderen en gezinssamenstelling

- Want ik ben vader, ik ben gescheiden vader en der is ook veel behoefte, denk ik, aan uitwisseling onder mannen, maar niet aan de toog. Want aan de toog kunt ge altijd verhalen horen.

- Dat zou je dan moeten splitsen in leeftijdsgroepen ook

- Die andere mensen zouden toch een beetje hetzelfde moeten zijn, hetzelfde meegemaakt hebben, bvb. ook alleen zijn, want met die andere koppels, dat is vaak moeilijk om te spreken

- Er zijn heel veel mensen die zich verzwakt voelen. Als ze zouden ingaan op zo’n voorstel voor een praatgroep. Je moet veel rekening houden met wat soort mensen je te doen hebt. Voor mij was scheiden echt een heel grote keuze, voor een aantal mensen was dat iets van ‘is hij op zijn kop gevallen’

- En ook het verschil tussen mannen en vrouwen, wat in mijn ogen toch een heel groot verschil is

Verder is het belangrijk om goed te leiden en doelstelling duidelijk te stellen: In de buurt om blijvende contacten te hebben of met vreemden om vrijuit en veilig te kunnen praten:

- Ik zou dat alleen maar willen als het zoals hier is, als we elkaar niet kennen, dan kan je van alles zeggen, maar dan is het niet dat je morgen denkt ‘oei ik kom die tegen en die weet alles van mij’

- Het is dat dat eigenlijk ook wou zeggen, eigenlijk moet dat liever niet in buurten zijn, maar gewoon

- als ge er later maar niet op terugkomt, dat is belangrijk, het moet een beetje geleid zijn, zoals hier

- Maar het voordeel is, dat als ge het in buurten doet, dat ge mensen eigenlijk leert kennen. Dat is niet gemakkelijk. Mijn vrouw begint nu kennis te maken met mensen in de buurt omdat ze nu de kinderen naar ‘t school brengt. Wij zijn vrij nieuw, we komen zelfs van een andere stad. Want tegenwoordig gaat dat niet meer op straat, ge leert niet veel mensen kennen. Dat zou interessant zijn.

- Ik vind wel dat dat dan goed begeleid moet worden, zo een beetje zoals hier

5.2. Andere bronnen van steun

Net zoals bij de stressoren in de opvoeding geldt dat bij de opvoedingsondersteuning er naast de rol van sociale contacten en mantelsteun geen andere eenduidige bronnen van steun aan bod komen. Wat voor sommige ouders ondersteunend is, is het daarom niet voor andere ouders. Of nog sterker: wat voor de ene steunend is, is voor anderen stresserend of belastend. De mogelijke bronnen van steun zijn onder te verdelen in een 7-tal categorieën: (1) Jezelf als ouder: vertrouwen versus twijfel; De medeouder en/of partner: steun versus frustratie; (3) Vaste gewoonten en afspraken in het gezin: rust versus extra last; (4) Praktische hulp door derden: ja, maar duur; (5) Pedagogische vorming en materiaal: tips versus normatief en dus extra druk; (6) School en schoolse context: begrip versus onbegrip; (7) Beleid: steun versus onbegrip.