• No results found

Hoofdstuk 3 Methodologie

5.5 Conclusies interne analyse (sterkten en zwakten)

In het voorgaande is een interne analyse uitgevoerd. Invulling aan de interne analyse is gegeven door de raamwerken van Aaker (2005) en Alsem (2001) te integreren. Met deze interne analyse is antwoord gegeven op de deelvraag “welke interne factoren – welke sterke en zwakke punten - zijn van invloed op het succes van Bedrijf X als kinderopvangorganisatie?”. De belangrijkste geïdentificeerde sterkten en zwakten worden hieronder toegelicht. De sterkten en zwakten vormen naast de kansen en bedreigingen de input voor de te formuleren strategische opties in hoofdstuk 6.

5.4.1 Sterkten

S1: Financieel sterk

Strategische consistentie

Strategische waarde Laag: Gemiddeld: Hoog:

Laag: Planning

Materiaal,

Communicatieplan

Inrichting processen

Gemiddeld: Public relations Vormgeving Personeel

Bedrijf X BV (Plaats B en Plaats C) behaalde over het jaar 2005 een rendement van 11,43%. Dit ligt boven de referentiewaarde van 10%. Het rendement van de vestiging in Plaats A lag hier net onder (9,21%). Echter gezien de brancheresultaten in 2005, waarin slechts 8,8% een rendement van 10% of meer behaalde, presteert Bedrijf X qua rentabiliteit goed. Het behaalde rendement kan aangewend worden om verder te investeren.

S2: Organisatiestructuur

De huidige organisatiestructuur stelt het management in staat de visie van de organisatie adequaat te kunnen uitdragen. De structuur geeft rust en de lijnen zijn kort.

S3: Personeel

Er is een goed klantgericht deskundig team vaste betrokken mensen, die kritisch kunnen kijken wat er beter kan. Ook is de goede sfeer een belangrijk punt.

S5: Laag ziekteverzuim

Het ziekteverzuim is laag. In het jaar 2006 lag het ziekteverzuim van alle vestigingen (2,6%) dik onder het branchegemiddelde van 4,8%. Een laag ziekteverzuimpercentage is niet alleen goed voor het resultaat, ook is het positief voor de werkdruk en het feit dat de kinderen en ouders vaste gezichten zien.

S6: Pedagogisch sterk

Bedrijf X levert een hoogwaardige kwaliteit door onder andere het kindvolgsysteem en het mentorschap. Het mentorschap houdt in dat een kind aan een leidster is toegewezen die de ontwikkeling van een kind goed in de gaten houdt. Dit heeft duidelijk een toegevoegde waarde voor de ouders. Bedrijf X presteert beter dan anderen op het gebied van kwaliteit/professionaliteit/pedagogisch beleid/visie.

S7: Pand en inrichting

De accommodaties van Bedrijf X hebben uitstraling en zijn sfeervol en functioneel. Ook geeft de inrichting een gevoel van rust. In Plaats A is het kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang gevestigd in een monumentaal pand, met een royale tuin. In Plaats B is het kinderdagverblijf gevestigd in een nieuwe ruime vrijstaande piramidewoning en in Plaats C in een karakteristiek herenhuis.

S8: Strategische ligging

Alle drie de locaties liggen in kinderrijke gebieden aan doorgaande wegen en zijn daardoor goed bereikbaar.

S9: Openingstijden Plaats A

Bedrijf X Plaats A heeft de meest ruime openingstijden van Plaats A, namelijk van 6.45 – 18.30.

5.4.2 Zwakten

Z1: Ontbreken van strategische doelstellingen

Een zwak punt is dat er geen strategische doelstellingen zijn uitgewerkt. Hierdoor bestaat de kans dat de ontwikkeling van de organisatie onvoldoende focus krijgt en houdt. Bovendien valt achteraf niet te zeggen of de organisatie het goed heeft gedaan.

Z2: Ontbreken van budgettering & rapportages

Een ander zwak punt is dat er financiële doelstellingen ontbreken. Er zijn geen budgetten vastgesteld waardoor het niet goed mogelijk is om tussentijds onderbouwde concrete acties te ondernemen mocht

bijsturing nodig zijn. In de huidige situatie is het financiële gebeuren meer een gevoelskwestie; gaat het goed of gaat het slecht? De jaarverslaggeving is uitbesteed, en bij de presentatie van de jaarrekening ziet men pas hoe de organisatie het uiteindelijk financieel heeft gedaan.

Ook andere key-performance indicatoren worden niet middels een periodieke managementrapportage gepresenteerd. Sommige belangrijke indicatoren zijn op dit moment niet of nauwelijks boven tafel te krijgen. Ook is geconstateerd dat verkrijgen van sommige indicatoren zeer arbeidsintensief is door de manier waarop op dit moment de gegevens verkregen moeten worden.

Al met al valt te concluderen dat Bedrijf X niet goed in staat is om de prestaties van de organisatie te evalueren en tijdig bij te sturen indien nodig.

Z3: Communicatie

De interne communicatie omtrent grote veranderingen, maar ook over de wat kleinere zaken, verdient aandacht. De werknemers willen graag weten over het hoe, wat en waarom. Ook wil men geïnformeerd worden over uitgezette acties. Dit is nu niet altijd het geval.

Ook zijn er verbeteringen mogelijk met de informatieverstrekking naar de ouders. Men wil voldoende en tijdig geïnformeerd worden. Vooral informatie over eventuele personeelswisselingen wordt belangrijk gevonden door de ouders.

Z4: Personeelswisselingen

Het personeelsbestand is jarenlang stabiel geweest, met uitzondering van de tweede helft van 2006. In een half jaar tijd zijn er 7 medewerkers vertrokken. Sterke personeelswisselingen zijn over het algemeen niet wenselijk, zowel voor de kinderen en ouders niet als voor de interne organisatie. Inspanningen moeten verricht worden om kwalitatief goede vervanging te regelen en het nieuwe personeel in te werken. Mocht een dergelijk hoog verloop zich blijven voordoen dan is dit een zwakte. Z5: Lage naamsbekendheid

De naamsbekendheid van Bedrijf X is laag te noemen (vooral in Plaats A), ondanks de strategische locaties. “De meeste klanten van Bedrijf X zijn via mond tot mond reclame bij de organisatie terecht gekomen”. Het gebrek aan naamsbekend wordt genoemd als één van de redenen voor de lage bezetting in Plaats A en Plaats B van de afgelopen jaren. Ook is de uitstraling van de locaties niet bij voorbaat die van een kinderopvangaccommodatie. Voorbijgangers moeten goed kijken wil men de vestiging van een kinderdagverblijf herkennen.

Z6: Bezetting Plaats A (en Plaats B)

De vestiging in Plaats A heeft na een lichte stijging in 2005 een lager bezettingsresultaat behaald in 2006 ten opzichte van 2004 en 2005. De bezetting in maart 2007 van 50,7 procent is vergelijkbaar met die van 2006 en is laag te noemen. Ook de bezetting van de buitenschoolse opvang is laag. Het bezettingspercentage in Plaats B is daarentegen spectaculair gestegen in het afgelopen jaar. De bezetting is zo goed als verdubbeld sinds het begin van 2004. Door een capaciteitsuitbreiding per 1 maart 2007 is het bezettingsresultaat procentueel weer een stuk lager.

Z7: Kwaliteit fluctueert

De focus op kwaliteitsverhogende volgsystemen is werkdrukverhogend. De kwaliteit fluctueert omdat er in de praktijk niet altijd genoeg tijd is om de basiskwaliteit en het stukje extra te bieden. Hierdoor heeft men minder tijd voor het observeren van de groep en komt het voor dat de observaties thuis nog moeten worden uitgewerkt.

Z8: Parkeergelegenheid Plaats C

De parkeergelegenheid bij de vestiging in Plaats C laat te wensen over. Andere bedrijven in de omgeving van het centrum zitten met hetzelfde probleem.

Z9: Prijs

Bedrijf X behoort tot het duurste segment. De gehanteerde uurprijs door Bedrijf X zit op het maximum bedrag dat in aanmerking komt voor een vergoeding van de overheid. Andere kinderdagverblijven zijn over het algemeen goedkoper. Het hoge prijsniveau kan mogelijk klanten afschrikken.