• No results found

In deze conclusie zal antwoord worden gegeven op de onderzoeksvragen die in hoofdstuk 1 zijn weergegeven. Getracht wordt een totaalbeeld te schetsen van de achtergrond van voortijdig schooluitval. Op deze wijze kan bekeken worden hoe de interventie Tools4School past binnen de bevonden literatuurresultaten. Vanuit hier wordt een brug geslagen naar de praktijk. De visie van deskundigen betreffende implementatievoorwaarden voor Tools4School zal worden geïncorporeerd, zodat PI Research Tools4School kan vormen naar een in het Voortgezet Onderwijs inzetbare interventie.

Een eerste onderzoeksvraag was welke omgevings- en kindfactoren samenhangen met vroegtijdig schoolverlaten en hoe deze factoren onderling samenhangen. Geconcludeerd kan worden dat schooluitval een zeer ingewikkeld proces is van verschillende risicofactoren op het gebied van demografische-, gezins-, school- en kindkenmerken. In hoofdstuk 3 is getracht deze risicofactoren in kaart te brengen. Voortijdig schoolverlaten is niet het resultaat van een aantal op te tellen of tegen elkaar af te strepen risicofactoren, maar een langetermijnproces van ontkoppeling van de binding van de jongere met school. Vaststaande variabelen als sociaaleconomische status, woonwijk, opvoedingsstijl van ouders, IQ en kenmerken van het kind bevinden zich aan het begin van het risicoproces en zorgen in interactie en opstapeling voor een cumulatie van stress. Dit heeft gevolgen voor het functioneren van zowel kind als gezin. Kindfactoren als het overdoen van een schooljaar, spijbelgedrag, laag presteren en antisociaal gedrag in de klas zijn vervolgens belangrijke risicofactoren van voortijdig schooluitval. Deze factoren bevinden zich aan het eind van het risicoproces, aangezien aan deze variabelen veel andere gebeurtenissen voorafgaan. Dit risicoproces kan er overigens voor iedere jongere anders uitzien, doordat het pad dat jongeren in dit proces afleggen zeer variabel kan zijn en niet alle jongeren het „station‟ van antisociaal gedrag passeren.

Een tweede onderzoeksvraag richtte zich op de huidige bestaande programma‟s in relatie tot het voorkomen van schooluitval. Welke preventieve interventies met betrekking tot het versterken van cognitieve en sociale vaardigheden zijn er reeds beschikbaar voor het Voortgezet Onderwijs in Nederland en in het buitenland? Welke effecten van deze interventies worden gevonden en wat is er bekend van het effect op schooluitval? Wat zijn daarbij de effectieve elementen (kritische succesfactoren) van deze interventies? Welke criteria worden in deze interventies genoemd voor het indiceren van een individuele, danwel groepstraining? Dit

zijn veel vragen, waarvan overkoepelend kan worden gezegd dat er nog weinig effectmetingen zijn gedaan van sociaalcognitieve vaardigheidstrainingen op het voorkomen van voortijdige schoolverlating. Een belangrijke conclusie is dat deze training niet als kerninterventie, maar als integraal deel van een veelomvattend interventieprogramma dient te worden ingezet, welke een nieuwe structuur aanbrengt in de sociale omgeving van de jongere en de jongere intensief en langdurig ondersteunt in verschillende settings waar deze zich in bevindt. Effectieve elementen die hierbij benoemd kunnen worden zijn een aanbod van lange duur, met voor- en natraject, in verschillende contexten, gericht op de sterke punten van het individu, inclusief het toekennen van een mentor en met een leraar- en/of oudertraining. Dit betekent eveneens dat de focus dient te liggen op de individuele versie van Tools4School. De werkzaamheid van Tools4School zou verhoogd worden als de focus van de training niet alleen op de bevordering van de beschermende factoren zou liggen, maar ook op de afname van de stressoren. Om de ontwikkeling van Tools4School te laten slagen, zou niet alleen gekeken moeten worden naar de stressoren en beschermende factoren, maar zou ook zicht moeten worden gehouden op de uit onderzoek geïdentificeerde processen die verbonden zijn met schooluitval.

Welke screeningsmethoden in het algemeen gebruikt worden voor het indiceren voor deze interventies was de derde onderzoeksvraag. Het selecteren van leerlingen die risico lopen op schooluitval is lastig om de reden dat iedere leerling een ander pad van het risicoproces doorloopt, wat een gestandaardiseerde meting onmogelijk maakt. De signalering van zorgleerlingen vindt momenteel volgens de literatuur en volgens deskundigen in het Voortgezet Onderwijs met name plaats via observatie van de leerling door leerkrachten, wat gericht is op de tweede en derde fase van het risicoproces. Om een leerling tijdig te signaleren en een preventieve interventie te kunnen inzetten is het belangrijk dat leraren getraind worden op het signaleren van risicoprocessen. Op deze wijze zorgt observatie voor tijdige registratie van opvallendheden en kan het proces dat leidt tot schooluitval op tijd onderbroken worden door inzet van een interventie als Tools4School. Om een compleet proces in kaart te brengen kan eveneens een checklist van risicofactoren worden ingezet, welke gericht is op de eerste fase van het risicoproces. Op deze wijze wordt het mogelijk verbanden te leggen tussen omstandigheden en gebeurtenissen en kan een beeld worden geschetst van het risicoproces dat een jongere doorloopt. Als door middel van observatie, registratie en een checklist vastgesteld is dat een leerling risico loopt op het voortijdig verlaten van de school, kan de TVA worden afgenomen om vast te stellen of de jongere geschikt is voor Tools4School.

Bij het implementatieonderzoek deed zich als eerst de vraag voor welke randvoorwaarden (organisatorisch en financieel) scholen van belang vinden bij het

implementeren van Tools4School binnen het leertraject en de schoolcontext. Betreffende de organisatie benoemen deskundigen met name aspecten die erop wijzen dat het programma Tools4School flexibel ingezet dient te worden in het onderwijs. Het zorgbeleid van scholen is per school verschillend, wat tot gevolg heeft dat iedere school het programma Tools4School eveneens op verschillende wijze ingezet wil hebben. De integratie van de training in het dagelijkse schoolritme van de leerling wordt hiermee als belangrijkste organisatorische voorwaarde gezien. Dit geldt met name voor praktische zaken als tijdstip en duur van de training. Financieel zien scholen slechts mogelijkheden voor Tools4School als zij hier subsidie voor kunnen aanvragen of als ouders een bijdrage zouden leveren. Veel scholen geven aan dat zij reeds een soortgelijk programma als Tools4School in huis hebben en dat er keuzes gemaakt zouden moeten worden.

Een volgende onderzoeksvraag is hoe mentoren en ander schoolpersoneel op basis van literatuur en volgens de deskundigen het best kan worden betrokken bij Tools4School. Informatievoorziening en communicatie zijn twee sleutelwoorden binnen deze betrokkenheid. Het is belangrijk dat iedereen op de hoogte is van Tools4School en dat duidelijk is waar mensen terecht kunnen met vragen, zodat iedereen zich op één lijn bevindt en draagvlak gecreëerd wordt. De personen die volgens de geïnterviewden een grote rol dienen te krijgen in de training zijn de mentor en de zorgcoördinator. De mentor wordt verantwoordelijk geacht voor de signalering van en communicatie over de deelnemende leerling. De mentor van de leerling heeft vanwege het nauwe contact het beste zicht op de leerling en kan hiermee de juiste rol innemen om de houding en het gedrag van de adolescent op school te beïnvloeden of sturen. De zorgcoördinator is volgens deskundigen verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van Tools4School. Deze communicatie kan plaatsvinden in de geplande leerlingenbesprekingen of via e-mail, het leerlingvolgsysteem en de feedbackkaart.

De laatste onderzoeksvraag was hoe de ouders op basis van literatuur en volgens deskundigen het best kunnen worden betrokken bij Tools4School. De driehoek tussen school, kind en ouders is zeer belangrijk voor de ontwikkeling van de leerling. De houding en het gedrag van de ouder zijn beïnvloedbaar en om deze reden wordt het van belang geacht de ouder te betrekken bij de preventieve interventie Tools4School. Over het algemeen worden weinig problemen ervaren in het contact tussen school en ouders. Enkele deskundigen van het Voortgezet Onderwijs kaarten wel aan dat het betrekken van ouders in Tools4School als belemmering wordt gezien. Een oudertraining is volgens de literatuur en volgens geïnterviewden een goede optie om de ouders te betrekken bij Tools4School.

Contextuele factoren, inclusief steun van leraren en ouders, hebben een positieve invloed op de zelfpercepties van studenten (ontvangen controle en identificatie met school) en verbintenis met de school (educationele- en gedragsverbintenis). Deze binding met school heeft een positieve invloed op prestaties van leerlingen. Het betrekken van zowel belangrijke personen van school als gezinsleden dient een onderdeel van de interventie te zijn die niet mag worden onderschat. De ontwikkelingsmogelijkheden voor een kind stijgen naarmate er meer steunende connecties tussen verschillende contexten zijn waarbinnen het kind of de personen die verantwoordelijk zijn voor de zorg van het kind betrokken zijn. Zulke interconnecties kunnen de vorm aannemen van gedeelde activiteiten, tweerichtingcommunicatie en geleverde informatie in iedere setting over elkaar. Het is dus belangrijk om verschillende personen die bij de opvoeding van het kind betrokken zijn in de interventie op te nemen. Gedacht kan worden aan de connectie tussen de school- en thuissituatie, maar ook tussen de algemene schoolcontext en de mentor, die dichter bij de jongere betrokken is. Deskundigen uit het Voortgezet Onderwijs benadrukken deze relevantie van de driehoek tussen school, ouders en kind.

De sociaalcognitieve vaardigheidstraining Tools4School levert een bijdrage aan voortijdig schoolverlaten door zich te richten op het functioneren van het kind. Hierbij dient in ogenschouw genomen te worden dat Tools4School niet dé oplossing is op het voorkomen van schooluitval. Tools4School zou een grotere bijdrage kunnen leveren aan dit voorkomen door een onderdeel te vormen van een breder programma, welke intensiever en langduriger is en de omgeving van de leerling meer betrekt bij de ondersteuning van de jongere. Dit betekent ook dat er gericht kan worden op meerdere fases van het risicoproces, doordat risicofactoren in het gezin, de wijk en de school meegenomen kunnen worden in het programma, het gezinsfunctioneren aangepakt kan worden en cijfers opgehaald zouden kunnen worden door hulp te bieden in leren. Daarbij dient PI Research in overleg te gaan met de scholen waar Tools4School ingezet gaat worden, om op deze wijze Tools4School vorm te geven naar het zorgbeleid en het ritme van deze scholen en een programma op maat te leveren. Dit is een zeer kostbare aanpak en financiering hiervoor zou gezocht moeten worden bij andere instanties dan scholen zelf.

Beperkingen

Ondanks dat zoveel mogelijk relevante literatuur bijeen is verzameld om de eerste deelvraag betreffende de achtergrond van voortijdige schoolverlating te beantwoorden, zullen niet alle risico- en beschermende factoren van schooluitval achterhaald en weergegeven zijn.

Tevens zijn enkele beperkingen bij de gehouden interviews waar te nemen. De kwalitatieve analyse is slechts door één persoon uitgevoerd, waardoor de betrouwbaarheid onbekend is. Omdat de onderzoeksgroep van geïnterviewden slechts 24 personen betreft is generaliseerbaarheid van de resultaten beperkt.

Aanbevelingen

Een aanbeveling aan PI Research is gebruik te maken van het model van het risicoproces in het opstellen en uitvoeren van de interventie. Op deze wijze kan in kaart worden gebracht welk pad een jongere binnen dit proces aflegt en kan er tevens een programma op maat worden geboden. Het bieden van een programma op maat is niet alleen van toepassing op de jongeren, maar eveneens op de scholen van het Voortgezet Onderwijs. Aangezien het zorgbeleid per school zeer verschillend uitgevoerd wordt, zal de toepassingsvorm van Tools4School in dit zorgbeleid per school bekeken moeten worden.

Om een volledig beeld te krijgen van het proces dat leidt tot schooluitval is het van belang naast deskundigen uit het Voortgezet Onderwijs ook leerkrachten, ouders en jongeren zelf te interviewen. Voor de werking van een sociaalcognitieve vaardigheidstraining als Tools4School zou een kwantitatief onderzoek opgezet moeten worden.

Referentielijst

Albrecht, G., & Spanjaard, H. (2011). Tools4U. Training cognitieve en sociale vaardigheden als taakstraf voor minderjarigen. Handleiding voor trainers. Duivendrecht: PI Research. Alexander, K., Entwisle, D., & Kabbani, N. (2001). The dropout process in life course

perspective: Early risk factors at home and school. The Teachers College Record, 103(5), 760-822.

Allen, J., Meng, C. M., & ROA (2010). Voortijdige schoolverlaters: Aanleiding en gevolgen. Research centre for education and the Labour Market (ROA), Faculty of Economics and Business Administration, Maastricht University.

Archambault, I., Janosz, M., Fallu, J., & Pagani, L. S. (2009). Student engagement and its relationship with early high school dropout. Journal of Adolescence, 32(3), 651-670. Archambault, I., Janosz, M., Morizot, J., & Pagani, L. (2009). Adolescent behavioral, affective,

and cognitive engagement in school: Relationship to dropout. Journal of School Health, 79(9), 408-415.

Balfanz, R., Herzog, L., Douglas, J., & Iver, M. (2007). Preventing student disengagement and keeping students on the graduation path in urban middle-grades schools: Early identification and effective interventions. Educational Psychologist, 42(4), 223-235. Bierings, H., & De Vries, R. (2011). Drie kwart voortijdig schoolverlaters vindt op termijn een

baan. Centraal Bureau voor de Statistiek. Verkregen op 30 januari 2012, van http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/onderwijs/publicaties/artikelen/archief/2011/ 2011- 3384-wm.htm

Boendermaker, L., Van Rooijen, K., & Berg, T. (2010). Residentiële jeugdzorg: Wat werkt? Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.

Bowers, A. J. (2010). Grades and graduation: A longitudinal risk perspective to identify student dropouts. The Journal of Educational Research, 103(3), 191-207.

Bronfenbrenner, U. (1979). Contexts of child rearing: Problems and prospects. American Psychologist, 34(10), 844-850.

Bryman, A. (2008). Social research methods.

Bulkeley, R., & Cramer, D. (1994). Social skills training with young adolescents: Group and individual approaches in a school setting. Journal of Adolescence, 17(6), 521-531.

Bullis, M., Walker, H. M., & Sprague, J. R. (2001). A promise unfulfilled: Social skills training with at-risk and antisocial children and youth. Exceptionality, 9(1-2), 67-90.

Cabus, S. J., & De Witte, K. (2011). Does school time matter? On the impact of compulsory education age on school dropout. Economics of Education Review, 30(6), 1384-1398. Christenson, S. L., Sinclair, M. F., Lehr, C. A., & Godber, Y. (2001). Promoting successful

school completion: Critical conceptual and methodological guidelines. School Psychology Quarterly, 16(4), 468.

De Bruyn, E. H., Deković, M., & Meijnen, G. W. (2003). Parenting, goal orientations, classroom behavior, and school success in early adolescence. Journal of Applied Developmental Psychology, 24(4), 393-412.

Evans, G. W., & English, K. (2002). The environment of poverty: Multiple stressor exposure, psychophysiological stress, and socioemotional adjustment. Child Development, 73(4), 1238-1248.

Ewalds, D., & De Vries, R. (2010). Minder jongeren zonder startkwalificatie van school. Centraal Bureau voor de Statistiek. Verkregen op 30 januari 2012, van http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/arbeid-socialezekerheid/publicaties/artikelen/ archief/2010/2010-3093-wm.htm

Fall, A., & Roberts, G. (2011). High school dropouts: Interactions between social context, self- perceptions, school engagement, and student dropout. Journal of Adolescence, 35(4), 787-798.

Fashola, O. S., & Slavin, R. E. (1998). Effective dropout prevention and college attendance programs for students placed at risk. Journal of Education for Students Placed at Risk (JESPAR), 3(2), 159-183.

Gleason, P., & Dynarski, M. (2002). Do we know whom to serve? Issues in using risk factors to identify dropouts. Journal of Education for Students Placed at Risk (JESPAR), 7(1), 25- 41.

Graeff-Martins, A. S., Oswald, S., Comassetto, J. O., Kieling, C., Gonçalves, R. R., & Rohde, L. A. (2006). A package of interventions to reduce school dropout in public schools in a developing country. A feasibility study. European Child Adolescent Psychiatry, 15, 442- 449.

Greenberg, M. T., Weissberg, R. P., O'Brien, M. U., Zins, J. E., Fredericks, L., Resnik, H., & Elias, M. J. (2003). Enhancing school-based prevention and youth development through coordinated social, emotional, and academic learning. American Psychologist, 58(6-7), 466.

Heinrich, R., & Spanjaard, H. (2008). Aanpak lichte en matige spijbelaars. De keten naar HALT. Versie voor HALT-medewerkers.

Hermanns, J., Öry, F., & Schrijvers, G. (2005). Helpen bij opgroeien en opvoeden: Eerder, sneller en beter. een advies over vroegtijdige signalering en interventies bij opvoed- en opgroeiproblemen. Utrecht: Inventgroep.

Hermanns, J. M. A. (2007). Opvoeden en opgroeien: Een visie achter het beleid. Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid, 21-49. Den Haag: Amsterdam University Press.

Hermanns, J. (2009). Het wraparound care model en de vraag naar nieuwe jeugdzorgprofessionals. Professionele kwaliteit in jeugdzorg en jeugdonderzoek, 85-98. Assen: Van Gorcum.

Holter, N., & Bruinsma, W. (2009). Wat werkt bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten? Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.

Impens, H. (2008). Een opvoedingsgemeenschap van ouders en school. Preventie van ontwikkelingsproblemen bij jongeren in het VMBO in Nederland. Praktijk, toekomstbeeld of illusie? Deel 2. Een literatuurverkenning. Driebergen: NIVOZ & Stichting Het Steunfonds Pro Juventute.

Inspectie van het Onderwijs (2011). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2009/2010. Meppel: Ten Brink.

Inspectie van het onderwijs (2012). De staat van het onderwijs. Hoofdlijnen uit het onderwijsverslag 2010/2011. Werkendam: DamenVanDeventer bv.

Janosz, M., Archambault, I., Morizot, J., & Pagani, L. S. (2008). School engagement trajectories and their differential predictive relations to dropout. Journal of Social Issues, 64(1), 21-40. Lehr, C. A., Hansen, A., Sinclair, M. F., & Christenson, S. L. (2003). Moving beyond dropout

towards school completion: An integrative review of data-based interventions. School Psychology Review, 32(3), 342-364.

Lever, N., Sander, M. A., Lombardo, S., Randall, C., Axelrod, J., Rubenstein, M., & Weist, M. D. (2004). A drop-out prevention program for high-risk inner-city youth. Behavior Modification, 28(4), 513-527.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2012). Cijferbijlage VSV-brief 2012. Nieuwe voortijdig schoolverlaters. Convenantjaar 2010-2011. Voorlopige cijfers. DUO. Nederlands Jeugdinstituut (2009). Investeren in zorg en de strijd tegen schooluitval. Verkregen

op 4 november 2011, van http://nji.nl/eCache/DEF/1/15/811.html

O'Connell, M., & Sheikh, H. (2009). Non-cognitive abilities and early school dropout: Longitudinal evidence from NELS. Educational Studies, 35(4), 475-479.

Ogilvy, C. M. (1994). Social skills training with children and adolescents: A review of the evidence on effectiveness. Educational Psychology, 14(1), 73-83.

PI Research. Verkregen op 4 november 2011, van http://piresearch.nl/

Prevatt, F., & Kelly, F. D. (2003). Dropping out of school: A review of intervention programs. Journal of School Psychology, 41(5), 377-395.

Rumberger, R. W. (1995). Dropping out of middle school: A multilevel analysis of students and schools. American Educational Research Journal, 32(3), 583-625.

Sarason, I. G., & Sarason, B. R. (1981). Teaching cognitive and social skills to high school students. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 49(6), 908-918.

Traag, T., & Van der Velden, R. K. W. (2011). Early school-leaving in the Netherlands: The role of family resources, school composition and background characteristics in early school-leaving in lower secondary education. Irish Educational Studies, 30(1), 45-62. Valentine, J. C., Hirschy, A. S., Bremer, C. D., Novillo, W., Castellano, M., & Banister, A.

(2011). Keeping at-risk students in school. Educational Evaluation and Policy Analysis, 33(2), 214-234.

Van Batenburg, T. A., Korpershoek, H., & Van der Werf, M. P. C. (2007). De VMBO leerlingen in VOCL'99: Stromen, kenmerken en huidige situatie. Rijksuniversiteit Groningen. GION.

Van Bijsterveldt-Vliegenthart, M. (2012). Kamerbrief over voortijdig schoolverlaten, aanhoudende inspanning noodzakelijk. DUO.

Van der Knaap, L. M., Beenker, L. G. M., & Bijl, B. (2004). Vragenlijst Taken en Vaardigheden van Adolescenten: Handleiding. Duivendrecht: PI Research.

Van der Knaap, L. M., Bogaerts, S., Speessen, N. M. P. G., & Van Dee, L. C. A. (2011). Sociale vaardigheidstraining op maat. Een inventarisatie van knelpunten bij de implementatie en uitvoering. Tilburg: Tilburg University - Intervict.

Van der Mooren, F., Pleijers, A., & de Winden, P. (2011). Regionaal beeld van de jeugd 2011. Landelijke jeugdmonitor. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Van der Steeg, M., & Webbink, D. (2006). Voortijdig schoolverlaten in Nederland: Omvang, beleid en resultaten. Den Haag: Centraal Planbureau.

Vanderbilt-Adriance, E., & Shaw, D. S. (2008). Conceptualizing and re-evaluating resilience across levels of risk, time, and domains of competence. Clinical Child and Family Psychology Review, 11, 30-58.

Wentzel, K. R., & Wigfield, A. (1998). Academic and social motivational influences on students' academic performance. Educational Psychology Review, 10(2), 155-175.

Westenberg, M., Donner, C., Los, A., & Veenman, M. (2009). Rijping en schooluitval. een pilot-onderzoek naar schooluitval bij (V)MBO-ers vanuit ontwikkelingsperspectief. Universiteit Leiden.

White, S. W. (2010). The school counselor's role in school dropout prevention. Journal of Counseling & Development, 88(2), 227-235.

Wit, W. (2008). De belevingswereld van voortijdig schoolverlaters. Een onderzoeksrapportage. Utrecht: Oberon.

Bijlagen

Bijlage 1. Informed Consent formulier. Bijlage 2. Topics interview.

Bijlage 3. TVA voor Tools4School; jongerenversie. Bijlage 4. Werkzaamheden bij PI Research.

BIJLAGE 1 (Informed Consent formulier)

Informatiebrochure bij onderzoek van PI Research & Universiteit van Amsterdam. “Tools4School”

Geachte deelnemer aan het onderzoek naar de interventie “Tools4School”,

U gaat participeren in het onderzoek naar "Tools4School". Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u kennis neemt van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Leest u derhalve het onderstaande zorgvuldig door.

Doel van het onderzoek

In dit onderzoek gaat u deelnemen aan een interview. Het doel van het onderzoek is om de randvoorwaarden te achterhalen die nodig zijn om Tools4School te implementeren in het