• No results found

Case 2: LOG Berlikum Plaats: Berlikum Plaats: Berlikum

In document Samen sterk? (pagina 64-68)

HOOFDSTUK 5 DE DIAMANTEN VAN DE LOG’S EMMEN EN BERLIKUM

5.2 Case beschrijvingen .1 Case 1: LOG Emmen

5.2.1 Case 2: LOG Berlikum Plaats: Berlikum Plaats: Berlikum

Gemeente: Menaldumadeel Provincie: Friesland

Initiatiefnemers: Stichting Tuinbouw Ontwikkeling Friesland (TOF), bestaande uit: Tuinbouwstichting Noordwest Friesland, Rabobank Noordwest Friesland, VEK adviesgroep, Makelaar Vollebrechts/ Barten en aannemer Kroes.

Tuinbouwgebied

Klazienaveen Tuinbouwgebied Het Rundedal

Erica Klazienaveen Tuinbouwgebied Erica Emmen Klazienaveen Erica Tuinbouwgebied Erica

Afstudeerscriptie Lennaert Veenstra Pagina | 64 Het glastuinbouwgebied Berlikum is een volledig nieuw gebied aan de zuidkant van het gelijknamige dorp in Noordwest-Friesland. De tuinbouwsector is van oudsher in Berlikum aanwezig, daarbij kende het dorp tot 1985 een veiling. De tuinbouwhistorie heeft gezorgd voor een positieve attitude ten aanzien van de glastuinbouw. De glastuinbouwlocatie is gerealiseerd op bestaand tuinbouwgebied, waarvan een zeer beperkt deel onder glas. Voordat het gebied werd aangewezen als LOG was het in 1999 door de provincie Friesland al in het voorlopig streekplan opgenomen als tuinbouwgebied en waren er al ontwikkelingen gaande. De ontwikkeling van het gebied is destijds opgeknipt in twee fasen om te voorkomen dat een MER moest worden uitgevoerd. Het eerste deel van de locatie is in 2000 in ontwikkeling genomen. De aanwijzing van Berlikum als LOG heeft geen enkele gevolgen gehad voor het project. Wel is voor beide fasen destijds een STIDUG-aanvraag ingediend. Beide keren scoorde de aanvraag te laag ten opzichte van andere aanvragen om gehonoreerd te worden. De locatie was op dat moment al zodanig in uitvoering dat deze daarmee niet in aanmerking kwam voor de STIDUG-regeling. In het gebied met een oppervlakte van 100 hectare bruto zijn alle kavels inmiddels uitgegeven. Het gebied heeft zich gevuld met 11 tuinders, voor het merendeel afkomstig uit de kerngebieden (Westland, Noord-Brabant). Slechts één tuinder is afkomstig uit de regio. Het overgrote deel van de tuinders in het gebied zijn groentetelers.

Figuur 5.2 Overzicht LOG Berlikum

5.2 Productiefactoren

Productiefactoren kunnen worden onderverdeeld in de primaire productiefactoren arbeid, natuur en kapitaal en de geavanceerde productiefactoren infrastructuur en kennis. In deze paragraaf wordt het belang van de individuele productiefactoren voor de glastuinbouwsector en waar mogelijk de invulling van de factoren per LOG behandeld.

Tuinbouwgebied Berlikum

Afstudeerscriptie Lennaert Veenstra Pagina | 65 5.2.1 Primaire productiefactoren

Arbeid

De glastuinbouwsector is een arbeidsintensieve sector. Arbeid is daarmee een grote en jaarlijks terugkerende kostenpost voor glastuinders. Per hectare glastuinbouw rekent men een directe arbeidsvraag van vijf personen, nog afgezien van de indirecte arbeidsvraag die het met zich mee brengt door spin-off in de vorm van toeleverende en dienstverlenende bedrijvigheid. De arbeidsintensiteit in met name de sierteelt (snijbloemen en potplanten) is echter de laatste jaren afgenomen. De schaalvergroting heeft zich in de sierteelt tot op heden minder doorgezet dan in de glasgroenteteelt, met name in de potplantenteelt is sprake geweest van kapitaalintensivering door automatisering en mechanisering. De glastuinbouwsector biedt voornamelijk laaggeschoolde arbeid. De toenemende schaalvergroting en technologische ontwikkelingen hebben er echter toe geleid dat de vraag naar hoger opgeleid personeel binnen glastuinbouwbedrijven is toegenomen. Noord-Nederland wordt in zijn algemeenheid gekenmerkt door een ruim arbeidspotentieel en een goede arbeidsmoraal.

Het werkgelegenheidsbelang is voor zowel de gemeente Emmen als voor de gemeente Menaldumadeel de belangrijkste reden geweest om hun medewerking toe te zeggen aan de ontwikkeling van de glastuinbouwgebieden. Met name de gemeente Emmen kent een vrij hoge werkloosheid, Emmen en Menaldumadeel kenden in 2006 een werkloosheidspercentage van respectievelijk 12,6% en 5,8%. Het Nederlandse werkloosheidspercentage lag op dat moment op 5,5% (Broersma e.a., 2008). Beide gemeenten zagen in de glastuinbouw een goede mogelijkheid om met name in werkgelegenheid te voorzien voor het relatief laaggeschoolde gedeelte van de werkloze beroepsbevolking. Daarbij is het ook een diversificatie van de economie en biedt het zeer goede mogelijkheden voor parttime arbeid.

Het vinden van personeel is voor de tuinders in de LOG Emmen en de LOG Berlikum nog geen probleem. Toch wordt er veel met Poolse arbeidskrachten gewerkt, met name het kostenaspect speelt hierbij een rol. Wel is een feit dat de belangstelling voor tuinbouwopleidingen in beide regio‟s zeer laag is, waardoor het aanbod geschoolde arbeidskrachten beperkt is.

Natuur

De afhankelijk van de bodemgesteldheid en het klimaat is door het telen in kassen kleiner geworden. Beide factoren spelen echter nog wel een rol. Nederland is erg geschikt voor glastuinbouw door de gunstige geografische ligging, een gunstig aantal zonne-uren en een gematigd klimaat. Ook voor de afzet van glastuinbouwproducten bezit Nederland een unieke strategische positie, doordat ons land op het snijpunt ligt van de hoofdassen die de bevolkingscentra in Europa verbinden (RLG, 2005). Noord-Nederland is door de

Afstudeerscriptie Lennaert Veenstra Pagina | 66 beschikbaarheid van grote, aaneengesloten arealen en de lage grondprijzen aantrekkelijk voor de vestiging van grote glastuinbouwbedrijven.

Het glastuinbouwgebied Emmen heeft met de ligging direct aan de snelweg A37 een directe verbinding richting de Randstad, Duitsland, Scandinavië en de Baltische Staten. Toch ervaren met name de siertuinders dat de afstand tot de handel (veilingen) in de Randstad te groot is. Het gebied heeft doordat het is gelegen op +16 NAP geen problemen met wateroverlast. Wel heeft de locatie door de landinwaartse liggen meer een landklimaat dan de kustlocaties. Dit vertaalt zich in relatief warmere zomers en koudere winters en een lagere lichtopbrengst ten aanzien van de kustlocaties. Voor tuinders in met name de groenteteelt is dit een negatief aspect en dit is dan ook één van de oorzaken waardoor tuinders uit het Westen niet uitwijken naar Emmen en waardoor het Rundedal niet tot ontwikkeling komt. Grond is met 50 hectare direct en 120 hectare optioneel in ruime mate beschikbaar in het Rundedal en is met een prijs per m2 van € 25,50 in verhouding tot het Westland goedkoop. De grond wordt echter door de banken gewaardeerd op slechts € 7,-, waardoor een negatieve prijs-waarde verhouding ontstaat. De gevolgen hiervan zullen bij de productiefactor kapitaal worden uiteengezet. Bij de inrichting van het Rundedal is veel aandacht geschonken aan de landschappelijke inpassing. Ten aanzien van de natuur is het stroomgebied van de veenbeek De Runde hersteld, welke daarbij een belangrijke rol speelt in de aanvoer van gietwater voor het gebied.

De LOG Berlikum heeft door de kustlocatie een zeeklimaat, wat gematigde en stabiele klimatologische omstandigheden tot gevolg heeft. Een andere bijkomstigheid is de relatief hoge lichtopbrengst. Dit zijn aspecten die de locatie Berlikum in het voordeel heeft ten opzichte van het glastuinbouwgebied Emmen. De ligging ten opzichte van de handelscentra is net als in Emmen een punt van kritiek, al wordt de geografische en sociaal-emotionele afstand door de tuinders wel als kleiner ervaren dan in Emmen. De goede kwaliteit van de grond is voor slechts twee snijbloementelers (alstroemeria) in het gebied nog van belang, zij zijn de enige telers in het gebied die nog in de volle grond telen. De rest van de bedrijven is allemaal footloose. De grondprijs in het gebied is relatief laag ten opzichte van elders in het land en is voor de bedrijven een belangrijk criterium geweest om zich in het gebied te vestigen. Alle kavels in het gebied zijn echter verkocht. De landschappelijke inpassing van het gebied is niet optimaal. De plannen die hiervoor bestonden zijn door tekortschietende financiële middelen bij de realisatie van het gebied niet uitgevoerd.

Kapitaal

De kapitaalintensiteit van de glastuinbouw is groot. Het betreft met name de investering die zijn gemoeid bij het opzetten van het bedrijf en het doorvoeren van innovatie en techniek. Bij het bouwen van nieuwe kassen wordt uitgegaan van een investering van € 1 miljoen per hectare. Een verschil met de factor arbeid is dat de investeringen in kapitaal veelal eenmalig van aard zijn. De sterke schaalvergroting en de grote investeringen in

Afstudeerscriptie Lennaert Veenstra Pagina | 67 (duurzame) energievoorzieningen, automatisering en mechanisering hebben er toe geleid dat de kapitaalintensiteit binnen de glastuinbouwsector steeds verder toeneemt.

Wat eveneens meespeelt bij de productiefactor kapitaal is de grondprijs. De grondprijs in Noord-Nederland is gunstig ten opzichte van het Westen. In Emmen vormt de negatieve prijs-waarde verhouding van de grond echter een probleem. Banken stellen zich hierdoor erg terughoudend op, wat vervolgens leidt tot een financieringsprobleem voor de betrokken tuinders. De lage grondwaarde is niet de enige reden waarom de banken zich terughoudend opstellen ten opzichte van Emmen. In het Rundedal zijn geen voorzieningen aanwezig voor de teruglevering van energie aan het net, terwijl dit voor de bedrijfsvoering in de glastuinbouw momenteel van essentieel belang is. Dit vormt samen met het algemene beeld dat de vermogenspositie van veel tuinders slecht is eveneens een reden voor banken om af te zien van financiering in het Rundedal. Het tuinbouwgebied Berlikum kent deze problemen niet doordat het gebied al volledig is gerealiseerd, er voorzieningen voor teruglevering aanwezig zijn en de prijs-waarde verhouding van de grond positief is.

In document Samen sterk? (pagina 64-68)