O: Oké, en in die tijd veranderde het zelfbeeld steeds positiever zeg maar? C: Ja, pas aan het eind, hè (T1).
O: Aan het einde.
C: Aan het eind van die werkloosheid, zeg maar. Aan het begin is het heel sterk. Ja, ga je een heel diep dal in. Echt een heel diep dal en op gegeven moment haal je er ook professionele hulp bij. Dat moest wel, want anders kom je er niet meer uit (T1).
O: ja.
C: En vanuit de UWV hebben ze mij dus naar Inge gestuurd. O: Oké.
C: Maar ik had zoiets van, ik wil alles met beide handen aangrijpen dus ik heb dat ook gedaan en ja, al met al, ik denk allerlei, zeg maar reddingslijnen die je toegeworpen kreeg, die pak je aan en dan overal kom je iets verder mee tot je op gegeven moment weer op land staat. Denk ik dan.
O: Ja en als we dan kijken naar het einde van het traject, zei je net al een beetje, maar hoe zag je zelfbeeld er toen uit?
C: Ha! Heb ik toch maar mooi gefikst! Haha O: Haha. Trots op jezelf?
C: Ja.
O: Mooi, dat het traject dat dan heeft gebracht? C: Ja.
O: En voelt u dat nu nog steeds of hoe..?
C: Ja, hoor, ik heb zelf. Ik ben toen bij Rijkswaterstaat gaan werken. Dat is de overheid dus die kijkt niet zo naar leeftijd en toen hebben ze op gegeven moment, toen zeiden mensen van de provincie van goh kom eens bij ons werken, want jij bent zo goed. Dus nou werk ik bij de provincie werken en het gaat goed. Die kijken ook niet naar leeftijd en..
O: Maar die hebben jou toen gezien en die dachten van die moeten we hebben of? C: Ja.
O: Oh, dat is toch mooi. C: Mooi, hè?
O: Ja. En die verandering die jouw zelfbeeld die is dus veranderd en heeft dat ook nog bijgedragen aan het Werkfittraject?
C: Phoe, ja, ik denk het wel (T1). O: Ja. En misschien een moeilijke vraag. C: Ja.
O: Maar hoe komt dat? Hoe, met welk gevoel en hoe heeft dat gevoel bijgedragen in dat Werkfittraject?
C: Even denken hoor, ik zou het eigenlijk niet zo onder woorden kunnen brengen. Wat vervelend nou. O: Dat maakt niet uit.
35
C: Even denken, want toen ik een baan kreeg, stopten we, hè. Met dit traject, omdat ik 40 uur ging werken.
O: Ja.
C: Ja en de laatste keer ben ik naar Papendal gegaan, om te kijken hoe ik ervoor stond, want dat wou zij graag. Toen heb ik ook nog op zo’n ding gestaan en met andere gesproken en zij dachten ook van nou zij redt het wel. Nou dat klopte. Ik denk dat ik het niet gered zou hebben zonder het fitprogramma (T3). Er is ook nog een programma aan vooraf gegaan, aan dingen zeg maar.
O: Ja.
C: Daar hebben ze me ook aan een psycholoog aan een sportleraar vastgezet en dat ging ook goed. En die heeft mij aangeraden om andere soort hulp te zoeken zeg maar. Professionele hulp zeg maar. O: Ja.
C: Ja. En dat werkte allemaal goed. En dankzij zeg maar dat, rol je zeg maar overal steeds beter in. Het is meer een soort samenkomst van verschillende reddingslijnen.
O: Ja, die hebben allemaal bijgedragen? C: Ja.
O: Oké. Dan kijk ik nog even de vragenlijst door, want het meeste heb ik nu gehad. C: ja.
O: Even kijken, hoor wat ik nog wil weten, maar volgens mij heb ik eigenlijk alles wel gevraagd. C: Ja, ik weet het niet.
O: Ja, ik zit even te kijken, hoor. Ja eigenlijk wel.
C: Oké. Nou ja, als je nog iets te binnen schiet, moet je maar even bellen of mailen. O: Dat is in ieder geval harstikke fijn. Ja super. Heeft u verder nog opmerkingen over vitaliteitscoaching die u graag kwijt wil aan ons?
C: Nee, eigenlijk niet meer.
O: Dan wil ik u harstikke bedanken. Als u geïnteresseerd bent in onze resultaten van het onderzoek, kunt u het onderzoek bij Loopbaanlink opvragen.
C: Oké, prima. O: Doei. C: Doei.
Cliënt 2
O: Hoi, fijn dat u mee wilt werken aan het onderzoek! C: Ja, hoor, geen probleem.
O: Ik zal alleen aan het woord zijn en ik zit in een afgesloten ruimte. C: Ja, ik loop even weg van de kinderen.
36
C: Ja..O: Wij zullen het gesprek uittypen en dan het audiobestand wissen. Uw gegevens zullen wij anoniem verwerken in het onderzoek, uw naam komt dus nergens in voor.
C: Helemaal goed.
O: Heeft u nog vragen aan de hand van ons mailtje dat wij hebben verstuurd? Is alles duidelijk? C: Nee, eigenlijk is alles wel duidelijk. Nee, dat is helemaal goed. Wat gebeurt er eigenlijk met dit onderzoek?
O: Die voeren we uit voor Loopbaanlink dus als u het onderzoek uiteindelijk wilt zien, kunt u die daar opvragen.
C: Oké, ga ik denk ik wel doen.
O: Oké. Dan hebben we eigenlijk nu even een vraag van zit u nu midden in het traject of heeft u het al afgerond of?
C: In het Werkfittraject bedoel je? O: Ja.
C: Of het traject met Gregie? O: Nee, het Werkfittraject. C: Daar zit ik nog midden in. O: En met Gregie?
C: Ook.
O: Oh, ook. Dan hebben we een vraag van hoe uw Werkfittraject eruit ziet. C: Ja, even denken. Ik ben eerst begonnen bij Loopbaanlink, bij Inge. O: Ja.
C: En op gegeven moment merkten wij, Inge en ik samen, dat het eigenlijk een beetje spaak liep. Even dat het voor mij allemaal even teveel was. En dat de stappen die genomen werden allemaal nog een beetje te snel gingen. Dus het fijne van Loopbaanlink is dat je dan kan inspringen of even je traject kan veranderen. Dus zo ben ik bij Gregie terecht gekomen om te zorgen dat ik beter in mijn energie zit, beetje in kaart kan krijgen waar ik vastloop (T1).
O: Ja.
C: Dus daar ben ik een beetje mee bezig en ik heb nou een sessie of vier met Gregie gehad en dat loopt nu door Corona allemaal weer anders, want eerst kwam Gregie gewoon bij mij thuis en nu ga het dan toch allemaal via Skype, doen wij dan (T1). Dus dat is op zich dan wel jammer, maar het is zoals het is. We moeten er maar gewoon het beste van maken. Eigenlijk, het werkt wel, maar natuurlijk niet
helemaal honderd procent (T2). Even kijken, nou mijn traject bij Inge begint weer volgende week en
dan moeten we heel even kijken hoe dat dan weer gaat lopen. Of ik dan weer met Inge verder kan gaan of dat ik dan toch weer met andere dingen bezig gaan.. Intussen zou ik ook bij Kitty…? O: Ja.
C: Bij Kitty een traject gaan volgen en dat het bij Inge dan weer helemaal stopte, bij Kitty is het natuurlijk weer anders en dat kon even helemaal niet.
O: Daar heeft u ook nog helemaal niks gevolgd?
C: Daar heb ik, nee, daar stond een afspraak, dat was de week nadat wij elkaar helemaal niet meer mochten zien, dus daar ben ik nog niet geweest.
37
O: Oké.C: Dat wil ik wel heel graag omdat ik denk dat dat een stukje extra aan mijn herstel gewerkt kan worden met Kitty erbij. Maar goed dat is voor later, dat is nog niet voor nu.
O: Nee. En het traject met Gregie dan, wat vindt u daarvan? Over het algemeen?
C: Ja, ik vind het heel fijn (T2). Wat ik heel fijn werken vind aan het traject met Gregie is dat zij, gaat het om haar persoonlijk of om het traject? Ja, dat werkt natuurlijk allemaal een beetje samen..? O: Ja, vooral over het traject nu even.
C: Wat heel fijn aan het traject is, is dat het vooral heel praktisch is en dat je met dingen waar je eigenlijk tegenaan loopt, waar je mee geconfronteerd wordt of waar je mee vastloopt, dan ook weer heel makkelijk mee aan de slag kan (T2). Dus bij Gregie pakt in het traject heel erg de koe bij de horens vast als het ware en soort van hoe zou je dat nou anders kunnen doen of waarom is dat op die
manier gebeurd (T3)?En heel praktisch en dat is wat het heel fijn maakt. We hebben best wel snel de
vinger op de zere plek gekregen en daarmee aan de slag gegaan. Dus dat is wel heel fijn (T2).
O: En daar laat zij u dan ook wel zelf over nadenken? C: Ja.
O: Ja. Oké.
C: Ja en af en toe krijg ik wat, als ik er zelf niet uitkom, handvaten geven. Dus dat is wel heel fijn (T3).
O: Ja en aan welke aspecten van vitaliteitscoaching hebben jullie mee gewerkt? Waar zijn jullie mee bezig? Met voeding, of met beweging of juist met ontspanning, wat voor dingen..?
C: Wij zijn met ontspanning aan de slag geweest, even kijken, want er gaat zoveel tegelijk. Het loopt heel veel dingen door elkaar (T3). We zijn vooral met ontspanning bezig geweest. Uit een bepaald, wat ik vooral heel lastig vond, ik ben een persoon van ik ga maar door, ik ga maar door, ik ga maar door. En neem dus te weinig rust en dat is eigenlijk het eerste ding waar Gregie en ik mee aan de slag
zijn gegaan en we zijn ook heel erg bezig geweest met waar mijn stressfactoren zitten (T1). Dus
dingen waar ik energie van krijg en dingen die mij energie kost. En ook bepaalde dingen heb ik afstand van genomen en ook bepaalde mensen en dat, dus dat heel erg in kaart brengen van wat geeft mij energie, wat kost mij energie en rust (T2). Bijvoorbeeld een dagritme, zijn we mee bezig geweest (T2).
O: De structuur van de dag?
C: Ja. Daar werd ik persoonlijk helemaal gek van, want je bent constant aan het opschrijven en zo erg dat ik erin vastliep, van ‘oh, ik zou nu dit moeten gaan doen, maar ik ben nu dat aan het doen, zou het dan wel goed zijn?’. Dat soort dingen (T2). Daar kwam ze toen op gegeven moment achter dat dat niet werkt en daar hebben we dus een andere manier voor verzonnen door in blokken te werken en op dat moment kreeg ik ineens twee kinderen thuis die dus ook met het schoolwerk zitten. Dus we waren net
lekker aan de slag en dan moest je weer helemaal je ritme omgooien (T3). Dus dat. Nee, maar dat
hebben we gedaan en even kijken, we zijn nu eigenlijk, we gaan nu eigenlijk aan de tweede fase beginnen. Ik weet niet of jullie weten hoe die fases in elkaar zitten, maar we gaan nu eigenlijk daarmee aan de slag.
O: Kunt u iets over de tweede fase vertellen?
C: Ja, even kijken, hoe kan ik dat zeggen, de eerste fase was dus heel erg over rust en structuur en
nu gaan we in de tweede fase meer, we gaan het meer structureren als het ware, dus meer daar
keuzes in maken en doelen opstellen (T3). Waar heb je in de eerste fase meer behoefte aan gehad en
daar gaan we nu mee verder. Een beetje zo. Gregie zal mij daar meer informatie over sturen, maar we hebben pas vrijdag een gesprek gehad dus dat volgt nog. Maar dat zouden jullie ook aan haar kunnen vragen wat dat precies inhoudt, ik kan daar nog niet zo heel veel over zeggen.
38
O: Ja, dat is goed. En nu volgt u dus die vitaliteitscoaching en wat levert dat op om terug naar werk te gaan?
C: Daar was ik met Inge ook al mee bezig, heel erg kijken naar wat voor omgeving ik nodig heb om mee aan het werk te gaan. Dus dat, daar proberen we meer. Dus heel erg proberen rust te nemen in afwisseling in spanning en ontspanning, dat levert het op (T1). Ik ben nog lang niet zover, dat gaat nog wel eventjes duren, maar dat is ook goed voor nu. Dat levert het nu wel op. En ook een heel stuk zelfreflectie, van hoe sta je er zelf in en wat is mijn eigen inbreng en wat zou ik zelf kunnen doen als ik merk dat ik weer lager in mijn energie zit of dat dingen teveel bij mij binnen komen en dat ik totaal overprikkeld raak (T2).
O: Kunt u daar nu ook al iets aan doen als u dat merkt? C: Ja.
O: Oké, dat past u al meteen toe. C: Ja.
O: Oké, even kijken, ziet u de samenhang tussen de verschillende coachtrajecten, dus van Inge en van Gregie, ziet u daar de samenhang tussen?
C: Ja, absoluut. Aan het begin was ik natuurlijk een beetje zoekende, van wat heb ik al met Inge besproken en waar en nu merk ik ook dat Gregie soms zegt van dit zijn ook dingen waar je weer met Inge verder op door kan gaan. Er is absoluut samenhang en op het begin had Gregie ook contact met Inge van waar Inge was gebleven en waar ik met Gregie verder kan gaan. En wat natuurlijk een, omdat er nou samenwerking is, kunnen zij snel even naar elkaar even mailen of bellen van hoe was dat, wat denk jij? Nee, er is veel samenhang (T2).
O: Oké, dat is goed om te horen. C: Ja.
O: Wilt u misschien iets vertellen over het gevoel dat u had voordat u eigenlijk begon met Gregie, welk gevoel u had bij vitaliteitscoaching? Dus u had nog nooit iets met Gregie, nog nooit gezien en wat voor gevoel had u toen Inge zei ‘goh, misschien is vitaliteitscoaching iets voor u?’
C: Ik mocht vanuit het UWV zelf een Loopbaancoachingsbedrijf uitkiezen en ik kreeg een lijst waarvan zij dacht van nou misschien is dat een idee of ga daar eens kijken. Ik heb bewust voor Loopbaanlink gekozen omdat ik zag hoe multidisciplinair zij werkten. Na mijn intakegesprek met Inge had ik zoiets van ik vind dit heel prettig, omdat ik mekte dat ik dus in mijn werkleven en mijn sociale leven nog wel eens vastloop in energie en dat ik tever doorga en toen Inge eigenlijk zei van.. Het grappige was eigenlijk toen ik daar eigenlijk al over na had gedacht van misschien is het eigenlijk wel goed als ik ook een aantal sessies met Gregie ga nemen en ik zat eigenlijk in dat… En Inge had eigenlijk precies hetzelfde gevoel toen ze dat zei. En ik was eigenlijk een soort van opgelucht, van oh wat fijn, we gaan even verder kijken dan de Loopbaan coaching en het was ook een stapje terug. Ik was eigenlijk heel blij dat ik daarmee aan de slag ging en wat ik heel erg hoopte was dat ik beter in mijn energie zou komen en ja dat was eigenlijk wel een soort opluchting. Ik had er heel erg behoefte aan en ik was heel nieuwsgierig (T1).
O: Want u had al wel eens van vitaliteitscoaching gehoord? U wist wel wat het inhield?
C: Ik had er niet echt iets van te voren over gehoord, maar toen ik dus bij Loopbaanlink op de site had gekeken, ben ik wel een beetje door gaan googlen en kijken, dat wel.
O: En dat gevoel over vitaliteitscoaching, is dat dan ook veranderd? C: Nee, eigenlijk niet (T2).
39
C: Het heeft mij wel opgebracht waar ik naar opzoek was en ik denk dat het stukje voeding en
beweging, dat is echt ook wel iets waar ik nog mee verder wil, maar daar kan ik wel al iets meer zelf doen en de rest, daar had ik ook wel even iemand anders nodig die even praktisch met mij meekeek. Ja, dus dat is wel heel fijn (T2-3)
O: Dus als Gregie kwam, dacht u van ‘we gaan hieraan werken’ en dat gaf een fijn gevoel om dat te gaan doen?
C: Ja (T2).
O: En u, tuurlijk bent u nog niet klaar, maar met welk gevoel kijkt u dan terug op de vitaliteitscoaching wat u tot nu toe heeft gehad?
C: Met het stuk dat ik nu heb gehad ben ik wel echt heel erg blij, wat ik met Gregie al bereikt heb (T2).
Zij heeft mij een soort spiegel voorgehouden en daar heb ik ook wel behoefte aan, hoor (T3). Nee, ik
ben heel blij met waar wij mee bezig zijn geweest en ook met wat er nog staat en komt. Dat heeft me al heel veel opgebracht, dat is heel fijn (T3).
O: En is dat, dat gevoel, ook als Gregie is bijvoorbeeld ’s middags bij u geweest en dan gaat ze weg en dan is dat gevoel ook?
C: Ja.
O: Dat u eraan gewerkt hebt..
C: Ja en de eerste keer was ik helemaal kapot op. Dan moest ik echt slapen en dat zei ze ook ‘je gaat
nu rusten’ zo (T2). Gregie is ook wel een soort van heel doortastend en ook wel vasthoudend (T3). En
soms heb ik ook wel zoiets van jeetje wat hebben we allemaal besproken, wat hebben we allemaal gedaan en wat nu? Dat komt dan op een later moment zakt dat allemaal wel weer in en dat kan nogal heel veel zijn en heel veel tegelijk, maar later wordt dat wel beter. Dus dat is wel heel goed (T2).
O: Ja. Even kijken, dan gaan we door naar het volgende stukje. Over de inspraak, daar had u net al een beetje over verteld, van de opbouw van het Werkfittraject, dus hoeveel inspraak had u daarin? C: Nou, ja ik heb een intakegesprek gehad met Gregie en daarin hebben we natuurlijk heel veel besproken en met Gregie gingen we ook al heel snel de diepte in, dat gevoel had ik heel erg. Ook bij dat traject, zo van ‘nou kom maar op’ en zo heb ik mij ook opgesteld, van nou ja weet je, het werkt het beste om open te zijn en dan kom je ook het verst. Wij zouden eigenlijk, Gregie had heel snel door van daar loopt zij vast. Ik heb natuurlijk inspraak gehad in de dingen die ik zelf vertelde, maar we kwamen er samen al snel achter van dit zijn de energiegevers en dat zijn de energienemers en daar moeten we iets mee. Dus dat, ja. En nee, ik heb niet het gevoel dat mij dingen zijn opgelegd, van nou dat gaan we maar eens bespreken of dat ik dingen wilde bespreken, dat dat niet besproken werd. O: Nee. Dus echt samen gegaan.
C: Echt wel samen gegaan.
O: En toen u daar met Inge over sprak, hoe ging dat? C: Een beetje hetzelfde.
O: Oké, dus omdat u zich al een beetje had ingelezen, kwamen jullie ook samen tot de conclusie dat u bij Gregie aan de slag wou?
C: Ja, absoluut.
O: En de loop naar Kitty toe, hoe is die gegaan?
C: Dat is eigenlijk, ik was bij Inge in gesprek en ik merkte al, eigenlijk alle gesprekken merkte ik dat we stappen gingen nemen waar ik nog niet aan toe was en toen zei Inge ook van er is iets in jou waar je je aan vasthoudt en wat vastloopt en dat het fijn zou zijn als we dan in kaart zouden krijgen van wat