• No results found

2.7. Werkput 6: eerste verdieping van de kapel: beschrijving van de sporen en

2.7.3. De bovenverdieping van de kapel

Van op de eerste verdieping zijn in de nok van de schouwwand van een haard, hetgeen een woongede (sala / kapel) suggereert. Deze moet, behalve het c uitgevoerd zijn. Dankzij de bereidwillige medewerking van naderbij bestuderen en documenteren.

B Afb. 65: De schouderboog van het kleine

n deurtje in de noord-westelijke wand (ARON

bvba).

e arte functie. Met zijn mooi geprofileerde

erboog en kleine afmetingen is he s

w w

de eucharistie volgen i

zuidwestelijke wand sporen te zien van de elte boven de puur functionele benedenruimte entrale gevelsegment, grotendeels in vakwerk van Group Monument NV konden we de resten

Afb. 66: De haard op de (verdwenen) 2de verdi

de balken van het tweede vloerniveau droege epin n (AR

g. Let ook op de twee kraagstenen die ON bvba).

1 0 2 m F.G. 1878 kraagsteen kraagsteen opening opening opening LA-06-PI PROJECT BURCHTRUINE PIETERSHEIM 6.2

Werkput 6 2de verdieping: haard 1/50 LA-06-PI-WP6-haard

TW BL BL 09 11 2006 Natuursteen B A

Verdiepte zones &

profielen

Mergel Baksteen

42

Vaste referentiehoogte

(in m TAW) (in m TAW)

Absolute hoogte Vondstnummer

De haard was volledig uit mergelblokken opgebouwd, met een versmallende schouwwand naar boven toe. Aan weerszijden van de eigenlijke haard waren restanten van pilastertjes met kapitelen te zien. Links van het kapiteel van de linkerpilaster was een graffito met initialen F.G. en jaartal 1878 zichtbaar. Onderaan in de achterwand waren nog enkele fragmenten van onversierde, refractair n bewaard. De volledige schouwwand was

aan. Deze was niet alleen afkomstig van het w waren eveneens roodverbrand, en verwijzen

ng.

oordwestelijke gevels zichtbaar zijn. De odgeblakerde kraagrand net daarboven raagbalken rustten en de vloer van de

Met de vooropgestelde interpretatie van het schip als administratief centrum en (eventueel) het koor als paleiskapel moet de bovenliggende leefruimte een specifieke functie hebben gehad die haar ongewone locatie rechtvaardigt. Met de vertrouwelijke administratie op de eerste verdieping gevestigd, ging het hier wellicht niet om een onderkomen voor bedienden van de kasteelheer. Bovendien suggereert de nabijheid van de religieuze ruimte dat er op de verdieping een geestelijke was gevestigd. Deze elementen brachten ons ertoe de leefruimte op de tweede verdieping met enig voorbehoud als woonst van een kapelaan te interpreteren.

De functie van kapelaan hield niet louter het verzorgen van de eredienst in. Als geletterde en vertrouweling (biechtvader) van de kasteelheer stond hij in vele gevallen ook in voor de administratie van het domein. De locatie van zijn woonruimte boven het administratieve centrum is in dat perspectief dan ook niet zo ongewoon. Uit historische bronnen weten we bovendien dat er op het domein effectief kapelaans hebben gewoond.

gebakken en daardoor vuurvaste haardstene roodverbrand, en moet dus een grote hitte hebben doorst haardvuur; de bovenste randen van de hele bovenbou dus naar een hevige brand ter hoogte van de tweede verdiepi In rechte lijn onder de twee

schijnpilaartjes zijn in de mergelstenen muur twee hardstenen consoles zichtbaar. Deze waren oorspronkelijk niet voorzien, maar zijn in een latere fase ingeplaatst in de bestaande wand. Ze zijn ongelijk van grootte en afwerking, en één van de stenen vertoont donkerrode vlekken die mogelijk als brandsporen te interpreteren zijn. Het gaat hier naar alle waarschijnlijkheid om hergebruikte oude bouwelementen, afkomstig uit de vervallen burchtruïnes op het kasteeleiland zelf. De consoles ondersteunden gestrekte balken waarvan de openingen nog in de zuidoostelijke en

n Afb. 67: De dwarsbalken en de roodverbrande kraagrand

die de vloer van de tweede verdieping droegen (ARON

ro

droeg wellicht de kinderbalkjes die op de bvba).

d

tweede verdieping vormden. Op één van de mergelblokken in de zuidwestelijke wand die oorspronkelijk door de draagbalk van de consoles waren afgedekt konden sporen van roodgeverfde bepleistering worden herkend.

Afb. 68: De brandsporen onder het kloostergew het koor (ARON b

elf in vba).

Blijkens de brandsporen moet de leefruimte op een bepaald moment door een hevig vuur geteisterd zijn. Het is mogelijk dezelfde brand die de mergelstenen in het koor deed verkleuren en de brandsporen op de zuidelijke buitengevel veroorzaakte. De brand betekende meteen ook het einde van de leefruimte. De bovenbouw in vakwerk werd ontmanteld, het gevelsegment aangevuld tot een ‘klassieke’ puntgevel, en een zadeldak bekleedde voortaan de grote ruimte die door het verwijderen van de vloer van de tweede verdieping was ontstaan. De pilasters van de schouw werden weggehakt om de wanden te egaliseren, de grote ramen met zitbanken dichtgemaakt, en de oude muurschildering bepleisterd en gewit. Bij herstellingen in het koor werden verscheidene odgekleurde mergelstenen gerecupereerd. Wellicht dateren al deze ingrijpende renovaties van ca.

oor een windhoos wordt vernield en de eredienst naar de brand blijft echter onduidelijk.

e grondige renovatiewerkzaamheden tussen 1721 erode met Charlotte van Nassau-Hadamar) en 1760.

op het einde van de 18de eeuw, wanneer het vervallen

n de kasteelhoeve op het neerhof een nieuw residentieel nog meer dan een eeuw dienst als ‘landgebouw’24 De it deze periode stammen.

ro

1604, wanneer de oude kapel op het neerhof d de nieuwe kapel verhuisde. De datering van Historische bronnen vermelden verscheiden (huwelijk van Jean-Philippe-Eugène van M Wellicht werd de kapel definitief ontruimd kasteel wordt afgebroken en op de plaats va jachtslot wordt gebouwd. De ruimte doet verluchtingsgaten in de westgevel moeten u

24

Hasselt, Archief van het kadaster, Lanaken, Leggers, Kadasterschetsen, 1913, nr. 1, Sectie A, 3de blad.

deel 7, art. 1795, p. 1552.

2.8. Werkput 7: Het neerhof ten zuidoosten van de huidige brug: beschrijving