• No results found

2.8. Werkput 7: Het neerhof ten zuidoosten van de huidige brug: beschrijving van de sporen en vondsten

2.8.2. Vlak 1: de sporen

Centraal doorheen het vlak liep van west naar oost een donker langwerpig spoor dat we in eerste instantie als een verstoring interpreteerden, maar bij nader inzicht de dagzomende vulling bleek te zijn van een kuil of depressie die naar de ringgracht afzonk (S163). De laag werd door de insteek van de meest zuidwestelijke baksteengoot (S167) doorsneden, en is bijgevolg ouder. Ten zuiden van S163 – en dus onder deze laag gelegen – troffen we een donkerbruin spoor aan dat weliswaar heel wat bouwpuin (baksteen-, mergel- en

Afb. 70: Het afvoerkanaal in mergel (S170) tussen de twee bakstenen gootjes (S162) (ARON bvba).

b

S163 werd in het vlak plaatselijk verstoord door

een grote vlek mergelpuin (S172). Uit een verdieping langsheen de mergelstructuur S159 (zie hieronder) zou blijken dat deze laag net boven S163 was afgezet, en er op sommige plekken zelfs mee vermengd was. Ten noorden van S163 was een pakket van donkerbruin zand met schaarse vlekken van mergel, en met talrijke grote maaskeien zichtbaar. Het bevindt zich stratigrafisch gezien boven S163 en S172 en is dus jonger. S164 nam het grootste deel van het vlak in.

worden herkend als in de werkputten 1 en 2 (S21 tot en met S24). Deze werden op twee verschillende plaatsen verstoord. Allereerst door de aanleg van de huidige brug, kort na 1972 (S165, noordwestelijk uiteinde werkput 7), en anderzijds door een recente verstoring die ook in het vlak zichtbaar is (S173, ten zuidwesten van de muur). Bovenop S21-24 was na de plaatsing van de huidige brug een homogeen lichtbruin ophogingspakket gestort. Een laatste verstoring van het vlak tenslotte situeerde zich in de noordoostelijke hoek van de werkput. Daar werd een afvalkuil gevonden,

met hoofdzakelijk 20ste-eeuws materiaal

(waaronder industrieel vensterglas en gebruiksaardewerk) (vondstnummer 125), die bovendien grondig door boomwortels was omgewoeld (S174).

a. Verdiepingen in het vlak

Ten noordoosten van de mergelstructuur S159 we een maximale diepte van ca. 85 cm onder het e hellende trend, van de baksteen- en mergelmuren van de ringgracht naar de gebouwen toe gerecons volgt: onderaan vonden we een vermenging van h donkerbruine laag met schaarse mergelvlekken (S

in de e da

z ez

r stnu is een laag mergelpuin

gestort, wellicht afkomstig van de afbraak van S159. Op sommige plekken was S172 vermengd met

163. Onder de vondsten bevond zich ook slachtafval. Tenslotte is hier bovenop een dik pakket van

jke grote maaskeien en schaarse vlekken mergelpuin gestort (S164).

an de poortkelder. Na een korte onderbreking van de fundamenten is de constructie, verder naar het In het zuidwestelijke profiel van de werkput

(profiel doorheen de aanloop naar de brug) konden dezelfde recente ophogingslagen

Afb. 71: Zicht op opgravingsvlak 1 vanuit het noordwesten (ARON bvba).

rd een profielput van ca. 3 bij 1 m gegraven, tot op erste vlak. De stratigrafie vertoonde duidelijk een naar het noorden toe. Op die manier kon de berm trueerd worden. De opeenvolging van lagen is als et lichtoranje pakket (S176) met de bovenliggende

168). S168 is op basis van het vondstenmateriaal

arboven de zwartgrijze laag S163 met bouwpuin en e laag is bijzonder rijk aan vondstenmateriaal dat

mmer 120). Direct daarop

19 eeuw te dateren. Schuin aflopend is eer talrijke steenkoolfragmenten afgezet. D uwweg in de 19de eeuw te plaatsen is (vond

S

donkerbruin zand met talri

In de bewaarde resten van de mergelconstructie meenden we twee fasen te kunnen onderscheiden. De tot poeder verweerde gele mergelblokken van de bovenste twee lagen van de constructie contrasteerden sterk met de onderste delen, die uit verzorgd afgewerkte en vooral kwalitatief zeer goede mergelblokken waren opgebouwd.

Er is ook een verschil in afwerking van de constructie: tegen de baksteenbouw S160 was de mergelconstructie diep gefundeerd, met verzorgde mergelblokken die deden denken aan de stenen v

S168? S164 S164 S172 S172 S168 S163 S163 S176

Profiel B

Profiel A

1 m 0 LA-06-PI PROJECT BURCHTRUINE PIETERSHEIM 7.2

Werkput 7 Profielen A-B 1/20

LA-06-PI-WP7-prof EW BL BL 21 02 2007 Natuursteen B A

Verdiepte zones &

profielen

Mergel Baksteen

42

Vaste referentiehoogte

(in m TAW) (in m TAW)

Absolute hoogte Vondstnummer

kasteeleiland toe, opnieuw diep gefundeerd, afgeschuinde bovenranden, wat een verslanking v van inferieure kwaliteit lijken eerder slordig boveno

2.8.3. Interpretatie

De interpretatie van de mergelconstructie ligt nie fundamenten, de verschillen in afwerkingen en lo een opeenvolging van verschillende bouwwerken Wanneer we de

deze keer met twee lagen blokken met mooi an de bovenbouw suggereert. De mergelblokken p de basis geplaatst.

t voor de hand. De afwisselende diepte van de catie suggereren evenwel dat we hier mogelijk met te maken hebben.

schets van het kasteel door Remacle Le Loup (ca. 1738) ter hand nemen valt nmiddellijk de hoge ommuurde toegangsweg van het neerhof naar de stenen brug op. De muur sluit

Is het mogelijk dat we in werkput 7 net deze fundament van de verzorgde mergelblokken net ten

en nog tot de muurconstructie van de beschermde n net na de onderbreking van het fundament reeds ument hiervoor kunnen we de afgeschuinde rand e pijlerstenen aan de ‘zijkant’ (d.i. aan de zijde die volgende stenen vertonen alleen een schuine rand p zichzelf staand bouwwerk dat bovendien naar stratigrafie ruwweg overeen met de schets, die de one plaatst.

In een latere fase, wanneer de berm steeds verder naar de ringgracht was opgeschoven, wordt de ruimte tussen de muur en de eerste pijler gedempt met enkele recuperatie-blokken van de brug, en wordt de bovenbouw van de brug aangepast. kwaliteit t is deze brug die nog te zien is op oudere foto’s van de brug in het archief van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK, nr. A19821).

naar e latere toestand van de brug, zoals die tot ca. 1972 bewaard is gebleven.

o

direct op de eerste pijler van de brug aan. overgangszone hebben aangesneden? Het diepe noordwesten van de baksteenbouw behoort misschi toegangsweg, terwijl de mooi afgeschuinde stene de eerste brugpijler vormen. Als bijkomend arg aanhalen die alleen de eerste van de verondersteld naar de baksteenconstructie is gekeerd) heeft; de naar buiten toe. Dit suggereert in elk geval een o boven toe versmalt. Bovendien stemt de hellende start van de helling naar de ringgracht toe in deze z

De stenen van mindere behoren tot deze fase. He staat van de

Het voorkomen van mergelblokken van slechte kwaliteit boven fijn afgewerkte en goedbewaarde stenen kenden we reeds van werkput 3. Het is dan ook verleidelijk om de twee contexten met elkaar te verbinden. Zo zijn we geneigd de brugpijler en de weermuur in dezelfde bouwfase als de poortkelder te plaatsen (vóór 1738, mogelijk 15de eeuw). Hiervoor spreken in elk geval de bewaringstoestand van de stenen, de patina, de kleur van de kalkmortel en de verzorgde afwerking. De tot poeder verweerde stenen die we bovenop de muren van de poortkelder aantroffen kunnen we vervolgens wellicht relateren met deze in werkput 7, bovenop de basis van de brug. Ze refereren

Afb. 72: Zicht op de overgang van weermuur naar brugbasis: na de baksteenmuur loopt de muur van de toegangsweg nog een halve meter door. Na een (later opgevulde) onderbreking zien we rechts op de foto de basis van de brugpijler (ARON bvba).

d

De bakstenen gebouwen ten zuidoosten van de brugbasis zijn m van Remacle Le Loup toont op de veronderstelde locatie geen vermelden niettemin diverse renovatie- en uitbreidingswerken o eeuw. Zo worden in 1753 sloten geplaatst op de (nieuwgebou worden beuken- en dennenhouten planken geleverd voor de stallingen, en worden de stallen van de pachter hersteld26. Zou h baksteen gebouwen (S160) deze graanschuur uit 1753 is, die in

uitgebreid? Een foto van rond 1900 toont het oude jachtslot (vó estende brand van 1909)

vanuit het zuidoosten, met op de achtergrond een langwerpig g 19de-eeuwse schets door de Corswarem toont achter het jachtsl met dezelfde details (hoge vensters op de benedenverdieping, k

N alle

b llen o

b er

u het sma

toegang dat op de schets van Remacle Le Loup te zien is.

m van Remacle Le Loup toont op de veronderstelde locatie geen vermelden niettemin diverse renovatie- en uitbreidingswerken o eeuw. Zo worden in 1753 sloten geplaatst op de (nieuwgebou worden beuken- en dennenhouten planken geleverd voor de stallingen, en worden de stallen van de pachter hersteld26. Zou h baksteen gebouwen (S160) deze graanschuur uit 1753 is, die in

uitgebreid? Een foto van rond 1900 toont het oude jachtslot (vó estende brand van 1909)

vanuit het zuidoosten, met op de achtergrond een langwerpig g 19de-eeuwse schets door de Corswarem toont achter het jachtsl met dezelfde details (hoge vensters op de benedenverdieping, k

N alle

b llen o

b er

u het sma

toegang dat op de schets van Remacle Le Loup te zien is.

oeilijker te determineren. De schets gebouwen. De historische bronnen p het neerhof in de loop van de 18de wde?) hopstal25, en in hetzelfde jaar nieuwe graanschuur van de grote et kunnen dat de oudste van de twee de 19de eeuw met een zijbouw werd

r de verwo

oeilijker te determineren. De schets gebouwen. De historische bronnen p het neerhof in de loop van de 18de wde?) hopstal25, en in hetzelfde jaar nieuwe graanschuur van de grote et kunnen dat de oudste van de twee de 19de eeuw met een zijbouw werd

r de verwo

Afb. 73: Schets van het kasteeldomein Pietersheim door Remacle werkput 7 blootgelegde zone met de overgang van beschermde to centraal op de tekening zichtbaar (afdruk verleend door T. Waege

Le Loup (ca. 1738). De in egangsweg naar de brug is man).

ó ó

ebouw van twee verdiepingen. Een ot eveneens een langwerpig gebouw, leinere vensters op de 1e verdieping).

neerhofgebouwen gesloopt. Vele p het kasteeleiland hergebruikt. De gelmuren gebouwd. Het is echter niet

lle doorgangetje onder de verhoogde

Het afvoerkanaal uit mergelblokken dat onder de baksteenbouw doorliep was wellicht afkomstig van het langwerpige gebouw met vier schouwen (en dus minstens vier compartimenten) en aanbouw dat op de schets van Remacle Le Loup te zien is. Wellicht mogen we dit gebouw in dezelfde periode plaatsen als de poortkelder en de onderbouw van de brug.

ebouw van twee verdiepingen. Een ot eveneens een langwerpig gebouw, leinere vensters op de 1e verdieping).

neerhofgebouwen gesloopt. Vele p het kasteeleiland hergebruikt. De gelmuren gebouwd. Het is echter niet

lle doorgangetje onder de verhoogde

Het afvoerkanaal uit mergelblokken dat onder de baksteenbouw doorliep was wellicht afkomstig van het langwerpige gebouw met vier schouwen (en dus minstens vier compartimenten) en aanbouw dat op de schets van Remacle Le Loup te zien is. Wellicht mogen we dit gebouw in dezelfde periode plaatsen als de poortkelder en de onderbouw van de brug.

a de brand van 1909 werden samen met het kasteel ouwelementen werden daarop in de nieuwe paardensta akstenen muren werden bovenop de ten dele weggehakte m it te sluiten dat de hardstenen dorpel een restant is van

a de brand van 1909 werden samen met het kasteel ouwelementen werden daarop in de nieuwe paardensta akstenen muren werden bovenop de ten dele weggehakte m it te sluiten dat de hardstenen dorpel een restant is van

“[…] 4 camer slooten en vier slootplaeten gemakt voor op deuren van den hopstaels […]” (ARAB, Familiefonds an Merode-Westerlo, Q 374, 1 (Rekeningen 1753), nr. 36).

“Le 5 maij pour plancher pour le neuf grenier de la grande écurie et racomoder celuy de chez le

censier selon quit. Rekening van 15 denne plancke, 20 buijcke latte van 7 voet lanck, een buijcke planck van 8 voet. […] Les dittes journées ont esté a platrer dans le grenier de la nouvelle écurie”

(ARAB, Familiefonds van Merode-Westerlo, Q 374, 1-2 (Rekeningen 1753)).

25

v

26

71

Afb. 74: 19de-eeuwse tekening door Corswarem van het oude jachtslot dat aan het einde van de 18de

eeuw op het vroegere neerhof werd opgetrokken. Daarachter, tussen het kasteel en de oude neerhofschuur, het gebouw waarvan we in werkput 7 de resten terugvonden (afdruk verleend door T. Waegeman).

2.9. Werkput 8: overwelfde ruimte onder flankeringstoren: beschrijving van de