• No results found

241 De Bijloke, Programma 2007-2008, 20

In document Klassiek over de grens (pagina 69-73)

241 De Bijloke, Programma 2007-2008, 20. 242 De Bijloke, Programma 2008-2009, 5. 243 Ibid., 9.

Met een aantal heeft De Bijloke immers een (langlopend) samenwerkingsverband en een aantal musici zijn vaker geprogrammeerd in de twee seizoenen die hier

behandeld worden. Ook als naar seizoen 2009-2010 teruggekeken en naar seizoen 2010-2011 vooruitgeblikt wordt, valt op dat er een aantal dezelfde namen van uitvoerenden voorbij komen, zoals L‟Arpeggiata, B‟Rock, Capriccio Stravagante, Collegium Vocale Gent, Akademie für Alte Musik, Anima Eterna en Le Poème Harmonique.245

4.10 Orkesten

Symfonieorkesten (anders dan het NNO) nemen bij De Oosterpoort in beide seizoenen een klein deel van de programmering in. De reden hiervoor is bekend: Yvonne van den Berg programmeert weinig ander symfonisch repertoire naast het NNO, dat al een behoorlijk groot deel van de programmering inneemt. De Bijloke werkt al meerdere jaren samen met drie symfonieorkesten: deFilharmonie, het Symfonieorkest Vlaanderen en het Brussels Philharmonic. Deze orkesten hebben alle drie een eigen reeks bestaande uit vijf concerten, en nemen hiermee een redelijk deel van de programmering voor hun rekening.

4.11 Kamerorkesten in De Oosterpoort

In 2007-2008 zijn er in De Oosterpoort vier orkesten geprogrammeerd en in 2008-2009 zeven, waaronder het Symfonieorkest Vlaanderen, één van de vaste bespelers van De Bijloke. Opvallend is dat de meeste van deze orkesten kamerorkesten zijn, wat over het algemeen betekent dat de strijkers minder bezet zijn en de spelers meer solistische partijen hebben. Verder is de bezetting gelijk (strijkers, hout- en koperblazers en slagwerk) en bovendien is het verschil tussen een klein

symfonieorkest en een groot kamerorkest gering.246 Opvallend is dat het Amsterdam Sinfonietta maar liefst drie keer in de programmering is opgenomen. Dit strijkorkest bestaat uit 22 strijkers, maar breidt bij gelegenheid uit tot een kamerorkest.247 Ook de Moscow Soloists o.l.v. altviolist Yuri Bashmet vormen een strijkorkest, evenals het Haydn Jeugd Strijkorkest.248

245 De Bijloke, http://www.debijloke.be (geraadpleegd op 2 augustus 2010). 246 Willemze, Algemene Muziekleer, 472-474.

247 Amsterdam Sinfonietta, http://www.sinfonietta.nl (geraadpleegd op 3 augustus 2010). 248 Yuri Bashmet, http://www.yuribashmet.com en Haydn Jeugd Strijkorkest, http://www.hjso.nl (geraadpleegd op 3 augustus 2010).

Wat opvalt aan de programmaomschrijvingen is dat de nadruk wordt gelegd op de hoge kwaliteit van de orkesten en eventuele solisten en minder op het repertoire. “Sinds Gidon Kremer in 1970 kans zag het strengste concours ter wereld te winnen, het Internationale Tsjaikovsky Concours in Moskou, behoort hij tot het rijtje „hele groten.” 249

„”Liza Ferschtman laat haar viool borrelen en bruisen, fluisteren en verleiden.” Zo omschreef De Telegraaf het gepassioneerde en gepeperde spel van de winnares van de Nederlandse Muziekprijs 2006, de hoogste onderscheiding voor uitzonderlijk muzikaal talent.” 250

“De Moscow Soloists staan met andere woorden synoniem voor superieur musiceren.” 251

“Wirklich prachtvoll, voll Jugendfrische und Begeisterung”, sprak Richard Strauss in 1897 toen hij het negen jaar eerder opgerichte Concertgebouworkest hoorde. In de jaren die volgden, ontwikkelde het ensemble zich tot een wereldwijd geliefd

symfonieorkest.” 252

”„Met Camerata Salzburg hebben we bovendien een orkest van wereldklasse in huis.”

253

Het lijkt erop dat de orkesten vooral geboekt zijn om hun uitstekende reputatie, die ze al jaren (of zelfs meer dan 100 jaar, zoals het Concertgebouworkest) in stand weten te houden (singuliere contextlogica). Alleen de programmaomschrijvingen van twee van de grootste symfonieorkesten – het BBC Scottish Symphony Orchestra en het Symfonieorkest Vlaanderen – gaan volledig over de componisten en het

repertoire. Dat is uiteenlopend (collectieve inhoudslogica). De grootste orkesten – het Concertgebouworkest, het BBC Scottish Symphony Orchestra, het

Symfonieorkest Vlaanderen – brengen het bekende symfonische repertoire: Beethoven, Bartók, Berlioz, Mahler. Dat geldt ook voor Camerata Salzburg

(Mendelssohn, Beethoven) en Camerata Amsterdam (Haydn). De Moscow Soloists heeft op het programma werken voor strijkers staan van Stravinsky, Sjostakovitsj, Paganini en Tsjaikovski. Het Amsterdam Sinfonietta presenteert bij ieder concert een opvallende solist: zigeunerviolist Roby Lakatos, bandoneonist Carel Kraayenhof en cabaretière en zangeres Karin Bloemen. Het exacte programma wordt in alle drie de

249 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2008-2009, 68.

250 Ibid., 84. Over het concert van Camerata Amsterdam met Liza Ferschtman. 251 Ibid., 86.

252 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2007-2008, 66. 253 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2008-2009, 66.

omschrijvingen niet duidelijk. Dit is bij Kremerata Baltica en Gidon Kremer ook deels het geval, zij spelen „werken van onder meer Schubert, Morricone, Rota, Bach en Vivaldi‟ waarbij de lezer slechts een idee krijgt van het programma. Het programma van het Haydn Jeugd Strijkorkest wordt later bekend gemaakt.254 Iets minder dan de helft van de orkesten komt uit het buitenland. Het symfonische aanbod naast de programma‟s van het NNO bestaat dus uit enkele (internationale) orkesten, waarvan de meesten een kamerorkest zijn en daarmee ook verschillen van het NNO

(collectieve inhoudslogica).

4.12 Drie symfonieorkesten in De Bijloke

In de introductie van de drie symfonieorkesten ligt de nadruk op de (gast)dirigenten en hun keuze voor bepaalde solisten, een componist of repertoire. Alle drie de orkesten hebben één chef-dirigent en één of meerdere gastdirigenten. Zij kiezen de solisten en het repertoire. In de programmaomschrijvingen wordt vervolgens meer verteld over de componisten en hun werk, en hoe de dirigent en solisten bijdragen aan een bijzondere uitvoering. Een ander aspect wat af en toe terugkomt, is dat de De Bijloke aanstuurt op samenwerking. Zo koppelde De Bijloke het Brussels

Philharmonic aan oude-muziekspecialist Richard Egarr. Hun eerste samenwerking vond plaats in seizoen 2006-2007 en werd in de volgende twee seizoenen

voortgezet.255 Hier is de collectieve inhoudslogica van toepassing, omdat twee artistieke referenten aan elkaar gekoppeld worden, op verzoek van het podium. Bovendien zit er iets interessants in het gegeven dat De Bijloke graag wil dat een „modern‟ symfonieorkest samenwerkt met een oude-muziekspecialist, gezien het relatief grote aantal oude-muziekprogramma‟s dat De Bijloke ieder seizoen programmeert. Het lijkt erop dat De Bijloke op deze manier nog enige invloed wil uitoefenen op het programma, want verder moet het podium waarschijnlijk gewoon kiezen uit de programma‟s van de orkesten. Bij de genoemde symfonieorkesten heeft het podium weinig keus; de samenwerking is er al, en die is goed (anders was er vast al iets veranderd), dus kiest De Bijloke een aantal programma‟s uit het aanbod van de orkesten.256

254 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2007-2008, 66 en De Oosterpoort & de Stadsschouwburg,

2008-2009, 65-94.

255 De Bijloke, Programma 2007-2008, 76-79 en De Bijloke, Programma 2008-2009, 48-51. 256 Brussels Philharmonic, http://www.brusselsphilharmonic.be, Symfonieorkest Vlaanderen,

http://www.symfonieorkest.be en deFilharmonie, http://www.kfovv.be (geraadpleegd op 3 augustus 2010).

In de programmaomschrijvingen wordt toegelicht waarom de composities bijzonder zijn, wat de dirigent en solisten daaraan toevoegen en/of waarom de dirigenten voor dit programma gekozen hebben:

“Twee romantische klassiekers omklemmen op dit concert een verdwaald

meesterstuk uit het Scandinavische repertoire. Philippe Herreweghe koppelt Brahms‟ doortastende ouverture aan Gades oeverloos elegante Zevende Symfonie. Daarna legt Christian Tetzlaff alle finesses van Brahms‟ geraffineerde Vioolconcerto bloot.‟”257 “Dit concert start echter met de creatie van het nieuwste orkestwerk van Annelies Van Parys. Annelies zag reeds meermaals haar composities voor de eerste maal in De Bijloke uitgevoerd en deze keer gebeurt dit onder leiding van de talentvolle Nederlandse dirigent Otto Tausk, gewezen assistent van niemand minder dan Valery Gergiev. Dat belooft dus!” 258

Over de samenwerking tussen het Brussels Philharmonic en Richard Egarr: “Egarr is een grote fan van Stokovski en toont in dit programma waarom. Als één van de grootste dirigenten uit de twintigste eeuw was Stokovski enorm gebiologeerd door de rijkdom van het symfonische orkest. Tegelijkertijd had hij een zeer groot respect voor de muziek van oude meesters, met een speciale voorliefde voor Bach. Het was dan ook een logische stap voor hem om op zoek te gaan naar de ideale synthese van zijn grootste muzikale passies: oude muziek gebracht door een groot symfonisch orkest. (…) Een bijzondere visie op authenticiteit en diversiteit dus die voor Richard Egarr meer dan de moeite waard is.” 259

“Voor zijn eerste concert als chef-dirigent van deFilharmonie plaatst Jaap van Zweden de romanticus van de tsarenstaat tegenover de nar van het Sovjetregime. Een complementair programma, want waar Tsjaikovki‟s „Vijfde symfonie‟ vooral in eigen ziel snijdt, projecteert Sjostakovitsj „Vijfde‟ alle tragiek naar buiten toe. Een inauguratieconcert om niet licht te vergeten.” 260

“Jef Neve, het godenkind van de Belgische jazzscène, componeert zijn eerste klassieke pianoconcerto. Hij zorgt ook zelf voor de eerste uitvoering ervan én voor het perfecte kader. Zijn droomprogramma wordt realiteit. De liefde en tragiek van Wagner tegenover Bartóks eigenzinnige mix van klassieke en volksmuziek.” 261

In document Klassiek over de grens (pagina 69-73)