• No results found

223 De Bijloke, Programma 2007-2008, 12

In document Klassiek over de grens (pagina 65-68)

223 De Bijloke, Programma 2007-2008, 12.

224 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2007-2008, 67, 71; Cappella Amsterdam, www.cappellaamsterdam.nl en The Gents, www.thegents.nl (geraadpleegd op 6 juni 2010). 225 Onder oude muziek wordt meestal barokmuziek verstaan, globaal van 1600 t/m 1750, met een

aanloop in de 16e eeuw, hoogtepunt in de 17e eeuw en een nabloei in de eerste decennia van de 18e eeuw. Als einde van de barokperiode wordt het sterfjaar van J.S. Bach aangehouden: 1750.

Willemze, Spectrum Muzieklexicon, 90-91 en Sadie, The New Grove Dictionary of Music and Musicians, 749-751.

226 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2007-2008, 68-69. 227 Ibid., 67, 70.

uitgaat naar de uitvoerenden. Zoals bij het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Paul Van Nevel, die een programma met koormuziek uit de middeleeuwen en renaissance heeft samengesteld: “Deze keer reist de Vlaming, eregastdirigent en specialist in het tot leven brengen van muziek uit de middeleeuwen en renaissance, naar het hof van koning François I…” 228 Bij het concert van London Baroque en Emma Kirkby: “Niet voor niets riep de BBC Kirkby uit tot een van de tien beste zangeressen ter wereld.” 229 Of bij het concert van The Orchestra of the Age of Enlightenment & Rachel Podger: “Op het affiche van ons openingsconcert van komend seizoen prijken twee hele grote namen. De eerste is die van Rachel Podger, een wereldwijd op handen gedragen barokvioliste. (…) …sinds 2004 is zij vaste gastdirigente van die tweede grote naam: The Orchestra of the Age of Enlightenment, dat thuishoort in de serie

„wereldberoemde barokorkesten‟.” 230

Bij de meeste programma‟s ligt de nadruk echter op het repertoire, waarbij de uitvoerenden overigens wel enigszins toegelicht worden:

“De „Carmina Burana‟ is een van de beroemdste klassieke werken van de vorige eeuw.” 231

Over het Stabat Mater van Rossini: “Het werk is door de prachtige koorpassages en de opera-achtige aria‟s een feest voor zowel koor, solisten als publiek.” 232

Over The Great Service van Byrd: “Sindsdien staat het te boek als een van de mooiste voorbeelden van Elizabethaanse katholieke religieuze muziek.” 233

Over Die Schöpfung van Haydn: “Zonder overdrijven kan men spreken van een partituur die behoort tot de fraaiste van de achttiende eeuw.” 234

“Het lijkt misschien een wat ongebruikelijke combinatie: Arvo Pärt en Franz Schubert. Maar juist Pärts intieme „Te Deum‟ – de lofzang op God – en Schuberts „Mis in E‟. geschreven kort voor zijn dood, zijn uitingen van dezelfde intensiteit: een diep geloof in de ondeelbaarheid van mens en natuur.” 235

228 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2008-2009, 74. 229 Ibid., 81.

230 Ibid., 66.

231 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2007-2008, 68. 232 Ibid., 69.

233 Ibid., 71.

234 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2008-2009, 68. 235 Ibid., 84.

“Bachs beroemde „Brandenburgse concerten‟ staan in de klassieke top-100 op

vergelijkbare hoogten als Vivaldi‟s „Vier jaargetijden‟. De zes vrolijke werken behoren tot de hoogtepunten van de Barok.” 236

Opvallend aan het repertoire is dat het veelal zeer bekende werken zijn

(Brandenburgse concerten, Die Schöpfung, Matthäus Passion, Weihnachtsoratorium) van grote componisten. Ook de meeste koren en orkesten kunnen buigen op een jarenlange bekendheid en goede reputatie. De meeste koren en orkesten zijn afkomstig uit Nederland, maar in ieder geval een aantal daarvan genieten in het buitenland ook veel bekendheid, zoals het Orkest van de Achttiende Eeuw, het Bachkoor Holland en Concertgebouworkest en het Nederlands Kamerkoor. Net als in de kamermuziekprogrammering volgt De Oosterpoort in het

programmeren van koren en authentieke orkesten en ensembles de singuliere contextlogica. Alle koren en ensembles die in 2007-2008 en 2008-2009

geprogrammeerd zijn, hebben al een behoorlijke geschiedenis opgebouwd (er zit geen „jong‟ koor of ensemble bij dat nog maar enkele jaren bestaat; de jongsten zijn L‟Arpeggiata dat in 2000 werd opgericht en The Gents dat in 1999 werd

opgericht).237 Uit de bestaansgeschiedenis en biografie van koren en ensembles valt af te leiden welke koers zij hebben gekozen en dat zij voor kwaliteit staan (dat zouden ze bewezen moeten hebben). Slaan zij ineens een andere richting in – een authentiek ensemble dat alleen nog werk van moderne componisten gaat uitvoeren bijvoorbeeld, dan heeft dat consequenties.

4.9 Musica antiqua in De Bijloke

In de musica antiqua-programmering komen een aantal namen regelmatig terug. De Bijloke heeft een intensief samenwerkingsverband met het Collegium Vocale Gent; in 2007-2008 programmeerde het podium vier concerten van het koor en in 2008-2009 was het Collegium Vocale Gent met twee concerten in de musica antiqua-reeksen vertegenwoordigd, en met een programma in de voix gras-reeks. Andere namen die vaker voorkomen zijn het ensemble B‟Rock, violiste Midori Seiler, het ensemble La Fenice, pianist Ronald Brautigam, dirigent Skip Sempé en sopraan Nuria Rial.

236 De Oosterpoort & de Stadsschouwburg, 2008-2009, 87.

237 L‟Arpeggiata, http://www.arpeggiata.com/ en The Gents, http://www.thegents.nl/ (geraadpleegd op 16 juli 2010).

In de musica antiqua-reeksen ligt de nadruk op het repertoire en in mindere mate op de uitvoerenden. Daarbij krijgen ook de componisten veel aandacht, in de vorm van achtergrondinformatie over hun ontwikkeling en over hun composities,

componeerstijl (singuliere contextlogica) en welke andere componisten zij geïnspireerd hebben of door wie zij geïnspireerd zijn (collectieve inhoudslogica). Maar wanneer er zeer bekend repertoire op het programma staat, gaat bij De Bijloke de aandacht uit naar het ensemble en eventuele solisten. De keuze voor een

overbekend programma wordt dan gelegitimeerd door de bijzondere uitvoering of de uitstekende reputatie van het ensemble te benadrukken. Een voorbeeld hiervan is het Beethoven-concert van Anima Eterna & Midori Seiler, o.l.v. Jos van Immerseel: “Anima Eterna brengt een programma met uitsluitend werken van Ludwig van Beethoven, een oude liefde van het orkest. Jos van Immerseel bezit de gave het overbekende ijzeren repertoire zo te presenteren dat we dit als nieuw en avontuurlijk ervaren. (…) Weerstaan aan het vioolspel van Midori Seiler zit er al helemaal niet in.” 238 Dit is een voorbeeld van de singuliere contextlogica, omdat de dirigent en soliste er voor kiezen dit „ijzeren repertoire‟ uit te voeren en daar (uiteraard) hun stempel op drukken. Uit het citaat valt ook op te maken dat zij dit (het uitvoeren van bekend repertoire in het algemeen en werken van Beethoven in het bijzonder) al eerder met succes gedaan hebben, waaruit kennis van de biografie van het ensemble blijkt. In de meeste programmaomschrijvingen krijgen de componisten en hun werk de meeste aandacht, vooral in combinatie met andere componisten, andere composities en de relatie met de tijds- en/of stijlperiode waarin zij werkzaam waren (collectieve inhoudslogica).

Over het concert van B‟Rock en Alexis Kossenko: “De Franse barokcomponist en violist Rebel, student van Lully, is op zijn best in Les Elements. (…) In Les Caractères de la Danse schetst Rebel met een opvallende sensualiteit alle gangbare dansen uit die tijd.” 239

Over de Adventscantaten van Bach door Collegium Vocale Gent o.l.v. Philippe Herreweghe: “De reformatie bracht vanaf de zestiende eeuw een ongelooflijke muzikale explosie teweeg van repertoire dat gebaseerd was op oude hymnen. Ook voor Scheidt, Schütz en Bach vormden ze het uitgangspunt voor heel wat cantates, passies en orgelwerken.” 240

In document Klassiek over de grens (pagina 65-68)