• No results found

Bijlagen

In document Handboek Wkpb-beheer (pagina 80-93)

Bijlage 1: relatietabel grondslag en werkingsgebied Bijlage 2: voorbeeld equivalentieverklaring

Bijlage 3: voorbeeld bewaardersrelaas

Bijlage 4: handreiking gemeentelijke machtiging Wkpb (met vervallenverklaring) Bijlage 5: geanonimiseerd voorbeeldbesluit

Bijlage 6: voorbeeld ambtelijke verklaring herroepen publiekrechtelijke beperking Bijlage 7: veelgestelde vragen

De bijlagen 1 t/m 6 zijn ‘los’ bijgevoegd, bijlage 7 maakt onderdeel uit van dit Handboek

12 Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen over het gebruik en de werking van de beheerapplicatie BRK-PB

Algemene vragen

1. Ik heb een fout gemaakt bij het inschrijven van een besluit. Wat nu?

Niets menselijks is een Wkpb-registrator vreemd. Is het besluit foutloos en is er bij de inschrijving van een besluit (of een beslissing in administratief beroep of een rechterlijke uitspraak) een fout gemaakt, dan dient de beperking te worden herroepen op basis van een ambtelijke verklaring. Dit kan met de functie ‘Herroepen beperking’ onder het werkblad ‘Raadplegen’. Handel als volgt:

- Zoek de betreffende beperking op

- Klik op de knop ‘Details’ naast de beperking - Klik vervolgens op de knop ‘Herroepen beperking’

- Geef als ‘Datum kenbaarheid’ de datum op waarop de ambtelijke verklaring wordt ingeschreven (dus de huidige datum)

- Bied als brondocument de ambtelijke verklaring aan, een voorbeeld van een dergelijke verklaring is als bijlage 6 bijgevoegd

Wordt de fout tevens hersteld door het hernieuwd inschrijven van het besluit, dan

verdient het aanbeveling om eerst in te schrijven en dan de foute inschrijving te herroepen om te voorkomen dat de beperking op enig moment niet zichtbaar is in de kadastrale informatieproducten. Dit speelt uiteraard niet als een besluit in het geheel niet had mogen worden ingeschreven, bijvoorbeeld omdat het besluit niet vermeld staat in het Wkpb- aanwijzingsbesluit. De registrator zal dan wel herroepen, maar niet opnieuw inschrijven.

Wordt een fout in het besluit ontdekt, dan is hernieuwde inschrijving pas aan de orde als de fout door de vakafdeling is hersteld en het besluit opnieuw aan de registrator wordt aangeboden. Overleg in dat geval met de vakafdeling of het wenselijk is het ‘foute besluit’

pas te herroepen op het moment dat het besluit is gecorrigeerd.

Bij een kennelijke fout (ook wel kennelijke verschrijving genoemd) in het besluit dient de Wkpb-registrator in te schatten of deze een inschrijving in de weg staat. Is uit het besluit eenduidig op te maken wat wordt bedoeld, dan staat het de registrator vrij om alsnog in te schrijven. Voorbeeld: als ‘Datum in werking’ is 2 januari 221 vermeld, terwijl uit het besluit overduidelijk kan worden opgemaakt dat dit 2 januari 2021 had moeten zijn. En als de in het besluit vermelde ‘Kerkstraat’ ‘Kerkweg’ had moeten zijn, dan kan de ‘Kerkweg’ als basis voor het werkingsgebied worden aangehouden, tenzij er ook een ‘Kerkplein’, een

‘Kerksteeg’ of een ‘Kerklaan’ met identieke nummering bestaat. Het verdient in al deze gevallen geen aanbeveling om de passages in het document te corrigeren. Een direct belanghebbende heeft dan immers niet dezelfde informatiepositie omdat deze het besluit doorgaans via de vakafdeling ontvangt en niet van de Wkpb-registrator.

2. Ik heb een verkeerde einddatum gekozen. Kan ik die corrigeren?

Een verkeerd ingegeven ‘Datum beëindiging’ is een administratieve fout bij het inschrijven of muteren van een beperking. Als het besluit geen fouten bevat, dan dient de registrator dit besluit opnieuw in te schrijven met de juiste ‘Datum beëindiging’ en het fout

ingeschreven besluit te herroepen zoals beschreven onder vraag 1.

3. Moet ik bij de keuze van mijn werkingsgebied rekening houden met de perceelsgrenzen?

Voor de transitie naar de BRK-PB werden publiekrechtelijke beperkingen uitsluitend ingeschreven op kadastrale percelen en op appartementsrechten. In de BRK-PB kunnen ook andere werkingsgebieden gekozen worden. Veel kadastrale informatieproducten (als BRK-Levering of het eigendomsbericht in KOL) zijn echter gebaseerd op kadastrale objecten. Om te bepalen of een perceel belast is met een beperking wordt bij elke vraag gekeken of de geometrie van de beperking geheel of gedeeltelijk overlapt met de

geometrie van het kadastrale perceel (bij een appartemenstrecht wordt de geometrie van het bijbehorende grondperceel in de vergelijking meegenomen). Als sprake is van overlap dan wordt aangetekend dat het perceel belast is met een beperking. In de meeste gevallen is deze belasting ook beoogd, maar in een aantal gevallen niet. Zo kan de ruimtelijke begrenzing van een pand onbedoeld net over de perceelsgrens liggen waardoor een extra perceel als belast wordt aangemerkt. Deze situatie kan het gevolg zijn van een

onnauwkeurige kartering, maar is vaker terug te voeren op de geheel verschillende ontstaansgeschiedenis van basisregistraties waarbij producten elk voor zich wel voldoen aan de geometrische kwaliteitseisen, maar er (nog) onvoldoende is afgestemd. Bij fouten en omissies waarbij de geometrie niet voldoet aan de kwaliteitseisen kan worden

teruggemeld (dat geldt zowel voor de BRK bij het Kadaster als voor BAG/BGT bij

gemeenten). Het is verder inherent aan het gekozen systeem (geometrievergelijking) dat deze situatie zich af en toe voordoet. Om de zekerheid bij afnemers te vergroten zijn of worden de volgende maatregelen doorgevoerd:

- bij de keuze van een verblijfsobject door de bronhouder wordt het bijbehorende adres getoond in het eigendomsbericht, zodat de afnemer kan nagaan of de beperking voor hem relevant is

- in PDOK worden de beperkingen met hun werkingsgebieden ruimtelijk getoond, zodat een onbedoelde kleine overlap tussen perceel en werkingsgebied zichtbaar wordt gemaakt, de afnemer kan ook hiermee weer nagaan of de beperking voor hem relevant is

- het notariaat en andere afnemers worden met een notitie op de hoogte gesteld van de werkwijze bij opname van publiekrechtelijke beperking in informatieproducten en wordt gewezen op de mogelijkheid om het brondocument te raadplegen

De communicatie over de gehanteerde werkwijze moet de vraagdruk richting Kadaster en bronhouders verminderen. We raden aan om niet op basis van de actuele ligging van perceelsgrenzen te bepalen welk type werkingsgebied gekozen moet worden, maar de bedoeling van de vakwet te volgen. Op pagina 36 van dit Handboek Wkpb-beheer is met een beslisboom aangegeven op welke manier je een werkingsgebied zou kunnen kiezen.

4. Door de keuze van mijn werkingsgebied wordt de beperking zichtbaar bij andere percelen dan bedoeld. Wat moet ik doen?

Het is goed om je als bronhouder bewust te zijn van de percelen die belast worden als gevolg van het werkingsgebied. Dat soms onbedoeld ‘andere’ percelen worden belast is inherent aan de keuze om een geometrische vergelijking uit te voeren bij een vraag naar een kadastraal informatieproduct. Zie voor de werkwijze vraag 3. Kennis van de gebruikte techniek maakt dat vragen van afnemers (notarissen, makelaars e.d.) die mogelijk aan bronhouders worden gesteld gemakkelijker beantwoord kunnen worden. Wij adviseren om basisregistratries (als BAG en BGT) niet aan te passen op basis van een onbedoelde belasting in een kadastraal informatieproduct, tenzij niet aan de geometrische

kwaliteitseisen wordt voldaan. Als aanpassen de norm zou worden, zouden immers ook andere bronhouders bij de gemeenten aan moeten kunnen kloppen met

wijzigingsverzoeken. Bovendien kunnen geometrische wijzigingen aan objecten zich ook na inschrijving voordoen, het is ondoenlijk om daar zicht op te houden en daarnaar te

handelen. Een laatste argument om af te zien van het muteren van geometrie van objecten is dat de Wkpb een afnemende registratie is en niet de inhoud van een

basisregistratie bepaalt. Met het doorvoeren van de bij vraag 3 vermelde maatregelen kan al veel onvrede worden weggenomen. Gemeenten dringen er daarnaast op aan gebruik te gaan maken van de administratieve stelselrelatie tussen BAG/BGT enerzijds en BRK anderzijds zodra deze relatie de gewenste kwaliteit heeft.

5. Ik zie niet alle velden in de applicatie. Hoe nu verder?

De beheerapplicatie BRK-PB is opgebouwd uit subschermen, waarmee bepaalde specifieke functies een plaats krijgen, bijvoorbeeld de kaart of een administratief invoerveld. De ruimte is soms beperkt, zeker voor lange identificatienummers (zoals die voor de BGT) en voor opsommingen van veel objecten in één werkingsgebied.

Door het betreffende scherm uit te zoomen (scherm actief maken, op de SHIFT-knop drukken en het muiswieltje naar je toe halen of het percentage verlagen via INSTELLINGEN in de browser) wordt soms het gehele invoerscherm pas zichtbaar. Keerzijde is dat de teksten in de invoervelden soms heel klein worden. Proefondervindelijk zal moeten worden nagegaan welke zoom in welke situatie het meest geschikt is.

Soms kan het helpen om van een andere browser gebruik te maken. Aanbevolen worden Chrome en FireFox.

6. Ik wil meerdere objecten als werkingsgebied opnemen. Hoe selecteer ik die?

De wet en de applicatie staan het toe om meerdere objecten als werkingsgebied op te nemen. In het werkblad ‘Inschrijven’ kan onder ‘Werkingsgebied *’ na elke valide invoer met een druk op de ‘+’-knop een volgend invoerveld worden gecreëerd waar een nieuw identificatienummer of kadastrale aanduiding kan worden aangeboden. Via de kaart is een zogeheten multiselect nog niet mogelijk. Wel kan één perceel, één pand of een toegelaten BGT-object als werkingsgebied worden aangewezen door dit op de kaart aan te klikken.

Het bijbehorende identificatienummer of de bijbehorende kadastrale aanduiding verschijnt links in het administratieve invoerveld.

Stand van zaken per 29 maart 2021: de multi-select-functie waarmee meerdere objecten op de kaart kunnen worden aangeklikt om als werkingsgebied te dienen wordt in het

tweede kwartaal van 2021 opgeleverd. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om vanuit de kaart een of meer verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en woonplaatsen uit de BAG te selecteren.

7. Hoe raadpleeg ik mijn beperkingeninformatie?

Als bronhouder zijn er verschillende mogelijkheden om de eigen beperkingeninformatie in te zien:

- in de beheerapplicatie BRK-PB biedt het werkblad ‘Raadplegen’ de mogelijkheid om alle beperkingen te bekijken. Bij het oproepen van het scherm wordt de volgende volgorde aangehouden:

o beperkingen met een vervallen werkingsgebied (geel gemarkeerd) gaan voor beperkingen zonder vervallen werkingsgebied

o op datum en tijdstip waarop is ingeschreven (identificatienummers zijn gesorteerd van hoog naar laag)

Met de functie ‘Zoeken’ kan er op verschillende attributen worden gezocht,

bijvoorbeeld op ‘Grondslag’ of op ‘Datum in werking’ maar ook op een combinatie van attributen. Met de functie ‘Wissen’ kan de specifieke selectie weer ongedaan worden gemaakt.

- Met een eigendomsbericht in Kadaster Online (of met vergelijkbare functionaliteit in KIK-inzage) kan worden nagegaan of een publiekrechtelijke beperking een

geselecteerd perceel belast. Enkele attributengegevens als grondslag, datum/tijdstip inschrijving, opleggend bestuursorgaan en de vindplaats van het bijbehorende brondocument worden hiermee ontsloten. Ook kan het brondocument vervolgens worden geraadpleegd. Aan het onsluiten van deze gegevens zijn kosten verbonden.

- Met BRK-Levering worden publiekrechtelijke beperkingen meegeleverd met de periodieke informatieverstrekking naar bronhouders en afnemers.

Beperkingeninformatie is hierin opgenomen op kadastraal perceel of appartementsrecht op basis van de toestandsdatum.

- In het vierde kwartaal van 2020 worden beperkingen geometrisch via PDOK ter beschikking gesteld, zowel via een webservice als in de webviewer. Deze informatie is voor elke afnemer (en dus ook voor elke bronhouder) zonder doelbinding beschikbaar.

Gemeenten hebben hiermee niet alleen inzicht in de ligging van hun eigen beperkingen, maar kunnen hiermee ook opgelegde beperkingen van andere bronhouders zien.

- Via de BRK Bevragen API 1.2 wordt aangegeven of een publiekrechtelijke beperking een kadastraal object belast. BRK Bevragen is een dienst van Haal Centraal. Een brondocument kan hiermee niet worden opgevraagd.

Stand van zaken per 29 maart 2021: het sorteren van velden is (nog) niet mogelijk in de

beheerapplicatie BRK-PB en evenmin behoort een download (bijvoorbeeld in Excel) van de gehele administratie en het zoeken op kadastrale aanduiding of identificatienummer tot de

mogelijkheden. De opname van gemeentelijke beperkingen in BRK-Levering is voor het tweede kwartaal van 2021 voorzien. De ontsluiting van beperkingen via de PDOK-viewer of via de webservices WMS en AtomFeed wordt verbeterd en vroeg in het tweede kwartaal 2021 opgeleverd. Oplevering geldt dan ook voor de nieuwe WFS-webservice.

8. Hoe kan ik Wkpb-informatie opnemen in mijn eigen informatiesysteem?

Met het verdwijnen van de LV Wkpb wordt ook de eigen beheerapplicatie uitgefaseerd.

Sommige gemeenten namen de beperkingeninformatie op in hun lokale gegevensmagazijn en ontsloten deze informatie intern en/of extern met een raadpleegsysteem. In de nieuwe situatie zal hiervoor aangesloten moeten worden op een van de onder vraag 7 vermelde toegangen.

Stand van zaken per 29 maart 2021: in het opvragen van een brondocument via een service is nog niet voorzien. Via KOL is het opvragen hiervan wel mogelijk, maar dan als betaalde dienst van het Kadaster. Wellicht dat via een API van Haal Centraal op enig moment in 2021 ook de eigen brondocumenten ontsloten kunnen worden.

9. Wat is de betekenis van het veld ‘Ingeschreven op’ in het eigendomsbericht in KOL?

Met ‘Ingeschreven op’ wordt de datum en het tijdstip waarop de beperking is

ingeschreven in de openbare registers bedoeld. Omdat het Kadaster kantooruren kent wordt een aangeboden brondocument alleen op werkdagen tussen 9.00 en 15.00 direct ingeschreven. Een buiten deze tijden aangeboden brondocument wordt op de

eerstvolgende werkdag om 9.00 uur ingeschreven. Een beperking is pas zichtbaar voor afnemers nadat inschrijving heeft plaatsgehad. De inschrijving van een besluit staat los van de inwerkingtreding van een besluit. Uit kadastrale informatieproducten kan niet worden opgemaakt op welk moment het besluit in werking treedt of in werking is getreden. Van

‘Datum beëindiging’ wordt gebruik gemaakt door de beperking niet meer te tonen als deze datum is bereikt. Een door de bronhouder ingevoerde ‘Datum beëindiging’ wordt niet getoond in de kadastrale informatieproducte op het moment dat de beperking nog van kracht is. Beperkingen die bij de transitie van de LV Wkpb naar de BRK-PB opnieuw zijn ingeschreven, hebben de transitiedatum als inschrijvingsdatum. In dit laatste geval geeft de datum dus geen informatie over de duur waarop de beperking zichtbaar is in KOL.

10. Wanneer wordt de beperking zichtbaar in het eigendomsbericht in KOL?

Tijdens kantooruren (werkdagen tussen 9.00 en 15.00 uur) wordt een beperking direct ingeschreven en is deze dus direct na het aanbieden zichtbaar. Wordt een beperking buiten kantooruren aangeboden, dan wordt deze de eerstvolgende werkdag om 9.00 uur ingeschreven. Voor de vier-dagentermijn die bronhouders moeten aanhouden is niet de datum van inschrijving, maar de datum van aanbieding relevant. Direct na inschrijving wordt de beperking zichtbaar, ongeacht de ‘Datum in werking’ die bronhouders bij het aanbieden meeleveren.

Vragen over het inschrijven van een beperking

11. Hoe weet ik de grondslag van een beperking?

Met de grondslag bedoelen we de wet of het wetsartikel waarop de beperking is terug te voeren. In het beperkingenbesluit zou deze grondslag vermeld moeten staan. Alleen beperkingen die onder de werkingssfeer van de Wkpb vallen moeten worden

ingeschreven. Een complete lijst is hier te vinden. Als in het invoerveld ‘Grondslag’ een deel van de wetstekst wordt ingevuld (bijvoorbeeld ‘opium’) dan verschijnen de mogelijke

grondslagen waaruit dan door aanklikken een keuze kan worden gemaakt. Alle mogelijke grondslagen voor alle typen bronhouders zijn selecteerbaar, in de lijst is aangegeven welke beperkingen door gemeentelijke bronhouders kunnen worden ingeschreven.

- Neem het brondocument ter hand en kijk of hierin een verwijzing staat naar een wet of wetsartikel. Is dit niet het geval, kijk dan (eventueel met behulp van de vakafdeling) of de wet of het wetsartikel dat de grondslag vormt van het besluit hier wel eenduidig aan ontleend kan worden.

- Zoek de bijbehorende drieletterige code op in de lijst door het invullen van enkele steekwoorden of kijk in de bijlage bij het Handboek Wkpb-beheer waar een uitgebreide toelichting wordt gegeven op de grondslag.

- Selecteer de grondslag(code).

Alleen beperkingen die voortkomen uit de vermelde grondslagen mogen worden

ingeschreven. Deze lijst is limitatief. Het is niet toegestaan om andere beperkingen onder de vlag van een toegelaten beperking in de openbare registers in te schrijven.

12. Ik heb een beperkingsbesluit dat op twee grondslagen gestoeld is, hoe schrijf ik dat in?

In de applicatie kan slechts één grondslag per beperking worden geregistreerd.

Theoretisch kan een beperking op meer dan één grondslag gestoeld zijn. In deze uitzonderlijke situatie dient het besluit meervoudig te worden ingeschreven, waarbij attributen en het brondocument identiek zijn en alleen de grondslag per ingeschreven beperking verschilt. Let er in deze gevallen op dat ook muteren, beëindigen en herroepen van een beperking meervoudig dient te worden doorgevoerd.

13. Welk (type) werkingsgebied moet ik kiezen?

Het kiezen van een werkingsgebied gaat als volgt:

- Neem het brondocument ter hand en ga na op welk object, gebied of locatie de beperking betrekking heeft , dit kan zowel tekstueel als met een kaartje zijn weergegeven

- Ga na welk werkingsgebied gekozen kan worden voor de betreffende beperking, als in de applicatie de grondslag is ingevuld worden de mogelijke keuzes BRK, BAG, BGT en CONTOUR getoond, in de bijlage bij stappenplan 4 is deze lijst met toelichting ook te vinden.

- Ga met behulp van de beslisboom in het Handboek Wkpb-beheer (figuur 5) na welk werkingsgebied het beste gekozen kan worden.

- Zoek de actuele objecten op in de kaart of neem ze over uit het besluit, als een object niet valide is volgt een melding waarna correctie kan plaatsvinden. Indien in het besluit een niet-actueel object (perceel, pand etc.) wordt vermeld dient de registrator te zorgen voor een geldig equivalent bij inschrijving. Het besluit behoeft hiertoe niet te worden aangepast, tenzij sprake is van een foutieve aanduiding (bijvoorbeeld een perceel dat niet bestaat én nooit bestaan heeft).

Toelichting:

De wetgever laat de bronhouder enige vrijheid in de keuze van een werkingsgebied. Het advies is om hierbij zo dicht mogelijk bij de bedoeling van de vakwet te blijven. Zo zal het aanwijzen van een gemeentelijk monument doorgaans op een bouwkundige constructie

betrekking hebben, waarvoor een pand uit de BAG als werkingsgebied voor de hand ligt.

De Wet voorkeursrecht gemeenten daarentegen draagt gemeenten op om een

percelenlijst aan het besluit toe te voegen, waardoor duidelijk wordt op welke kadastrale percelen de Wvg-beperking betrekking heeft. Het ligt dan ook voor de hand om hier als werkingsgebied een of meer percelen uit de BRK te kiezen. Het werkingsgebied moet wel eenduidig voortkomen uit het brondocument, het kan dus niet zo zijn dat bij inschrijving een werkingsgebied gekozen wordt dat niet terug te voeren is op het oorspronkelijke besluit. De beslisboom in het Handboek Wkpb-beheer helpt bronhouders bij het maken van een keuze.

In de aanloop naar de gewijzigde wet- en regelgeving is met belanghebbenden onderzocht welke combinaties van grondslag en type werkingsgebied kunnen voorkomen. Het heeft geleid tot een sluitende relatietabel die is opgenomen in bijlage 2 van de

Uitvoeringsregeling Wkpb en tot een nadere uitwerking in bijlage 1 bij Stappenplan 4.

Indien een contour als werkingsgebied wordt gekozen geldt als additionele eis dat in het besluit de handmatig ingetekende geometrie moet zijn opgenomen. Een kaartje is dus noodzakelijk, voorzien van een actuele topografische ondergrond uit de BGT of de BRT.

14. Kan ik meer dan één type werkingsgebied bij een beperking kiezen?

Bij elke beperking hoort wettelijk slechts één type werkingsgebied. Als een brug met brugwachtershuis als monument wordt aangewezen is het ook technisch niet mogelijk om als werkingsgebied een pand (BAG) en een overbruggingsdeel (BGT) te kiezen. Het

alternatief is om het besluit te ‘splitsen’ en twee beperkingen op te voeren, één met het pand als werkingsgebied en één met het overbruggingsdeel als werkingsgebied. De

alternatief is om het besluit te ‘splitsen’ en twee beperkingen op te voeren, één met het pand als werkingsgebied en één met het overbruggingsdeel als werkingsgebied. De

In document Handboek Wkpb-beheer (pagina 80-93)