• No results found

Kennisstromen binnen en rond de politie

5.5 Belangrijke spelers in de kennisinfrastructuur

De Politieacademie heeft een afdeling onderzoek en kennis die rond de zestig medewerkers

telt. Er is een team onderzoek waarbinnen lectoren, senior en junior onderzoekers werkzaam zijn die allen onderzoek doen binnen het politiedomein en kennis ontwikkelen voor de politie- organisatie en onderwijs. Daarnaast is er het team kennis- en informatieknooppunt dat verantwoordelijk is voor het, langs digitale en multimediale weg, verzamelen, veredelen, valideren en ontsluiten van politieel relevante kennis ten behoeve van de politiepraktijk en het politieonderwijs.

De Nationale Politie heeft een afdeling Kennis en Innovatie onder de directie Operatiën. Verder heeft de landelijke eenheid binnen de dienst Landelijke Operationele Samenwerking (DLOS) een Kennis en Leercentrum. Ook zijn er verschillende kennis- en expertisecentra benoemd. De afdeling politieprofessie op centraal niveau én in de eenheden heeft een belangrijke rol bij het vaststellen van kennis- en leerbehoeften binnen de politie en het nemen van initiatieven om de professionaliteit binnen de politie te versterken.

Bij de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) werkt een aantal faculteiten en onderzoekgroep(en)

in het interfacultaire Centrum voor Politie- en Veiligheidswetenschappen (CPVW) samen aan onderzoek en onderwijs met betrekking tot vraagstukken over politie en veiligheid. De Faculteit der Sociale Wetenschappen is penvoerder van het CPVW.

De Radboud Universiteit in Nijmegen (RU) heeft een onderzoeksgroep sociale veiligheids-

studies binnen de faculteit recht waarin meerdere onderzoekers werken aan onderzoek in de veiligheidssector.

Het fonds Politie & Wetenschap verdeelt jaarlijks gelden verkregen van het ministerie van

V&J via een brede en open call over onderzoekerprojecten op het gebied van politie en veilig- heid. Doel is om vraag en aanbod van wetenschappelijke kennis over en voor de politie beter op elkaar af te stemmen. Aan de aanbodskant streeft het fonds naar meer kennis en ook betere en bruikbare kennis. Aan de vraagkant, dus in het politieveld, wil men meer ontvankelijkheid en bereidheid ontwikkelen om relevante kennis ook daadwerkelijk te gebruiken en benutten. De Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie (SMVP) neemt de rol op zich om ontwik-

ecbo

86

betrokken partijen, dus niet alleen de politie. Op die manier wil de SMVP een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie over de verbetering van de veiligheid(szorg) in de breedste zin.

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is een toonaangevend

wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum voor het brede veld van Veiligheid en Justitie. Dit centrum verricht onderzoek dat breder gaat dan alleen politie.

Het A&O fonds binnen de politie is de stichting SAOP. Het is de door het Centraal Georganiseerd

Overleg Sector Politie (CGOP) in 1994 ingestelde subsidiecommissie. Het SAOP subsidieert niet-reguliere opleidingen en projecten. SAOP heeft als doelstelling de binnen de korpsen opgedane kennis over deze projecten te verspreiden over de sector Politie.

Enkele private onderzoeksbureaus zijn actief in het onderzoeksveld van de politie. Er zijn

vele spelers op dit terrein. Regelmatig zijn er publicaties van onderzoek in en rond de politie te lezen van onder meer bureau Beke, Anderson, Elfers en Felix (AEF), Crisislab en Twijnstra en Gudde.

Voor de verspreiding van kennis zijn er meerdere vakbladen in de politiesector. Blauw is het tweewekelijkse magazine dat gericht is op politiemensen die werken in de handhaving en opsporing. Het Tijdschrift voor de Politie is een maandblad dat gericht is op leidinggevenden en bestuurders in en rond de politie. Voor alle politiemedewerkers is er een huisblad onder de naam 24/7.

5.6 Politieonderwijs

Na een lange geschiedenis van meerdere ontwikkelingen en veranderingen is in 2002 bij de politie het huidige onderwijsstelsel ingevoerd. In dit stelstel, ook wel samenhangend stelsel genoemd, is er een samenhang tussen de verschillende initiële opleidingen voor politiemede- werkers, waarbij de niveau-indeling is gevolgd die men ook in het reguliere beroepsonderwijs hanteert. De kernopleidingen zijn de opleiding voor allround politiemedewerker op mbo-niveau 2, 3 en 4 en de opleiding voor politiekundig bachelor/master op hbo-/universitair niveau 5 en 6 en enkele specialistische masteropleidingen met als voornaamste de Master of Criminal Investigation.

Tabel 5.1 Opleidingsniveaus bij de politie

Mbo-niveau Hbo-/Universitair niveau

Assistent Politiemedewerker (mbo-opleiding, niveau 2) Politiemedewerker (mbo-opleiding, niveau 3) Allround Politiemedewerker (mbo-opleiding, niveau 4)

Politiekundige Bachelor (hbo-opleiding) Politiekundige Master (wo-opleiding) Master of Criminal Investigation (hbo-opleiding)

De politiediploma’s hebben dezelfde status als andere mbo/hbo-diploma’s op hetzelfde niveau, zodat doorstroming van en naar het politievak mogelijk is.

Het onderwijs is gebaseerd op vijf initiële en elf post-initiële beroepsprofielen. Hierbij gaat men uit van de voor deze profielen benodigde competenties. Hiervoor heeft men de zogeheten kernopgaven ontwikkeld, waarin kenmerkende beroepssituaties richtinggevend zijn. Deze competenties en kernopgaven keren ook terug in het landelijk functiehuis van de politie. Dit zorgt op een – in Nederland – unieke manier van aansluiting tussen opleiding en werkveld, doordat studerende en werkende mensen dezelfde taal en indeling hanteren bij het leren en werken.

Sinds 2002 is er sprake van duaal onderwijs. In plaats van aparte stageperiodes die op vaste punten in de opleiding zijn gepland, worden praktijk en onderwijs op gezette tijden – meestal om het kwartaal – afgewisseld. Tijdens het leren in de praktijk – het woord stage is vervangen door de term ‘werkend leren’ – levert de student een bijdrage aan de dagelijkse uitvoering van de politietaak. Naarmate de opleiding vordert, neemt deze bijdrage toe.

De werving en selectie van politiemensen is ondergebracht bij het Politie Dienstencentrum van de Nationale Politie, tot voor kort was het onderdeel van de Politieacademie. Werving & Selectie heeft de wettelijke taak om de Nederlandse politie te voorzien van sollicitanten en aanstelbare kandidaten voor alle initiële politiefuncties, van surveillant tot politiekundige. Geschikte kandidaten die worden aangesteld bij de korpsen kunnen starten met de opleiding aan de Politieacademie.

De opleidingen van de politieacademie zijn sterk gerelateerd aan functie- en competentie- profielen en bieden minder mogelijkheden voor ervaren politiemensen om opleidingen te volgen die gericht zijn op verdere vorming gedurende de loopbaan of specifieke taakaccenten waar men zich verder in wil scholen. Een deel van het opleidingsbudget voor zittende politie- medewerkers wordt besteed aan opleidingen bij particuliere opleidingsinstituten of contract- opleidingen van het reguliere onderwijs, zo bleek uit een recent onderzoek van Cap Gemini. De individuele rol en verantwoordelijkheid voor het blijven ontwikkelen van kennis en

ecbo

88

waaronder de werkgeversvisie uit 2008. In de praktijk is die vrijheid echter nog wel beperkt doordat medewerkers zich niet zelf kunnen inschrijven voor opleidingen. Deze bevoegdheid ligt bij hun chef.

De financiering van het politieonderwijs verloopt via het ministerie van Veiligheid en Justitie, evenals het toezicht op het onderwijs, dat is belegd bij de Inspectie voor Veiligheid en Justitie (voorheen Inspectie Openbare Orde en Veiligheid). De minister bepaalt jaarlijks in overleg met de korpschef hoeveel aankomende politiemensen opgeleid zullen worden door de Politie- academie.