• No results found

Kennis als achilleshiel van de IT-sector

4.1 IT als innovatie-as

De IT-sector groeit als kool. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijft de sector jaar in jaar uit aanwijzen als aanjager van de Nederlandse economie. Volgens het rapport ICT, kennis en economie (2014) nam de sector in 2013 circa 4,4% van de Nederlandse bedrijvig- heid voor zijn rekening, versus 3,6% in 2007. Daar staat tegenover dat in 2011 5,1% van het bruto binnenlands product (bbp) op het conto van de IT-sector kon worden geschreven, terwijl dat aandeel rond de eeuwwisseling nog 5,7% bedroeg. Die daling is overigens niet specifiek Nederlands: overal in Europa wordt die trend gesignaleerd.

Ook het percentage IT van de totale werkzame beroepsbevolking is sinds 2000 afgenomen. Het absolute aantal IT’ers bleef echter gelijk: zo rond de 265.000.

De ICT-marktmonitor 2015 van Nederland ICT voorspelt voor de komende jaren een groei van de softwaremarkt van 8,3%. Maar ook de hardware-markt blijft gestaag groeien. Dat het aantal IT-ondernemingen dit jaar met naar verwachting 8% stijgt, is echter wat bedrieglijk. Die groei is namelijk grotendeels te herleiden tot een fikse groei van het aantal zzp’ers en eenmansbedrijfjes. Het aantal bedrijven en bedrijfjes wordt inmiddels geschat op maar liefst 51.000. Ter vergelijk: begin 2012 telde de sector 28.375 ondernemingen.

De IT-branche realiseert, na jaren van zeer beperkte groei, sinds eind 2013 weer fors toenemende omzetten. Bedrijven die bijvoorbeeld software uitbrengen, computerfaciliteiten beheren of IT-advies geven, doen weer goede zaken, zo concludeert het CBS in diverse kwartaalberichten. ‘Ontwikkelingen in en mogelijkheden van IT spelen een steeds grotere rol in onze samenleving en leiden tot een toegenomen behoefte aan IT-dienstverlening,’ zo wordt geschreven. De prijsontwikkeling was daarentegen geruime tijd negatief. Pas begin 2015 stegen de prijzen binnen de IT-dienstverlening, na een zo goed als onafgebroken daling sinds 2010.21

Aansluiting

Het aantal vacatures in de sector loopt de laatste jaren langzaam maar zeker op. Het is aannemelijk dat er op termijn juist een nijpend tekort zal ontstaan. De sector vergrijst namelijk sterk. Tussen 2000 en 2012 verdubbelde het aandeel werknemers van 45 jaar en ouder. Inmiddels is meer dan een derde van de werknemers senior. De aanwas van jonge IT’ers (15 tot 25 jaar) blijft achter: in hetzelfde tijdvak daalde hun aandeel van 10% naar 6%. De categorie 25-45 jaar daalde van 33% naar 28%. Al met al steeg de gemiddelde leeftijd van IT’ers van 36,2 naar 41,4 jaar.

Vergrijzing is maar één van de problemen die zich voordoen op de arbeidsmarkt voor IT’ers. 21 CBS, Kwartaalmonitor zakelijke dienstverlening, september 2015.

De belangstelling onder jongeren voor IT-opleidingen is veel kleiner dan nodig zou zijn om de vraag naar IT’ers te dekken. Bovendien is er het een en ander mis met de aansluiting van het onderwijs op de specifieke behoeften van de sector. Het grootste probleem waarmee opleiders van IT’ers worstelen, is dat de markt ontzettend snel verandert, als gevolg van de snelheid waarmee technologische vernieuwingen en uitvindingen zich aandienen. Tegen de tijd dat IT’ers zijn afgestudeerd, zijn de eisen die werkgevers stellen alweer veranderd. En dan is er nog het gegeven dat er meer mensen overstappen vanuit de IT naar andere banen – goede IT’ers worden veel gevraagd in andere disciplines – dan dat er mensen vanuit andere sectoren het ‘moeilijke’ IT-vak instappen. Een rondgang langs de leden van ICT-Office leerde eind 2011 al dat 70% van de bedrijven moeite heeft geschikte professionals binnen te halen. Driekwart van die bedrijven kan daardoor minder snel groeien. De helft kampt met gebrek aan kennis en kwaliteit in de organisatie.

Cijfers

In 2009 werd door het ministerie EZK (Economisch Zaken en Klimaat) de Taskforce e-Skills in het leven geroepen om de problemen goed in kaart te brengen: omvang, ernst en aard van het tekort aan e-vaardigheden. Deze taskforce waarschuwde al snel dat een tekort aan ‘e-skills de kenniseconomie smoort’. Het onderzoek spitste zich toe op de e-business skills voor niet-IT- professionals die in andere sectoren, zoals de zorg of dienstverlening, met IT-systemen moeten kunnen werken en IT-practitioner skills voor mensen die IT als hun dagelijkse beroep uitoefenen. De taskforce constateerde een drievoudig probleem. Er ontstaat een tekort aan goed opgeleide IT-professionals (volume). Het opleidingsniveau van een aanzienlijke groep IT-p2ractitioners, en van mensen die in hun werk met IT-systemen moeten kunnen omgaan, is te laag of niet toereikend (gap). Er is een mismatch tussen waartoe wordt opgeleid en waaraan behoefte is. Er is een directe relatie tussen IT-vaardigheden en het innovatief vermogen van een organisatie, een land respectievelijk een kenniseconomie, aldus de taskforce in zijn eindrapportage.

Developers

Een ander rapport, De ICT-er bestaat niet, uitgebracht door onderzoeksbureau Dialogic (2014), legt haarfijn bloot waar de schoen vooral wringt. Om te beginnen zijn er de uitstroomcijfers: van de groep IT-gediplomeerden uit 2012 is het merendeel in het bezit van een hbo-diploma (51%), gevolgd door mbo (39%) en wo (10%). Ook aan de vraagkant is een hbo-diploma veruit favoriet. In niet minder dan 77% van de IT-vacatures wordt gevraagd naar een hbo’er. Ziedaar het probleem: er studeren te weinig hbo’ers af, afgemeten aan de vraag uit de markt. Het aanbod wo-gediplomeerden (10%) daarentegen overtreft de vraag (3%). Het percentage uitgestroomde mbo’ers is het dubbele van wat de markt vraagt en daarmee is er dus sprake van een sterke oververtegenwoordiging van mbo’ers.

Verder blijkt uit het Dialogic-onderzoek dat werkgevers in de komende jaren vaker een specifieke IT-opleiding zullen vragen. “De ruimte voor substitutie vanuit aanverwante opleidingen –

ecbo

66

interviews werd duidelijk dat vakinhoudelijke kennis het doorslaggevende criterium is bij de keuze van nieuwe werknemers. Die expertise is belangrijker dan persoonlijke eigenschappen en veel belangrijker dan de werkervaring van de potentiële werknemer. Cloud Computing, Big Data, SaaS en cybersecurity geven de komende jaren de toon aan in de vacaturemarkt. Werkgevers verwachten in de komende vijf jaar weliswaar een lichte krimp in het totale IT- personeelsbestand, maar die wordt ruimschoots gecompenseerd door de vervangingsvraag, vooral ten gevolge van pensionering. Netto groeit de vraag naar IT-professionals echter: en wel met 18%. De vervangingsgraad is groter onder IT-aanbieders dan onder IT-gebruikers. Developer (op hbo-niveau) is verreweg de meest gevraagde IT’er: 37% van de vacatures in de sector vraagt daarom en dan vooral om .NET-developers.

De vraag naar developers overtreft het aanbod vele malen, althans het aanbod gebaseerd op een strikte vertaling van opleidingen naar IT-profiel. Maar er zijn in potentie veel starters die weliswaar niet als developer zijn opgeleid, maar die wel genoeg bagage hebben om als zodanig aan de slag te gaan. De praktijk moet uitwijzen of ze zichzelf kunnen bewijzen in die functie.

Een ander problematisch functieprofiel is dat van de accountmanager. De competenties die studenten tijdens IT-opleidingen worden bijgebracht, sluiten niet goed aan op wat de markt vraagt. ‘Mogelijkerwijs is dit aanbod er wel vanuit niet-IT (commerciële) opleidingen, maar de vraag is dan in hoeverre deze starters genoeg IT-vaardigheden hebben’, aldus Dialogic. Overigens is de IT-wereld niet bepaald overzichtelijk, want meer dan de helft van alle IT’ers werkt niet voor IT-bedrijven maar bij andere bedrijven en organisaties. Bijvoorbeeld in de publieke sector, de financiële sector en de industrie werken relatief veel IT’ers. Bovendien is ook niet helemaal helder gedefinieerd wie nu een IT’er is en wie niet. Een ict-bedrijf als KPN heeft ook veel monteurs in dienst en is een bedrijfskundige die als consultant aan de slag gaat bij een grote IT-dienstverlener nu een IT’er of niet? Iemand die hele dagen achter een pc-scherm bouwt aan een serious game is misschien opgeleid als IT’er, maar wordt door het ministerie EZK ingedeeld bij de creatieve sector. IT is alomtegenwoordig.