• No results found

Artikel 3.7. Zone voor openbaar nut

In document Stedenbouwkundige voorschriften (pagina 62-66)

(symbolische weergave van aanduiding op grafisch plan)

§1. Bestemmingsvoorschriften

Deze zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen en woningen of wooneenheden die gerelateerd zijn aan de vermelde voorzieningen, met name de wooneenheden voor huisbewaarders of directie.

De onbebouwde delen van de zone zijn bestemd voor toegangsverlening en kwaliteitsvolle gemeenschappelijke publieke ruimte ter ondersteuning van de gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

Het behoud in elke deelzone (A,B,C, en D) van de erfgoedwaarde van de bestaande bebouwing op zichzelf en in relatie tot hun omgeving, is prioritair.

Voor de verschillende deelzones worden de volgende bestemmingen gedetailleerd:

Deelzone A – Nieuwland: de hoofdbestemming is onderwijs onder alle mogelijke vormen, en de daaraan verbonden functies, zoals lesruimten, speelruimten, verblijfsruimten en internaat voor de leerlingen. Als nevenbestemmming is één wooneenheid voor de huisbewaarder en één wooneenheid voor de directie van de school toegelaten, met een maximale bruto oppervlakte van 200,00m2 per wooneenheid.

Deelzone B – Speelhof: de hoofdbestemming is overheidsdiensten onder alle mogelijke vormen.

Deelzone C – Religieuze gebouwen: de hoofdbestemming is cultuur en

Toelichting, ruimtelijke principes Essentiële aspecten Juridische voorschriften

Omwille van de hoge beeld- en architectuurwaarde van deze zone (drie deelzones bevatten beschermde monumenten), is het verplicht om een

“inrichtingsstudie” te maken bij werken in deze zone.

Deze inrichtingsstudie moet het volgende toelaten:

• Een voorafgaandelijk onderzoek naar de bestaande kwaliteiten en mogelijkheden, gevolgd in een tweede deel door een stedenbouwkundig ontwerp voor de ganse zone;

• Deze studie wordt samen met een eventuele bouwaanvraag ingediend;

• De bij dit RUP ingestelde Bouwcommissie moet een voorafgaandelijk advies uitbrengen over het project en de inrichtingsstudie.

Uitvoerige inrichtingsstudie wordt gevraagd, om beoordeling op vaste items mogelijk te maken van elk project

eredienst onder alle mogelijke vormen. Als nevenbestemming zijn wooneenheden toegelaten voor de bedieners van de eredienst, met een maximum van 25% van de totale bebouwde oppervlakte.

Deelzone D – Stadhuis: de hoofdbestemming is overheidsdiensten onder alle mogelijke vormen.

§2. Bebouwings- en inrichtingsvoorschriften

Het voldoen aan de ondervermeldde randvoorwaarden dient bij aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning informatief aangetoond te worden door middel van een inrichtingsstudie. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor de zone.

Deze inrichtingsstudie is enkel verplicht bij werken die onder de uitgebreide dossiersamenstelling vallen.

Concreet moet de inrichtingsstudie, in aanvulling op de beschrijvende nota en informatie voor het bekomen van een stedenbouwkundig attest en/of vergunning klaarheid geven in:

 De opmeting van de bestaande toestand (terrein en gebouwen), waarbij bouwvolumes, hoogten, bouwdiepten, materiaalgebruik, omgevende open ruimten en relaties weergegeven worden, en een analyse van de aanwezige bestemmingen en activiteiten, de verschijningsvorm, de bouwkundige geschiedenis en inventaris (o.a.

elementen die bijdragen tot de cultuurhistorische waarde).

 Het geplande project, met een duidelijke voorstelling van de verschijningsvorm en een omschrijving en kwantificering van de bestemmingen.

 Een onderzoek betreffende het behoud van de cultuurhistorische waardevolle elementen en betreffende de noodzakelijke ingrepen voor de draagkracht, stabiliteit, brandveiligheid en beveiliging van

Toelichting, ruimtelijke principes Essentiële aspecten Juridische voorschriften

In de deelzones zijn een aantal werken en handelingen toegelaten, die het mogelijk moeten maken vrij ruim om te gaan met de bestaande bebouwing inzake renovatie, restauratie, eventuele uitbreiding van de volumes.

Inzake de deelzone Nieuwland is gekozen voor een ruime mogelijkheid tot verbouwing, om de huidige bestemming (school en internaat) alle mogelijkheden te beiden om volgens de sectoriële normen en voorschriften van onderwijsgebouwen zich aan de “eisen van de tijd” aan te passen.

In andere deelzones zijn slechts inwendige verbouwingen toegestaan, om de huidige hoge beeldkwaliteit te behouden. De gebouwen in deelzones B,C en D vormen op zich staande volumes die bakens vormen in de historische en ruimtelijke structuur van het centrum.

Nieuwbouw zou hier de waarde van het “monument” of “baken” enkel maar verminderen.

Bouwcommissie wordt in ontwerp- en inrichtingsproces betrokken

Beperking op uitbreidingen is gewenst in bepaalde deelzones

de gebouwen; een onderzoek naar het effect van dergelijke ingrepen op de directe omgeving van de gebouwen en een toelichting bij de mate van reversibiliteit van dergelijke ingrepen.

 Het beantwoorden van het project aan de harde eisen, meerbepaald inzake bestemmingen, afmetingen, volumes, enz., uit de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP.

 De mate waarin de eenheid van het complex en zijn omgeving bewaard blijft.

 De harmonie met de omgeving, meerbepaald wat betreft volume, gevelcompositie en materiaalgebruik.

De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag voor het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig overgemaakt aan de Bouwcommissie, die hieromtrent een gemotiveerd advies geeft aan het College van Burgemeester en Schepenen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of een nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de realisatie, het instandhouden en het beheer van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze voor wat betreft schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving en voldoen aan de hieronder uitgedetailleerde voorschriften.

In deelzones B, C en D zijn enkel inwendige verbouwingswerken toegelaten; uitbreidingen van de bestaande volumes of losstaande nieuwbouw is niet toegelaten.

De onbebouwde oppervlakte van de zone wordt ingericht als een (semi)publieke buitenruimte, waarbij de voorschriften van artikel 3.12.

gevolgd worden.

Toelichting, ruimtelijke principes Essentiële aspecten Juridische voorschriften

Ook hier wordt de aandacht gevestigd op eventuele aanwezige hoogstambomen. Het behoud hiervan is belangrijk voor de beeldkwaliteit van het centrum.

Behoud van hoogstammige bomen in het centrum – bewaren is de regel, kappen de uitzondering

§3. Voorschriften inzake beheer

De aanwezige streekeigen hoogstambomen op de percelen binnen deze zone moeten behouden blijven.

Op alle stedenbouwkundige aanvragen moeten de hoogstambomen op het betrokken perceel of de betrokken percelen worden aangeduid, met hun stamdiameter, hoogte en de grootte van de kruinprojectie.

De aanwezige streekeigen hoogstambomen mogen slechts verwijderd worden van het betrokken perceel indien de boom of de bomen een gevaar betekenen voor de directe omgeving, of indien de boom ziek is en er geen kans meer op herstel bestaat. Beide motivaties moeten door een rapport van een deskundig tuin- of landschapsarchitect, bioloog of boomspecialist gestaafd worden.

Toelichting, ruimtelijke principes Essentiële aspecten Juridische voorschriften

Voor de zorgcampus aan de Graethempoort is reeds een visie uitgewerkt, nog voor de opstart van dit RUP. Een aantal bijkomende volumes werden voorgesteld aansluitend op de bestaande volumes van het rusthuis. Dit moet toelaten om het rusthuis aan de huidige rusthuisnormen aan te passen.

In het RUP wordt de zone voor openbaar nut die de ganse zorgcampus bedekt, opgesplitst worden in drie specifieke deelgebieden:

 Deelzone 1: rusthuis en serviceflats, sociaal huis

 Deelzone 2: wijk Begijnhof, aanleunwoningen

 Deelzone 3: wijk Begijnhof, uitbreiding

In het RUP worden aparte voorschriften en een apart ruimtelijk kader ontworpen voor elke deelzone.

De bestemmingen worden gegeven volgens de deelzone, en er wordt rekening gehouden met recente ontwikkelingen of lange-termijn-plannen voor de deelzone.

Bestemmingen worden per deelzone gespecificeerd, maar kaderen alle in een zorgcampus voor oudere personen

Deelzone 1 is bestemd voor rusthuis en aanverwante voorzieningen

Deelzone 2 wordt voorbehouden voor aangepast wonen voor ouderen alleenstaanden en gezinnen

In document Stedenbouwkundige voorschriften (pagina 62-66)