Anke Roder is in 1964 in Bayreuth (D) gebo- ren maar woont en werkt al geruime tijd in het dorp Zandeweer in Groningen. Haar opleiding volgde ze echter in het zuiden: van 1984 tot 1986 aan de Stadsacademie in Maastricht en vervolgens van 1986 tot 1989 aan de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in ’s-Hertogenbosch. Het waren verschillende internationale reizen die haar steeds sterker naar ‘het buitenleven’ deden verlangen. Met name een werkreis naar Noorwegen in 2000 maakte diepe indruk. Op de academie waren het de kunstge- schiedenislessen van Dick Cassée geweest die haar fascinatie voor het noorden en de noordelijke schilderkunst al hadden aange- wakkerd. De stilte en ruimte van het land- schap spraken tot haar verbeelding en het waren deze kwaliteiten die zij in Groningen vond. In haar schilderijen zijn het landschap en de kust dan ook de belangrijkste thema’s
geworden. Met een speciale techniek van gesmolten was en olieverf maakt zij haar weidse landschappen met strakke horizon en hoge lucht. Daarnaast schildert zij planten en bloemen.
In 2013 realiseerde zij het project Zon Maan Wolken over de veranderingen van licht en kleur in de natuurlijke omgeving, vastgelegd in 365 schilderijtjes. Dit werk is op meerdere plaatsen geëxposeerd: o.a. in museum Belvé- dère in Heerenveen en museum Van Bommel Van Dam in Venlo (met publicatie).
Werk van Roder is opgenomen in veel col- lecties van musea, bedrijven en particulieren en tentoonstellingen en publicaties heeft zij regelmatig. Recent nam zij deel aan de ten- toonstelling Silence out loud samengesteld door Joost Zwagerman bij Museum Kranen- burgh in Bergen (2015-2016).
In 2009 verscheen de publicatie Silent lands- capes & flowers, in 2012 het boek Change of Light, in 2014 verscheen Zon Maan Wolken en in 2016 het boek Fantastic Flowers.
– Website: www.ankeroder.nl
LYDIA
SCHOUTEN
Lydia Schouten (Leiden 1948) is een mar- kante vertegenwoordigster van de Neder- landse performance- en installatiekunst. Tijdens haar opleiding aan de Vrije Academie in Den Haag (1967-1971) en aan de Acade- mie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam (1971-1976) werkte zij in verschillende media. Zij maakte kennis met de conceptuele kunst en ze experimenteerde met fotografie. Vervolgens maakte ze, halverwege de jaren zeventig, installaties en begon ze met haar performances. Dikwijls hadden deze werken een duidelijk feministisch karakter. Met haar performances Kooi / Cage (1978) en Breaking through the Circle (1978) kreeg zij bekend- heid en mede door het contact met Wies Smals van De Appel kwam ze in een interna- tionaal circuit van performancekunstenaars. In 1981 kreeg Schouten een beurs voor een verblijf in New York. Als kunstenaar en redac- trice van het tijdschrift Modern
denken had ze toegang tot de New Yorkse kunstwereld en ontmoette ze talloze jonge kun- stenaars en musici van wie velen later grote beroemdheid zouden krijgen (zoals Sonic Youth, Dan Graham, Dara Birnbaum, Louise Lawler en Richard Prince). In deze periode begon Schou- ten zelf met geënsceneerde fotografie. Terug in Nederland vond zij hiermee aansluiting bij de zogenaamde ‘Rotterdamse School’.
De invloed van het rauwe leven uit New York vertaalde zich onder meer in de installatie A Virus of Sadness (1990) met een collage van beelden uit ‘six o’clock news’ en ‘America’s most wanted’. Mede door het verlies van verschillende vrienden werd de band met New York uitein-
delijk losser en concentreerde Schouten zich weer meer op Nederland. Hier gaf ze onder meer les aan de Rietveld Academie in Amsterdam en aan het Piet Zwart Insti- tuut te Rotterdam. In 2009 verbleef ze drie maanden op Curaçao bij het Instituto Buena Bista, platform voor hedendaagse kunst. Het inspireerde haar tot het maken van een serie mixed mediatekeningen. Ook maakt ze nieuwe installaties maar het blijkt moeilijk om hier presentatieplekken voor te vinden. Tegelijk merkt ze echter steeds vaker dat ze met haar vroege werk van invloed is op een jongere generatie kunstenaars en dat haar performances en installaties daardoor een hernieuwde actualiteit hebben gekregen. Lydia Schouten heeft zowel nationaal als internationaal in talrijke tentoonstellingen en festivals geparticipeerd. Ook heeft ze zelf veel initiatieven en evenementen opgezet. Zij woont en werkt tegenwoordig in Amsterdam.
– Website: www.lydiaschouten.com
Anke Roder, Wolk boven zee, encaustiek en olieverf op hout, 38 x 56 cm, 2015.
Abbing, H., 1989. Een economie
van de kunsten, Beschouwingen over kunst en kunstbeleid.
Groningen: Historische Uitgeverij. Abbing, H., 2002. Why Are Artists
Poor? The Exceptional Economy of the Arts. Amsterdam: Amsterdam
University Press.
Adrichem, J. e.a., 2012. Positioning
the Art Gallery. Het Amsterdamse galeriewezen in een international
context. Amsterdam: Valiz. Alheit, P., 1984 (1982). The Nar-
rative Interview, An Introduction.
Paper first published as ‘Arbeitspa-
pier No. 8’ of the research project
‘Arbeiterbiographien’. Bremen: University of Bremen Press. Alheit, P., 1986. Taking the Knocks.
Youth Unemployment and Bio- graphy – A Qualitative Analysis.
London: Cassell.
Alheit, P., 1994. ‘The “Biographical Question” as a Challenge to Adult Education.’ In: International Review
of Education / Internationale Zeitschrift für Erziehungswissen- schaft / Revue Internationale de l’Education, Vol. 40, No. 3/5, Life- long Education (1994), pp. 283-298.
Alheit, P., 2002a. Stories and
structures: Historical time and narrative (Paper presented at the
ESREA Life History and Biography Research Network Conference 2002, Geneva, 7-9 March 2002). Alheit, P., 2002b. ‘Identität oder “Biographizität”? Beiträge der neu- eren sozial- und erziehungswissen- schaftlichen Biographieforschung zu einem Konzept der Identitätsent- wicklung.’ In: Integrative Therapie.
Zeitschrift für vergleichende Psychotherapie und Methodeninte- gration. 3-4/2002, pp. 190-209.
Alheit, P., 2009. ‘Biographical learning – within the new lifelong learning discourse’ in: Illeris (ed.)., 2009. Contemporary Theories of
Learning. Learning theorists… in their own words. London / New
York: Routledge.
Alheit, P. & Dausien, B., 2002. ‘Bildungsprozess über die Lebens- spanne und lebenslanges Lernen.’ In: Tippelt, R. (Hrsg.): Handbuch
Bildungsforschung. Opladen:
Leske & Budrich. pp. 565-585. Ambrožič, M. & Vettese, A. (eds.), 2013. Art as a Thinking Process.
Visual Forms of Knowledge Pro- duction. Berlin: Sternberg Press.
Andersen, S.M. & Chen, S., 2002. ‘The Relational Self; An Interper- sonal Social-Cognitive Theory’. In:
Psychological Review, 2002, Vol.
109, No. 4, pp. 619-645. Ankersmit, F., Doeser, M. & Kibédi Varga, A. (red.), 1990. Op verhaal
komen. Over narrativiteit in de mens- en cultuurwetenschappen.
Kampen: Kok Agora.
Ankersmit, F., Van Nierop, M. & Pott, H. (red.), 1995. Hermeneutiek en
cultuur. Interpretatie in de kunst- en cultuurwetenschappen. Amster-
dam / Meppel: Uitgeverij Boom. Antikainen, A., 1996. ‘Life, Learning and Empowerment’: Manuscript
for Nordisk Pedagogik, 1996, 16, 2
pp. 66-73.
Antikainen, A. et al., 1996. Living in a Learning Society. Life Histories,
Identities and Education. London /
New York: Routledge.
Arnheim, R., 1978. ‘On the Late Style of Life and Art’. Michigan
Quarterly Review, Volume XVII,
Issue: 2, Spring 1978, pp. 149-156. <http://quod.lib.umich.edu/m/ mqrarchive>
Baars, J., 2006. Het nieuwe ouder
worden. Paradoxen en perspec- tieven van leven in de tijd. Amster-
dam: Humanistics University Press. Baars, J., 2012. Aging and the Art
of Living. Baltimore: The John
Hopkins University Press. Baars, J., Beck, W. & Graveland, I., 1997. De verjonging van de ouder-
dom in een vergrijzende samenle- ving. Een kritische beschouwing van de sociale gerontologie.
Amsterdam: SISWO Publicatie 397. Bätschmann, O., 1997. The Artist
in the Modern World. A Conflict Between Market and Self-Expres- sion. Cologne: DuMont Buchverlag.
Baxandall, M., 1985. Patterns of
Intention. On the Historical Expla- nation of Pictures. New Haven: Yale
University Press.
Beauvoir, S. de., 1985. De Ouder-
dom, Maatschappelijke situatie van bejaarden en persoonlijke zingeving in de laatste levensfase.
Utrecht: Bijleveld. (Oorspronkelijke titel: La vieillesse, Parijs, 1970). Becker, H.A., 1992. Generaties
en hun kansen. Amsterdam:
Meulenhoff.
Becker, H.S., 2008 (1982). Art
Worlds. Berkeley / Los Angeles:
University of California Press. Beerkens, L. et al., 2012. The Artist
Interview. For Conservation and Presentation of Contemporary Art. Guidelines and Practice. Heijnin-
gen: Jap Sam Books. Benjamin, W., 2007 (1936).
Erzählen. Schriften zur Theorie der Narration und zur literarischen Prosa. Frankfurt am Main: Suhr-
kamp Verlag.
Berlind, R., 1994. ‘Art and Old Age’. In: Art Journal, College Art Associ- ation, Vol.53, No. 1.
Bevers, T., Van den Braembussche, A. & Langenberg, B.J. (red.), 1993. De
Kunstwereld. Produktie, distributie en receptie in de wereld van kunst en cultuur. (Publikaties van de Facul-
teit der Historische en Kunstwe- tenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam.) Hilversum: Verloren. Bierens, C., 2013. De handge-
zaagde ziel. Amsterdam: Mondri-
aan Fonds (Essay 008). Binstock R.H. & George L.K. (ed.), 2001. Handbook of Aging and
the Social Sciences. San Diego /
London: Academic Press. Blok, A., 2013. De vernieuwers. De
zegeningen van tegenslag in weten- schap en kunst 1500-2000. Amster-
dam: Prometheus - Bert Bakker. Bloomberg, L.D. & Volpe, M., 2012.
Completing Your Qualitative Dis- sertation. A Road Map From Begin- ning to End. Los Angeles / London /
New Delhi / Singapore: Sage. Blotkamp, C., 1996. The End. Utrecht: Stichting Vrienden van het Kunsthistorisch Instituut. Blumer, H., 1974 (1969). Symbo-
lisch interaktionisme. Perspektief en methode. Meppel: Boom.
Boekman, E., 1939. Overheid en
Kunst in Nederland. Amsterdam:
Hertzberger (proefschrift). Boekman 73, Tijdschrift voor
kunst, cultuur en beleid, ‘Kunst en
opleiding’, winter 2007.
Boekman 84, Tijdschrift voor kunst,
cultuur en beleid, ‘Beroep: kunste-
naar’, najaar 2010.
Boekman 86, Tijdschrift voor kunst,
cultuur en beleid, ‘De vergrijzing’,
voorjaar 2011.
Borgdorf, H. & Sonderen, P. (red.), 2012. Denken in kunst. Theorie
en reflectie in het kunstonderwijs.
Leiden: University Press. Borne, S. van den, 2010. Succes in
kunstenaarsloopbanen, Een onder- zoek naar de kritische succesfac- toren en fasen in de artistieke loop- baan van beeldend kunstenaars,
scriptie Master Kunstbeleid en –Management, Universiteit Utrecht / Kunstenaars & Co.
Boschloo, A.W.A. et al., 1989. Acad-
emies of Art between Renaissance and Romanticism. ‘s-Gravenhage:
SDU (Leids Kunsthistorisch Jaarboek).
Bourdieu, P., 1986. Distinction.
A social critique of the judgement of taste. London: Routledge &
Kegan Paul.
Bourdieu, P., 1989. Opstellen over
smaak, habitus en het veldbegrip. Gekozen door Dick Pels. Amster-
dam: Van Gennep.
Bourdieu, P., 1993. The Field of
Cultural Production. Essays on Art and Literature. New York: Columbia
University Press.
Bourdieu, P., 1994. De regels van
de kunst. Wording en structuur van het literaire veld. Amsterdam:
Van Gennep.
Bowen, G.A., 2006. ‘Grounded Theory and Sensitizing Concepts’.
International Journal of Qualitative Methods 5 (3) September 2006.
<www.ualberta.ca/~iiqm/backis- sues/5_3/HTML/bowen.html> Brinckmann, A.E., 1925. Spätwerke
grosser Meister. Frankfurt am Main:
Frankfurter Verlags-Anstalt A.G. Bronwasser, S., 2011. Zo werken
wij, 10 ontmoetingen met bijzon- dere Nederlandse kunstenaars.
Rotterdam: Nai Uitgevers. Buckley, B. & Conomos, J. (eds.), 2009. Rethinking the Contempo-
rary Art School. The Artist, the PhD, and the Academy. Halifax:
The Press of the Nova Scotia College of Art and Design. Caduff, C., Siegenthaler F. & Wäl- chli, T. (eds.), 2010. Art and Artistic
Research. Zürich University of the
Arts: Scheidegger & Spiess. Campbell, E. (ed.), 2006. Growing
Old in Early Modern Europe, Cul- tural Representations. Aldershot:
Ashgate Publishing Limited. Carreira da Silva, F., 2007.
G.H. Mead. A Critical Introduction.
Cambridge: Polity Press. Carreira da Silva, F., 2011.
G.H. Mead. A Reader. New York:
Routledge.
Catalogus tentoonstelling Goya
– Prophet der Moderne, Alte
Nationalgalerie Berlin 13. Juli – 3. Oktober 2005, Kunsthistorisches Museum Wien, 18. Oktober 2005 – 8. Januar 2006.
Chaiklin, S. & Lave, J., 1996. Under-
standing practice. Perspectives on activity and context. New York:
Cambridge University Press. Charmaz, K., 2006. Constructing
Grounded Theory, A Practical Guide Through Qualitative Anal- ysis. Los Angeles / London / New
Delhi / Singapore: Sage. Clark, K., 1972. ‘The Artist Grows Old’ (The Rede Lecture, Cambridge University, 1970). In: Daedalus Winter 2006, Vol. 135, No. 1, pp. 77-90. <http://www.mitpressjour- nals.org/doi/abs/10.1162/ 001152606775321068> Cole, M. & Pardo, M. (ed.), 2005. Inventions of the Studio,
Renaissance to Romanticism. (Bettie Allison Rand Lectures in Art History). Chapel Hill / London: The
University of North Carolina Press. Cork, R., 2015. Face to Face: Inter-
views with Artists. London: Tate
Publishing.
Corsten, M.-J. e.a., 2013. Autono-
mie als waarde. Dilemma’s in kunst en onderwijs. Amsterdam: Valiz.
Davidts, W. & Paice, K. (eds.), 2009.
The Fall of the Studio. Artists at Work. Amsterdam: Valiz.
Dekkers, M., 1997. De vergankelijk-
heid. z.p.: Pandora.
Delfgaauw, L., 2011. Tijd tekort;
aspecten van beeldende kunst en ouderdom. Lectoraat Lifelong
Learning in Music & the Arts, Hanzehogeschool Groningen. Pdf: <http://www.hanze.nl/NR/rdonly- res/E72F6C8A-E706-424F-ABAC- 8BC3389598E7/0/LeoDelfgaauw- Tijdtekort2010.pdf>
Delfgaauw, L., 2013. ‘Wijzer dan God? Oudere kunstenaars en een leven lang leren’. In: Margriet Luyten, Levenswerk. ‘s-Hertogen- bosch: Pels & Kemper, pp. 135-149. Delfgaauw, L., 2016. ‘Het kunste- naarsinterview als ontmoeting en methode’, in: Lifelong Learning
in Music in Groningen: A Liber Amicorum for Peter Mak, Research
Group Lifelong Learning in Music, Hanze Research Art & Society. Groningen: Hanze University of Applied Sciences, pp. 61-76. Denzin, N.K., 1989. Interpretive
Biography. Qualitative Research
Methods Series 17. Newbury Park / London / New Delhi: Sage. Derkx, P., Maas, A. & Machielse, A. (red.), 2011. Goed ouder worden. Amsterdam: Uitgeverij SWP / Humanistics University Press. Desel, J. & Döring, Th. (Red.), 1993.
Bilder vom alten Menschen in der nie- derländischen und deutschen Kunst 1550-1750. Tent. cat. Braunschweig
(Herzog Anton Ulrich-Museum). Diers, M., Blunck,L. & Obrist, H.U. (Hg.), 2013. Das Interview. Formen
und Foren des Künstlergesprächs.
(Fundus Bücher 206) Hamburg: Philo Fine Arts.
Dohmen, J. & Baars, J. (red.), 2010.
De kunst van het ouder worden, De grote filosofen over ouderdom.
Amsterdam: AMBO.
Dominicé, P., 2000. Learning from
Our Lives. Using Educational Biographies with Adults. San Fran-
cisco: Jossey-Bass.
Dormandy, Th., 2000. Old Masters.
Great Artists in Old Age. London /
New York: Hambledon and London. Dormer, P., 1994. The Art of the
Maker. Skill and its Meaning in Art, Craft and Design. London: Thames
and Hudson.
Draaisma, D., 2008. De heimweefa-
briek. Geheugen, tijd & ouderdom.
Groningen: Historische Uitgeverij. Edel, L. (1985). ‘The Artist in Old Age’. The Hastings Center Report, Vol. 15, No. 2 (April, 1985), pp. 38-44. <www.jstor.org> Eerden, M. van der, 2002. Loopbaan en Tijd. De invloed van tijd op de ontwikkeling van kunstenaarsloop- banen. In: ROest, Tijdschrift voor
Geschiedenis en Cultuur. Rotterdam.
Einem. H. von, 1973. ‘Zur Deutung des Altersstiles in der Kunstge- schichte’. In: Album Amicorum J.G.
van Gelder. pp. 88-92. The Hague:
Martinus Nijhoff.
Elkins, J., 2001. Why Art Cannot
Be Taught. Urbana: University of
Illinois Press.
Elm, D. et al., 2009. Alterstopoi.
Das Wissen von den Lebensaltern in Literatur, Kunst und Theologie.
Berlin: Walter de Gruyter. Esner, R., Kisters, S. & Lehmann A.S. (ed.), 2013. Hiding Making –
Showing Creation, The Studio from Turner to Tacita Dean. Amsterdam
University Press. Feldman, F., 1992. I Am Still
Learning; Late Works by Masters.
Washington: National Gallery of Art. Field, J., 2008. Social Capital. London / New York: Routledge. Flick, U., 2009 (1998). An intro-
duction to Qualitative Research, edition 4. Los Angeles / London /
New Delhi / Singapore: Sage. Galenson, D. W., 2006. Old Masters
and Young Geniuses, The Two Life Cycles of Artistic Creativity. Prin-
ceton: Princeton University Press. Gardner, H., 1993. Creating Minds. New York.
Gibbbs, G., 2007. Analyzing Quali-
tative Data. Los Angeles / London /
New Delhi / Singapore: Sage. Giddens, A., 1991. Modernity and
Self-Identity. Self and Society in the Late Modern Age. Cambridge,
U.K.: Polity Press.
Gielen, P., 2003. Kunst in netwerken.
Artistieke selecties in de heden- daagse dans en de beeldende kunst.
Heverlee-Leuven: LannooCampus. Gielen, P., 2007. De Kunstinstitutie.
De Identiteit en Maatschappelijke Positie van de Artistieke Instellin- gen van de Vlaamse Gemeenschap.
Antwerpen: Uitgever OIV. Gielen, P., z.j. [2009]. The Murmu-
ring of the Artistic Multitude. Global Art, Memory and Post-Fordism.
Amsterdam: Valiz.
Gielen, P. (ed.), 2013a. Institutional
Attitudes. Instituting Art in a Flat World. Amsterdam: Valiz.
Gielen, P., 2013b. Repressief libe-
ralisme. Opstellen over creatieve arbeid, politiek en kunst. Amster-
dam: Valiz.
Gielen, P. & De Bruyne, P. (eds.), 2009. Being an Artist in Post-For-
dist Times. Rotterdam: NAi
Publishers.
Gielen, P. & De Bruyne, P. (eds.), 2012. Teaching Art in the
Neoliberal Realm. Realism versus
Cynicism. Amsterdam: Valiz. Glaser, B.G. & Strauss, A. L., 2008 (1967). The Discovery of Grounded
Theory: Strategies for Qualitative Research. New Brunswick: Aldine
Transaction.
Goffman, E., 1990 (1959). The
Presentation of Self in Everyday Life. London: Penguin.
Gombrich, E.H., 1979, Ideals and
Idols. Essays on values in history and in art. Oxford: Phaidon.
Gombrich, E.H., 1985 (1963).
Meditations on a Hobby Horse and other essays on the theory of art.
Oxford: Phaidon.
Gombrich, E.H., 1982. The Image
and the Eye, Further studies in the psychology of pictorial representa- tion. Oxford: Phaidon.
Grenfell, M. & Hardy, Ch., 2007.
Art Rules. Pierre Bourdieu and the Visual Arts. Oxford / New York: Berg.
Gubrium, J.F. & Holstein, J.A. (eds.), 2002. Handbook of Interview Rese-
arch. Context & Method. Thousand
Oaks / London / New Delhi: Sage Publications.
Halbertsma, M. (e.a. red.), 1998.
Beroep: kunstenares. De beroeps- praktijk van beeldend kunstena- ressen in Nederland 1898-1998.
Nijmegen: SUN.
Halbertsma M. & Zijlmans K., 1993.
Gezichtspunten. Een inleiding in de methoden van de kunstgeschiede- nis. Nijmegen: SUN.
Hall, J., 2014. The Self-Portrait.
A Cultural History. London:
Thames & Hudson.
Harris, J., 2001. The New Art His-
tory. A critical introduction. London
/ New York: Routledge. Hartog Jager, H. den, 2011. Verf.
Hedendaagse Nederlandse Schil- ders over hun werk. Amsterdam:
Atheneum – Polak & Van Gennep. Hatt, M. & Klonk, Ch., 2006. Art
History. A critical introduction to its methods. Manchester / New York:
Manchester University Press. Haveman, M. (red.)., 2006. Atelierge-
heimen; over de werkplaats van de Nederlandse kunstenaar vanaf 1200 tot heden. Lochem / Amsterdam.
Hazelzet, K., z.j. [1994]. De
Levenstrap. Zwolle: Catena.
Hefting, P., 1998. ‘Ik ga maar en
ben..., De financiële positie van de oudere beeldend kunste- naar’. In: Stichting fonds voor
beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst, jaarverslag 1997. Amsterdam: Fonds BKVB. Hendriksen, M. & De Sitter, S., 1990. Kunst en staat. Teksten
(1981-1985) van Abram de Swaan over kunst en cultuur waaronder Kwaliteit is klasse. Amsterdam:
Boekmanstichting / Vakgroep Culturele Studies Universiteit van Amsterdam.
Hendrix, H. & Schenkeveld – van der Dussen, R. (red.), 1996. Oud
en lelijk, Ouderdom in de cultuur van de Renaissance. Amsterdam:
Amsterdam University Press.
Heijthuijsen, J. e.a., 2012. Zonder
titel. Amateur en professional in de beeldende kunst. Rotterdam: NAi
Uitgevers.
Heumakers, A., 2015. De Esthe-
tische Revolutie. Hoe Verlichting en Romantiek de Kunst uitvonden.
Amsterdam: Uitgeverij Boom. Honour, H., 1979. Romanticism. Harmondsworth: Penguin Books. Hoogenboom, A., 1993. De stand
des kunstenaars. De positie van kunstschilders in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw. Leiden: Primavera Pers.
(proefschrift)
Hopf, Ch., 2004. ‘Qualitative Inter- views: An Overview’. In: Flick, U., Kardoff, E. von and Steinke, I. (Ed.). A
Companion to Qualitative Research.
London / Thousand Oaks / New Delhi / Singapore: SAGE. pp. 203-213. Horodner, S., 2012. The Art Life.
On Creativity and Career. Atlanta:
Atlanta Contemporary Art Center. Hubble, N. & Tew, Ph., 2013. Ageing,
Narrative and Identity. New Qualita- tive Social Research. Basingstoke:
Palgrave Macmillan. Hummel, R., 2011. Kunstlevens.
Hedendaagse Nederlandse beel- dend kunstenaars en schrijvers over hun levensbeschouwing.
Almere: Parthenon. (proefschrift) Illeris, K., 2007. How We Learn.
Learning and non-learning in school and beyond. London / New
York: Routledge.
Illeris, K. (ed.), 2009. Contemporary
Theories of Learning, Learning the- orists...in their own words. London /
New York: Routledge.
Illeris, K., 2011. The Fundamentals of
Workplace Learning. Understanding How People Learn in Working Life.
London and New York: Routledge. Ingold, T., 2013. Making. Anthro-
pology, archeology, art and architecture. London / New York:
Routledge.
Jaffé, H.L.C., 1960. 3 leeftijden. Tent. cat. Amsterdam (Stedelijk Museum, catalogus 244). Jaffé, H.L.C., 1960. ‘De drie phasen der artistieke creativiteit’ in:
Museumjournaal, serie 6, no.1, juni
1960, pp.9-14.
Janssen, A., 2007. Grijsaards in
Zwart-Wit, De verbeelding van de ouderdom in de Nederlandse prentkunst (1550-1650). Zutphen:
Walburg Pers. (proefschrift) Jarvis, P., 2010 (1983). Adult
Education and Lifelong Learning. Theory and Practice. London / New
York: Routledge.
Jarvis, P., 1999. The Practitio-
ner-Researcher. Developing Theory from Practice. New York: Wiley.
Jarvis, P. (ed.), 2001. The Age of
Learning. Education and the Know- ledge Society. London / New York:
Routledge.
Jarvis, P., 2006. Towards a Compre-
hensive Theory of Human Learning. Lifelong Learning and the Learning Society, Volume 1. London / New
York: Routledge.
Jarvis, P., 2007. Globalisation,
Lifelong Learning and the Learning Society. Sociological Perspectives. Lifelong Learning and the Learning Society, Volume 2. London / New
York: Routledge.
Jefferys, M. (ed.), 1989. Growing
Old in the Twentieth Century.
London / New York: Routledge. Jeffri, J., 2007. Above Ground:
Information on Artists III: Special
Focus on New York City Aging Artists. New York: Trustees of Tea- chers College Columbia University / Research Center for Arts and Culture. Pdf: <http://artsandcultu- reresearch.org/Aging_artists> Jenje-Heijdel, W. & Haar, D. ter, 2007. Kunstenaars in Nederland. Centrum voor Beleidsstatistiek 07005. Voorburg / Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. <www.cbs.nl>
Joas, H., 1996. The Creativity of
Action. Cambridge, U.K.: Polity
Press.
Joas, H., 1997 (1980). G.H. Mead.
A Contemporary Re-examination of His Thought. Cambridge, Mass.:
The MIT Press.
Joeriβen, P. & C. Will (Red.), 1983.
Die Lebenstreppe. BIlder der men- schlichen Lebensalter. Tent. cat.
Kleve (Städtisches Museum Haus Koekkoek).
Johnson, P. & Thane, P. (ed.), 1998. Old Age from Antiquity to
Post-Modernity. London / New
York: Routledge.
Jonkman, M. & Geudeker, E. (red.), 2010. Mythen van het atelier. Werk-
plaats en schilderpraktijk van de negentiende-eeuwse Nederlandse kunstenaar. Den Haag: Uitgeverij