• No results found

Al ruim voor het allereerste overleg in 2016 binnen de Maatschappelijke Stuurgroep van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) bestond er bij alle betrokkenen behoefte aan objectieve meetresultaten over de gevolgen van

de aardbevingen op bouwwerken. Vanuit Groningen werd al langer aangedrongen op de inzet van tiltmeters

omdat die het proces van het ontstaan van zelfs de kleinst mogelijke “verkantelingen” en vervormingen aan

bodemstructuren en bouwwerken kunnen registreren.

Context

Meten is weten. Tiltmeters zorgen voor een beter inzicht in de gevolgen van bevingen en trillingen in de ondergrond. Hoewel er al sinds 2013 ook vanuit de Tweede Kamer is aangedrongen op de inzet van tiltmeters (er is in 2015 zelfs een motie over aangenomen) zijn het ministerie van EZK en NAM in blijven inzetten op uitbreiding van reeds bestaande, door TNO beheerde, meetapparatuur, het netwerk van gebouwsensoren. Maar ook toen dit door NAM bekostigde netwerk van TNO in de loop van 2015 meer en meer vorm kreeg, bleef de roep om betere en betrouwbaardere vormen van schademonitoring door middel van tiltmeters bestaan. Deze roep werd zelfs sterker.

Ondanks de aangenomen motie in de Tweede Kamer en de roep om meer bruikbare meetgegevens, is het is buitengewoon moeilijk gebleken zo'n tiltmeter-netwerk daadwerkelijk van de grond te krijgen. Initiatieven van partijen buiten de betrokken (semi)overheden werden niet gefaciliteerd. Met de instelling van de NCG leek er in 2016 enig schot in de zaak te komen. Er werden in samenwerking met o.a. EPI-kenniscentrum diverse kennissessies georganiseerd om de behoefte aan en de mogelijkheden van tiltmeters in kaart te brengen.

Daarna werden bij achtereenvolgens de firma’s SweCo en Antea enkele onderzoeksopdrachten uitgezet. Beide onderzoeken kwamen met vergelijkbare conclusies: de inzet van tiltsensoren zou geen toegevoegde waarde hebben bij het meten en herkennen van schadevormingsprocessen. Dat riep de nodige scepsis op bij sommige experts en de betrokken maatschappelijke partijen. Tiltsensoren worden overal in de wereld ingezet voor onderzoek/monitoring van schade. En hier zou het niks toevoegen? Ondanks de conclusies van beide onderzoeken en dankzij het aandringen vanuit de maatschappelijke partijen werd medio 2017 dan uiteindelijk toch, zij het schoorvoetend, de mogelijkheid van een Pilot-Tiltsensoren in het vooruitzicht gesteld.

De NCG heeft sindsdien diverse malen aangegeven pilots te willen starten, maar in de praktijk werd nauwelijks voortgang geboekt. Navraag door de maatschappelijke organisaties en vragen van leden van de Tweede Kamer aan de minister(s) hebben eveneens niet tot merkbare vooruitgang geleid.

Pas medio 2018 werd er een kwartiermaker/projectleider (van FuGro) aangesteld om een Plan van aanpak voor de Pilot-Tiltsensoren vorm te geven. Dit hield ook in dat er een Europees aan te besteden tender uitgeschreven moest worden. De opdracht werd uiteindelijk medio 2019 gegund aan een samenwerkingsverband o.l.v. FuGro. Daarbij werden volgens diverse deskundigen en insiders partijen (waaronder Antea en StabiAlert) met duidelijk meer vakkennis en ervaring op het gebied van tiltmeters gepasseerd

De vervolgstap was dat deze Pilot-Tiltsensoren Groningen medio juli/augustus 2019 in de vorm van een meetnetwerk van 13 locaties tiltmeters zou worden ‘gebouwd’. Deze pilot/proef zou vanaf dan een periode van 2,5 jaar beslaan waarbinnen gedurende een periode van 22 tot 24 maanden daadwerkelijk gemeten zou worden. Doel van deze in opdracht en onder auspiciën van de NCG uit te voeren proef was/is de toegevoegde waarde van tiltsensoren bij het beoordelen van schade en het bepalen van veiligheidsrisico’s (nader) te onderzoeken.

Tijdens een bijeenkomst van BuildinG op 26 september 2019 vond een presentatie van het project plaats door de NCG en de technische partners. Hierbij bleken de locaties van de meters grotendeels te zijn bepaald. Het Groninger Gasberaad adviseerde de NCG over de overgebleven, problematische, locaties.

Stand van zaken

Omdat de bij aanbesteding als voorwaarde gestelde operationele aanvangsdatum (31 juli 2019) uiteindelijk niet haalbaar is gebleken is deze datum opgeschoven naar eerst Kerst 2019 en daarna nogmaals uitgesteld tot een nader te bepalen datum medio 2020.

In de laatste maanden van 2019 zijn wel de meeste de administratieve zaken rondom deelname aan het project afgewikkeld en is uitleg gegeven over de (uitgebreide) voorzieningen die moeten worden getroffen in en om het pand en is één en ander ingemeten door de verschillende technische partijen. Daarna bleef het stil totdat op herhaalde navraag in de loop van februari 2020 bericht kwam van de projectleider bij de NCG dat er enige vertraging in de voortgang was opgetreden. Dit zou het gevolg zijn van het nog niet beschikbaar zijn van een deel van de in te zetten apparatuur, met name de tiltmeters. Inmiddels zijn op het merendeel van de locaties de installatiewerkzaamheden grotendeels afgerond. En het gehele netwerkje zou dus op korte termijn operationeel moeten kunnen zijn.

Waardering

Na een hele lange en moeizame aanloop werd de start van het project breed aangekondigd en daadwerkelijk ingezet. Maar nu is de vaart er -opnieuw- weer helemaal uit. Het project heeft een beperkte omvang van 13 locaties met meetopstellingen verspreid over de hele provincie en toch komt het maar niet van de grond. Bij de betrokkenen leven een heleboel (vooral technische) vragen: • Waarom is er gekozen voor het consortium rond FuGro en niet voor één van de partijen met duidelijk meer ervaring en meer

kennis?

• Waarom is er niet gekozen voor tiltmeters met een hogere meetfrequentie en ingebouwde accelerometers?

• Waarom worden er niet op alle locaties ook tiltmeters bij het object geplaatst op ca. 10-15m beneden het maaiveld? (zoals voorwaarde was in de aanbesteding)

• Wat is de motivatie om op meerzuilige gebintconstructies slechts één tiltmeter te plaatsen, waar ervan uit moet worden gegaan dat elke zuil individueel is gefundeerd en met slechts één meter de vervorming van het gebint niet kan worden vastgesteld? • Waarom is er gekozen voor een laagfrequente meetopstelling m.b.t het meten van het verloop in waterspanning?

• Waarom is er niet het behoud geëist van het NAM/TNO-netwerk van gebouwsensoren waar in de aanbestedingsvoorwaarden toch duidelijk gesteld was dat de meetgegevens van dit (destijds nog bestaande) meetnetwerk gekoppeld/vergeleken moesten worden met de meetgegevens rond de 13 tiltlocaties?

• Hoe laat zich, nu zonder het behoud van het NAM/TNO Netwerk van Gebouwsensoren, de opzet en uitvoering van deze pilot rijmen met het feit dat voorafgaande onderzoeken geen meerwaarde zagen in de inzet van tiltsensoren omdat met het inmiddels grotendeels al ontmantelde NAM/TNO-netwerk van Gebouwsensoren meer en m.b.t. schadevorming voldoende, betere en dus zeggingskrachtiger meetgegevens gegenereerd zouden worden?

• Hoe komt het dat het allemaal zo lang duurt? • Hoe worden betrokkenen op de hoogte gehouden? • Hoe gaat het nu verder?

Het begint erop te lijken dat alle vertragingen ertoe (gaan) leiden dat deze pilot uiteindelijk weinig meer bij kan dragen aan betere gegevens over de gevolgen van aardbevingen voor gebouwen. Dat betreuren wij zeer. Om de investeringen die al zijn gedaan niet helemaal voor niks te laten zijn is het zaak zo snel mogelijk daadwerkelijk gegevens te gaan verzamelen door middel van de tiltsensoren. Iets is beter dan niets.

4.2 Sensornetwerk

Niet alleen de aardbevingen, ook de staat van gebouwen is een belangrijke factor om te weten wat er nodig is

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN