• No results found

Achter het nieuws

In document De TROS is los (pagina 77-94)

Hoofdstuk 3 De TROS-programmering van het eerste half jaar

4.2 Achter het nieuws

Narratieve analyse

De onderzochte aflevering van Achter het nieuws werd op 8 februari 1967 uitgezonden en bevat fragmenten van verschillende verkiezingsbijeenkomsten van politieke partijen, een politieke campagne en een politieke demonstratie. Een korte weergave van de politieke en maatschappelijke context van de tijd waarin de aflevering werd uitgezonden is noodzakelijk om de uitzending te kunnen begrijpen en analyseren.

De politieke bijeenkomsten werden gehouden in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen die op 15 februari 1967 plaatsvonden. De verkiezingen waren één van de meest levendige en enerverende uit de naoorlogse periode.389 Dit kwam onder meer door

387

Zie bijlage 2, p. 101.

388

Chris Vos, Het verleden in bewegend beeld. Een inleiding in de analyse van audiovisueel materiaal (Houten 1991) 63.

389

Http://www.rug.nl/dnpp/verkiezingen/2ekamer/campagne/67 (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 12.15 uur).

het rumoerige maatschappelijke klimaat en de politieke gebeurtenissen die zich in 1965 en 1966 hadden afgespeeld.390 Zoals in hoofdstuk twee al naar voren kwam viel het kabinet-Marijnen op 27 februari 1965 over de omroepkwestie. Het kabinet-Cals, bestaande uit KVP, ARP en PvdA, trad in datzelfde jaar aan als opvolger. Het kwam half oktober 1966 echter voortijdig ten val tijdens de Nacht van Schmelzer.391 Een ingediende motie van Norbert Schmelzer, fractievoorzitter van de KVP, was de directe aanleiding voor de val.392 Er werd een overgangskabinet gevormd van KVP en ARP.

Ontwikkelingen binnen de politieke partijen droegen ook bij aan een onrustig politiek klimaat. Binnen de PvdA vond een radicalisering plaats van een beweging die naar links aanstuurde onder de naam ‘Nieuw Links’.393 De linkse beweging was al ontstaan in 1965 en keerde zich tegen de zogenoemde ‘regentencultuur’ die bij de partij heerste. In oktober 1966 werd door aanhangers van de beweging het boekje ‘Tien over Rood’ gepubliceerd met tien voorstellen voor een nieuw te bevaren, radicalere, koers. Op 14 oktober 1966 werd D66 opgericht door links-liberalen die genoeg hadden van de onduidelijkheid in de Nederlandse politiek.

Behalve door ‘Nieuw Links’ en D66 werd de ontevredenheid in de Nederlandse samenleving over de gevestigde politiek geuit door provo’s en studenten. De provo’s werden het symbool van de bezwaren die jongeren tegen de heersende machtsverhoudingen hadden.394 Met ludieke acties en demonstraties probeerden ze de bestaande machtsverhoudingen te doorbreken.

De aflevering van Achter het nieuws bestaat voornamelijk uit een filmische ‘impressie’ van partijbijeenkomsten, een vorm die de actualiteitenrubriek vaker gebruikte.395 Prenger gebruikt hier het woord cinéma vérité voor. Cinéma vérité was een soort documentaire waarbij men de beelden voor zich liet spreken. De fragmenten van de

390

Ibidem.

391

Http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g0ce0927 (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 13.56).

392

Http://www.parlement.com/9353000/1/j9vvhy5i95k8zxl/vh8lnhrouwx7 (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 14.01 uur).

393

Http://www.parlement.com/9291000/modulesf/gcmg7cx3 (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 14.16 uur).

394

Http://www.parlement.com/9291000/modulesf/gc7eh0rj (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 14.26 uur).

395

partijbijeenkomsten werden dan ook niet voorzien van commentaar. Er werden vragen gesteld en discussies en toespraken gehouden. Hoewel bij alle fragmenten montage heeft plaatsgevonden, lijken ze een feitelijke registratie van de bijeenkomst te zijn. Het ontbreken van een chronologische structuur zorgde ervoor dat er nauwelijks iets bekend werd over de ‘feitelijke’ gang van zaken.396

De aflevering van Achter het nieuws bestaat uit acht gedeeltes.397 In de eerste paar minuten van de uitzending zien we een fragment uit een verkiezingsbijeenkomst van de PvdA. Centraal in het fragment staat de mannelijke vragensteller, die ruim twee minuten lang het woord neemt en vraagt of de partij voorstander is van de constitutionele monarchie of van de republiek. In het langdradige betoog windt de man zich op over van alles en nog wat. Het antwoord op zijn vraag krijgt hij uiteindelijk van Joop den Uyl. Zijn antwoord, dat ‘het nu tot voorwerp maken van verkiezingsstrijd van het koningshuis in dit land de positie van de arbeidersklasse en de belangen die op het geding staan verzwakt’ is alsnog geen antwoord op de vraag.398

Door het onduidelijke antwoord van Den Uyl verwacht de kijker nog een reactie van de vragensteller. Die komt er echter niet. Het enige wat volgt op het antwoord is een groot applaus van het publiek. Volgens Prenger was dit typerend voor de manier waarop de verzuilde omroep omging met de politici van de bijbehorende partij. Door het fragment zodanig te monteren dat de politicus het laatste woord had, ontstond bij de kijker het idee van een afstandelijke, maar gezaghebbende politicus.399 Bij de kijker moest zo het beeld ontstaan va de politicus die én succesvol was in het leiden van zijn partij én succesvol tijdens een televisieoptreden.

Het laatste onderdeel van de aflevering, waarin een man zich op de PvdA-bijeenkomst boos maakt over het tientje van Vondeling, is hier ook een duidelijk voorbeeld van. De man vergist zich in zijn vraagstelling en wordt vervolgens genadeloos afgestraft door Den Uyl. Bij de PvdA-bijeenkomst heeft de politicus dus steeds ‘succesvol’ het laatste

396 Ibidem. 397 Zie bijlage 2, p. 101. 398 Zie bijlage 2, p. 102. 399

Mirjam Prenger, ‘Uitglijden over de beeldbuis. Nederlandse politici op de televisie in de jaren vijftig en zestig’ in: Stichting Mediageschiedenis, Jaarboek Mediageschiedenis 5 (Amsterdam 1993) 210.

woord. Bij de bijeenkomsten van de ARP en de KVP is dit juist niet het geval. Bij beide partijen worden de politici juist in verlegenheid gebracht.

De verkiezingsbijeenkomst van de KVP wordt ‘verstoord’ door een jongen die de woorden van de partijkandidaat in twijfel trekt. Het onderdeel eindigt met de vraag van een man waarom er altijd een bestedingstekort is, nadat er een socialistische minister van Financiën is geweest. Op zijn vraag ontvangt de man applaus en boegeroep. Het antwoord van de politicus op de vraag ontbreekt hier echter.

De bijeenkomst van de ARP begint opvallend genoeg met een close-up van een verkeersbord met de tekst: Let op verkeer van rechts. Subtiel is dit al niet eens meer te noemen. In het geselecteerde fragment moet Roolvink verantwoorden dat de ARP het Amerikaanse optreden in Vietnam goedkeurt. Ook in het tweede gedeelte van de bijeenkomst wordt een spreker in verlegenheid gebracht als hij toegeeft De Telegraaf te lezen. Ook hier komt de politicus niet zo goed uit de verf.

In de onderzochte aflevering staan de politieke partijen centraal. Toch laat de VARA ook ‘gewone mensen’ aan het woord. Dit komt naar voren in de fragmenten waar mensen tijdens de partijbijeenkomsten vragen stellen. Zij representeren als het ware ‘de gewone man’ door vragen te stellen over gevoerd beleid of bepaalde opvattingen. De kijker kan zo zien hoe hij of zij kan participeren in of juist ageren tegen de politiek. In de narratieve structuur van de uitzending is dit te zien doordat de ‘vragenstellers’ centraal staan in de bijeenkomsten.

De ontevredenheid over de gang van zaken bij de politieke partijen wordt gerepresenteerd door de vragenstellers. Met het campagnefragment van D66 en de demonstratie van de PvdA laat de VARA de ontevredenheid in de samenleving en de politieke onduidelijkheid zien.

Analyse van de interviewstijl

Tot de jaren zestig hadden interviews een propagandistische functie. Met de komst van actualiteitenrubrieken in de jaren zestig veranderde de interviewstijl van Nederlandse journalisten. Dit hield in dat ze wilden berichten over onderwerpen die buiten het

gezichtsveld van de ‘eigen zuil’ lagen. Het betekende bovendien dat ze trachtten een onafhankelijker en objectiever standpunt in te nemen ten opzichte van zaken die de verwante

organisaties en partijen van belang achtten.400 De interviewstijl werd sceptischer en kritischer.

In het boek Presenteren en interviewen voor radio en televisie onderscheidt Joop Brussee vier categorieën vragen die de interviewer aan de geïnterviewde kan stellen. Vragen met het doel zich te informeren, vragen om te confronteren, de geïnterviewde uit te nodigen of vragen die het doel hebben te amuseren.401 In de aflevering van Achter het

nieuws zitten nauwelijks interviews. In de uitzending treedt de verslaggever slechts twee

keer op als interviewer. Dit zijn ook de enige twee keren dat de verslaggever in de uitzending te horen is. Bij de campagne van D66 op de Dam stelt hij een paar vragen aan een ballonnenverkoper en tijdens de demonstratie van de PvdA mengt hij zich tussen de mensen.

Tijdens het chaotische tafereel op de Dam vraagt de verslaggever: ‘Wat vindt u van de politiek, heeft u wel eens gehoord van D66?’ De vraag is aan niemand in het bijzonder gericht; in beeld zijn verschillende kinderen en volwassenen. Snel hierna komt de ballonnenverkoper in beeld. De vragen die de verslaggever hem stelt hebben een informatieve functie.402 Als de verkoper antwoordt dat hij politiek te ingewikkeld vindt, is het korte interview afgelopen. De verslaggever vraagt niet verder door.

Bij de demonstratie van de PvdA is de verslaggever te horen als hij zegt: ‘Ik kan nauwelijks lezen wat er staat, maar…oh ja, Egas is een provo.’403 De toelichting die de jongeman daarna geeft op de verkiezingsposter wordt niet ingeleid door een vraag van de verslaggever. Het feit dat de aflevering eigenlijk geen interviews bevat, onderstreept het

cinéma vérité-gehalte van de uitzending.

400

Prenger, ‘Uitglijden over de beeldbuis.’ In : Stichting Mediageschiedenis, Jaarboek Mediageschiedenis 5, 217.

401

Joop Brussee, Presenteren en interviewen voor radio en televisie (Groningen 2004) 101.

402

Zie bijlage 2, p. 103.

403

Cees Egas was staatssecretaris van de PvdA en populair bij de provo’s. Zij vonden dat hij hen begreep in hun streven naar andere machtsverhoudingen en hun strijd tegen de ‘regentenmentaliteit’ van veel bestuurders. (Bron: Http://www.parlement.com)

4.3 Attentie

Narratieve analyse

De uitzending van Attentie heeft geen documentaire-achtige stijl zoals Achter het nieuws, maar is een reportage. De NCRV maakte de keuze om in april 1967 de moeilijke economische omstandigheden van zandboeren in Gelderland en Overijssel te belichten. In de reportage werden drie boeren geïnterviewd over o.a. de omschakeling die op ze hun bedrijf hadden doorgevoerd. Het onderwerp was typerend voor de NCRV, die vaak programma’s uitzond over de eigen streek.

Vanaf de Tweede Wereldoorlog was de overheid zich steeds meer gaan bemoeien met de landbouw. Zo werd in 1954 het Landbouwschap opgericht. Door middel van reguleringen wilde het Landbouwschap land- en tuinbouwbedrijven stroomlijnen.404 Onder het ministerschap van Sicco Mansholt tijdens het kabinet-Schermerhorn/Drees vonden er veel moderniseringen in de landbouw plaats, waarvan schaalvergroting er één was.405 Onder de boeren heerste grote ontevredenheid. Veel van hen stemden dan ook op de Boerenpartij, die zich faliekant verzette tegen overheidsbemoeienis.406

In paragraaf 4.1 kwam reeds naar voren dat de makers van Attentie werden geacht om zakelijk en afstandelijk te berichten. De aflevering is een voorbeeld bij uitstek van zakelijke en afstandelijke berichtgeving. De reportage bestaat uit drie lange interviews en vier voice-overs. De voice-overs worden gebruikt als introductie voor de interviews. In de

voice-overs worden tevens conclusies getrokken na een interview.407 Ze bevatten tevens subjectieve elementen. Zo wordt de boerderij van boer 3 aangekondigd als ‘een boerenbedoeninkje van 2 hectare’ .

De eerste voice-over introduceert het onderwerp en vat de kern van de moeilijkheden die veel zandboeren tegenkomen in hun bestaan eigenlijk meteen samen. De

voice-overs bevatten meer schrijftaal dan spreektaal, zoals de zin: ‘Rustieke boerderijen liggen wat ongeorganiseerd in een mooi en toeristisch aantrekkelijk landschap.’ Op de

404

Http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/39305267/items/39331179/ (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 20.24 uur).

405

Http://www.parlement.com/9291000/biof/00874 (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 20.26 uur).

406

Http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g6odahqv (Bezocht op zondag 8 augustus 2010 om 20.29 uur).

407

achtergrond van de overs is steeds een vrolijk muziekje te horen. In de eerste

voice-over is dit passend, omdat het beeld van een mooi, zonnig landschap erdoor wordt

versterkt. Na het tweede interview is dit echter volledig misplaatst. Nadat boer 2 heeft verteld dat veel bedrijven waarschijnlijk noodgedwongen zullen verdwijnen, vertelt de

voice-over dat er dringend een ruilverkaveling nodig is. Door het opgewekte muziekje lijken de

makers de ernst van de situatie te onderschatten.

Naast de voice-over is er gekozen voor een verslaggeefster die de boeren interviewt. De lengte van de interviews is opvallend. Elk interview duurt een paar minuten, waarbij de boeren lang aan het woord zijn. Ze worden af en toe geïnterrumpeerd door de verslaggeefster die vragen stelt of constateringen doet.408

Hoewel de interviews de belangrijkste onderdelen van het item zijn, wordt de narratieve structuur van de aflevering bepaald door de voice-over en de verslaggeefster. Dit blijkt o.a. uit de vragen die ze stelt. In de interviewanalyse zal ik hier dieper op ingaan. De NCRV, gerepresenteerd door de voice-over, is in het item dominant. Doordat de kijker niet rechtstreeks wordt aangesproken en de voice-over tot aan het eind toe zakelijk blijft krijgt de reportage een afstandelijk karakter.

Analyse van de interviewstijl

De interviews met de drie boeren hebben een informatieve functie: de verslaggeefster wil meer te weten komen over de financiële situatie van de boeren en de omschakeling die ze op hun bedrijf hebben doorgevoerd. Gaandeweg de reportage verandert de manier waarop de verslaggeefster vragen stelt.

In het eerste interview, dat drieënhalve minuut duurt, stelt ze vier vragen. In de eerste vraag (‘De inkomens van zandboeren in de Achterhoek, die liggen niet zo erg hoog.

Hoe gaat dat nu op uw bedrijf?’) doet ze een constatering, waarna ze een open vraag stelt.

Het lange en uitgebreide antwoord van boer 1 dat hier op volgt, wordt slechts onderbroken door een klein knikje van de verslaggeefster. Op de tweede vraag (‘Gelooft u in de toekomst

van het boerenbedrijf, hier op de zandgrond?’) volgt ondanks het gesloten karakter van de

vraag – de boer kan ja of nee antwoorden – een korte toelichting. Ook de derde vraag is gesloten van aard: ‘Als het inkomen zo laag blijft, zou u dan uit boerenbedrijf stappen?’.

408

In het eerste interview komt de verslaggeefster zelf drie keer in beeld. Aan het begin van het interview wordt ze gedeeltelijk van de achterkant gefilmd, wat een soort establishing shot lijkt te zijn. De andere twee keer draait de camera weg van de boer om de verslaggeefster volledig te filmen, terwijl ze knikt. Het suggereert betrokkenheid van de verslaggeefster bij de boer en zijn problemen.

Het tweede interview wordt ingeleid door de voice-over, waarna het interview direct begint met een quote van boer 2 die uitlegt hoe hij zijn bedrijf heeft omgeschakeld. De vragen die de verslaggeefster stelt hebben allemaal een gesloten karakter: ‘Wat voor bedrag

is daar nu mee gemoeid?’, ‘Is men bang om te investeren?’, ‘Is men in andere opzichten vooruitstrevend?’, ‘Speelt behoudendheid ook een rol bij de werkmethode?’. Door de

gesloten vragen en de redelijk korte antwoorden die daar logischerwijs het gevolg van zijn, wordt het interview begrijpelijker voor de kijker. Het verschil met het eerste interview, waarin de boer bijna onafgebroken aan het woord werd gelaten, is goed te zien.

In het derde interview speelt de verslaggeefster een nog actievere rol. De vragen zijn kort en direct en bevatten veel constateringen. Vragen als ‘Meneer Vos, u doet toch nog wel

iets aan veeteelt?’, ‘Dit bedrijf kunt u toch niet houden met een klein aantal kippen?’ en ‘Ja, je prijzen zijn wat laag op het ogenblik’ zijn hier voorbeelden van. De vragen kunnen zelfs als

suggestief worden beschouwd. De directe manier van vragen stellen (de verslaggeefster vraagt de boeren wat ze verdienen) maakt het interview levendig. Ook de verschillende manier waarop de boer op zijn erf wordt gefilmd (zo loopt hij een keer lachend in de richting van de camera) maakt het interview levendig. Betrokken kan de interviewstijl echter niet worden genoemd omdat de verslaggeefster erg zakelijk blijft.

4.4 Kompas

Narratieve analyse

De aflevering van Kompas gaat over ‘duidelijkheid in de politiek met betrekking tot de grote verliezer bij de verkiezingen.’ Met de verkiezingen worden de Tweede Kamerverkiezingen van 15 februari 1967 bedoeld. De politieke context van dat moment is al kort geschetst bij paragraaf 4.2. Kompas bestaat uit vijf onderdelen: drie gedeeltes met voxpops en twee gedeeltes met interviewfragmenten. Het item begint en eindigt met voxpops. Voxpops 1 en

2 introduceren Interviews 1 en 2.

Aan twee stewardessen wordt gevraagd of zij een idee hebben wie de grote verliezende partij zal worden. Wat volgt zijn antwoorden van vijftien mensen op deze vraag, waarbij de antwoorden kort achter elkaar gemonteerd zijn zonder dat de vraag herhaald wordt. De eerste vijf mensen die antwoord geven zijn vier stewardessen en een piloot. Zij worden geïnterviewd op het vliegveld, wat te zien en te horen is aan de vliegtuigen op de achtergrond. De andere twaalf mensen worden op verschillende straten in een onbekende stad geïnterviewd.409 Het peilen van meningen ‘op straat’ krijgt zo letterlijk gestalte.

Op de vraag antwoorden mensen KVP, PvdA of Boerenpartij. Van de zeventien ondervraagde mensen geven er drie toelichting bij. Zo zegt een man: ‘De KVP is de grootste

verliezer. Dat zegt De Telegraaf, dus dan zal dat wel zo zijn!’ Een ander zegt: ‘De Boerenpartij bracht niet wat we ervan verwacht hadden.’ Na een antwoord van een vrouw dat de PvdA

fors zal verliezen, zegt een jongeman dat de Nacht van Schmelzer daar de oorzaak van is. De Nacht van Schmelzer vond plaats van donderdag 13 op vrijdag 14 oktober 1966. Het dramatische slot van de algemene beschouwingen was rechtstreeks in beeld gekomen, wat uniek was in de parlementaire verslaggeving.410 In het proces van professionalisering en verandering in de politiek was de nacht volgens Bank een van de grote incidenten. Het bleek dat redacties nieuwe beroepsopvattingen belangrijker vonden dan loyaliteit aan de eigen zuil.411 Door de televisieregistratie konden veel mensen zich een oordeel vellen over wat er zich die nacht had afgespeeld. Het was dus niet verbazingwekkend dat veel mensen dachten dat de KVP bij de komende verkiezingen de prijs zou betalen voor de val van het kabinet.

Ook de Boerenpartij, opgericht door Hendrik Koekoek, wordt vaak genoemd als mogelijke verliezer bij de verkiezingen. De partij was opgericht in 1958 en was conservatief, liberaal, monarchistisch en orthodox-protestants.412 Koekoek vervulde vaak de hoofdrol in conflicten omtrent zijn partij. Zo stapte Pieter Voogd in 1966 uit de partij, waarna hij de groep-Voogd oprichtte.

409

Zie bijlage 4, p. 118.

410

Bank, ‘De dramatisering van de nacht van Schmelzer’ in: Stichting Mediageschiedenis, Jaarboek

Mediageschiedenis 3 (Amsterdam 1991) 265. 411

Ibidem, 283.

412

Http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g6odahqv (Bezocht op maandag 9 augustus 2010 om 10.08 uur).

In het eerste onderdeel interviews geven verschillende fractievoorzitters aan hoeveel zetels ze verwachten te halen. Van Mierlo is de enige politicus aan wie tevens de vraag wordt gesteld wie hij denkt dat de grote verliezer zal worden. De verslaggever heeft een actieve rol bij de interviews; bij onduidelijke antwoorden interrumpeert hij de politicus en soms vraagt hij door.413

Ook Koekoek was uitgenodigd voor het interview, maar kwam niet opdagen. Terwijl de verslaggever vertelt dat hij drie keer is uitgenodigd maar niet is gekomen wordt er een

In document De TROS is los (pagina 77-94)