• No results found

SHELF NUMBER MICROFORM:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SHELF NUMBER MICROFORM: "

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SIGNATUUR

MICROVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA 0162

BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD

MOEDERNEGATIEF OPSLAGNUMMER:

MASTER NEGATIVE STORAGE NUMBER: I MM69L-OOO 5y

Visser, A.A.

De schipbreuk van de "Voogel Struys" of Hoe kapitein Pot een hel had ... : operette in 3 aelcn (op. 2)! door A.A. Visser; orchest onder leiding van F.K.J. Hcringa ; muziek van Lecocq, .... -IDenl Helder: De Boer, 119XXI·- 33p.; 19cm

Signatuur van origineel! helf number of original copy:

Mee 553

ignatuur microvorm ! Shelf number microform:

M META 0162

Filmsoort /

Size oJfilm :

16mm

Becldplaatsing /

Image placemell( :

Reductie moederfilm /

Retlllctioll master jilm :

tartdatum verfilming /

Da(ejilmillg heg(", :

OMIC /

IIB

I~ :1

2000

Camera-operateur /

C"mem operator :

)

(2)
(3)

\1\\\~II\\\\\\I~'~\rl~l\mi~\I\ï\\I~[\\I\\I\\\\\I\\~

00763142

.:

..

~

.... 1·

0 "

-. I';)

l

1)e ~chipbreuk van de "Yoou~

JL

t)F

HOE KAPITEIN POT EEN HEL HAD

ill zi.in huis. Ho zijn Vl'OUW Gril'l: ovr,' zijn pIanni'" YI','bolgclI, besluit hem op zijn rl'i,. te ,·ol"rn. Hoe hau!' jnlol'rschhl'irl haul

~l"htcr N'n leolijk koopjr bakt. dl1(lI' zij met haar domin!'l' in

l'en ton wonlt grpakt en aan de WOl' tr goh'l'l1 pl'ijs f!l'g"Yl'n.

Hol' zij echtN' cloor Gods gMdh id nil't kOffien tr nr\','n maar

"dlif! en wI'l op lIipacacullnaland debarkl'l'rl'll wnn,' dl' zwarten in plaats vall hanr te con~uml'ef'(>n. hnar lIls l'rn rmolin hl'bbell

tUlngrbedrn, 1I0p Pot 'n Willl'ms, Ilil' c1dpbr uk IwiJhen

s:. "''','n, dam' !Ir1nkOIlWII rn hol' nlll's aft ort met "1'11 ,is~cr.

O pere t e in 3 Acten

(Op. :2.) DOOR

A, A, VISSER.

Orchest onder leiding van deu heer HERINGA,

Muziek van Lecocq, Eilenberg, Olivier l\1étra, Straus, MiJlöcker, Hervé, Offenbach, Gonnod,

Planquette, Beethoven, Bizet & Co,

(4)

PERSONEN .

JOOST 1'0'1', kapitein van de • Voo gel 'trllij ". GHmTJE, zijn VI'Ouw.

WILLEr.l.·, stnurman \'all de • Voogel 'trllijs"

DOMINEE KWEZELlU '.

BA K

,

checpskapitein. (D us- x-Uuchinn) .. "

De BOOT ~IAN "tlll tic • Voog I tI'UIJS.

BAR~~D KIWO 'JES, kleermaker. . . . RA~G BE I, uuti-militairi ti cho militail'c specHLhwlt.

Een Ordonnans.

Een prekcnde en vele zwijg 'nde ::)nehems, inlan(ler eu matrozen.

Eer~te Acta.

POT.

I. Wil vool'al voorzichtil!' binnen tappen, Be te Willems pa toch op!

Mocht mijn vrouw hiel' vuile \Toeten snappen, Dan geeft hot weer geklop.

Want mijn vrouw, het zij jou In vertrouwen gezeid,

Is een kalf van een meid, maar al zij cl pruik op heit Dan is 't nit VOOI' een tijn met de aardigheid En ze is vol kwaardi ... hcid.

WILLEM , Wel Pot, wel man! Tk schrik er van!

Is jouw .Mal'gJietje zoo'n tyran?

POT.

2. Ik ben Joost Pot, 'k ben bekend ill alle landen Ik heb rreZWOl'ven over heel de aard;

'k Nam Turken, ~[ool'en, hineezen onder handen, Maar voor mijn vrouw beo ik alleen vervaard!

GRIETJE.

3. Zoo, sinjeur Joost, zoo ben je daal'!

Ik stond al met mijn nngllis klaal' .

• Je hebt weel' op den grond g;emol'st, 'k Begrijp niet hoe je 't wagen dorst.

POT (terzijde).

Daar heb j 't al, het is weer mis;

'k Begrijp al wat de reden is.

Bereid je voor op veel gezeur:

Ze is weer geducht uit haal' hu:neur.

I

(5)

GRIETJE.

4. 't Was gist'ren r\vond elf uur, Toen kwam je eerst uit cle kroeg.

Bijlo! Ik had een makke kuur, Dat 'k niet de cleur dicht loeg.

Maar ik verzeker je, Riiljeur!

liet wa de laatste keer;

Je komt voor een gesloteu denr, ,Te lapt bet mij niet weer.

POT (tot Willems.) 5. Wat zeg je nu van zoo'n pcrce ,I?

WILLE~[ . Maar kapitein, dat is te veel!

{

6. 'k Zou haar welleeren, Mij zoo te affronteeren!

'k . Gaf haal' ,Ie 1'011e laag een flink pak slaag!

POT.

'k Zal het wel laten; . Jij hebt mooi praten . • •.

WILLEM

Kom, kapitein! courage - 'k help je graag.

POT.

7. Nu dan er op los, 't gednld is ui.t! Ik do het woord, ga jij I'ool"nitl 8. ZeO' vroUW, 'k moest JOIl, I AIO veel te lang verduren, I Maar al je booze kuren Die maken mij nog cloi 1

. Je maakt me een hel van 't leven Hipr in m\in eigen \tuie.

Ach, was ik maar g ,bleven Op cle Voof,(el truy!

5 GRIET.

9. Wie is er hier de baas in huis?

Durf jij je te verzetten?

Je bent niet op de • Voogel tmys", Ik zal 't betaald je zetten

Je zult

~

buigen voor mdn wil, Je zult Je moeten bukken Onder dit pantoffeltje. ' POT.

10. Nu is. h?t uit mijn geduld, Nu wtl Ik, dat je zwij"en zult! Houd nu maar op mot je "ezeur En wil je niet, c\aar i de deur!

WILLEl\lS.

Bravo, c\at heb je hem goed O'elapt!

Dat zaakj heb je opgeknapt! POT.

Ja, als zij maar niet weer begon, Maar - revenons a uos montons .

WILLEM •

11. De . Voogel tru) " wie zal 't verbloemen?

Is maar een ouderwetsclte kraak;

Op geen tOfpellos kan zij roemen

!laar pantsering i no" in de

ma~k

Terwijl de stoomers

h~sti"

snorren • Is zij aan wind en

stroo n~

ten

pro~i'

't Geschut bestaat uit oude lorren ' En ook de schotten zijn niet mooi:

POT •

Och al dat nieuwe kost maar flniten, We hebben op ons ouel freoat Van ijzeren schotten, die

n~

llliten

(6)

6

Goddank nog nimmer last gehad, Geen vuil en boel van 't kolenladen, 't Electrisch licht gaf nooit gezeur, Ceen schroef verlooI' bij on bflar bladen,

\Ve volgen steed den ouden leur.

WILLEM .

lIa, Ja! Wauneer men maar chcpon kon maken,

j\Iet eon pant 6rin", die niemand kan raken I Eli kanonnen had verzonnen,

Z\\'aar kaliber, maar zonder ,'ewicht;

'chepen, die op de oncliep:-te stroomen J'\Iet het mee te gemak kuunen komen, Derti'" knoopcn kunnen loopen

12,

I

o ' I' I

"En geen geld kosten - dat s de cel' te p IC It , , , , ,

POT,

• Jal zulk een schip was het ideaal Van onze taten-Generaal:

13ahhuan had daarop geen amendement, ,'taalman zele wa met zoo'n schip content;

Virnly, mit - n dat ze"'t veel tokten de motie. in de keel.

WILLE~l ,

Daar was ieder lid van de Kamer voor Bn elk bud"et kwam Cl' door,

POT,

Maar 'k heb waL betel', hier aan de hand, Kijk eens, zie een, I

Hoe vindt je zoo'n pet met eell hoogen raod, Dat is de pracht, nietwaar i'

En daar heb je 13arend K.ro ,~es ook al, Dat i mijn tailleur-marchand,

'k Denk, dat hij de bullen brenrren zal, Hij heeft ze al in d' hanel!

Barend luoo Je~,

(

Laat mij een~ eventje zi 11,

Wat er voor moois i ' II?,b je ze bij j mi, sc'hien i' MI~n plannen die zijn eool'm:

'k Veranrler de Imifbrm'

Dat is patent, en 't

kos~

"ecn cent En 't maakt mij no" werelilbekend.' Hiel' heb je bijvoorbeeld mijn bottelier:

[n vro gel' dagen

Scheelde h,ij van een kokRmaat "'een zier:

Daul' heb Ik een eind aan fTemaakt Opdat ,men ni t boeft te vr~)!en: • "Vat Is ,~e JO,~"eling zijn emplooi?"

!,rlJkt, hIJ l~eL 't gekroolldc jenevervat.

Zeg vllldt Je 't idee niet mooi?

WlLLEl\I ' . Prachtig. Praehtil1!

'n Keuri"'e ton is dat, 't Lijkt waarachtirr

Het Frankforter ~lUrkoolvat!

13811 EN, Zijn

i\1" plannen enl.

~ !.Jn

B_\Lm:\TD KIWOSJE 13. De ofliciel'cn daal'l'nte"l'n

I~i o

hcbb,on op hUll

o\~ erj~~

8~n IllOOIen g~udon (1' ep gekreg n,

~Ie \Toegel' ?Iet aanwezig was.

En 0111 de I'lnmte op te vullen

Di~,

in de nol' ,ste els komt te kort, KrIjgt ook de Jonker gouden bullen

POT,

Als hij maar niet hoofThal'lig ,vordt,

(7)

8

WILLE1\1

Ja, die verandering iR uniek, . Die "ouden streepjes staan zeer ehw En

't

maakt een ierlereen content.

Maar ik durf te wedrl n, waarde heer, De stakkers juichten nog veel meer, Verhoogde meu hun tractement.

ORDONNAN.

14. Bij de Mariue Is de machine

Nu eind'lijk ook geimporteerd;

15.

16.

Men heeft haar 't burgerrecht vereerd.

'Vat mooie kansen Voor de ordonnansen,

Zij vliegen lustig voort van boord tot boord.

WILLEM . Wat is dat voor een nuiter i' Die velocipèderuiter i' . ' Het is wanneer ik krek zIe, Ja!

De ordonnan -dh'ectie, ja .

ORDOrNAN

'k Breng, om u te .gerieven, Een stapel orderbrIeven

Van 't Wachtschip en van het Paleis:

De instructie voor de rei . POT.

• Wanneer het schip gerecrl i zult ge met de • Voo- [gel truys", U begeven - en gezwind - naar het land van

• [Insulind.

Ge bren"t het schip vol koffie ell vol specerijen thuis, :Roof en" rampas alle wut j.e ginder vind~,

• Maar hou toch vooral den JI1lander t~. vrind:

• Zijn ze Rterker - sluit verdragen; Z~JIl ze z~vak­

[keI' - gooI ze ertut,

17.

18.

!l

.1\1aar rle hoofdvoorwaarde luidt: het behalen VUil

[den buit.

,Roovcn, stelen, alles goed, als je 't maar fat oen- [lijk doet

• Dat 's de leus der "roote Compagnie van V rre!"

• \Vanneer oms een perfide Albionee zich speuren naat, ,Die in grooten nood verkeert - zorg dan dat

["e refu eert; .Maar courloisJijk want "e weet dat steeds de

[moo"lijkheid bestaat, ,Dat het land in krijg met Engeland verkeert, .Ook Fransozen worden item cretracteerd.

.En draag zor" dat gij daar ginder aan het H i·

[don eh ~roorenslrand,

,Met den bijbel in de hand bekeert het gan che land,

• Papoea en i\Iadnrees, Orang Djawa n Chine s, .Tot het zali"end gc'loof der Dordtsche vaadren."

DOMINEE.

Goeien avond amen,

De Heeren vrede zij met 11 allen ..•.• , POT,

Amen!

W cl dominee, wel wat ver'ehaft ons de eer?

DOl\[[ EE.

Ach niets bij1.ondcrs, Pot. 'k Kwam slecht uw [vronw bezoeken; .le weet, de goede ziel is ijverig in cle leer, Ik help haar met vreugd het llCmelsch manna zoe-

[krn , .. , POT (terzijde).

Je zoekt, rreloof ik, man! haar cent 'n nog veel meer!

DOMINEE.

Wij oefenen te7.uam en bidden tot den heere, Dat hij u, armen 7.onduar, moo'" rrenadig zijn, Dat hij ti cind'lijk tot het waa~gOloofb keer" ..

(8)

J

10

f OT (terzijde).

En drinkt intussch n meer dan goed is van [mijn wijn!

DmllNEE.

Dat hij 11 armen zondaar moog genadig zijn!

WILLE iS.

Gooi toch dien steek eruit, Iie vent i veel te fijn!

POT.

19. Laat Grietje maar niet langer wachten, Domin e.

WILLEM~.

Dominee, domin e I POT.

Ze zal wel naar wat manna smachten, Dominee!

G'n avond dominee!

WILLEl\l • 20. Wat een kruis, wat een kruis!

Zoo'n nouwtj in je huis

En zoo'n domine tje nog er bij incluis.

.l a dat trouwen kan berouwen:

Ik blijf liever jong gezel,

Want die vrouwen, ja die brouwen Altijd kwaad, dat weet j IV l.

POT.

21. Och wa. ik maur niet ovetrouwd, Dun had het mij nimmer berouwd!

Had ik mijn Grietje maar nooit ontmoet, Dan had ik het niet met mijn vrijheid geboet.

\\'JLLEM . 22. Och kapitein wil maar getroo t zijn:

• poedig zijn we in 't ruime 50\"

, t .'

En uls wij maar in de Oost zijn tijgt de vreugde weer teil to'p!' Als ze ons weer in de urmen rusten Java' dochteren, lank en teer, Schoonen van umatl'a's ku ten, Denken wo aan geen Grietje' meer.

22a. Als ~Ie <>'umelangs droomeriov klinken Do tjemara stati" l'l1ioeht 0 ,

AI b'" 0 , lj t zachtroorl avondblinken 't Koeltje dOOI' Iie sawt\h . uist

~la!

al

' :lI'i~a '

lank liclll;am randakkenll 111 den dan~ 7.ich draait En de slcndan", stati" lan"zaam ' I I

0 0 ' 0 < < ,

n laar fijne ving'ren zwaait;

Als de balsem del' melatis Door de zoel luchten zweeft - Dan .eer t voelen wij h t: Dát is, Dat IS het als men leeft!

22b. ~~, dat is waarlijk, loch zoo bekooJ'lijk!

BElDE~.

J a, dat was eerst levenslust I

Ach. ik hel> haar zoo !!raag

~p

den eh onder "'ekust En lk ~Iel>"toch zoo vaak aan haal' boe7.em ~ rus! ' Ach die tIjd vel'vloo'" zoo vlu"

" o'

GRIETJE (terzijde.) Wat een draak van een man!

POT en WILLE iR.

Maar die tijd komt terug!

GRIETJE (terzijde.) Als ik 't niet beletten kall!

(9)

23.

24.

12

KOOR OER MATROZEN.

Het schip ligt zeilklaar op de rOe I Vol moed vertrekken wij naar zce!

De reis gaat naar den gl'ooten Oost, Driewerf hoezee voo!' kflptein Joost!

POT.

Naar boord, maar eerst een kroes gedronken, De beker vol tot aan tien rand!

Voor 't laatst tot afscheid nog geklonken: Een dronk fTcwijd aan 't Vaderland!

KOOR DER MATIWZEN.

25. Een afscheidsdronk aan 't VIlderland Oud Hollands bier ~maakt go el! ! Oud Hollands bier sterkt hart en hand, Geeft kracht aan merg en bloAd.

BOOT MAN.

26. Godendrank, zoo vaak bezongen:

't Bier, uit ITollandsch graall bereid, Maakt ons vrij en ongedwongen, Bant van on8 cle treurigheid;

't teunt d ouden, 't stt'rkt de jongelI 't Heerlijk, 'huimend fTel'stenat!

te

O.l{.

Bier, bier, lieyer ch bier!

1I0e kostelijk is dat!

Janmaat heeft slecht pleizicr Bij zijn pOl:je bier!

BOOT MAN.

Laat vrij Frankrijk wijn vCl'boUWCII, Eng'land trotsch zijll op zijn stout

Laat de leron whisky brouwen Rum, co~nae - het laat ons koud.

Maar wij Hollander, wij honelen On aan 't edel fTerstenat.

28.

13

KOOR.

Bier, biel'! enz.

uom,

EE.

.h vri,enr~, j. h 'bt het bij 't rechte Uat bwrtlC IR delicaat

En daarc'nboven, 't i bekend

end,

Het ka,l.l \'olsll'ekt ge IJ kwaa'e1.

Aan wIJn heeft :\oach zich be'i t' Ook Lot was dronken CCI' bij 't \;i"t.

i\Iaal' van ccn kat I' \'tIn 't bier - Daarvan wisten die ouden "'een ziel'.

WILt,Ei\! '.

29. ~~I;

J

el .krijgtkhem waarli.ik heelemnal om.

OIl1ln('e. 'om, la h m nog 'ens 0111.

POT,

AI wij d n t k eens meenamen naar boord 't WILLE.\[ "

Die grap was eenig in zijn 0 rt.

POT.

30, . 11. na~r boor I toe, vrienden:

t chip li .. ,t op de I'eê;

,\let een ,;;unstig windje

Varen WIJ naar zee I

(Herhaling met Koor.) KOOR.

31. Ilet chip ligt zeilklaar op de reê, Vol m,oed vertl'ekken wij naar zee!

Oe. reis gaat naar den groot'n Oost,

DI'l w rf hocz c \'001' kaptein ,looot 1

(10)

Tweede Ach.

KOOl"t V A"N MATROZEN.

I. Hip! hip! hipl

Hoera! het is ehoon chip!

leder wascht, boent en sehrobt en ehuurt en pla t.

Met cl 'n 7.wabb 1', met den krabb 1', met den [ eh robber en den kwast Boenen wij en balen bij wat lo~ is n va t:

BOOT MA r,

2. Wanneer de zeilen een~ van rle ll:l1',le zijn verdwenen, De stoommachine rook en roet ~pr\Jidt om zieh henen, Dan zet men ook mi8~chi('n dnbootsman wel op stal, 'Vanneer de zwabber ni t zijn leven redden zal.

O! dicrbaar instrilIn nt, nog in :;(cen ]i d bezongen, M'L vuil van 'tclek bCRIllC'L n dan wN')' uitg wron<ren, Gij zijt mijn toe\'erl:wt mijn scepter en mijn taf:

-.p,zegend zij de han,l, die ti het leven gaf!

Als hennip eens ge:rr eirl in la<'h('nde landollwen, W crdt ~ij door llIenoehenhlllld ~edraaid tot 8terke tOllwen;

(lij waart in storm een stl'lIn voor mastt'n en voor ra's, Maar ach! de tand ,I('~ tijds heeft u :;(e loopt, helaas!

Tot ~lapping ufffek IIrd, als l.wabbel' weer herboren, Zijt ~ij tot redder van het bootsman korps verkoren:

Gij zijt mijn toeverlaat, mijn scept )' en wijn ~tar, Gezegend zij de hand, rHe ti het lev n gaf,

l'OOR V A MATIWZEN.

3, [lip, hip, enz,

DOMINEE.

Ach God! wat i er toeh g word!.'n Van mij armen Dominee!

/\,, <1

rk leef l,i I' Olldel' wilde horden:

Wat doe ik op die nare 7.ee?

De heel boel draait voo I' mijn 00"e1l Ik ben zoo 7.eeziek, 'k voel mij

la~l.

' Joost Potl wat heb je mij bedro,yen, Toen ik in vrede bij je kwam, 0

l'OOR VA J MATROZEN.

5. Het bier is de schuld daarvan' '" aarom was je ook dronken, 'man?

Had je niet van dat bier O'eproefrl Dan was je niet bedroefd! '

6.

7.

8.

Dom~1EE,

'Vaal'om b\'n ik nict Ihlli "bleven Bij mijne kinncren, bij mijn vrouw

r

Dat biertje heugt mij heel mijn leven!

Ach Gon! wat heb ik een berouw, Oell ]i ve kinderen, lieve <1ade!

'Vat doe ik op die lIaro zeer Ik ondervind het tot mijn , 'hade:

Wie in het schuitje i , vaart mee.

KOOR VA T MATHOZEN.

Het bier, enz.

13 OTSM N,

In Indiö mo t je wezen, dat ~ een landje, meneer!

Daar b, 'iln n de men ehen zoo bruin haast als teer, Daal' SI ~cn de sh~~l!ell in kool' op dIlgrond, Daal' lUl pen de tlJgerd in 't l'ond.

KOOR.

.J e gaat Daar Indië, mali!

Daar helpt goen billden 'an.

aar't land van bamboe djamboe, klamboe, ramboetanI

BOOT'1UN.

8a. De klapperboom wuift daar '1 "ev del,d blad' Dl' kakkerlak {'l1ift riaar aan

b~orrl

ell

eravatt~:

(11)

16

Daar nijgen de bamboe hun pluimbo ten groet, Daar tiert in de Idambo s 't muskielengebroed.

Do marine blokkeert daar, ofschoon het niets baat, De landmacht trotseert daal' geweer n yerraad.

KOOR.

Sb. .J e gaat, enz.

POT.

9. i\' cl dominee, zcg een hoc vindt ...•

\\,[LLE~L '.

10.

Je 'c grapje, l,et grapj ~

POT.

11 t "afIt ons alles \'001' nell win(!.

WILLE1\[ '.

Voor 't lapje, voor 't lapje!

BEIDEN.

D reis is haa t tcn eind. DOMI~EE.

. la spot maal' ja pot maal' met dell arll1 n dominee.

Barbaren. dal bcn

.i',

barbar I! all twee.

KOOR.

Hij i cr ing ylogoll, de :1I'In dominoe!

Dat i me een haantje, 1.oo'n predikant op zee.

POT.

\V at i dat hier voor een lawaai op 't half(lek? .Je lijkt [wel "ek!

Mank ert het je som. in je bol, 0(' hcb je in lipt roostertrek ? De krijO'stllchl worfIt hier wcer 1.00waar gewoon getredel!

[met den voet, rk zal je een 'ven v rt lIen, hoe je j gedragen moet.

17

11. De krijgstucht bestaat in het volgen zOllder zeuren Van de bevelen van je uperieuren,

Onder hot trekken van een talen gelaat:

HOOI' nll welke straf op de overtreding staat.

AI wie soms rlronken aan boord mocht verschijnen, En het decorum ,'an 't hal/<lek noet verdwijnen, Wordt oorrenblikkelijk g fusilleerd

En nuchter "eworden naur bel100ren gecorrigeerd.

AI soms en lid vun de sexe van de 8choonell Zond r p rmi~ ie zich aan hool'd mocht verWonen,

\V ordt haul' het coquctteereu dadelijk belet, Wallt zij worrIt rrl'acien elijk aun stUUI'boord vrijgezet.

Al wie de hui wusch hebb n buitens huis gezonden En nooit vrede met hun officieren vonden, Die stelt lI1en dadelijk in de grlegenheid,

Om kool t gaan pl:lnten \'001' hun \'erdl'en lel'enstijd.

KOOR (nu elk couplet).

Met d gradatie voor de ouderoflicieren En vermindring voor den mindrell man.

l'OT .

12. Ik hoop, dat het lesje j ·oeel zal doen, Dat je verder je :red ragen zult m t fat oen.

En nu aan 't werk, want het windje sehrualt:

De bru~sen doorgehaald.

KOOR.

13. Hieuw op, hieuw op, d zeilen in top!

Wij \'reezen geen g 'vaar of vel'driet, Muur zingen steeds een vrolijk lied!

POT.

14. Zie de zon schijnt door de boomen, '. tuurman ! Haast je nuar het dek:

't Gunstig tijdstip is gekom n

(12)

18

Voor het nemen van 't bestek. Haast je, kerel! Maak wat voort!

Geeft hij Zuid of "ce ft hij Noord?

WTLLEMS.

Vijf minuten, tien seconden j

Ha, nu staat hij, 't is all right.

'k Heb ti n minuten Zuid gevonden ..•....

POT.

't Gaat goed in den laatsten tijd.

WILLEi\I ', Ja voorwaar, 't <Taat opperbe't:

Tien minuten Zuid <Teeft Wet.

POT,

15. Laat nu de wind het zeil maar bollen, chuimende golven voor den boeg.

Laat \lU de zee maar achter on rollen, Toch gaat het mij niet snel genoeg!

't 1 mij als hoorde ik Griet nog kijven, Kon ik maar altijd ver van haar blijven .. , .•

IJL, ijl, ijl op de baren, Ver van huis wil ik varen, IJL, ijl waar de ruste mij wacht.

GRIET.

16. Wat een mon ter, wnt een draak, is die vader van [mijn kroo t, Maar ik zal hem wel krij"en, pa op meester Joost

POT.

17. Ginds in de Oost is 't kalm en vredi"., Daar hoor ik nimmer dat gekijf;

Oaal' houd 'k mij met !la 11 twist onl (lig, 'k Heb daar wel llnrlc>r tijdverdrijf.

't Is mij, nz.

I

GRIET.

18. .Jawel, dat zou je lijken, llier ben ik, meester Joost!

Sta niet zoo dwaas te kijken, Ik ga mee naar de Oost.

Wat ze .... je van dat grapje?

Je was "te vroe!l verblijd, Maar J oostjelieU ik snap je Nog jui t ter reehtertijd!

KOOR.

19. Dat is m ook een mooie mop, Daar daagt op eens Margrietje op.

De kapitein kijkt op zijn neu , 't look een kaantje, Iteuseh!

POT.

20. Hel en duivel dat's te kras!

Daar is mijn i\'1argrietje.

Nu begint vall voren af Weer het oude liedje.

Hoe raak ik het wijf weer kwijt Midden op de baren?

i'lee 11 , ik zie geen kan er toe:

Zij moet mede var n.

\VILLEin .

21. Als soms een lid van de Fexe van de sehoonen Zonder permissie aall boord zich mocht vertoonen,

Wordt haar het coqnettecrcn dadelijk belet, Want ze wordt gracieuselijk aan tuurboord vrijgezet.

KOOR.

22. Ja, jo, zoo eischt het onze wet: Mevrouw wordt over bOOl'rl rrezet!

Hier baat geen smeeken, geen verzet, Ge n diender, die bet on belet I

(13)

WILLEM 23. Ja, kapitcill, dat i met r eh! ;

.Je hebt het toch zelf g I.r:.;d i

• Al JIlen een \'rouw aan uoord b pCllrt, Dan worr!t ze ovcr den muur gebeurd."

Je hebt het ons net uitgelegd.

Komaan, de gelegenheid i nu schoon, Ontdoe je van dat perceel!

De kl lil' verdwijnt ai van haar koon, Ze ziet ,-an ang I. al ~che('l.

KOJll nu maar . poedi~ voortgemaakt llaha haha!

Wipper en klaplooper afgeschaakt, Haha, haha!

C:rietje CYaat in haar ton over dIlmuur, Al kijkt ze ook nog zoo zuur!

DOMINEE.

24. Maal' vrienden dat i· oncyehool'd.

WJLLE~IS.

Maak wat voort, maak wat voort!

DOmNEE.

Dal is ccn voorbedachte moord, 't [ ollgehoorrl, OIlCY hoord!

OIHETJE.

Cll dominee, wil maar ul".ieblieft zwijgen:

'k Lach met hun (lI'eigen, 'k zal h m wel krijgen. Denk je dan dat ze zoo bruni bennen i'

'k Lach met hun dreigen, 'k ben niet bevreesd!

WILLE~I. . 25. Ze CY kapitein, heb j 't v l' taan?

Ze zal je krij TCII nou komaau!

POT.

Ik heb gelloeg van dat . erpent, .En mijn geduld is lang ten end;

En onze brave dominee,

Die gaat maal' met i\J argrictje mee: Hij heeft halt!' altijd opgc~tookt,

~Iaar hU heeft en \'\lile pijp gerookt!

KO R.

26. Leve demisai 011, leve demis:usolJ!

DOlllin • en Grietje in do haringt.oll. Jn de harington!

DOMINEE.

27. Maal' kapitein! wil torh bedenkelI, Wat misdaad ge op 11\1' schouders laadt!

Wil Griotje toch genade sehrnk 11,

Bedenk u, 't is nog nieL te laat.

Gij laat 11 dool' uw drift verleiden ... . POT.

't Is rio WOL! rlu;; ba la maal'.

])O:\II~EE.

Donk aall het folterend hellelijden ! mUETJE.

o

.Jack tho Ripper! 0 barbaar.

POT.

./e gaat de ton in met je beiden!

WILLE;\'[t:i.

,'tap in, jufn'ou\\'! de sloep i- klaar.

(14)

28. 't

rs

waarlijk ongehoord:

IIij zet mij overboord! laar je komt niet van mij af, AI daal ik in het graf.

Nauw heb je 't oog geloken, Of ik kom bij je spoken.

In 't middernachwlijk uur Maak ik je 't leven zuur I

POT.

11 • Lieve Grietje! Wil dat s hreeuwen laten!

Lieve Grietje! 't kan je toch niet baten!

Lieve Grietje! Laat die tranen maar, Ik voel me zoo O"elukkig als je weduwnaar!

lile rde Acte .

I. Ach ~od! hoe \'er i het gekomcn, Met mij arm n predikant!

'Vie harl dat Iloit nog kunnen dl'oomen, Dat ik hi l' e~n' 7.011 zijn hehtnr\.

Ik worrl door mijne zwarte heeren Gedwongen - 't is toch uI te krus Als hoogepriester haur te eeren, Die eenmaal mijn discipel was.

KOOIt VAN AcnE;\{ '.

2. O! gij, godin! di ill nw hal~nglon it den hemel zijt "edaald,

Die door dc zilvr n maan, de terren en de gond n zon l\Iet luister wordt om tl'aald!

o

zie, g din! O"ocdgunstig op on neer, Sta met uw raad on bij!

Wij buig n ons in 't stof tier aurd en zin:,:en u ter eer De heilig Iitany:

Heil, h~il, heil 11, 0 "odin! .l\leestercsse van d zee!

O! deel aan Jlypuca uanalund Uw heilige wij'heid Illee!

0, gij! (lic op don ad m van den wiud Zijt gekumcn over zee,

- huldigelI rio. uehem ,die gij hier ver"aderd vindt, Wil luiatren naar hun beê:

Heil, heil, enz.

GUIET.TE.

4. IIet zij zoo, 'a hema! Muur eerst wcnachen De hoo"e priester duur en ik

(15)

5.

Te saam te spreken, Dat die men ehen Ou til zijn. Niemand geeft een kik.

'A nE~L

Wij lui tren naar die wondre klanken Die niemand onzer ooit verstaat '

\raarvoor alleen het OOI' der blanken En 'lOOI' der "oden op n staat!

U1UET,JE.

() dominee. 0 dominee!

Wat ben ik diep rampzali" 1 ' AI zijn we van den dood ~ered

\' ~n \'el 'I' h' I " lel' aan wal gezet-, . . ,

o

dominee, 0 dominee!

Toeh b n ik di p rampzali" !

DOl\IrNEL~

.Ja, Grietje lief! .la Gric~j liof!

Toch mochten wij nog bom n;

Als 'k denk dat k haast ff bl'lldon was, Alsof 'k eon eal'bonade waR ..••

GRmT.JE.

. Ja, 'k ijs ervan -- Zij hadden plan Ons in d' a eh te poiren!

KOR.

6. Ol lloor die wondervolle klallken van de taal der

. . . , . [goden!

Hoe vloeit de wu held lut den 100nrl vall priester 011

[godin! ,J DO;\UNEg.

7. 't Wa:, <Telllkkig dat er jlli't een deel van 't volk [doleeren ging En verlegen om een nieuwe godhcid was,

8.

GRIET.TE.

olliei- Een betrekking, waar ik met IIC 'es naar

[te ren ging •..

DOi\USEE.

Wat voorwaar YOlSll'ckt ~een gl'ootc zotheid was.

En jOlll'iepen zij tot gorlheid, mij tot hoo<Tepri stel' uit, En zoo g v n wij 1111 met elkandrr hier rle lakens uit:

En in plaat van al hîlché of ribstuk op 't menu t [ taan, Bidt ons hier de heel "'Ol! <Temeentc aan!

KOOR.

jrom, Sjrom!

,IUETJE.

Onder die klappcrbo men Vind ik h t lang niet pluis.

Ik wou dat 'k weg kon komen, 'k Verlang zoo naar mijn huis.

DmrTNEE.

Als 'k hiel' \'anllaan kon rak 11,

Vertrok ik met pleizier!

'k V rtrollW die zwarte naken Ook eigenlijk <Teen ziel' .

BEIDE~.

0, kwam el' maar en schip eens eindlijk hier aan ['t strand, Wat had ik gauw mjjn matje opgerold en ging

[naar 't vac\el'land.

.. baantje van "odin Jk gaf zoo graag miJn I 100<Tepne . terse lap I eman, Als ik cr maar stil van door kon gaan!

: RIETJE.

9. Kon ik hen maar verlaten.

Kon ik hier maar vandaan;

(16)

26

Maar ach! het kan niet baten, Zij laten ons niet gaan.

DOMINEE,

Ons baat geen jamm'ren en geen zuchten, Trek een ollicieel gezicht da maar.

o

'achems ! Wil uw wij heid lurhten:

De "odin is klaal'!

OLU~G BE T.

10. D,ull' zit ze weer, die kliek der "roote heeren, Die 't onderdrukt!.' volk zoo f;lecht regeert.

Al wist zij mij ook uit den raad te weren, 'k Zal zorgen, dat de kans zich spoedig keert.

Ik 7.al nog nader van mij laten hoor n, Ik tel mij voor Ile kamer candidaat.

En lJen ik e nmaal Illaar tot lid verkol'en, Dali zal 'k eens dnchtig zeggen, wallr 't op staat!

'k neb nooit " tracht, de waarheid te verbloemen, AI zat ik vaak \'oor la ter achtcl' slot.

'k Wa nooit :rewo n, een kat een poes te noemen, Ik \'ond in schimpen te ds een zoet genot.

Ik zal ten ~pijt van al c1ie groote heeren, Eens toonen hoc In ell 't volk regecren moet:

De wijsheid zit ni ,t in de mo ie kleeren,

En 11 " reel mimi r in een 110ogen hoed!

DQ;\Il~EE.

11. AI schrijf' je ook in 7.oo'n minne krant, Wij reiken gaarne ti de halld:

E r Turksch dan Paapsch is dc lel1l':c, En wij steuuen uwe keuze,

Als je alles, 't zij dan kwaad of goed, ), Maar onder biddend opzien doet. ' ~

ORAN· BE I.

lIa. Ik zal mij niet toren aan de> etiquette, Ik ben v'.llbloecl liberaal;

J.

27 Maar 'k zeg 't onverholen, Ik hou niet van scholen Zoo zo~genaamd neutraal.

Ik geef aan den he re wat 'k Eerbiedig dc overheid.

Sociaal-d Illocraten, Die leerde ik steeds haten;

Maar stoken, dat doe ik altijd. Dat 's mijn politi k prorrram:

Als ik in de kamer kwam, Dan wa, het land gered, dan

van den heere:

wa de nood op zij [gezet.

HeL leger en vooral de coquette Marille, Die eh af ik eenvoudig af.

Komt de Pruis of de Frilnschman, 'Vij bezetten "e n chans dan:

Neerland God wendt den vijalld wel af.

Ik rreef \'001' "eweren geen negen millioen, Een" ganzenroer schiet ook niet kwaad, Maar ham en pittétje

En fijne di ne tjes,

Bestem ik voor dnaidaat.

Dat' mijn politiek program.

Enz.

BEr INLANDER.

12. Naar 't strand, ter tond ! Een schip zit aan den grond!

De vlet bemand,

En allen naar het strand!

De zee werpt rijken bnit ons in dell schoot, Vooruit - een schip in Iload!

KOR.

Zit niet te dutten, Er valt te jutten!

Naar 't strand snelt ieder, klein en groot:

Er zit een schip, een schil' iu Ilood !

(17)

28

DQ;\IINEE.

13. Daar gaan zij allen heen, In plaats van te vergaadren!

Ze laten ons alleen, Er valt wat te benaadl'ell!

Neen Griet, neen Griet!

't Bevalt me hier toeh niet!

RIET.JE.

14. Mijn hemel! Wat zie ik daar komen?

Bij die boom en - zou ik droomen?

Daar komeu Ilierhenen gewandeld Twee mallnen, al blanken gekle d!

0, dominee. kom toch eens kijken, Of mijn oogen mij bedro~ n ... .

Dom~mE.

Neen, waarlijk, 't zijn EUI'opeanen:

Zij richten hun eh reden hierheen!

Maar zie ik het wel - goede God!

't 1 Willemsen cn 't i .Joost Pot!

'teek jij je hoofd weel' onder dezen doek, En geef vooral geen kik.

En ik verberg mij ginder in dien ho k Tot het juiste oorrenblik.

Wij zetten hem den poet nog' wel betaalrl Dien hij ons heeft gespeeld!

Daar komen zij al aan, Tin verder niet gedraald Wees stil gel1j k een beeld!

POT.

15. Mijn schip is verloren, 'k ben arm en berooid.

Ja, Willems! dat is nu de straf,

Om(lat ik mijn vrouw over boord heb gegooid:

Nauw brachten wij 't leven eral.

Och Grietje, och ri ~ie, wat heb 'k een beronw, Dat ik je in 't leven uiet liet;

AI was je ook LlO" zoo'n XantippC', .Je wa to h mijn wettige Griet!

29

GRIETJE.

16. llij heeft berouw, maal' be te maat!

't Berouw komt al tij rl veel te laat!

WILLEM 17. Kapitein, op mijn eer,

'k Herken je niet meer!

Jij, vroeger altijd zoo lustirr, Bent nu gejaagd en onru tig.

Kom sehud die zor~ell nu af!

Griet ligt in 't graf!

POT.

18. .Ja 'k ben .Toost Pot, 'k ben bekend in alle landen, Ik heb "ezworven over h el dc aaI'rl;

'k Nam Tnrken, l\Iooren, Chine zen onrler handen, En voor mijn vrouw ben ik niet meer vervaard!

GRIETJE.

18a. Ja dat denk je toch maar Dat zal je straks eens merken!

DOMINEE.

't 1 een schurk, een barbaar, 't Gaat buiten alle perken!

WILLEMS.

19. Wel kijk, wat zie ik daar?

Dat is een afgodsbeeldj e . . . Maar Pot, wat kijk je raar i' Wel kapitein, wat scheelt jo?

POT.

°

Willems, is rlat niet - f heb 'k wut in mijn oog!'1l De paraplnie van Griet?

(18)

,,0

WJLLEl\l Je hebt je niet bedrogen!

DOMINEE.

20. Laat die chenn ude hauden thuis!

POT n WILLEi\1:S.

o

jó! u wordt h t hier niet plui DOMI(>.'EE.

Mannen! be chermt uw godin

En rekcn die on be ehaamd kerel. in.

Zij hebben het er waagd de hanrl naar uwe godheid [op te heffen, 't lisdrijf ni t g slaarrd, manr toch moet uwe

[wraak heil treffen.

AClill I.

21. Grijpt h n aan, die onverlaten, rlie in overmo rl het [waagden, Onze goden aan te ta;;tcn; wcrl t hen neder in het stof!

Grijpt hen aan en met hun lcven zullen zij de mis- [naad boeten;

De ~u"eldaad riOOl' hen b dreven heft hen tot dell [dood gedoemd!

KOOH.

o

gij, godin, besli hun lot:

r gewi.id is beider hoofd!

Wat zal het zijII: de braadpan ol' d pot i' Of worden zij ge toof<!?

GHLETJE.

22. Waak ik of zit ik te droom n

r

In mijn macht heb [ik ze beide Eind')jjk is de tijd gekomen, dien ik reeds zoo laner

[verbeidde.

't llr der wr:\ke i. daar n de wraak iR zoo zoet, l\laar toch trilt ren snaar biullcn in mijn gemocd .•.

I ..

/ / ,

, / l,

23. Hij heeft berouw - hij zei 't zoo even Ik zal hem maar zijn daad vergeven Ik voel van schllld ook mij zeI veil niet vrij: 'k Was een Xantippe, 'k wa een harpy!

\Vij zullen een nieuw le"en beginnen,

, kj 1.1

Joost zal mij weel' als vroegel' beminnen, En alles gaat dan w er patent:

Er komt aall d wittebroodsweken geell end I En op de beide wel'eldronrlen

Villdt men een betel' hui honden niet;

\\' ol'dt get'n g!'lukkig;el' paar ge\'ollrlen, Dan Joost Pot en zijn vrouw Margriet!

DOMINEE.

24. Wel nu nog mooier, hoe heb ik het nou? Tncons qu ntie - uw naam is vrouw!

GRIETJE.

24a. i\Iaak 108 rlie banden n laat hen gaan 'ta op .Too t Pot, en zie mij aan!

POT.

25. Lieve Orictje! i h twaal'Ï' Lie,·e Orietje benje

daar~

Lic,'e (;rie~je schenk vergiffenis

Aan je w rluwnaar die eigenlijk toch zoo ongeluk- kig is.

GRmTJE.

26. 'k Wil je vergeven, wat je hebt misdaan En cen nieuw leven vanfYe[l wij aan!

BeÎ mijn pantofrelo zweer ik nu af, En Joost! wij lJlijven één tot het graf.

POT.

.J a licvc Grietj ! Zoo zal het gaan:

E:n minnelierlje zij 0118 b staan!

it is h t kij\'en, uit is cle strijd, G riet en i k bI ij ,'on é6n voor altij(l!

(19)

82

BEIDEN.

Alles is weer vergeten:

Twisten, gekijf en . laan!

Begraven de ourle veeten, Ons nieuw gelnk ,-anut aan!

En onze huwlijks reize

Voert ons hier saam vamlaan ... , WILLEM.

Ja - maar op welke wijze?

't Zal niet gaan!

POT.

27. Daar heb ik ook niet aangedacht : We zijn hier nog zoo vcr van huis.

En 't schip is ook nog lan~ niet afgebracht, Mijn arme • Voogel t!'uys".

DOi\IINEE.

28. Uier henen, vrinden!

Hier zul je vinden

Dien je zoo lan" tevergeefs hebt gezocht!

POT.

Wat zie ik! 0 dat Is m'n oude sobat ... .

BANK.

Wat een ueluk dat 'k je hier vinden mocht!

Het schip dat mij hier bracht Is de nieuwe ,Voogel truys"

't Wacht op je bevelen .Jij brengt het thuis I

ACHE 1.

29. Wij willen uw geluk niet tegengaan En bi tien als Godin uw boterbrief u aan!

88

POT.

30. Jij was in 't Nieuwerliep Nog voor een korten tijd:

Vertel een. hoe het liep, Met de nieuwe ~ocicteit? Die club staat zeker fijn AI op hetl\'lolenplein?

BANK.

Di nieuwe. oei teit? Daaraan mankeert 110" veel!

Die club Wil slechts een luehtka teel.

KOOR.

31. Nu gaan wij allen weel' naar huis! Daar ligt do nieuwe ,Voo"el Strnys I"~

Weg zijn de zorgen, weg 't verdriet!

Hoera voor kaptein Pot en Griet!

(20)
(21)

l

,

~

(22)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en staarten voorwaarts, naar het spoorwegstation. Van der Made was weer een interessante h6tel- herinnering rijker en een paar vrienden, goede beste menschen, armer. Zoo

met eenige vriendjes te kijken en te praten. Zij hadden 't natuurlijk over de school. zamerhand witte kinderen en slaven van den Witten Heer.. 't Was bijna

Toen Biroeang terug kwam met Sim op zijn rug, en Ketjil en Timon elk aan een kant, hoorden ze dat klaaglijk gemiauw, ze begre- pen, dat Matjan in gevaar was en haastten zich naar

Wij gaan onszelf verzwijgend door het leven, maar als Uw stille hand de gamelang speelt beeft uit dit hart, om breed U toe te zweven, het heimwee naar Uw stem, die eeuwig

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITL V, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

tig! Eindelijk eens een sa c het, waarnaar ik zoo lang verlangd heb, en kijk eens, juffrouw Herms, hoe beeldig van kleur en wat keurig gemaaktl&#34; Ook het groene

Vroeger had hij vader nog gehad - nu eerst merkte hij welk een steun hij nog bezat in den zonderlingen, eenzamen, menschenschuwen man, maar nu was vader dood,