• No results found

SHELF NUMBER MICROFORM:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SHELF NUMBER MICROFORM: "

Copied!
114
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

SIGNATUUR

MICROVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA 0087

BIBLIOGRAFISCH VERSLAG BIBLIOGRAPHIC RECORD

MOEDERNEGATIEF OP LAGNUMMER:

MASTER NEGATIVE STORAGE NUMBER:

I MM69L-OOO i

Forest, Ellen

We tersche harten in 00 ter che tempels! door Ellen Fore t. - Amsterdam:

Meulenhoff, 11930). - 203 p., 122) p. pI. : iII.; 24 cm

ignatuur van origineel! helf number of original copy:

M cc 552

ignatuur microvorm ! helf number microform:

M META0087

Film oort I Size of film :

Beeldplaat 'ing / Image placement:

Reductie moederfilm / Ret/uctioll master film : 'tartdatum verfilming / Date ft/ming begall : Camera-operateur / Camera operator:

16 mm OMIC /118 _ \ : 1

2000

(2)

497

,

(3)

..

WESTERSCHE HARTEN IN OOSTERSCHE TEMPELS

DOOR

I

ELLEN FOREST

H. MEULENHOFF - AMSTERDAM

(4)

"Jij wel ?,t

"Natuurlijk. Weet je, ik geloof dat we te veel op elkaar lijken in onze familie. Je hoort overal dezelfde verhalen, ze lezen alle- maal dezelfde boeken •• /t

"Ja en altijd vlak er naast. Harbottle, Sinclair Lewis vinden ze niets aan, dat is te kritisch, 't moet alles heel braaf en suf en zoet zijn. •• Ik begrijp George die gewoon uit den band gesprongen is ..• Toen ik 18 was, liet ik het me al niet meer doen. Om 10 uur naar bed gejaagd worden, wie er ook bij is, hardop voorbidden aan tafel ••. 't Is om uit je vel te springen !"

Lotty zuchtte nog dieper: "Bij ons ook - en 't is zoo mis, hè, want je voelt er niks bij. Ik bid graag alleen - " dan opeens lachtte ze. ,/n Vroolijk stel voor een diner •.. Maar zou ze nu komen, die tante, ze i s gevraagd."

"Kan je net denken! De familie denkt dat ze het dolletjes vindt om ook te komen. Ze vindt het vreeselijk en hls ze komt is 't voor Oom André - maar ze komt niet. Twee jaar geleden reden we ook naar Wassenaar voor 't feest. Moeder zei: "Laten we eens gaan kijken wat André en Lilian doen."

We belden - de meid liet ons dadelijk binnen, daar zaten ze hoor, knus bij den haard, Oom André las voor, zij was lekker lui.

Er stond een groote taart, waarop ze elkaar getracteerd hadden, om ook feest te hebben.

Ik was toen nog pas vijftien - maar dat zag ik wèl dat ze geen spijt hadden dat ze niet meegingen."

"Ik zou haar zoo graag eens zien.H

"Ga haar eens opzoeken."

,,'k Zou niet durven. De familie is niets leuk voor haar geweest."

"Dat zal ze jou niet aanrekenen - jelui zullen het misschien wel rooien ••• Recht op - hier is Lindenheuvel."

Ze lachtten want dát was het "in de houding ••• !"

Op 't bordes stond Grootmama, maar binnen de glazen deuren.

"Zoo kinderen, we zagen jelui uit de verte komen, ik dacht, ik zal maar eventjes waarschuwen, grootpapa heeft een beetje keelpijn, een beetje hoofdpijn, rustigjes dus. Wat v<Jelen jelui koud aan. Tom, jij kleedt je wel op de blauwe kamer met de andere jongens ••• Lotty, jij bij tante Cor."

"Zullen we niet eerst even goeden dag gaan zeggen • • . oh, en de bagage ••• "

"Die haalt Jan er wel uit. Ik zou me nu maar even gaan kleeden.

't Is nu half zes, dan zijn jelui om zes uur beneden, half zeven eten." Er was iets in Grootmama's stem dat zei: "Doe nu maar zonder meer wat ik zeg, anders .• ."

"Zijn de anderen er al 1" vroeg Tom.

"Lous en Epi en Hans zijn er ... en Robert en Noortje-en waar blijft de rest van jelui 1"

"Die brengen Vader en Moeder mee in den grooten wagen.

Zet maar neer Jan, ik neem het zelf wel mee naar boven I" dat tegen den huisknecht-chauffeur. Maar een kamermeisje was al toe- gesneld en had de twee suitcases weggenomen ...

Grootmama zei nog: "Aardig dat je Lotty meegebracht hebt, haélr vader en moeder komen met den trein. Jan gaat ze nu halen .••

Nu, dan tot straks hoor I"

De twee holden naar boven.

"Maak je mooi, Lot - tot ziens ..• " en dan 'n beetje verlegen,

"ik kom voor het eerst in dinerjacket - je lacht me niet uit, hoor!"

Even later stond Lotty voor de breede glazen deuren, die uitzicht gaven op het groote park. Ze kwam niet zoo èrg graag op Lin- denheuvel ; ze voelde er zich nooit thuis, 't was alles te groot, te

(5)

enorm èn te leelijk. Moeder had eens gezegd: "Ze hebben te veel geld gehad; met wat minder geld hadden ze bij antiquairs moeten koopen en hun mooie, oude familie-stukken behouden."

Vader had toen uitgelegd dat een veertig, vijftig jaar geleden de mode wilde dat men nieuwe dingen kocht en in dien tijd werd niets moois gemaakt. Maar vader hinderde dat alles niet; hij hield van zijn ouderlijk huis zooals het was. Lotty hield alleen van het park met de groote, wijde gazons, de bruine treurbeuken, de groote magnolia, de zachte glooingen die leidden naar de hooge, rechte dennenboschen met hier en daar de verrassing van een grot of een speelhuisje en aan 't eind, de duinen. De eerste keer dat ze met vader door den tuin en 't bosch wandelde, had vader aan den baas de sleutel gevraagd en het tuinhuisje geopend.

"Hier speelden we, toen we klein waren - daar heb je mijn kameel en tante Cor's poppen en 't serviesje van tante Emma,"

en even later bij de grot had vader gezegd : "Hier speelden we Ra- binson Crusoë en dan reed ik weg op mijn kleine Arabische pony om mondvoorraad te zoeken voor den heelen dag. Ik vond het al- leen náár dat ik een blouse met "smoke" aan moest hebben, dat hoorde er niet bij." Vader had verteld en 't was haar zoo wonder- lijk te moede geweest. Vader en de grootouders hadden gekibbeld, zóó kwam het dat ze al vijftien was vóór ze ooit op Lindenheuvel kwam .•. Zijzelf had er nooit gespeeld, zooals de andere neefjes en nichtjes, voor haar was het park en het bosch altijd iets heel plechtigs geweest, iets bijna onechts. Op de groote gazons, op de breede paden en in de boschlanen lag nooit iets onbehoorlijks, geen papiertje, geen stukje hout, 't was of zelfs de natuur respect had voor al dat keurige en onkreukbare. Toen moest ze zich dien tuin en dat bosch ineens denken vol leven, gejoel en vreugde. Een soort meelij met vader-in-zijn-kindertijd was 't eenige wat ze voelen

kèn ... Als ze ooit aan vader als kind gedacht had was het geweest op school of op straat of in de duinen, maar nooit op Lindenheuvel.

Hoe was het mogelijk dat dáár kinderen groot geworden waren en geleefd hadden, in dien ordelijken, deftigen tuin. Ze ging weg van ' t raam en stond voor den spiegel. Lang en ernstig keek ze naar zichzelf en zei toen: "Lotty de ar, je bent een mislukking."

Achttien - niet mooi - eindexamen gym, binnen een paar maan- den naar Leiden - getapt onder de meisjes - ook wel onder de jongens - een beetje talent voor alles - maar niet genoeg om wát ook goed te worden!" Het was met gelatenheid meer dan met wanhoop dat ze dit bedacht. 't Had heel wat over en weer gepraat gekost eer ze permissie kreeg naar Leiden te gaan. Grootpapa en grootmama vonden het nonsens voor een meisje. Achttien, dan moest je zoo langzamerhand uitkomen - in de wereld gaan. Als studente was dat vrijwel uitgesloten - dan leefde je je eigen leven eigenlijk, een beetje vlak buiten de groote wereld. En dan, een meisje op kamers, fi donc! Vader vond het eigenlijk ook een heel klein beetje zoo, maar moeder had het doorgezet omdat Lotty het zoo graa~ wilde.

"Je bent een mislukking, Lotty," zei ze nèg eens, want ze voelde dat ze - als bij alles wat ze deed - ook in de letteren, er wel zou komen maar nooit uit zou blinken. Dan drong het tot haar door dat ze zich kleeden moest. Ze liet ' t bad vol loopen en dat genomen, stond ze in een kwartier weer voor den spiegel. Zilver- kant over rose chiffon met vieux rose strik. Even gedecolleteerd, niet te veel, dat is voor oudere dames.

"Wat ' n suffert ben ik, om me nu juist vandaag zoo de sappel te maken."

Een beetje boos op zichzelf zocht ze de schuld op iets anders te schuiven. 't Was ook zoo'n sombere Novemberdag. Hoe kèn je

(6)

prettige gedachten hebben? Buiten over het gazon begon een geelgroene mist zich als een vochtige deken te spreiden - Brrr ! Geen licht buiten in den grooten tuin, alleen op den breeden weg nu en dan het, als bliksem, voorbij flitsen van helverlichte auto's.

Bruusk schoof ze de gordijnen dicht, draaide in plotseling opbrui- schenden overmoed alle lichten aan - ook op de kleine schrijftafel, wat totaal onnoodig was. Dan dacht ze : wat is alles toch in orde hier, 'n keurig kristal en goud toiletstel op de toilettafel, 'n zacht mollig sachet voor zakdoeken, een ander voor handschoenen.

Overal schemerlampen - diepe stoelen die nu vol lagen met de kleeren van de nichtjes die zich vóór haar gekleed hadden. Eau de Cologne en lavendel in de flacons. Dat vond Grootmama het eenige parfum dat meisjes mochten gebruiken ... Ze glimlachte en haalde uit haar nécessaire een lekker fleschje "Quelques fleurs".

Doen? Niet doen? Waarom niet? Er hingen al andere luchtjes ook in de kamer, vooruit maar hoor, 't was feest en dát hoorde er nu voor haar bij. Ze wist bij ervaring dat niettegenstaande de groote gastvrijheid, het heerlijke menu en de goede bedoeling van allen een feest op Lindenheuvel nooit een vroolijke geschiede- nis was. Dan maar feest voor zichzelf en 'n beetje voor Tom.

Tom was een leuke jongen, veel ouder dan zij, al bijna twintig.

De oudste van alle kleinkinderen - studeerde ook in Leiden, medicijnen. Met Tom kon je boomen en al begreep je niet alles wat hij zei, je had er toch erg veel aan.

Een klop op de deur.

Jal "

" .

"Gut Lous, ben ik te laat?

"Welnee - maar ik kom maar eens kijken. Ik dacht dat ik je misschien helpen kon."

"Je bent 'n snoes, wat zie je d'r leuk uit en je haar afgeknipt 1"

"J a - jij niet - waarom niet 1"

"J a - waarom niet 1 Misschien omdat het 'teenige mooie is, dat ik heb."

"Misschien 1"

"Neen, waarachtig niet - zelfkritiek. Zeg Lous, weet jij of tante Lilian komt 1"

"Ze is er nog niet - maar ik zou het ongeloofelijk leuk vinden."

Een beetje jong-wreed ging ze voort, "zie je, die vreemde eend in de bijt ..•. Kwak, kwak, kwak, kwak."

"Je bent mal ! Wie denk je dat kwaakt, zij 1"

"Neen, wij met zijn allen. Verbeeldt je plotseling een ander gesprek aan tafel dan we gewoon zijn. Jij hebt het nu drie maal meegemaakt - maar ik ben pas zestien en heb het bij mijn weten zeker al zes of zeven keer beleefd ••• dit feest !"

"Spotvogel 1"

"Waarom 1 't Is wel aardig. Hebben juist op school gelezen hoe eerwaardig traditie is ••. "

"Alleen

is

't niet meer op te houden ... "

"Nu, ze lappen 't hem hier aardig •.. en een hoop van de jon- geren zullen het óók nog doen. 'k Zou voor geen geld willen dat Epi of mama me hoorden."

Lotty dacht even na •.. "Ik speel ook mee •.• maar soms heb ik wel eens zin om gewoon te zijn. Waarom brengen we Oma en Opa niet op de hoogte van onzen tijd 1 Wat zit er nu eigenlijk voor kwaad in een sigaret of in 'n foxtrott ?"

"Ik weet niet hoor, maar 't kan hier nu eenmaal niet. Ik vind het al zoo'n wonder dat jij naar Leiden mag, gedraag je toch in 's hemelsnaam goed want ik wil ook."

, n Klop op de deur.

"George!" riepen de beide meisjes verrast uit.

(7)

14

, P " kinderen' t Vette kalf In hoogst eigen persoon. Zoo Ult anJs, " ' '2''

" 1 n ' n slgaret snoesJes.

dt geslacht voor den ver oren zoo , ' "

worOh we moeten Oma en Opa en alle tantes nog zoenen.

" ,neen,

"De heele familie!" zuch~te ~ous:,

Begin met mij, als oefeOlng. H1J stak zijn lange armen naar

" I

de meisjes uit, die gillend wegv ogen.

"Engerd!"

Griezelt" , d' f t p

" , ' f die van verre gekomen 15 om lt ees 0

"Foel, tegen Je nee, te vroolijken."

Have a try!" lachte Lous. "

"Ben al begonnen, heb Tante Lilian het hof

gemaa~tH'

. 'l"

" . . look Is ze gekomen ~ oe 15 ze .

Wat '2" riepen de melSJes tege 1) . " , , "

"Veel'gewoner dan ik gedacht had. Wel leuk hJkt ml)

-,~~~~

, " " rt Ik wou brutaal zijn en begon: "Ik ga u met "ons soo . , . ' tk mst"

maken" en weet je wat ze zel'? "Dat 15 een U i ? ' "

Wat"n type!" gichelden de meisjes "en ga Je het

~oen

1 rf

" k Maar schiet op, kinderen. 0 foei! gepa u- Re en maar •..

m~~rd, kort haar, 'n lokkertje 1"

W t 'l" , .

" a. , " t wat dat is '? Dat is dat bloemetje 10

'n Lokkertje, weet Je me huldige

je " ceintuur. Heel stout, heel stout, voor twee onsc bloeden." , ft ns ook een kans met tante Lillan, eorge. , ' G "

"Zeg, Je gee ,0 M' bi 'dt ze me zóó charmant dat ze We zullen Zien. lSSC en VlO

" h f "

voor niemand anders oog of oor ee t.

Malloot'" zei Lous. , ht

D" ' g'en ze naar beneden naar het roode salon waar n zac ,

an gm 1 hen

beschaafd geroezemoes vertelde van ~~e mensc, ~l b" een George ging regelrecht op tante Lillan toe, die een lJ

raam stond. Hij was meer dan een malle jongen van twintig. Hij was een jongen die den moed gehad had met al wat hij "het gedoe"

noemde, te breken, die de veiligheid van 't ouderlijk huis had prijs gegeven om in Parijs zijn eigen brood te verdienen. Zonder recommandaties, want die had hij niet gewild, had hij zich een plaats veroverd bij een agent de change.

Het had hem alles veel meer strijd gekost, dan iemand gedacht had, want diep in zijn ziel was hij een verlegen twijfelaar.

Misschien had hij juist dààrom die uiterlijke brutaliteit, die gemaakt had dat de wisselagent, dien hij bij toeval in den trein ont·

moet had, tot de overtuiging gekomen was dat hij in dezen jongen man den ideaal employé gevonden had. Op kantoor maakte hij grap- jes met de steno-typisten, liefst was hij op allemaal tegelijk verliefd, voor de getrouwden offerde hij wel eens een vrijen middag en voor zijn baas was hij de betrouwbaarheid zelf.

Met dat zelfde air van zelfoverschatting, dat hem bij den Parij- schen agent de change zoo goed gediend had, ging hij op Lilian toe: "Lief, dat u op me wacht, uhum - zal ik "tante" zeggen of maakt u dat te oud ... 1"

Ze lachte: "Kwajongen."

"Foei! Wat onaardig! Zegt u un eens netjes "charmante jongen"

of charmant garçon, d.at is zoo'n dierbare, bekende klank voor me 1"

"Waarom zou ik? Ik ben heelemaal niet overtuigd dat je char- mant bent. Jeugdig overmoedig, wel aardig, misschien. Maar charmant eischt veel meer, daar zijn - tenminste voor mij - ook geestelijke eischen aan verbonden."

"Examen afleggen."

"Misschien, later. Wie zijn die twee snoesjes 1"

"Nietwaar 1 Dotjes, maar van mij willen ze dat niet hooren.

Nog geen tien minuten geleden heb ik aangeboden ze te zoenen.

(8)

Geen kans. Vonden me een engerd en 'n griezel! Ze sterven van verlangen u te leeren kennen .•• Zal ik ze eens halen '?"

"Dank je wel - ik ga er wel even naar toe."

"Bent u mijn tafeldame '?"

"Ik weet er nog niets van. Oom André is juist poolshoogte gaan nemen. Maar ik moet zeggen, ik hoop het niet. Ik ben van- daag niet erg strijdlustig of strijdvaardig en jouw jeugdige overmoed moet heviger slagen krijgen dan die ik uitdeel."

"Ziet u, nu bent u de "tante" - tot straks "t a n te Lilian."

Ik stuur u dus de meisjes n iet."

Even later hoorde George Lilian zeggen:

"Nichtjes '?"

"Ja - en u bent tante Lilian/' zei Lotty blij, "dit is Lous van tante Henny en ik ben Lotty van der Waals •.• "

"Gezellig jelui nu eens te ontmoeten, wij gaan zoo weinig uit en we wonen allemaal zoo ver uit elkaar •.• "

"Mama dacht, dat u niet erg van feestjes hield," zei Lotty en bloos- de om haar durf.

"Neen, dat doe ik ook niet, tenminste niet van chique feesten. Ik ga dolgraag met den wagen uit, ergens picknicken of eens een avond passeeren bij oude vrienden, waarmee we contact hebben - Es kommt so gar nichts dabei heraus, bij feestjes - alleen je ziet elkaar weer eens, maar tot echt praten kom je niet.

Weer was het Lotty, die de stoute schoenen aantrok: "Mogen we niet eens rustig bij u komen '?"

"Als je daar plezier in hebt. Waarom niet? Maar ik sta voor niets in, hoor. Hoewel, á1s we elkaar vervelen, is er altijd nog de radio.

En wat hoor ik, Lotty, jij gaat naar Leiden ?"

"Ja, tante, fijn hè ? U bent er ook geweest?"

"Vijf jaar, als wild studente, ik had geen gymnasium. Maar ik

heb het toch erg goed gehad. 'k Zat in een prettig dispuut, dáár moet je voor zorgen, anders mis je veel, en ik had goede vrienden."

"Wat heeft u gestudeerd"?

"Eigenlijk alles en niets. Een beetje Sanskrit, een beetje Gothisch maar vooral filosofie ••• "

"Bij de Sopper ?"

"Maar Lotty ! foei! De Sopper is er pas een paar jaar, vóór hem hadden we Bolland, één der reuzen van de gedachte •• !'

"Niet zoo somber, tante Lilian:' Het was George weer die stil- letjes naderbij geslopen was.

"Akelige jongen," zei Lous. "Laat ons toch met rust."

"Eerstens protesteer ik tegen het woord "jongen". De N eder- landsche wet heeft me meerderjarig verklaard, dus zeg jij voortaan

"man". Verder kwam ik jelui even op je plicht wijzen. Jonge meisjes zijn nu eenmaal slachtoffers, jelui hebt geen recht je te amuseeren, je moet anderen bezig houden.

Heb je Rob van oom Ben al gezien? Nu, die staat zich te vervelen

"à cent sous l'heure" zooals ze in Parijs zeggen ••. Dáár is jelui plaats - 't is mijn plicht tante Lilian bezig te houden."

,,Absoluut onnoodig!" lachte Lilian, "ik verveel me nooit.

vind het heusch èrg aardig zooiets eens mee te maken."

"U bedoelt dat u ons allen als phenomena beschouwt en ..• "

"Mag ik me even voorstellen '?" het was Robert, "u bent tante Lilian, ik Robert van uw zwager Ben van Sisteren."

"Prettig, dat we elkaar nu eens leeren kennen," zei Lilian, "we hebben allen veel van elkaar gehoord. Ik vraag me nu af of jelui allemaal zóó zijn als ik jelui uit de verhalen had opgebouwd."

Robert keek ietwat onthutst.

"Pas op, tante," viel George in de rede, "u maakt Robby aan

Westersche HarteD 2

(9)

het schrikken ••• hij begrijpt u niet. 'n Beste, brave jongen, moe- ders kindje, geen haar kwaad bij - maar èrg conventioneel, wát Robby?"

Robert, een lange, ietwat gebogen jongen van 17 jaar antwoordde niet. De vervelende, blasé uitdrukking op zijn mooie gezicht, dat ontsierd werd door 'n slappen mond, veranderde niet.

"Niet plagen," zei Lous. "Lotty, laten we solidair met Robby zijn, straks neemt George ons te pakken. Weet u, tante Lilian, George heeft een slechte reputatie. Hij moet altijd plagen en hij ontziet niets en niemand. Ik dacht vroeger dat hij mij zou sparen, omdat hij al zijn gif over de anderen bij mij uitstortte ... maar neen hoor, op 'n goeden dag werd me overgebriefd wat hij van mij vertelde."

"Kón niet erg geweest zijn," viel George haar in de rede, "hoog- stens dat je coquet en 'n beetje gier ... neen, laten we zeggen, vasthoudend bent."

Tom Voorhoeve slenterde nu ook aan ...

"Zoo Rob - Kerel, wat ben jij fijn! ••• je kunt wel zien waar de duiten zitten."

Robert gaf geen antwoord, maar trok met duidelijk zèlfbehagen de voorpanden van zijn smoking tot elkaar.

"Schatjes," zei George met 'n minachtend lachje, lIga nu toch je plicht doen. Oh, hoeft al niet meer, daar gaat de gong •.• één- maal, tweemaal - à vous, mesdames."

...

In de groote eetzaal stond de tafel in hoefijzervorm gedekt - fèl roode amaryllis tusschen fijn venushaar en asparagus lagen hier

en daar als kleurvlekken op 't fijne, witte damast. Het zilver lonkte met honderd lichtjes, waar de schijn der electrische lampjes er op viel en in de glazen parelde Je eerewijn.

In statige rij zaten de ouders, de zes paren der kinderen, alle getrouwd en de negentien kleinkinderen.

Grootpapa, voor eenmaal onconventioneel, zat naast Grootmama, als wilden ze in dit feestuur hun heelen langen gang door het leven symboliseeren. Daarna, volgens ouderdom, de zoons ~n schoon- zoons elk met de vrouw of man van ' n ander naast zIch - dan de kleinkinderen, 'n bonte, woelige, joelige rij.

Op het menu stond - "Een korte toespraak, verder geen

speeches vóór het ijs." .

Lotty zat naast George. Ze had zóó gehoopt naast Tom te ZItten, maar aan haar anderen kant zat de jongste aangetrouwde oom, Aart van den Bergh - in de familie bekend om de ellenl~nge zoutelo~ze verhalen zonder kop of staart die hij deed. Lotty WIst dat zoo met, maar de minst belangrijke kwam altijd naast hèm te zitten, want 't werd als een penitentie beschouwd: zoo'n avond naast hem, ook al had hij de natuurlijke gezelligheid van een "purrende kater".

Ze keek naar Tom, die zat tusschen Lous en Epi. Lous, wel aar- dig, maar Epi 'n typische Haagsche nuf, met 't malle Haagsche , spraakje en rare opvattingen over wat je al of niet ~on doen. Ha~~, haar eenige broer was een vette, stijve burgerJongen, degeh}k en fatsoenlijk maar zonder het minste sprankje eigenheid ... Tom zat er gelaten tusschen, alleen toen hij even haar oogen te pakken had, begreep ze dat hij haar meelij voelde en waardeerde. .

Aan den anderen kant naast Epi zat Rob, correct, veel te chiC voor een jongen vent en naast hem - want nu ging het opwaarts - tante Lilian met aan haar anderen kant Oom Staaf.

Lotte kende oom Staaf wel. Rijk, succesvol in zaken, groote

(10)

maar hier waar dat niet kon of mocht, werd hij vervelend.

Rob kon over niets praten dan over sigaretten, wijn en auto's.

Lotty dacht "arme tante Lilian, voor den enkelen keer dat ze uit- gaat, heeft ze géén geluk."

Oom André zat naast een van zijn zusters, tante Pie, de vrouw van Oom Teun. Tante Pie was 'n zeldzaam aardige vrouw, joviaal, hartelijk, altijd bereid de heele wereld te helpen, de zorgeloosheid en goedigheid zelf. Aan ûjn anderen kant, zijn schoonzuster Emma, koud, dor, hooghartig en dom, rijk, veel te rijk. Haar leven kende weer andere problemen dan dat der anderen. Soms moest ze er eens uit, omdat ze zoo oververmoeid was van al haar gasten en uitgaan. Als ze zoo iets vertelde in het bijzijn van tante Lilian, die haar heele huishouden deed, glimlachte deze op een manier, waar- van George zei: "Her smile speaks volumes I"

Zij zat tenslotte nog niet zoo kwaad, als ze zich vergeleek met de twee eenigen die haar hier interesseerden.

"Jetzt geht es los 1" fluisterde George.

Grootpapa was opgestaan en heette allen heel hartelijk welkom aan zijn tafel. "Er waren/' zei hij, "uren geweest waarin hij erover gepiekerd had, hOè dit feest te ontloop en, maar nu hij allen zoo genoeglijk vereend zag was hij blij dat Grootmama hem van zijn booze plan had afgehouden - en nu - "bon appetit" en geen speeches vóór het ijs. Op jelui allen !"

"Op grootpapa," riepen de jongeren.

"Op u, op u" van alle kanten. Maar opa zat al en de bedienden brachten de hors d'reuvres al rond •.. Jan, de chauffeur-huis- knecht en de knecht van oom Ben schonken "Sauternes" in. Oom Ben's knecht had de hebbelijkheid erg te blazen. In de familie heette hij "de blaasbalg."

I

~

I

I

I

beneden. ,,'t Is al erg genoeg in je hals, geen slagwinden over den k op . .. rrr. b

,tI

"Schei toch uit, George, je mag je wel eens met je andere buur- vrouw bemoeien."

"Even kijken," zei George brutaal, "nog niet eens gezien, wie 't is. Je ziet, kind, welke bekoring er van jou uitgaat. Een zon, die alle manen verduistert ... !" en dan zich half omkeerend riep hij verwonderd uit: "Noortje van tante Mia, kind je bent gegroeid."

"Jij ook," zei Noortje vinnig. Ze hield niet van George. Vader en moeder spraken heel onaardig over hem en "terecht" vond ze.

Ze was zestien, ze hoefde zich heusch door hem niet als kind te laten behandelen.

"Is dat venijnig bedoeld ?" vroeg George, "dan mag het niet.

Wie den drempel van Lindenheuvel overschrijdt, moet alle hoop op ondeugd of venijnigheid laten varen."

"Wat ben je toch geestig en gevat," snibde Noor ••• Lotty luisterde naar de schermutseling. Ze mocht Noortje niet erg, ze hield het meest van de V oorhoeves, ouders en kinderen. Mis- schien kwam dat, omdat moeder zooveel van tante Pie hield en omdat ze, net als de Waalsen, ni et rijk waren. Er was iets onge- noeglijks in den te groeten rijkdom van oom Ben en oom Nol.

Je at er nooit eens gezellig onder elkaar, eeuwig stond er een flunkey achter je. Ze herinnerde zich een diner met een heerlijken vol-au- vent. Tante Emma had niets gezegd. In de familie was het zóó, als er ergens niet genoeg van was voor een 2de "helping" zei de gastvrouw "f. h. b." (family holds back), was er èrg veel dan zei ze, ongemerkt natuurlijk tIm. i. k." (more in kitchen). Dien keer was er niets gezegd dus was een "second helping" toegestaan. Ze had dolle zin in de heerlijke stukjes zwezerik en de blanke champignons,

(11)

maar de ironische blik van den "flunkeytt belette haar eenvoudig nog wat te nemen. Bij tante Pie was het net als thuis. De schalen kwamen binnen op den dienbak, die op een laag tafeltje gezet werd, en gingen daarna gemoedelijk rond. Dit diner vond ze ook vreeselijk. Je moest zóóveel praten, dat je geen tijd had behoorlijk te eten. Zonde en jammer van de lekkere schotels.

Toen George even ophield Noortje te plagen, zei ze : "Je eet haast niets - 't is zonde van dat lekkere eten."

George deed verontwaardigd en mal: "Wat, Nichtje, moet ik nu ontdekken? Ben je zoo materialistisch? Foei! Wie heeft ook gezegd:

tImen eet om te leven, men leeft niet om te eten ?tt

"Altijd nog beter dan om flauwe moppen te tappen,tt snibde Noor weer.

"Niet zoo somber, dierbare Noor, als jij alleen flauwe moppen weet, kan ik je best eens aan een paar geestige helpen.tt

"Ik had het niet over mij maar over jou."

"Wie kon zooiets vermoeden? Jij, die zoo'n pracht opvoeding hebt gehad, jij zou persoonlijk worden? Lieve Noor, je wilt toch niet dat ik dát geloof •.. ?"

Lotty zat te gnuiven. George dreef het wèl wat ver, maar Noor verdiende het zoo echt.

"Hoe heb jij het, Lotte '?" riep Lous van den anderen kant van de tafel .••

"Gaat best. En jij '?"

Maar Lous praatte alweer met haar buurvrouwen toen Lotty's oogen de. tafel ronddwaalden bleven ze met aandacht op tante Lilian gevestigd.

Tante Lilian keek langzaam de rij van gasten langs, zóó langzaam dat het was of ze van elk een aanteekening maakte in haar ge- heugen. Er was in haar blik iets van meelij en goedheid, van be- en

verwondering. Ze sprak met Rob, noch met oom Staaf. Den ge- blaseerden, ijdelen, oerdommen Rob, voor wien letterlijk het leven niet veel meer was dan 'n rij dagen en nachten met van tijd tot tijd 'n goede sigaret of'n nieuwe auto, moest ze wel verafschuwen en oom Staaf? Lotty, hoe jong ook, voelde wel dat ook met hem niet te praten viel. Oom Staaf kon zoo zeggen: "Ik vind het heerlijk om naar mooie menschen te kijken." Dat maakte dat allen, behalve tante Cor, die er nu niet was, hem uit den weg gingen, uit angst voor zijn oordeel zonder woorden.

"Oh!" zei Lotty opeens, "ik wilde dat het hier was zooals in Amerika .•• daar schijn je onder een diner van plaats te mogen ruilen. Je neemt je bord op en een flunkey draagt je de rest na en je gaat staan naast degene, waar je mee praten wilt, tot de stoel er naast vrij komt/'

"En jij zou dan naast Tom kruipen," zei George.

"Mis - naast tante Lilian.tt

"Lotty - dear, je valt me èrg mee. Je hebt veel beteren smaak en meer gezond verstand, dan ik dacht."

"Vindt jij haar óók zoo aardig ?"

"Aardig? Neen. Tegen mij is ze niet aardig. Maar ze is de moeite waard."

Noortje wees plagend op haar voorhoofd en imiteerde de titel- plaat van "je sais tout."

"Dat ben jij George, je sais tout, coute un franc.tt

"Mis kind, zes tegenwoordig.tt

"Zeven!" riep Lous. .

Tante Lilian keek nu met 'n schat van teederheid in haar oogen naar de beide oude menschen. Lotty begreep dien blik niet goed.

Grootpapa en Grootmama waren nooit erg aardig voor tante Lilian geweest.

(12)

Toch kon het niets anders dan liefde en teederheid zijn die ze uit tante's blik las. Ze beloofde zichzelf - als ze ooit een kansje kreeg - tante te vragen hoe dat zat.

Ze voelde de stilte, die plotseling ingetreden was en waartoe het teeken gemist had, als iets bijna vijandigs.

Ze kende dat van andere fuifjes op school en van de tennisclub.

N u was het tijd om een gezicht te zetten, het oogenblik der speeches was aangebroken. Weer keek ze naar tante Lilian. De mooie innigheid van daarstraks was verdwenen en had plaats gemaakt voor beleefde belangstelling. Oom Aart was van te voren al ontroerd, keek naar zijn bord .•.

Toen begon het - de eene speech na de andere, alle vol gevoel. .•

Alle lief en vriendelijk. Ze had half en half verwacht, dat er op dezen avond wel 'n beetje geest los zou komen - of geestdrift - maar niets. 't Was alles als altijd, keurig en banaal. Ze soesde zoowat weg, gedragen op woorden na woorden, stond op met de anderen, klonk en glimlachte t.1l vond het een saai gedoe. Maar opeens was ze klaar wakker. Grootpapa sprak vader toe ..• : "en jij, Erwin, mijn goede schoonzoon, jij hadt één wensch •. ."

"Gelukkige," spotte George zachtjes, "ik heb er wel honderd."

"Ssst .•. !"

" ... en ik geloof dat ik hem voor je in vervulling heb doen gaan."

Een enveloppe ging van hand tot hand. Tante Lilian keek vol sympathie naar Lotty'svader. Dan ving Lotty moeders blik op - een blik vol spanning, waarin géén nieuwsgierigheid school.

"Open doen, open doen!" werd er geroepen. Erwin van der Waals kleurde .•. aarzelde ... "Natuurlijk opendoen," zei grootmama.

Even stond vader als verpletterd. Eenige papieren gingen door zijn handen, hij las ze en reikte ze zijn vrouw. Hij wilde spreken- kon niet. Lotty voelde, dat ook haar keel toegesnoerd was.

Grootvader begreep, stond op en zei:

,,'t Is eigenlijk niets .•. een permissie van den Franschen opgra- vingsdienst in Siam om een jaar mee te komen graven - en dan natuurlijk drie reizen."

"Drie !" 't was meer een gil dan een vraag.

M 'k' , k '2"

" ag 1 00 mee.

"Maar Lotty-lief, 't leven is toch te kort om je van vader en moe- der te scheiden. Natuurlijk ga je mee en je gaat een jaar later naar Leiden."

't Was even een oorverdovend "hoerah!" dat opging en waarin Erwins stem, die diepen dank stamelde, verdronk.

Hij ging naar Grootpapa toe en drukte hem de hand, dán naar zijn schoonmoeder, die hij kuste. Ook Jet omhelsde de beide oudjes innig en teeder .•. Van de verdere speeches hoorde Lotty niets meer.

Er was plotseling in haar leven iets gebeurd, waarvan ze z;ich langzaam rekenschap wilde geven.

"Verdraaid" zei Georges "je moet toch maar in een goed blaadje staan."

"Kan iedereen niet", zei Noor nijdig.

"Lot, fijn voor je", riep Lous.

En later, toen alles afgeloopen was en Frits, Rob en Amy van Oom Staaf en George, Jan, Tom, Kitty, Liesje, Geert en Maarten van Oom Teun en tante Piezich aan't verkleeden waren voor een co me- diestukje, kwam tante Lilian bij haar staan.

"Kind, wat 'n geluk!" Ze aarzelde even en zei dan: "Mag ik je een raad geven? Leer deze regels van Kipling uit je hoofd:

"East is east and west is west and never the twain wiU meet." En zeg ze telkens, wanneer er in het Oosten iets is wat je hindert. East . "

IS east ....

"Ik schrijf ze straks even op, tante. Maar ik geloof niet dat

(13)

iets me hinderen zal, al kan ik er nu nog welmg van zeggen."

"Dat hoop ik. Ik ben óók in het Oosten geweest. Mij hinderde in den beginne veel. Je moet denken, 't is alles zoo héél anders. Die regels van Kipling hebben me erg geholpen. Waarom zouden alle menschen hetzelfde zijn? 't Andere van onszelf moet ons juist boei- en. En dan: tracht alle éérste indrukken vast te leggen. De eerste aanblik van een stad, waarvan je nog niets weet! Alles is verrassing, 'n wonder! Na een paar dagen is alles alweer bekend - dan is de fijne glorie weg. En nog wat: "Do in Rome as Romans do." Tracht zooveel mogelijk van het èchte leven van een vreemd volk te zien en geniet - geniet! Een reis is een cadeau voor je leven, wat je daar leert en ziet kan niemand je ooit weer afnemen."

Lotty luisterde en besloot tante Lilian's raad te volgen.

"U weet niet hoe dol ik het vind."

"Jawel kind. Er was eens een dag dat ik voor het eerst met een boot naar Noorwegen ging. Een boot met een romantischen naam:

de Olaf Kyrre. Ik weet nog alles - . "

,,0, toe, vertelt u!"

"Er is niet veel te vertellen. We waren thuis met ons tienen en er was niemand om me weg te brengen dan de meid die mijn koffertje droeg. Toen ik over de loopplank liep, was het of mijn hart zóo hard bonsde dat alle menschen het hooren moesten. Op het oogenblik dat de boot van wal stak, zocht ik tusschen de menschen die achterble- ven naar Marijke, onze meid. Maar Marijke had wel wat anders te doen dan te wachten tot ik afvoer .... Over de verschansing hingen de passagiers en zwaaiden. - Ik zwaaide ook, zóo maar tegen nie- mand en allen, want ik schaamde me voor mezelf over mijn verlaten- heid."

"Hoe zielig."

"Misschien - m ar als je zoo jong bent besef je dat niet - . Ik

11

was een raar, fantastisch kind, denk ik. Toen de boot de haven uit was, voelde ik me los van alles en allen, een heel nieuw wezen met X mogelijkheden ..• Ik weet nog goed dat ik door de patrijspoort keek en dacht: "Wie ben ik nu - Lilian? En wát ben ik nu? 'n Wereld- reizigster, een prinses?H

"Oh, tante Lilian!" riep Lotty enthousiast uit, "hoe heerlijk!H

"Ja kind, zóo heerlijk dat ik nu nog dat kleine meisje van toen benijd. Wat was de wereld prachtig!"

"En nu tante?"

"Nu óók, maar weer anders. Er zijn nu geen wonderen meer, die zijn allen opgeslokt door dat allergrootste wonder, het Leven zèlf."

,,'t Is verrukkelijk, vindt u niet, op de wereld te zijn -"

,,tt Is onuitsprekelijk goed ••• "

Maar dan kwamen de anderen en ging tante Lilian ongemerkt terug, naar waar Jet van der Waals met tante Pie stond te praten.

"Geef je een afscheidsfuif, Lotty?"

Oma, die in de buurt was en dit hoorde zei 'n beetje stijfjes: "Is deze "fuif" niet genoeg?" En de nadruk op "fuif" zei duidelijk, dat Oma niet van dat soort woorden hield.

"Maar Oma, we zien het wurm misschien nooit meer", zei Lous expres theatraal.

,,'n Reuzenverlies zou dàt zijn, snibde Noor.

"Kom kom, niet zoo somber," kwam George weer tusschenbeide, met zijn "passe partout" op alle omstandigheden... onkruid vergaat niet en 't schoone Cambodja is de Belgische Congo niet."

"Aantreden," riep Tom, "we gaan de familie onze talenten too- nen."

Het tooneelstukje, dat voorstelde Grootpapa en Grootmama's huwelijk was een buitengewoon succes. Uit lang vergeten koffers hadden ze kleederen van vijftig jaar geleden gehaald en wat daarna

(14)

"Voor we beginnen, moet ik even vertellen van mijn treurig Odyssea om een queu de Paris te vinden," zei Kitty.

"We zijn één en al oor/' zei Grootpapa, wiens keelpijn hem niet belette vroolijk mee te doen.

"Weet u, ik dacht dat zulke dingen nog te koop waren. Maar neen, hoor. Toen ben ik naar 't Rijksmuseum gegaan en naar de Lakenhal in Leiden, maar zonder succes. Je vraagt je af wààr al die dingen gebleven zijn. Eindelijk heeft een oud vrouwtje uit een manufacturenwinkel me verteld hoe zoo'n ding gemaakt werd.

Maar dat valt niet mee."

't Viel wèl mee, want Kitty zag er allersnoezigst uit met haar hooge kapsel en lange krullen op zij, haar jurk met strooken en 't hooge halsje afgezet met 'n ruche.

Ook de anderen zagen er genoeglijk uit. Tom, die als huisknecht fungeerde, stikte bijna in zijn Dickensachtigen boord, maar bewoog zich heusch als 'n echte, ,huisknecht", toen hij Kitty een stijven ruiker van braaf bijeengebonden bloemen aanbood met 'n 1870 compliment.

't Tooneeltje stelde voor den avond van het aanteekenen ..•

Alle familieleden van toen waren bijeen en zóó goed was alles gedaan en zoo sterk was bij de meesten de familiegelijkenis, zóó harmonieus deden ze in dit milieu, dat allen even de illusie hadden dat de tijd teruggerold was. Heilwenschen op rijm werden den ge- huwden van voor vijftig jaar, die zich daar nu als in levenden lijve terugzagen, gebracht ••• Oma en Opa hadden tranen in de oogen en éé 1 oogenblik had het geheel het zoet-weemoedige van-dat-wat- nooit-meer-terugkomt. Maar dan ging het volle licht op en mengden de 1870'ers zich onder de anderen.

Even later voerde het groepje een paar oude dansen uit tot groot

een paar danspasjes waagden.

"N u een foxtrott !" riep George, die huiverde van al wat verleden en verdwenen was."

"Dan verkleed ik me even, jelui ook '?" vroeg Kitty en allen voelden dat bij die kleeren uit voorbije dagen geen moderne dans hoorde.

"Dansen, Lot'?" vroeg George.

"Omdat je het zoo keurig vraagt."

"Leef je nog in 1870'? Wacht dan," en spottend zei hij : "De jonge man treedt met een glimlach op de lippen zijn danseres tegemoet, maakt met één hand op 't hart een diepe buiging en zegt:

"Mag ik de eer hebben '?"

"In ieder geval leuker dan zooals jelui nu doen. Ik erger me soms dood aan de off-handsche manier waarop de jongens ons behan- delen."

"Juist een compliment, ze stellen jelui gelijk met hen zelf •.. "

"Dat zijn we niet - waarom zouden we doen alsof - "

"Lotty, kind, je bent 'n schat naar mijn hart."

T om kwam nu bij hen: "Lot, wat een bof voor je •.. !"

Ze keek hem aan met een stukje hemel in haar oogen. Hij klopte haar op den schouder: "Ik gun het je zoo van harte maar ik hoop toch dat mij ook eens zoo iets te beurt valt. Zal je schrijven ?"

"Briefe, die ihm nie erreichten," spotte George, "lieve jongen, wie schrijft er nu aan zijn e i gen neef?"

"Ik" zei Lotty vurig, "maar alleen aan Tom."

"Weer 'n streepje vóór," plaagde George. "Tom, wat doe je, om zoo onweerstaanbaar te zijn '?"

"Jou imiteeren," lachte Tom en nam Louis arm.

"Even de oranjerie ingaan '? 't Is er zoo fijn, de oleanders bloeien

(15)

en de azalia's en de vanille die je nu gauw zelf zult plukken."

"Ik durf er nog niet aan denken, Tom. Als er tèch eens iets tusschen kwam. 't Is zoo ongeloofelijk. Vanmorgen was ik nog een gewoon gym-kind en nu? Tom, zeg gauw, er kán niets tusschen- komen, wèl ?"

"Natuurlijk niet, malle .•• " Ze zwegen even, genoten van de warm vochtige Oostersche geur van vanille en orchideeën - dan zei Tom: "Dat meende ik daarstraks - zal je me schrijven ?"

"Natuurlijk - als ik tijd heb."

"Neen, óók als je geen tijd hebt. Voel je niet Lot, hoe ongeloofe- lijk nieuwsgierig ik ben. Jij en ik, we zijn zoowat 't zelfde. : • ik verlang ook zoo razend die malle groene bol waarop we met x ki- lometer per seconde ronddraaien te zien."

. "Ik zal je schrijven," zei ze zacht •.. "ik begrijp zoo goed wat Je nu voelt ... "

"Zeg" vroeg hij "je hebt met tante Lilian gesproken ... hoe vindt je haar?"

"Ja? Hoe? Anders dan alle anderen, zacht en sterk en zoo natuurlijk. Lang niet mooi, maar toch begrijp ik dat oom André voor haar door het vuur gaat ... Maar ze past heelemaal niet bij onze familie. Ze is als 'n stuk natuur ... "

"Fijn, dat jij haar óók mag ... Heb je gezien hoe ze aan tafel maar van den een naar den ander keek. Ik vraag me af wat ze ge- dacht heeft. 't Is alles tèch wel een beetje mal, hè ?"

"Behalve het tableau, want dat vond ik zoo aandoenlijk, en •.. "

"Nu ?"

"Ik heb er zooveel van geleerd. Ik dacht er over mijn haar af te lat~n knippen maar nu doe ik het vast niet. Wat zagen ze er snoeZIg en echt vrouwelijk uit."

"Behalve die heel lange r"kken."

"De onze toonen ook niet veel moois. •. Ik ga wel eens met mijn rug tegen een winkelruit staan om naar beenen te kijken, ik zèg je, 't is vreeselijk."

"Jelui loopen eigenlijk op straat zoowat in badcostuum. Maar voor mij n vrouw zal het niet waar zijn, ik vind het ergerlijk ..• "

"Dan ben je toch zeker de eenige onder je vrienden ?"

"Kan je denken. Jelui meenen dat wij het leuk vinden ... "

"Daar denken we niet aan •.. "

"Lieve kind, jij misschien niet maar 90% zeker. Nu, èchte mannen vinden het walgelijk, we zijn au fond toch romantisch al doen we

"vrij". In iederen man sluimert een ridder en volgens Nietzsche, een kind."

"Wie is Nietzsche ?"

"Een amateur filosoof, een artist."

"Moet ik hem lezen ?"

"Neen, waarom? Nietzsche is een "Vemeiner". Weet je wat je lezen moet? De levensgeschiedenis van een onbekende freule uit de 18de eeuw. Ze heette Belle van Zuylen en woonde in Utrecht.

Ze trouwde met den gouverneur van haar broer, een brave Zwit- sersche edelman. Ze trouwde met een illusie, met het beeld dat zij van Mr. de Charrière saamgesteld had. Toen ze zag dat alles een vergissing was, nam ze zich voor haar lot moedig te dragen, ze had het immers zèlf gekozen ?

Op die vrouw ben ik verliefd ... Tante Lilian doet me aan haar denken. Zacht en krachtig, innig, teeder en sterk."

"Weet je Tom, dat is mijn groot gebrek, ik heb behalve wat voor 't gym moest, zoo weinig gelezen."

"Ik óók niet zoo héél veel. Aan veel boeken ben ik begonnen en heb ze dan na de eerste honderd pagina's weer toegeslagen en de meeste die ik ten e' nde las waren óók een teleurstelling •.•

(16)

Maar laatst heb ik iets gelezen dat toch zeer de moeite waard was : Sternstunden der Menschheit van Stephan Zweig •.. en 0 Lotty, je moet alles lezen van Sinc1air Lewis. Niet van dien Upton Sinclair, dát is rubbish •.. maar Sinclair Lewis is fijn. 't Is als een frissche wind die over de velden waait en met alle onkrwd afre- kent. En dan Harbottle van John Hargrave, daar heb ik bij zitten brullen van 't lachen, maar soms heb ik ook tranen in mijn oogen gehad."

"Toe, stuur me een lijstje eer ik wegga ..• "

"Wat'n woord, hè 1 Wegga! Jij gaat echt weg en voor'n jaar •.. "

"Als ik dán nog maar zin in Leiden heb."

"Moet je toch maar doen, ik ben dolblij dat ik studeer, om de studie natuurlijk maar toch óók om wat er bij komt, het dispuut en zoo. Je wordt toch wel een beetje mensch. En dan, je vrienden die dezelfde belangstelling hebben."

"DOl Tom, alles.. . Ja, ik zal schrijven... maar jij schrijft ook, hoor! Allerlei gezellig nieuws, óók van de familie. George zegt, die wordt zoo dierbaar als je veraf bent."

"Verwacht in Godesnaam geen trouw verslag over het doen en laten van al de van Sisterens en aanhang."

"De kleintjes kunnen me niets schelen. Maar als Lous verloofd raakt, moet ik het weten en als Noor iemand de oogen uitkrapt ook."

"Gesnapt!" 't Was George die vanachter een paar groote plan- ten te voorschijn kwam. "Zoo tortelduifjes ... neef en nicht ...

" I"

mag ruet •...

"Jij bent altijd even flauw," zei Lotty.

"Stoor ik zóó erg?"

"Ja" zei Tom, eigenlijk wel, want we waren even ernstig .•. "

"Gevaarlijk, Babies ..• en 'k had nogal zoo'n leuk nieuwtje."

"Vertel gauw, dan zijn je zonden je vergeven, niet Tom ?"

Tom haalde de schouders op. "Nieuwsgierigheid, uw naam is Lotty."

"Kan me niet schelen, vertel gauw."

"Nu kindertjes, de familie van Sisteren is aan een familie-schan- daal ontsnapt. Dea ex machina, die lieve Noor. Verbeeldt je, tante Lilian zei iets van "snibbige meisjes die de beste menschen van zich afstooten," waarop 't wicht zei: "Er zijn menschen die af- stooten niet zoo erg vinden en toch komen, al weten ze dat ze alleen gevraagd worden als aanhangsel. Tableau 1"

"Hoef je niet te vragen hoe daar thuis over tante Lilian gesproken wordt."

"Ze moeten haar op de knieën excuus laten vragen," vond Lotty.

"Neen, ondiplomatieke, impulsieve jonge dame, ze moeten niets. Er is al een groote fout begaan, doordat iedereen plotseling zweeg en ernstig keek. Over zooiets praat je heen of je het niet gehoord hebt. Die plotselinge stilte maakte het geval pijnlijk voor tante Lilian. Even maar hoor, toen zei ze:

"J e hebt gelijk, zooiets komt voor. Men kan zich boven een situatie plaatsen."

"En nu 1"

"Niets. Tante Mia en oom Walter zullen Noor thuis wel onder- handen nemen en tante Lilian heeft weer eens een prettigen in- druk ervan, hoe de familie tegenover haar staat."

"Behalve Vader en Moeder en wij allen" vond Lous.

"Behalve de eenige verstandigen in de familie" dikte George aan.

"Dak op 't huis" zei George weer, want om den hoek der aza- lea's kwam Rob van Oom Ben aan ... Spick and span, met een blasé uitdrukking op ûjn wel knap geÛcht •••

"Ik geloof dat jelui verwacht worden om afscheid te nemen ...

Westersche Harten 3

(17)

De menschen verlangen naar bed," zei hij stijf .••

"Vooruit dan maar" zuchtte Lous. ,:t Is zonde, dat er zooiets bestaat als et"n bed - de dagen zijn véél te kort.

"Dan moet je naar Parijs komen, bij mij. Parijs erkent geen nacht ... Om elf uur ga je nog even een vriend opzoeken. Trou- wen , Tom, hier in Leiden is ' t ook niet erg verschillend."

"De eerste en tweede jaars doen dat 't meest - na je candidaats ga je je voelen en begint het echte werk. Ik heb er nooit zooveel voor gevoeld, d'r blijft toch niets van over."

"Brave Hendrik," schold George.

"Niet precies. Als ik het leuk vond zou ik het vast doen, maar ik kan niet tegen drank en je moest eens weten, hoe ellendig het is tusschen jongens te zitten die gedronken hebben •.• "

"De meisjes drinken ook aardig, niet?" vroeg George.

"Alleen de minderwaardige typen, die student worden zon- der liefde voor de studie, om jongens te leeren kennen, paard te rijden, fuifjes te hebben en zi h "Stud" te kunnen noemen. Maar er zijn gelukkig nog wel ernstige kinderen voor wie werk nummer één is. Die komen er ook wel. Wat gesjeesd is, is niet veel bij- zonders, slappelingen, die in haar verdere leven ook niets waard zijn, karakterloozen."

"Ik zou geen "gestudeerde" moeten hebben" zei George ..•

"Blauwkousen die prat gaan op een titel, en hun man uit de hoogte behandelen."

"Zijn ze heusch zoo erg, Tom?"

"Och Lotte, laat je niets wijs maken. De echte knappe zijn even eenvoudig als tante Lilian of jij ...

Lotty maakte een buiging: "Merci, dat je me in één adem noemt met die dierbare."

Rob keek verbaasd op : "Heb je je ziel verpand aan l'Intruse ?"

W · b d l ' '2"

" 1e e oe Je.

"Oom André's vrouw natuurlijk .•• "

George stond op, voor 't eerst ernstig en zei woedend:

"Terugnemen! Dadelijk! Jouw nul, hoe durf je •• '?"

Rob sarde : "Ook al verliefd op die •.. "

Maar George's hand lag op zijn mond. "Beter zoo, dandy, anders had ik je dood moeten slaan ..• en nu wèg ... "

"Voor jou zeker!" siste Rob ..•

"En gauw, en geen praatjes maken - en eerst Lotty excuus vragen dat je in haar bijzijn gelasterd hebt."

Alle vreugde was van George's gezicht verdwenen; doodelijke ernst stond erop te lezen. Zwaar drukte zijn hand op Rob's schouder:

"Néér zeg ik je, lafaard, en nazeggen: "Lotty, ik vraag vergeving voor het feit dat ik in jouw tegenwoordigheid een onschuldige, achtenswaardige vrouw uitgescholden heb."

Het was een vreemd moment toen Rob de woorden met een stem dof van ingehouden woede herhaalde.

Eigenlijk was het een bespottelijk tafreel ; toch lachtte niemand.

"Daar heb je de "ridder" in George," fluisterde Tom even later toen Rob nijdig wegliep, Lotty in 't oor.

George was nu weer wat bijgetrokken en had zijn gewone kleur teruggekregen.

"Kom menschen, laten we nu aan 't afscheid mee gaan doen, en vergeef me, Lotty, maar 't was noodig. Die nare blasé, die nul, moest even een lesje hebben."

,,'t Was fijn !" zei Tom •.. Dan kwam oom Ben hen al tegemoet.

"Jongens, we gaan. Rob ook geûen ?"

"En Of," zei George, "echt gezelligen tijd met hem gehad.

Oom Ben die niets vermoedde schudde handjes, en nu was het plotseling een kluwen handengevende, afscheidnemende menschen.

(18)

"Opa,H zei Lotty, "ik wou dat u wist wat ik voel, al kan ik het niet uitzeggen:'

"Ja zeker 1" bromde Grootpapa, zijn oogen al in de verte, half slapend, "ja zeker, dat begrijp ik wel:' Anderen verdrongen haar, maar 'n stem vlak bij zei: "Hoe zou hij dat kunnen begrijpen?

Grootpapa is te rijk geweest om ooit te droomen, de arme .••

Hij moet 't nu maar doen met de vreugde die hij ons geeft:' 't Was natuurlijk Tom, (de wijze kater, noemden ze hem in de familie).

"Boomen we nog eens vóór je weggaat?" vroeg hij. "Dan breng ik wat boeken mee voor de reis. 'k Moet ze wèl terughebben, want er staan overal aanteekeningen in:'

"Natuurlijk!" En dan spontaan: "Tom, ik zal jou missen, jou en tante Lilian die ik niet eens ken:'

"Nu Lotty," zei Grootmama, die van groep tot groep ging, "hoe voel jij je als toekomstige wereldreizigster ?"

Lotty had Grootmoeder zoo graag een kus gegeven, maar daartoe was Oma veel te chique en te hoog. 't Zou zoo veel gemakkelijker geweest zijn, want woorden kwamen zoo moeizaam ...

"Wonderlijk" zei ze alleen en Grootmoeder vond dat ze wel eens had kunnen bedanken.

"Nu Lotte, tot ziens ••. " Tom was weg met oom Teun, Tante Pie en de zes anderen.

Op 'npaar meter afstand stond tante Lilian alleen en keek rustig met ' n prettigen glimlach naar de afscheidsdrukte.

"Ga jij ook heen? En hoe anders dan je gekomen bent. Kind, voor jou is vandaag een wonder gebeurd."

"Meerdere" zei Lotty en dacht aan George, hoe ze hem voor 't eerst in zijn ware gedaante gezien had. "Tante Lilian, gelooft u ook dat iedere man in zijn ziel graag een held wil zijn ... '?"

"- Ol ;.

o

(19)

"Dat zei Tom vanavond."

Tante Lilian dacht even na en zei dan:

"De goeden zeker ... , zoc:lls iedere vrouw graag een "heldin"

is .•. Bij den man uit dit zich liefst in daden, daar is het actief, bij de vrouw bij voorkeur in "verdragen", daar is het meestal

"passief" • Ik ben er haast zeker van dat J eanne d' Arc zich pas heldin voelde, toen ze naar den brandstapel geleid werd, al 't vorige was

"gewoon" voor haar, dat moest ze doen, maar in 't slachtoffer zijn voelde ze de heldendaad."

" Tante Lilian, ik vind het heerlijk om weg te gaan, maar ik zou toch best hier willen blijven als ik eIken dag bij u mocht zijn."

Tante Lilian sloeg haar arm om 't meisje en kuste haar. "Over- drijf je wel eens 1"

"Misschien, maar dát is echt waar."

"Dan ben ik blij voor jou dat je me niet iederen dag kunt zien •••

Schrijf je me eens, ik zal je trouw antwoorden."

Lotty sprong onbehoorlijk de lucht in :

"Dol. .. I"~ In de verte stond Erwin en Jet van der Waals, Lotty's vader en moeder en glimlachten .•. Ze waren blij dat Lotty en Lilian elkaar begrepen want ook zij hielden van die sterke, eenvoudige vrouw, voor wie in 't leven weinig anders gold dan haar man en haar werk en die zich zoo totaal vreemd voelde in dit milieu van geld en zoetsappigheid .••

"Lilian, tot weerziens," zei Jet.

"Lieve Jet, als je eens kon beseffen hoe innig blij ik voorje ben."

Ze kusten elkaar, dan gingen ze elk een anderen kant uit, inner- lijk toch verbonden.

* * *

(20)

Op den terugweg naar huis was in haar brein niets dan tante Lilian.

,,0, ik had haar nog willen vragen wat ik mee moest nemen aan kleeren. Ik moet haar morgen een briefje schrijven. Wat 'n schat! Neen, mooi zeker niet, lang niet, maar hoe veel prettiger dan.,de ~eeste mooie menschen. Tante Lilian had een genoeglijke leehJkheId over zich die je boeide en op je gemak stelde. Ik vraag me af of George werkelijk zoo dol op haar is. 't Was fijn, dat die

e~lendige Rob eens op zijn kop kreeg. Zal nu wel een toontje lager zmgen ! Verbeeldt je dat die reis eens niet doorging I" Ze sidderde.

Dat kèn niet. 't Was haar plotseling als was die reis een levens-

voorwaard~ ••• "Wat ben ik toch mal" dacht ze, als 't niet ge- beurt zeg Ik maar tegen mezelf dat 't een droom was. Trouwens ik ben er niet zoo héél zeker van dat Grootpapa het werkelijk ge- zegd heeft.

"Slaap je Lotty ?"

"Neen Moeder, ik suf een beetje over vanavond."

"Wat 'n ongeloofelijk vooruitzicht, niet '?"

Maar er waren weer honderd gedachten door haar brein gegaan en ze antwoordde machinaal: "Ongeloofelijk."

Wat ze bedacht had was, dat ze, wat er ook gebeurde, van deze reis ging genieten, eruit ging halen wat erin zat. Ze zou zich door niets haar pleizier laten bederven en Tante Lilian's

"East is east" zou ze geen oogenblik vergeten. Dan dacht ze aan Noortje. De ziel! Uit alles venijn zuigen .•. vreeselijk ! Dat moest wel komen doordat tant Mia zoo zoetsappig en temerig was ..•

Lous was leuk. .• Wat 'n ondeugend ding om haar haar kort te laten knippen. 't Stond haar goed, maar toch •.. ze had zulk prachtig haar. Dan zong het weer in haar: "Siam!" Wat een

vooruitzicht - en daarna Leiden •••

Ver zou ze het nooit brengen - ze was nu eenmaal geen bolle- boos, maar ze zou tèch haar best doen. Kunst? Dat was wel aardig daar had je tenminste voor jezelf wat aan •.•

,,'t Viel me vanavond op dat je te dik wordt, Lotty," zei Moe- der, altijd bezorgd.

't Kwam nu zoo heel onverwacht tusschen haar heerlijke ge- dachten dat ze 't wel hooren moest. Anders ging het 't ééne oor in het andere uit.

Ja, ze werd te dik .•• ze moest meer tennissen en aan footing doen - maar ze hield er niet erg van. Ze las liever een mooi boek of schreef malle dingen voor zichzelf. Voor de honderdste maal nam ze zich voor, eIken morgen een uur vroeger op te staan en voor 't ontbijt te gaan wandelen - maar ze wist dadelijk dat ze er nooit toe komen zou. Dat was een van haar twistpunten met moeder.

Moeder liep met de ouderwetsche gedachte rond, dat lang in bed liggen "vies" is, zij vond het dol. Maar nu zou ze tèch ... Moeder had veel ouderwetsche ideeën hoewel ze bij de anderen vergeleken èrg modern was. 't Was tenslotte moeder die doorgezet had, dat ze naar Leiden zou gaan. Toen er sprake was van "op kamers wonen" waren de beperkingen losgekomen. "Op kamers? Goed.

Maar bij een nette familie waar 'n vast uur van thuiskomen was."

Lotty had het bespottelijk gevonden maar daar was niets aan te doen. 't Was nu alles weer voor een heel jaar van de baan, misschien was alles dan weer anders - wie dan leeft wie dan zorgt.

Thuis gekomen was ze in minder dan geen tijd in bed. Ze trachtte nog te denken aan Tom's boekenlijst - maar de namen rolden dooreen en tusschen hen door vlogen flitsen over Lous, George, Noor en de anderen. Ze zag in haar geest nog eens 't tafereeltje

(21)

den met 'n hoofd, duizelig van al haar droomen.

De dagen die volgden waren schoon als een storm die alles uit- vaag::le en de wereld vernieuwde. . . Het welbekende huis was als door een tooverslag veranderd, in een chaos herschapen. Waar een paar dagen te voren nog fauteuils gestaan hadden, lekkere, diepe Chesterfields, die luiheid tot weelde omtooverden, stonden nu groote "Hirondelle" koffers, keurige dingen als miniatuur kasten met grootere en kleinere laden, dingen, op zichzelf al een suggestie van reizen en verre landen, verandering en 't nieuwe.

Soms voelde ze zich gek worden van vreugde alleen alom á1 dit ongewone.

Er waren dagen en uren, dat ze versmolt van wilde, onstuimige emoties, gevoelens die haar bestormden en waar ze de baas niet over was. Er kwamen vrienden van vader en moeder en ook van haar afscheid nemen. Dát was al fijn om het nieuwe. Ze voelde dat zèlfs op haar iets afstraalde van vaders belangrijkheid en van 't gewichtige van al die koffers met groote etiquetten van de Mes- sageries Maritimes waarmee ze gingen ... Dat woord betooverde haar, had 'n klank uit den tijd van de Oost-Indische Compagnie.

Ze had Marco Polo gehaald uit de Bibliotheek en genoot van de wonderlijke tochten. 't Was het verschil van toen en nu dat haar interesseerde. Ze las over Marseille met het Chateau d'lf en de Cannebière - over Lyon met zijn oude Ghetto en zijn schitterend Musée des Tissus, waar alle stoffen der wereld uit alle tijden

gedragen hadden, la reine Berthe en Marie Antoinette.

Maar 't meest interesseerde haar het Oosten. Tante Lilian was afscheid komen nemen en had gezegd: "Lees er niets over, ga eerst zien. Er is over het Oosten zooveel onzin geschreven.

Daarginder leven menschen als wij - alleen brengen ze andere qualiteiten naar voren en leven ze volgens andere traditie... lees niets voor je het gezien hebt. Het is maar weinig Westerlin- gen gegeven die ziel van het Oosten te doorgronden. Probeer het zèlf."

. .. ..

De trein die hen naar Marseille zou brengen met een paar tus- schenpoozen te Parijs, waar vader een dag of acht op 't Muséum Guimet moest zijn, Lyon, Arles en Avignon ..• was een trein als alle andere. Alleen niet voor Lotty, voor wie hij vertegenwoor- digde "de vlucht naar 't nieuwe."

't Was met 'n zucht van gelukzaligheid dat ze op de kussens neerviel toen ook zij, als vader en moeder, de laatste hand geschud had. Met hun drieën hadden ze een eerste klas coupé - heerlijk rustig.

Ze verzonk, nu dat voor een jaar achter haar lag, in mijmeringen over thuis, over Grootpapa en Grootmama, alle neven en nichten.

Ze slaagde erin zèlfs in Noortje kwaliteiten te ontdekken, haar grofheid werd 'n soort eerlijkheid, haar bitterheid "behoefte om anderen te helpen hun fouten te zien." Ze dacht: "Als dit hier op dit oogenblik nu werkelijkheid is, is al het andere een droom -

(22)

en van een droom kreeg het ook de schoonheid. De slaapwagen was weer een nieuwe ervaring! Ze lag in het geïmproviseerde bed en luisterde naar het twistgesprek der wielen • • • Toen vader even wakker werd en moeder vroeg "hoe laat het was," vond ze die stemmen onnatuurlijk en angstwekkend in die kleine ruimte, waar omichtbare dingen een taal van ijzer spraken. Soms zongen de wielen een vreemd lied waarvan ze trachtte de woorden vast te stellen. Alles een vreemde droom die zèlfs geen herinnering naliet . . . Zoo brak de morgen van haar eersten dag in de nieuwe wereld aan . . . Parijs!

Wat had ze ûch voorgesteld, dat het zoo vreeselijk tegenviel ? Ze had zichzelf gezien stom van verbazing bij den aanblik van die stad der steden. Ze was bijna bang geweest voor die groote emotie.

En daartoe moest ze het nu terugbrengen ... tot drukke straten, hooge huizen, vieze trams en autobussen en nog viezere stations ? Ze reden dwars door de stad ... de Seine over, de rue de Grenelle door. Dan opeens een openbaring, in den grauwen morgen de Place des Invalides, met de kanonnen, de prachtige hekken en de koepel.

Ze begon moed te scheppen.

, t Hotel de la Bourdonnais was een goed, eenvoudig, degelijk hotel - rein, ordelijk en vertrouwd. Voor Lotty was het een paleis vol wonderen. 't Was de allereerste maal dat ze in een hotel logeerde.

N a de teleurstelling van Parijs was dit een meevaller. De twee kamers, verbonden door'n kleine badkamer, zagen uit op de breede Avenue de la Bourdonnais. Links zag ze uit haar raam de Ecole Militaire en de Avenue des Gobelins, rechts stak als 'n herinnering aan prentbriefkaarten de Eiffel zijn ajouren spits de lucht in.

Beneden in de eetzaal kregen ze het ontbijt, dat later eIken morgen bovengebracht werd, volgens Fransche gewoonte. Zèlfs de twee

traditioneele croissants (halvemaan vormige broodjes) en de kop chocolade waren haar te veel. Ze had maar één wensch: Parijs te zien, ook al was de eerste aanblik teleurstellend geweest. Ze brachten vader naar het museum Guimet - over de Seine op de Avenue d']éna. Dát was het Parijs van haar droomen! Het Parijs van de banale ansichten, maar hoe anders onder dien heerlijken, Fran- schen hemel met het af en aanrollen der prachtige auto's en het droomgeluid der sirenes van de Seinebooten. Ze liepen langs de Seine tot de Place de la Concorde . • • Lotty sprak niet meer. Ze liep naast moeder en had wel willen juichen. De Cha~ps .Elysées met den Arc de Triomphe links, rechts de rue de Rivoh en de Tuilerieën .•• Ze stonden bij den grooten Obelisk, door Napoleon uit Heliopolis naar Parijs gebracht. Even was ze beduusd door den ononderbroken caroussel van wagens - door den stroom van menschen die met koortsige haast naar hun werk gingen - dan voelde ze, hoe haar hart warm werd en hoe een heel geheime intuitie haar zei: dat ze dit stellig lief zou krijgen. Er was op het gelaat der menschen hier iets prettigs en blij's. Ze miste bij den minderen man die uitdrukking van haat en nijd die er in Holland zoo vaak op te lezen stond. Menschen riepen elkaar iets toe en hoewel haar gym-fransch niet voldoende was om het volkomen te begrijpen, wist ze door den toon en den blik dat het iets goeds en vroolijks was. Bij de Etoile namen ze een Métro.

Ze kwamen even in het gedrang - ze begreep niets van die op-en afgaande, gehaaste menschen. Moeder was hier thuis, die had in Parijs gewoond toen ze jong was . . . Een vreemd gevoel. • • het verliezen van haar persoonlijkheid in deze zichzelf en anderen voortdrijvende menschenmassa. Dan de helwitte verlichte tunnels, de treinen die áf en aanreden, maar nauwelijks stopten. Ze was niet meer Lottyvan der Waals -ze was een brokje Parijs, een klein radje

(23)

in de groote menschen-machine, die zich spoedde naar duizende doeleinden die allen recht van bestaan hadden, doch die voor elk menschenradje anders waren. "Vlug" zei Moeder en duwde haar ergens binnen. Menschen stonden als haringen gepakt op elkaar.

, n Heer stond op en bood haar zijn plaats aan. Ze had veel liever willen staan om al het gedoe eens goed op te nemen. Als ze goed Fransch gesproken had, zou ze het hem uitgelegd hebben, dat ze voor 't eerst in Parijs en nieuwsgierig was. Nu dankte ze vrien- delijk en ging zitten want men weigert toch geen vriendelijkheid.

Moeder zat ook en zei in 't Hollandsch : "Goddank, dat er nog een land is waar men goede manieren heeft." Lotty was het roerend eens hoewel ze ditmaal onbeleefdheid zonder morren aanvaard zou hebben.

Ze stapten uit bij de Place de l'Opéra ... Nog meer drukte .••

maar hoe in-gezellig! "Kom" zei moeder, "we gaan wat limonade drinken in 't Café de la Paix."

Ook hiervan had Lotty stijve, nare prentbriefkaarten ontvangen.

Hoeveel èchter en reëeler scheen het nu. Ze zaten op de rieten stoeltjes tusschen de opeengepakte klanten. Van achter uit de zaal klonk feestelijk geroezemoes van stemmen, rinkelen van glazen, borden en zilver. Kellners waren daar bezig tafeltjes te dekken.

Op rood fluweelen divans zaten ernstige oude heeren hun courant te lezen. Op het trottoir wandelde Parijs, de provincie en alle re- presentanten van heel Europa voorbij. Engelschen in correcte plus fours, hun vrouwen en dochters in keurige tailleurs. Duit- schers met geschoren koppen, hoeden van 'n heel bijzonder groen en hun onafscheidelijke binocle. Arabieren in witten burnous, Spanjaarden herkenbaar aan hun teint, Grieken aan hun neus, Italianen aan hun gekapte hoofden, Scandinaviërs aan hun blauwe vraagoogen, Japanners, Chineezen, Maleiers... En dat alles

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en staarten voorwaarts, naar het spoorwegstation. Van der Made was weer een interessante h6tel- herinnering rijker en een paar vrienden, goede beste menschen, armer. Zoo

met eenige vriendjes te kijken en te praten. Zij hadden 't natuurlijk over de school. zamerhand witte kinderen en slaven van den Witten Heer.. 't Was bijna

Toen Biroeang terug kwam met Sim op zijn rug, en Ketjil en Timon elk aan een kant, hoorden ze dat klaaglijk gemiauw, ze begre- pen, dat Matjan in gevaar was en haastten zich naar

Wij gaan onszelf verzwijgend door het leven, maar als Uw stille hand de gamelang speelt beeft uit dit hart, om breed U toe te zweven, het heimwee naar Uw stem, die eeuwig

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITL V, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

tig! Eindelijk eens een sa c het, waarnaar ik zoo lang verlangd heb, en kijk eens, juffrouw Herms, hoe beeldig van kleur en wat keurig gemaaktl&#34; Ook het groene

Vroeger had hij vader nog gehad - nu eerst merkte hij welk een steun hij nog bezat in den zonderlingen, eenzamen, menschenschuwen man, maar nu was vader dood,