• No results found

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sectoraal comité voor de Federale Overheid

Beraadslaging FO nr. 50/2016 van 15 december 2016

Betreft: aanvraag van het Agentschap Vlaams Zorgfonds om toegang te krijgen tot een aantal gegevens van de FOD Financiën met het oog op de behandeling van tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden (AF-MA-2016-108)

Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna “het Comité”);

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op beraadslaging FO nr. 18/2016 van 2 juni 2016;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Vlaams Zorgfonds ontvangen op 30/09/2016;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 21/10/2016, 9/11/2016, 18/11/2016 en 29/11/2016;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 29/11/2016;

Gelet op het verslag van de Voorzitter;

Beslist op 15 december 2016, na beraadslaging, als volgt:

(2)

I. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG

1. Artikel 8 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde staatshervorming, wijzigde artikel 5, § 1, II, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Ingevolge die wijziging werd de bevoegdheid inzake tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (hierna THAB)1, die bij de FOD Sociale Zekerheid berustte, overgeheveld naar de regio’s.

2. THAB kan men ontvangen vanaf 65 jaar omwille van een verminderde graad van zelfredzaamheid en een laag inkomen. Ze vergoedt de meerkost die de persoon ondervindt, vanwege zijn verminderde zelfredzaamheid. Zij biedt maandelijks een forfaitair bedrag dat varieert volgens vijf categorieën van zorgzwaarte. De tegemoetkoming is inkomensgerelateerd. Men kan dit bedrag vrij besteden en men hoeft geen verantwoordingsstukken voor te leggen.

3. Het Agentschap Vlaams Zorgfonds dat door artikel 6 van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, hierna het decreet, van rechtswege wordt omgevormd tot het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, hierna de aanvrager , stelt in de aanvraag dat de bevoegdheid inzake THAB aan hem werd toevertrouwd. Volgens de aanvraag staat zij sedert 01/01/2016 in voor het algemeen beheer van THAB. Het dagelijks beheer van de dossiers en aanvragen berust nog bij de FOD Sociale Zekerheid. De aanvrager zal dit dagelijks beheer met ingang van 01/01/2017 overnemen.

4. Het is de bedoeling dat in Vlaanderen de THAB op dezelfde wijze wordt georganiseerd als de zorgverzekering. Dit impliceert dat er beroep zal worden gedaan op de erkende zorgkassen die werken met een digitaal platform dat door de aanvrager werd ontwikkeld. Deze toepassing moet worden aangepast om de aanvragen tot het verkrijgen van THAB te registreren en te behandelen. Via die toepassing zullen, mits machtiging van het bevoegde sectorale comité, verschillende authentieke bronnen aan de hand van het Rijksregisternummer geraadpleegd worden teneinde te verifiëren of de betrokkene in de voorwaarden verkeert voor een tegemoetkoming. De aanvrager en de erkende zorgkassen wensen met onderhavige aanvraag met name toegang te verkrijgen tot een aantal gegevens van de FOD Financiën en dit via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

1 THAB kan men ontvangen vanaf 65 jaar omwille van een verminderde graad van zelfredzaamheid en een laag inkomen. Ze vergoedt de meerkost die de persoon ondervindt, vanwege zijn verminderde zelfredzaamheid. Zij biedt maandelijks een forfaitair bedrag dat varieert volgens vijf categorieën van zorgzwaarte. De tegemoetkoming is inkomensgerelateerd.

(3)

II. ONTVANKELIJKHEID VAN DE AANVRAAG

5. In toepassing van artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging” van het bevoegd sectoraal comité.

6. De aanvrager en de erkende zorgkassen wensen een elektronische toegang tot persoonsgegevens die bij de FOD Financiën zijn opgeslagen. Het Comité is derhalve bevoegd.

III. GEGRONDHEID VAN DE AANVRAAG

1. FINALITEITSBEGINSEL

7. Artikel 4, § 1, 2° van de WVP vereist van iedere verantwoordelijke voor de verwerking dat hij slechts persoonsgegevens inzamelt voor welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden.

8. Artikel 4, eerste lid, van het decreet bepaalt dat de Vlaamse sociale bescherming uit drie pijlers bestaat en THAB is er daar één van. Artikel 8, punt 1°, van dit decreet belast de aanvrager met de financiering van de tegemoetkomingen die worden toegekend op basis van de Vlaamse sociale bescherming. Hij staat tevens in voor het toezicht op de zorgkassen die de individuele dossiers tot THAB behandelen (artikel 8, punt 2°, van het decreet).

9. Een THAB kan men ontvangen vanaf 65 jaar omwille van een verminderde graad van zelfredzaamheid en een laag inkomen. Ze vergoedt de meerkost die de persoon ondervindt, vanwege zijn verminderde zelfredzaamheid. Zij biedt maandelijks een forfaitair bedrag dat varieert volgens vijf categorieën van zorgzwaarte. Het decreet en het besluit van 14 oktober 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming (hierna “het uitvoeringsbesluit”), onderwerpen de toekenning van de THAB aan een maximum inkomensvoorwaarde, zowel van de aanvrager van de THAB als van de persoon waarmee deze een gezin vormt. Teneinde deze regelgeving te kunnen toepassen bij de behandeling van de THAB, verzoekt de aanvrager toegang tot bepaalde gegevens van de FOD Financiën.

10. Het Comité stelt aldus vast dat de geplande gegevensverwerkingen voor welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden zullen plaatsvinden en het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen verwerkt worden. De vooropgestelde gegevensverwerkingen zijn ook gerechtvaardigd, gelet op artikel 5, e) WVP.

(4)

11. Verder schrijft het finaliteitsbeginsel, opgenomen in artikel 4, § 1, 2° van de WVP, voor dat iedere verantwoordelijke voor de verwerking slechts persoonsgegevens mag verwerken op een manier die niet onverenigbaar is met het doeleinde waarvoor de gegevens werden verzameld, hierbij rekening houdend met alle relevante factoren, met name met de redelijke verwachtingen van de betrokkene en met de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. De betreffende gegevensverwerkingen vormen latere verwerkingen van persoonsgegevens die oorspronkelijk door de FOD Financiën werden ingezameld en er dient aldus te worden nagegaan in hoeverre het door de aanvrager vooropgestelde project niet onverenigbaar is met de oorspronkelijke doeleinden van de FOD Financiën.

12. Het Comité stelt ter zake vast dat:

a. artikel 337, tweede lid, Wetboek van Inkomstenbelastingen het volgende stipuleert: "De ambtenaren van de administratie der directe belastingen en van de administratie van het kadaster oefenen hun ambt uit wanneer zij aan andere administratieve diensten van de Staat, daaronder begrepen de parketten en de griffies van de hoven en van alle rechtsmachten, (en van de Gemeenschappen en de Gewesten) en aan de in artikel 329 bedoelde openbare instellingen of inrichtingen, inlichtingen verstrekken welke voor die diensten, instellingen of inrichtingen nodig zijn voor de hun opgedragen uitvoering van wettelijke of reglementaire bepalingen".

b. het decreet het volgende vermeldt: “Art. 49. §1. De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt toegekend mits aanrekening van de inkomsten van het gezin. De tegemoetkoming kan enkel toegekend worden indien het bedrag van het inkomen van de persoon met een verminderde zelfredzaamheid en eventueel de persoon met wie hij een gezin vormt, het bedrag van de tegemoetkoming, vermeld in artikel 50, niet overschrijdt.

(…)”

c. in Titel 3 van het uitvoeringsbesluit in detail wordt geregeld hoe de in het decreet bedoelde inkomensgrenzen dienen te worden berekend en dat deze berekening slechts mogelijk is op basis van precieze informatie betreffende het inkomen van de betrokkene.

13. Rekening houdend met deze regelgeving, oordeelt het Comité dat de door de aanvrager en de erkende zorgkassen beoogde latere verwerkingen niet onverenigbaar zijn met de gegevensverwerkingen van de FOD Financiën.

(5)

2. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL 2.1. Aard van de gegevens

14. De verwerkingen van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor ieder openbaar organisme om zijn opdracht van openbare dienst te kunnen vervullen, dienen in toepassing van artikel 4, § 1, 3°

en 4°, WVP betrekking te hebben op gegevens die enerzijds toereikend, terzake dienend en niet overmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt en anderzijds nauwkeurig zijn en, zo nodig, worden bijgewerkt.

15. De aanvrager wenst bij de FOD Financiën de volgende gegevens te kunnen raadplegen van de aanvrager van een THAB (of van de personen die reeds een THAB hebben), alsook van de persoon met wie hij een gezin vormt2:

 het rijksregisternummer;

 Belastbare inkomsten:

o de netto-belastbare beroepsinkomsten;

o de netto-belastbare inkomsten op de sociale uitkeringen die de persoon heeft ontvangen op grond van de reglementeringen inzake ziekte en invaliditeit, werkloosheid en wat betreft arbeidsongevallen en beroepsziekten (tijdelijke arbeidsongeschiktheid);

o de netto-belastbare inkomsten op de sociale uitkeringen die de persoon heeft ontvangen op grond van de reglementeringen wat betreft arbeidsongevallen en beroepsziekten (definitieve arbeidsongeschiktheid), rust- en overlevingspensioenen, inkomensgarantie voor ouderen en gewaarborgd inkomen voor bejaarden;

o de netto-belastbare "andere inkomsten";

o het brutobedrag van de uitkeringen arbeidsongevallen en beroepsziekten;

o het afzonderlijk inkomen;

 Inkomsten van onroerende goederen:

o Aard van het goed (huis, tuin, landbouwgrond,…);

o Ligging van het goed (straat, straatnummer, gemeente);

o Sectie en nummer van het goed;

o KI (kadastraal inkomen) bebouwde onroerende goederen, niet-geïndexeerd;

o KI onbebouwde onroerende goederen, niet-geïndexeerd;

o Zakelijke rechten op het bebouwde onroerend goed in volle eigendom;

o Zakelijke rechten op het bebouwde onroerend goed in vruchtgebruik;

2 Cf. artikel 140 Uitvoeringsbesluit.

(6)

o Zakelijke rechten op het onbebouwde onroerend goed in volle eigendom;

o Zakelijke rechten op het onbebouwde onroerend goed in vruchtgebruik;

o datum verwerving van het goed (datum akte);

o datum afstand van het goed (datum akte);

o datum wijziging van de zakelijke rechten op het goed;

o Verkoop

 Afstanden van onroerende goederen o Verkoop

• verkoopdatum;

• referentieperiode (10 jaren voor de aanvraagdatum THAB);

• Aard van het onroerend goed (huis, tuin, landbouwgrond)

• Ligging van het onroerend goed (straat, straatnummer, gemeente)

• Sectie en nummer van het onroerend goed

• verkoopwaarde in volle eigendom;

• zakelijke rechten afgestaan in volle eigendom;

• zakelijke rechten afgestaan in vruchtgebruik;

• zakelijke rechten afgestaan in naakte eigendom;

• leeftijd jongste vruchtgebruiker;

 Schenking

• datum schenking;

• referentieperiode (10 jaren voor de aanvraagdatum THAB);

• Aard van het onroerend goed (huis, tuin, landbouwgrond,…);

• Ligging van het onroerend goed (straat, straatnummer, gemeente);

• Sectie en nummer van het onroerend goed;

• verkoopwaarde in volle eigendom;

• zakelijke rechten geschonken in volle eigendom;

• zakelijke rechten geschonken in vruchtgebruik;

• zakelijke rechten geschonken in naakte eigendom;

• leeftijd jongste vruchtgebruiker

 Verkoop < 10 jaar geleden tegen lijfrente

• verkoopdatum;

• referentieperiode (10 jaren voor de aanvraagdatum THAB);

• Aard van het onroerend goed (huis, tuin, landbouwgrond,…)

• Ligging van het onroerend goed (straat, straatnummer, gemeente)

• Sectie en nummer van het onroerend goed;

• verkoopwaarde in volle eigendom;

• zakelijke rechten afgestaan in volle eigendom;

• zakelijke rechten afgestaan in vruchtgebruik;

(7)

• zakelijke rechten afgestaan in naakte eigendom;

• netto-jaarbedrag verkoop op lijfrente;

• Leeftijd jongste vruchtgebruiker;

 Lijfrente meer dan 10 jaar: netto-Jaarbedrag verkoop op lijfrente

16. Dit zijn de gegevens die noodzakelijk zijn om te kunnen nagaan of de reglementaire inkomensvoorwaarden voor het bekomen van THAB (zie artikelen 140 tot en met 155 van het uitvoeringsbesluit) voldaan zijn. Het Comité is bijgevolg van oordeel dat deze lijst van gevraagde gegevens conform is aan artikel 4, § 1, 3° en 4°, WVP.

17. De aanvrager verzoekt tevens om op geautomatiseerde wijze de mededeling van de wijzigingen van de bovenstaande gegevens te ontvangen. Artikel 52, § 2, van het decreet bepaalt immers dat de THAB ambtshalve wordt herzien wanneer gegevens die een invloed hebben op de THAB aan het licht komen. Opdat de mededeling van deze wijzigingen echter proportioneel zou verlopen, moet deze mededeling beperkt zijn tot de personen waarvoor de aanvrager over een actief dossier beschikt. Dit vereist het werken met een verwijzingsrepertorium. De aanvrager meldt dat hij beroep doet op de diensten van een verwerker, de vzw SMALS die over een dergelijk verwijzingsrepertorium beschikt. Het Comité neemt hiervan akte.

2.2. Bewaartermijn

18. De aanvrager wenst de gegevens gedurende 5 jaar te bewaren, rekening houdend met de verjaartermijnen die in het decreet voorzien zijn: “Art. 39. §3. De terugvordering van ten onrechte uitbetaalde tegemoetkomingen verjaart na drie jaar, vanaf de datum waarop de tegemoetkoming is uitbetaald.

In afwijking van het eerste lid wordt de termijn van drie jaar (…) aangepast naar vijf jaar als de ten onrechte betaalde tegemoetkomingen verkregen zijn door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger. (…)”

19. Het Comité is van oordeel dat deze door de aanvrager vooropgestelde bewaartermijn in het licht van artikel 4, § 1, 5°, WVP aanvaardbaar is. Het wijst er tegelijk op dat in de praktijk een onderscheid kan gemaakt worden tussen verschillende bewaringswijzen. De behandeling van een hangend dossier – in het kader van de met onderhavige gegevensverwerkingen vooropgestelde doeleinden– vereist een bewaring van gegevens opdat deze op normale wijze beschikbaar en toegankelijk zouden zijn voor de ambtenaren die belast zijn met het beheer van het dossier. Van zodra de noodzakelijke termijnen voor het administratief beheer van een dossier verstreken zijn, moet de gekozen bewaringswijze aan de gegevens slechts een beperkte beschikbaarheid en toegankelijkheid verlenen. Een dergelijke bewaringswijze moet toelaten om een antwoord te bieden

(8)

op andere mogelijke doeleinden van deze bewaring, zoals de naleving van de wettelijke voorschriften inzake verjaring of de uitvoering van een administratieve controle. Eens de bewaring niet langer nuttig is dienen de gegevens te worden vernietigd.

2.3. Frequentie van de toegang en duur van de machtiging

20. De aanvrager verzoekt om voor de voormelde doeleinden de gevraagde gegevens permanent te kunnen consulteren in de databanken van de FOD Financiën, teneinde de dossiers op dagdagelijkse basis te kunnen behandelen. Het Comité oordeelt dat deze wijze van toegang gepast is in het licht van artikel 4, § 1, 3°, WVP.

21. De aanvrager verzoekt ook om een machtiging van onbepaalde duur, aangezien zijn wettelijk takenpakket betreffende de THAB niet in de tijd beperkt is. Het Comité stelt vast dat, met het oog op de realisatie van de opgegeven doeleinden, een machtiging voor onbepaalde duur gepast is (artikel 4,

§ 1, 3° WVP).

2.4. Bestemmelingen en/ of derden aan wie de gegevens worden meegedeeld

22. Volgens de informatie verstrekt in de aanvraag zullen de gegevens in de eerste plaats intern gebruikt worden, namelijk door de personeelsleden van de aanvrager die instaan voor het beheer/werking van het digitaal platform en de controle.

23. Verder blijkt uit de toelichting ontvangen op 9/11/2016 dat, naast de medewerkers van de zorgkassen, ook medewerkers van een OCMW en van een gemeente en medewerkers van de diensten van maatschappelijk werk van de ziekenfondsen in het kader van hun maatschappelijke dienstverlening een zorgbehoevende kunnen helpen bij het indienen van een aanvraag tot of herziening van een THAB. Deze “helpers” zullen ook het dossier van de zorgbehoevende – en dus ook de gegevens die bij de FOD Financiën worden opgevraagd – kunnen bekijken. In de mate dat zij behoorlijk werden gemachtigd door de betrokkene om voor hem op te treden, vertegenwoordigen zij deze laatste en zijn dus niet als derden te bestempelen.

24. Het Comité stelt vast dat een ruime waaier van “helpers” de mogelijkheid zullen hebben om gegevens van personen die een THAB aanvragen te raadplegen. Om zowel misbruik als ongeoorloofde toegang te voorkomen, is het dus essentieel dat:

 een “helper” slechts handelingen kan stellen en een dossier kan inkijken nadat hij daartoe uitdrukkelijk werd gemachtigd door de betrokkene en dat daarvan een bewijs wordt bijgehouden;

(9)

 een “helper” slechts toegang krijgt tot het dossier van de personen die hem machtigden.

25. Dit vereist dat de aanvrager als beheerder van het systeem via dewelke de aanvragen tot een THAB worden ingediend en behandeld dienaangaande zeer duidelijke afspraken maakt met alle betrokken instanties. Er moeten daarnaast procedures worden uitgewerkt opdat voor elke raadpleging van de gegevens zou geregistreerd worden door wie de raadpleging gebeurde, wanneer en waarom.

Het Comité verwijst in dit verband ook naar de aanbeveling nr. 01/2008 uit eigen bewegen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot het toegangs- en gebruikersbeheer in de overheidssector.

26. Het Comité ziet in het licht van artikel 4, § 1, 3° WVP geen bezwaren tegen het feit dat bovengenoemde personen toegang hebben tot onderhavige persoonsgegevens, op voorwaarde dat zij enkel van deze toegang gebruik maken voor de doeleinden zoals in deze beraadslaging aangegeven.

3. TRANSPARANTIEBEGINSEL

27. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Eén van de hoekstenen van een transparante verwerking, betreft de informatieplicht in de zin van artikel 9, § 2, WVP.

28. In voorliggend geval zullen de geplande gegevensverwerkingen evenwel verricht worden met het oog op de toepassing van bepalingen voorgeschreven door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie. Op grond van artikel 9, § 2, 2de lid, b), WVP is in een dergelijke situatie een vrijstelling van de informatieplicht van kracht. Deze vrijstelling neemt echter niet weg dat het Comité er zich kan van vergewissen of er passende waarborgen bestaan voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen.

29. Uit de aanvraag blijkt dat informatie zal verstrekt worden aan de betrokkenen:

a. Bij het indienen van een aanvraag THAB zal de applicatie aangeven dat de aanvraag/herziening zal behandeld worden aan de hand van gegevens die via elektronische gegevensstromen opgevraagd worden bij andere officiële instanties. Er wordt ook meteen toestemming gevraagd om op die wijze te mogen handelen en indien de betrokkene zich hier tegen verzet, is het aan hem om zelf de nodige gegevens aan te leveren;

b. De hoger vernoemde “helpers” krijgen vorming van de aanvrager, waarin de nadruk wordt gelegd op hun rol om de betrokkenen te informeren aangaande de achterliggende elektronische gegevensstromen;

(10)

c. Onderhavige machtiging zal – met bijhorende toelichting – gepubliceerd worden op de website van de aanvrager;

d. De machtigingen van het Comité worden ook gepubliceerd op de website van de FOD Financiën en in de toelichting bij de belastingaangifte van de personenbelasting wordt bepaald dat inkomensgegevens kunnen doorgegeven worden aan de besturen van de Gemeenschappen en de Gewesten.

30. Het Comité neemt hiervan akte en is van oordeel dat deze maatregelen afdoende zijn.

4. BEVEILIGING

4.1Op niveau van de aanvrager

31. Het Agentschap Vlaams Zorgfonds werd, met toepassing van het koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot sommige overheidsdiensten en openbare instellingen van de Gemeenschappen en Gewesten, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, in het netwerk van de sociale zekerheid opgenomen. Dit agentschap wordt door artikel 6 van het decreet van rechtswege omgevormd tot het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, de aanvrager. Als rechtsopvolger van het Agentschap Vlaams Zorgfonds blijft de aanvrager deel uitmaken van het netwerk van sociale zekerheid. Zijn consulent inzake informatiebeveiliging en zijn informatiebeveiligingsbeleid zullen bijgevolg door het Sectoraal comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid worden gecontroleerd.

32. De aanvrager doet ook beroep op een verwerker. Het Comité herinnert er aan dat de WVP in dergelijke gevallen vereist dat de verantwoordelijke voor de verwerking zijn relatie met de verwerker vastlegt in een overeenkomst, die beantwoordt aan de vereisten van artikel 16, §1 van de WVP.

4.2 Op het niveau van de erkende zorgkassen

33. Uit de door de aanvrager meegedeelde stukken blijkt dat hij en de erkende zorgkassen over een informatieveiligheidsconsulent en een informatieveiligheidsbeleid beschikken. Het Comité neemt hier akte van.

4.3. Op het niveau van de FOD Financiën

34. Wat de FOD Financiën betreft, zijn er geen bijzondere opmerkingen aangezien deze elementen reeds werden onderzocht in voorgaande beraadslagingen.

(11)

OM DEZE REDENEN, het Comité

1° machtigt het Agentschap Vlaams Zorgfonds (en zijn rechtsopvolger het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming) en de Vlaamse zorgkassen om toegang te krijgen tot de gevraagde gegevens die bij de FOD Financiën worden bewaard en dit om de doeleinden zoals omschreven in randnummers 8-9 te verwezenlijken, voor zover en voor zolang voldaan wordt aan de hierboven aangehaalde voorwaarden (zie randnummers 10, 19, 24-26);

2° beslist dat het zich het recht voorbehoudt om, in voorkomend geval op geregelde tijdstippen, de effectieve en duurzame toepassing te controleren van technische en organisatorische maatregelen die conform de stand van de techniek zijn en van aard om de risico's adequaat te dekken. In dit verband gebiedt het Comité de partijen iedere relevante wijziging in de beveiliging van de gemachtigde verwerkingen aan het Comité mee te delen.

De Wnd. Administrateur, De Voorzitter,

(get.) An Machtens (get.) Stefan Verschuere

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Comité kan machtiging verlenen om toegang te hebben tot de informatie bepaald in artikel 3, eerste en tweede lid van de WRR, of om er mededeling van te krijgen en

Hij wenst dat ook de meewerkende instellingen van het secundair netwerk van sociale zekerheid betreffende de overheidspensioenen die zij beheren, te weten Ethias

kinderen: “ de informatie (moeten) bewaren, waarover ze beschikken, over de oorsprong van het adoptiekind, inzonderheid deze die betrekking heeft op de identiteit van de

1° machtigt de aanvrager om, onder de in huidige beraadslaging opgesomde voorwaarden, voor het verwezenlijken van het onder punt B vermelde doeleinde en voor onbepaalde

Gelet op wat voorafgaat meent het Comité dat de aanvrager in zijn hoedanigheid van instelling van Belgisch recht die belast is met het vervullen van taken van

Wanneer de mogelijkheid wordt geboden om met de trein te reizen zonder dat men een fysiek vervoersbewijs moet kunnen voorleggen, ligt het voor de hand dat de

 de twee betrokken onderzoekers krijgen toegang tot de gegevens en het Departement Economie van de Universiteit van Zurich zal het Comité en de Algemene

De contractuele bepalingen inzake privacy en vertrouwelijkheid die vermeld worden in de vertrouwelijkheidscontract maken integraal deel uit van onderhavige