Vraag nr. 31
van 4 november 2003
van de heer CARL DECALUWE
Grondverzetregeling – Operationalisering
Vanaf 1 januari 2004 dient elke burger en elk be-drijf in Vlaanderen bij gebruik van meer dan 250 m3 grond over een bodembeheerrapport te
be-s c h i k k e n . Dit zal in de bouwwereld een revolutie v e r o o r z a k e n . Het zou de bedoeling zijn van deze w e t g e v i n g, die door voormalig minister Dua werd u i t g e w e r k t , om het Vlaams leefmilieu beter te be-schermen.
Het zou vanaf 1 januari 2004 niet langer mogelijk mogen zijn dat verontreinigde grond (uitgegraven bodem) nog langer in het leefmilieu zou worden v e r s p r e i d . Er is momenteel nog steeds geen enkele controle op de miljoenen tonnen grondverzet die er jaarlijks plaatsvinden. Bouwgronden van parti-culieren worden ongebreideld opgehoogd met g r o n d , zonder enige controle op vervuiling. H e t-zelfde geldt voor natuur- en landbouwgebied. De bodembeheerrapporten die vanaf 1 januari 2004 worden afgeleverd, zullen er echter moeten voor zorgen dat er nergens in Vlaanderen nog op een ongecontroleerde wijze grote hoeveelheden grond zullen kunnen worden verzet en dat onge-wild nog nieuwe bodemverontreiniging zal kunnen ontstaan.
1. Welke modaliteiten inzake wetgeving (erken-n i (erken-n g, o m z e (erken-n d b r i e v e (erken-n , uitvoeri(erken-ngsbesluite(erken-n) die-nen nog uitgewerkt te worden vooraleer men effectief operationeel zal zijn op 1 januari 2004 ? 2. In welke mate zal dit op een transparante
ma-nier vanuit de overheid gecommuniceerd wor-den aan alle betrokken actoren ?
3. Welke middelen inzake informatie en duiding werden hiervoor vrijgemaakt vanuit de over-heid ?
Antwoord
1. Met de huidige wetgeving kan het grondverzet effectief operationeel van start gaan op 1 janu-ari 2004. Daar het hier om een totaal nieuwe be-nadering gaat zal de praktijk uitwijzen of aan-passingen nuttig of noodzakelijk zullen zijn. Op basis van de tot op heden opgedane erva-ring worden nu reeds een aantal aanpassingen
g e p l a n d . In het programmadecreet is een aan-passing van artikel 48 van het bodemsanerings-decreet voorgesteld. Hierdoor kan de V l a a m s e regering een site aanduiden waar onder strikte omstandigheden afgeweken kan worden van de algemene regelgeving van hoofdstuk X van het Vlarebo.
Op basis van de bevindingen opgedaan binnen de ambtelijke werkgroep grondoverschotten onder het voorzitterschap van de secretaris-ge-neraal van het departement LIN, en meer be-paald na evaluatie van de resultaten van de Grondbank VZW van de verschillende dossiers die nu al in behandeling zijn, kan bekeken wor-den of de huidige normen voor vrij hergebruik en eventueel de bodemsaneringsnormen bijge-stuurd moeten worden.
De milieuvergunningsrubriek voor tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem wordt voorzien in een lopende Vlarem-aanpassing. 2. De regelgeving naar de betrokken actoren
wordt gecommuniceerd door middel van pers-b e r i c h t e n , een gratis infopers-brochure, i n f o s e s s i e s en via een reeks ‘veel gestelde vragen’ bij de Vlaamse Infolijn. Al deze informatie, evenals de technische informatie (de codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem) is beschikbaar op de website van de OVA M . Ook is een ministeriële omzendbrief in voorbereiding naar de gemeenten om hen nog-maals te wijzen op de inwerkingtreding van de regelgeving.
Wij kunnen de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger verzekeren dat de omzendbrief, zoals voor-gesteld door de ambtelijke werkgroep onder het voorzitterschap van de secretaris-generaal van het departement LIN, eerstdaags wordt ver-s t u u r d . Bovendien kunnen wij meedelen dat de OVAM in samenwerking met LIN, de nodige stappen onderneemt om bijkomende infosessies voor de technische ambtenaren van de provin-ciale en gemeentelijke besturen te organiseren. 3. De OVAM stelt de middelen ter beschikking
voor het opstellen van het nodige drukwerk en voor het verzorgen van de mailings naar de di-verse actoren.