Vraag nr. 22
van 4 november 2003
van de heer CARL DECALUWE Sociaal patrimonium – Leegstand
In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 61 van 21 februari 2002, zou ik de minister graag enkele vragen stellen (Bulletin van Vragen en A n t w o o r-den nr. 15 van 28 juni 2002, blz. 1690).
1. Hoe is de leegstand in het sociaal patrimonium sinds eind 2001 geëvolueerd ?
Kan de minister een overzicht geven per arron-dissement van het aantal sociale huurwoningen en appartementen die meer dan één jaar leeg-staan ?
2. Wat is de verhouding tussen het leegstandspa-trimonium en het totale paleegstandspa-trimonium ?
3. Wat is de gemiddelde duurtijd van de leegstand in sociale huurwoningen ?
4. Wat zijn de meest voorkomende oorzaken voor de leegstand ?
Antwoord
1. Voorafgaande opmerking : alle cijfergegevens zijn op datum van 31 december en betreffen dus een momentopname.
Vanaf 1999 tot 2001 was er een merkbare stij-ging van het aantal woningen dat leegstond voor renovatie : van 63 % van alle leegstaande woningen in 1999 en 65 % in 2000 naar 67 % in 2001. Voor 2002 is er een stagnering : ook 67 %. Het overgrote percentage leegstand wegens re-n o v a t i e, slopire-ng ere-n de ermee gepaard gaare-nde herhuisvesting samen, is in 2002 gedaald tot 76 % . Voor de jaren 1999 en 2000 bedroeg dat per-centage 78 % en voor het jaar 2001 80 %. In 2002 stond 5 % van deze woningen meer dan 6 maanden leeg. Voor 2001 noteren we hetzelf-de percentage en voor 1999 en 2000 noteren we een leegstand van 3 %.
Als b i j l a g e wordt een overzicht gegeven, per ar-r o n d i s s e m e n t , van de leegstand van sociale wo-ningen/appartementen die minder dan één jaar en meer dan één jaar leeg staan (toestand op 31 december 2002). De gegevens werden geleverd door de socialehuisvestingsmaatschappijen. 2. Op 31 december 2002 stonden in totaal 4.572
woningen leeg waarvan 1.822 meer dan één j a a r. Dat is respectievelijk 3,49 % en 1,39% van het totale patrimonium.
3. Dat gegeven is niet beschikbaar. De voorhan-den zijnde gegevens (als b i j l a g e) zijn opgedeeld in leegstand van minder dan één jaar en meer dan één jaar.
4. De redenen voor de leegstand voor de 4.572 woningen kunnen als volgt worden onderver-deeld (som van alle redenen = 100 % – toestand op 31 december 2002) :
– 67 % van de woningen stonden leeg wegens aan de gang zijnde renovatiewerken of met het oog op nog uit te voeren renovatiewer-ken ;
– 5 % van de woningen stonden leeg voor slo-ping ;
– 4 % van de woningen stonden leeg voor de herhuisvesting van huurders die hun woning moeten ontruimen voor uit te voeren reno-vatiewerken of van wie de woning gesloopt zou worden ;
– 5 % van de woningen stonden leeg door de weigering van kandidaat-huurders (leeg-stand meer dan 6 maanden) doordat de aan-geboden woning niet voldoet aan de wensen van de kandidaat-huurder (enkel structurele leegstand ingevolge ligging, s t a a t , … van de woning) ;
– 2 % stonden leeg wegens het overlijden van de huurder ;
– 17 % van de woningen stonden leeg om an-dere dan de voormelde redenen :
– kieskeurigheid bij de toewijzing van een huurwoning : indien er voor een bepaalde locatie sociale woningen zijn met een ver-schillend comfortniveau worden de min-der kwalitatieve woningen dikwijls gewei-gerd ;
– opfrissing en kleine herstellingswerken van woningen bij huurderswissel ;
– huurderswissel ;
– uitdrijving van huurders.