Vraag nr. 54
van 4 november 2003
van de heer CARL DECALUWE De Lijn – Toegankelijkheid autobussen
De VZW Toegankelijkheidsbureau heeft in op-dracht van De Lijn een adviesstudie uitgevoerd rond de toegankelijkheid van het openbaar ver-v o e r. De ver-vereniging pleit onder meer ver-voor beter aangepaste bussen voor rolstoelgebruikers.
Op termijn ziet het ernaar uit dat De Lijn de ex-ploitanten zal voorstellen om de lagevloerbussen verder uit te rusten met een knielfunctie en een uitschuifbaar platform, terwijl de belbussen moe-ten worden voorzien van een lift voor elektrische rolstoelen.
Het Toegankelijkheidsbureau heeft twaalf beleids-aanbevelingen opgesteld.
1. Hoeveel bussen (in absolute cijfers en procentu-eel) van De Lijn, opgesplitst naar pachters en n i e t - p a c h t e r s, beantwoorden vandaag aan de
criteria vooropgesteld door de VZW To e g a n k e-l i j k h e i d s b u r e a u , en dit opgespe-litst per provincie ? 2. Wat is de geraamde kostprijs om alle bussen van De Lijn uit te rusten volgens deze criteria ? 3. Hoe zal deze invoering van beter toegankelijk
openbaar vervoer verzekerd worden en volgens welke procedure binnen de huidige pachtover-eenkomsten ?
4. In welke tijdspanne ?
Antwoord
1. Aantal autobussen (in absolute cijfers en pro-centueel) van De Lijn die beantwoorden aan de vooropgestelde criteria, opgesplitst per provin-cie
Deze cijfers betreffen alleen voertuigen van De Lijn (dus zonder de privé-exploitanten) besteld tot 2002 (levering in 2003 en in de eerste helft van 2004).
In absolute cijfers
Ant. O. Vl. Vl. Br. Lim. W. Vl.
Lagevloerbussen 213 237 164 163 192
Voertuigen met oprijplaat 134 159 162 155 133
Voertuigen met verankeringssysteem 128 71 78 73 96
Procentueel
Ant. O. Vl. Vl. Br. Lim. W. Vl.
Lagevloerbussen 43 71 38 51 62
Voertuigen met oprijplaat 27 47 37 49 43
Voertuigen met verankeringssysteem 25 21 18 23 31
Bij de exploitanten bedragen deze cijfers onge-veer 10 % van het voertuigenpark.
2. Bij De Lijn is een studie aan de gang om de be-staande autobussen (en trams) verder uit te rus-ten volgens de gestelde criteria.
Voor bestaande voertuigen is de kostprijs van de uitrusting veel hoger dan voor nieuwe voer-t u i g e n . Een aanpassing van besvoer-taande voervoer-tui- voertui-gen (o.a. lage vloer) is hierdoor onmogelijk.
3. Bij de aankoop van nieuwe voertuigen wordt rekening gehouden met de voornoemde studie. Voor de verpachte voertuigen worden nog dit jaar de technische bestekken bij aankoop nieu-we autobussen uitgegeven.