• No results found

Annotation: Kantonrechter Amersfoort 2006-07-31

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Annotation: Kantonrechter Amersfoort 2006-07-31"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Annotation: Kantonrechter Amersfoort 2006-07-31

Heerma van Voss, G.J.J.

Citation

Heerma van Voss, G. J. J. (2006). Annotation: Kantonrechter Amersfoort 2006-07-31. Or

Informatie, 11, 50-50. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/14915

Version:

Not Applicable (or Unknown)

License:

Leiden University Non-exclusive license

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/14915

(2)

Uitsluiting van OR-lid

Werknemer Mol was in juni 2005 gekozen in de gemeensehappelijke ondernemingsraad van Doornen-bal Holding. In november 2005 werd de OR door de direetie op non-actief gesteld. Nadat de OR het vertrouwen in Mol had opgezegd, werd de non-aetiefstelling beein-digd. De OR sloor Mol uit van de werkzaamheden en verzoeht de bedrijfscommissie om bemiddeling en advies. Wat was er gebeurd? Mol had volgens de ondernemingsraad inforrnatie over een nieuwe wijze van werken van een van de doehters - die hij vertrouwelijk van de bedrijfsleider had verkregen - door-gegeven aan een collega met de onjuiste mededeling dat het bedrijf zou worden opgedoekt. Nadat was afgesproken dat Mol over deze kwestie geen mededelingen meer zou doen,heefthij toch weer con-tact opgenomen met die collega en

Guus Heerma van Voss

is hoogleraar sociaal rechtaan de Universiteit Leiden

hem voor 'marennaaier' uirgemaakr. Mollier ook weren dar hij bij ieder overleg russen de bedrijfsleiding en individuele werknemers over arbeidsrechrelijke kwesries aanwezig moesr kunnen zijn. De OR moesr hem laren weren dar dit nier ror zijn raken als OR-lid behoorde. Ver-volgens verspreidde Mol her gerucht dar de werkgever personeel zou 'wippen'. Dir leidde tot onrusr op de werkvloer. Ook over een wijziging van de werkweek en her afsehaffen van de collectieve bedrijfsvakantie zaaide hij onrusr onder her perso-neel door onjuisre mededelingen re doen. Toen de OR hem verzochr rerug re rreden omdat hij de geloof-waardigheid ondermijnde, organi-seerde Mol een handrekeningen-aerie onder her personeel, waarbij hij de OR in diskredier bracht. De OR werd op diverse punten aange-sproken door de direcrie en verloor bij haar her verrrouwen. Hierop lier de OR de bedrijfscommissie weten dar hij geen basis meer aanwezig achrre om rot een werkbare oplos-sing te komen, waaruir deze ren onrechte de conclusie rrok dar her verzoek om bemiddeling was inge-rrokken.

Daarna wendde de0 R zich tor de kantonreehrer om Mol voor de reste-rende duur van zijn lidmaarschap

van werkzaamheden uir re sluiten. Mol van zijn kanr stelde dar her ver-zoek nier-ontvankelijk was orndat de OR her verzoek bij de bedrijfscom-missie had ingerrokken. Hij ontken-de dat hij stelselmarig zijn geheim-houdingsplichr had geschonden. De kantonrechrer oordeelde dar de bedrijfscommissie toen zij geen kans zag tot bemiddeling, ren onrechre heeft afgezien van her brengen van advies. Wat betreft uit-sluiting van leden is duidelijk dat bepalend is ofde handelwijze van her OR-lid een ernsrige belernme-ring oplevert voor her OR-werk. Het moer gaan om een uirzonderlijke situatie en daaronder valt niet de enkele mening dar her OR-lid een dwarsligger is of dar hij als lasrig wordt ervaren. De meesre door de OR genoemde voorvallen voldoen aan deze eisen. De meesre van de voorvallen waren ook aannemelijk gemaakt. De0R had in voldoende mare aangetoond dar Mol bij herha-ling zijn plichr ror geheimhouding had geschonden en overigens zich ook zodanig heefr opgesreld dar daardoor de OR in zijn werkzaam-heden ernsrig werd belemmerd. Daarmee werd Mol uirgesloren van alle werkzaamheden van de0R voor de duur van zijn lidmaarschap tot 2007.

Cornmentaar

In de prakrijk worden OR-Ieden zel-den uirgesloren van hun werkzaam-heden. Oat is rerechr, wanr men moet weI goede gronden hebben om een gekozen OR-lid de uiroefe-ning van zijn funcrie te onrzeggen. De rechrer in deze zaak roersr de kwesrie op voorbeeldige wijze. Hij srelr vast dar her nier mag gaan om ergernis over dwarsliggen, maar dar de OR ernstig moet worden belem-merd in de uiroefening van zijn taak. Dar kan her geval zijn bij schending van de geheimhoudings-plicht en bij het ondergraven van de geloofwaardigheid van de OR. Beide situaties waren in dir geval aan de orde en voldoende aannemelijk gemaakr. Daarnaasr is de uitspraak nog inreressanr omdar de bedrijfs-commissie in de voorprocedure geen uirspraak had gedaan. Bedrijfscommissies moeren immers alrijd advies uirbrengen als bernid-deling nier mogelijk is. Terechr oor-deelde de rechter dar deze four van de bedrijfscommissie de OR nier in de weg mochr staan bij de gang naar de rechrer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 11 januari wendt de OR zich tot de kantonrechter met het verzoek om een voorIopige voor- ziening te treffen, opdat het nieuwe rooster niet mag worden toegepast.. De

Arriva had wel belang bij invoering van de regeling, maar niet zodanig zwaarwegende belangen dar om die reden vervangende toestern- ming moest worden gegeven. Het gevolg was dat

Voorts is in dit verband van belang dat appellant, die van dit soort zaken weinig verstand heeft, zich in het kader van die begeleiding ook tot de door de gemeente

Wat betreft de vraag of de weigering van de budgetsubsidie voor 2004 is geschied met inachtneming van een redelijke termijn als bedoeld in artikel 4:51, eerste lid, van de Awb, acht

Appellante heeft haar aanspraak op subsidie op grond van het Besluit onderbouwd door een aantal referentiesituaties voor te leggen aan de hand waarvan de extra kosten voor

Subsidiair heeft zij betoogddat ook indien er wel een niveauverschil (van 30 cm) zou zijn geweest, noggeen sprake was geweest van schending door Hendriks van de op haar

Dit neemt niet weg dat wanneer deze kosten reeel zijn ook de ondernemer zich redelijk moet opstellen. In deze zaak had de or kennelijk weinig tacrvol geope- reerd en geen

BBA stelde dat de or behoorde in te stemmen als de voorgenomen werktijdenregelingen binnen de wettelijke kaders waren toege- staan, De kantonrechter oordeel- de echter dat BBA