• No results found

Annotation: Kantonrechter Utrecht 2000-04-20

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Annotation: Kantonrechter Utrecht 2000-04-20"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wijziging arbeidsvoorwaarden

GUUsHEERMA VAN VOSS hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden

..

I:

,.

:::a 'a-D.

..

j'~

..

:::a ~

D

e werkgever magin de arbeidsovereenkomst een be-ding opnemen dat hem de bevoegdheid geeft de ar-beidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen (artikel 7:613 Bugerlijk Wetboek). Hij magdit beding echteraIleen gebruiken als hij bijde wijziging een zodanig zwaarwichtig be-langheeft, dat de belangen van de werknemer om redenen van redelijkheid en billijkheid daarvoormoeten wijken.

De regering wilde aanvankelijk in een tweede lid bepalen dat een zwaarwichtig belang onder meer verrnoed werd aanwezig

Niet de werkgever beroept zich

op de instemming van de or,

maar de werknemer op het

ontbreken daarvan

te zijn, indien de ondernemingsraad met de wijziging had in-gestemd. Later werd daarvan afgezien, omdat uit de jurispru-dentieblijkt dat de rechterin dergeIijke kwesties het standpunt van de ondernemingsraad van groot belangacht.

Eenvoorbeeld vanhoedit kanwerken, biedteenuitspraak van de Kantonrechter Utrecht van20 april2000. Werkgeefster Scoot had Anoesjka Kemperink op 1 oktober 1999 voor een jaar in dienst genomen als teamleider call center. In het Algemeen Reglement was een scholingsregeling opgenomen.

Naar later bleek had Scoot echter al in de zomer besloten tot

een reorganisatie, die meebracht dat aile teamleiders een op-leiding dienden te volgen. In afwijking van het Algemeen Reglement, moestwie kort in dienst was, zelfin de kosten bij-dragen. Kemperink weigerde dit.

Hierop werd haar meegedeeld dat haar contract niet zou wor-den verlengd, dat zij ander werk zou krijgen en dat een ver-trouwensbreuk aanwezig was. Ook intern werd de taakwijzi-gingbekend gemaakt. Kemperink bestreed dezebesluiten voor de rechter met het argument dat het hier een eenzijdige wijzi-gingvanarbeidsvoorwaarden betrof. Hiervoor ontbrakvolgens haar het vereiste wijzigingsbeding. En ook al zoudit er zijnge-weest, dan werd niet voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor het gebruik ervan.

De kantonrechter stelde vast dat de wijziging van de studie-kostenregeling de instemming vande or behoefde op grondvan art. 27 WaR. Het ontbreken van dezeinstemming scheptvol-gens hem eenvermdeden dat Scootzichniet kan beroepen op een zwaarwegend belangwaarvoor individuele belangen moe-ten wijken. Mede op grond hiervan veroordeelde de kanton-rechterScoot om Kemperink voorlopig weerin haaroudewerk te laten terugkeren en dit aan het personeel bekend te maken. De kantonrechter keerthet ideevan de wetgever hier om. Niet de werkgever beroept zich op de instemming van de or, maar de werknemer op het ontbrekendaarvan. Op deze wijze zien wede rol van de or langzaam toenemen bij de bepaIing van de individuele arbeidsvoorwaarden. Iedereen die zijn arbeids-voorwaarden door de werkgever gewijzigd ziet, kan nagaan of de or wel heeft ingestemd. Als dat niet het geval is, vorrnt dat een belangrijk argument om de wijziging met succes te

bestrijden. •

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In beginsel kunnen zij via het recht op gelijke behandeling vanmannen en vrouwen en het ver- bod van onderscheid naar arbeidsduur doorbetaling van salaris verlangen over deze uren,

Deeisvande rechter is zwaar, terwijl deor toch volkomen duidelijk hadgemaakt waar de schoen wrong. Toch was de procedure niet

Deze wasongunstigervoor Beverdam, waar- bij voorzien is in een korte overgangsperio- de.Beverdam houdt vast aande ouderege- ling.. De werkgever vraagt aan

Het sociaal plan met de vakbond kan de status heb- ben van een cao, waardoor ook werkgevers en werknemers (in elk geval voor zover zij lid zijn van de vakbond) juridisch aan

De or, FNV Bondgenoten enacht werknemers, allen tevens lid van deor, vorder- den hierop in een spoedprocedure tegen Vos Logistics datdeeindejaarsuitkering aan hetge- hele personeel

Ten aanzien van het verband met het or-lidmaatschap con- cludeerde de rechter dat niet duidelijk is ge- worden doorwelk optreden indeze functie Perla zich zohet ongenoegen

Bovendien zou de or geen inhou- delijke bezwaren tegen de wijzi- ging hebben, omdat hij bereid was om zijn bezwaren te laten val- len indien er een financieel gun- stiger

De kantonrechter verklaarde daarom voor recht; dat de instem- ming van de or nodig was voor dit besluit en dat de regeling bij ontbreken daarvan nietig is, dat er geen