Deeltijd en ondernemingsraad
GUUsHEERMA VAN VOSS hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden .!...
I:•
...
::a..
Do .....
::a-D
eeltijdwerkers dielidzijn van deor zien hunpositiever-beterd als gevolg van een uitspraak van de kantonrech-ter in Groenlo. Wat is er aande hand? Marit de Fauw is werkzaam alszaterdagbesteIler bijPTfPost enislidvan
een onderdeelcommissie vande or vanPTf.Deze komt meestal
doorde week bijeen en voor Marit valt dit dus buiten de normale werktijden. Aanvankelijk betaalt dePTfdeze uren uit als 'mee-ruren'in de zinvande caovoor zaterdagbesteIlers, waardoor ook secundaire arbeidsvoorwaarden over deze uren worden toegekend, zoals verwerving van vakantierechten, winstuitkering, afdracht pensioenpremie, compensatie voorfeestdagen endoorbetaling bij
Part-timers kunnen betaald
krijgen voor or-werk buiten
hun normale arbeidsuren
ziekte. In juli 1996 maaktPTfbekend in de toekomst weI de bet-aling per uur te willen voortzetten, maar nietmeer de secundaire arbeidsvoorwaarden overdeze uren te willen verstrekken. Marit beschouwt dit alseenindirecte discriminatie vanvrouwen, aangezien met name vrouwen in deeltijd werken en zij dus meer getroffen worden door deze maatregel. Hoewel de interne klach-tencommissie haar klacht ongegrond verklaart, krijgt zij van de
kantonrechter gelijk. Deze beschouwt de maatregel alseenvorm van indirect onderscheid naargeslacht en direct onderscheid naar arbeidsduur, beide verboden in het Burgerlijk Wetboek.
PTfberoept zich op het feit dat deeltijdwerkers doorde vroege-resituatie soms beterafwaren danvoltijdwerkers. Yoor hengeldt dat medezeggenschapswerkzaamheden buiten werktijd niet wor-denbetaald. Deregeling beoogt deeltijdwerkers niette benadelen
voor hun or-werk, maar ookniet te bevoordelen. DitlOUde
on-afhankelijkheid vande or-leden garanderen.
De rechter vindt dit argument niet overtuigend.PTfmaakt niet duidelijk waarom eenfinanciele vergoeding de onafhankelijkheid zou belemmeren. Bovendien worden deeltijdwerknemers ookvol-gens de voorgestane nieuwe regeling in de beloning weI gecom-penseerd en dus anders behandeld dan voltijdwerkers.
PTfheeft niet betoogd dat voltijdwerknemers inderdaad buiten
werktijd voor de or moeten optreden, zodat het argument dat dit ook voor hen niet wordt beloond geen hout snijdt. De kanton-rechter wijst aIleen deeistotvoortzetting van decompensatie voor feestdagen af, omdat opdeze dagen gewoonlijk geen or-werk wordt verricht. Ook wordt de berekening van het te vergoeden bedrag enigszins aangepast.
Deze uitspraak isvanbelang voor elke deeltijdwerker dielidisvan de or of van commissies en die hiervoor buiten de normale ar-beidsuren werk moet verrichten. In beginsel kunnen zij via het recht op gelijke behandeling vanmannen en vrouwen en het ver-bod van onderscheid naar arbeidsduur doorbetaling van salaris verlangen over deze uren, met inbegrip van aile relevante
secun-daire arbeidsvoorwaarden. •