Vraag nr. 173 van 7 februari 1997
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Afvalbeleid – Restafval – Heffing uitvoer – Selectieve ophaling
Als gevolg van de weigering van de Waalse minis-ter van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw Guy Lutgen om nog langer afval uit het Vlaamse landsgedeelte op te nemen en vermits de nodige verbrandingscapaciteit in Vlaanderen ont-b r e e k t , zien de intercommunales voor huisvuilop-haling van Vlaams-Brabant zich genoodzaakt gebruik te maken van de Hoge Maey in A n t w e r-pen om het afval te storten.
Vele intercommunales zorgen thans reeds voor een selectieve ophaling van het huisvuil, waardoor de hoeveelheid afval die nog naar de stortplaatsen moet worden vervoerd, uiteraard afneemt.
1. Heeft men reeds enig idee van de evolutie inza-ke restafval dat nog op de stortplaatsen moet worden gedumpt ?
2. Hoeveel afval komt nog terecht op stortplaat-sen in Wallonië ? Wat is de opbrengst van de Vlaamse heffing op het afval dat naar het zuide-lijk landsgedeelte wordt vervoerd ?
3. In de Septemberverklaring van de V l a a m s e regering werd gezegd dat "alle overheden in Vlaanderen nauwer zouden worden betrokken bij het afvalbeleid". Welk overleg vond plaats voorafgaand aan de beslissing om deze Vlaamse heffing in te stellen ?
4. Wat is de hoeveelheid huisvuil die ingevolge de selectieve ophaling kon worden ingezameld in de loop van 1996 ? Zijn er nog intercommunales die nog niet zijn overgegaan tot de selectieve huisvuilophaling ?
Antwoord
1. Het storten van restafval op categorie 2-stort-plaatsen daalde licht van 2.878.000 ton in 1991 tot 2.711.000 ton in 1995. Deze hoeveelheden omvatten : huishoudelijke afvalstoffen, c a t e g o-rie 2-bedrijfsafval (gelijkgesteld of gelijkaardig met huishoudelijke afvalstoffen), s l i b, g e m e e n-tevuil en verbrandingsassen. Het uiteindelijk te verwijderen huisvuil en grofvuil bleef nagenoeg constant van 1.005.550 ton in 1991 tot 1.011.003 ton in 1995.
Het sluiten van een aantal verbrandingsinstalla-ties tijdens deze periode en het gebrek aan nieuwe verbrandingscapaciteit zijn de voor-naamste oorzaken dat dit in hoofdzaak brand-b a a r, deels zelfs composteerbrand-baar afval nog steeds werd gestort. In 1996 wordt een sterke daling verwacht van de te verwijderen restfrac-tie door de impact van de maatregelen betreffende de preventie en de selectieve inza-meling van huishoudelijke afvalstoffen.
Ter illustratie kunnen reeds de prognoses voor de provincie Vlaams-Brabant worden vermeld : in 1995 werd nog 289.000 ton terminaal te ver-wijderen huisvuil en grofvuil ingezameld, i n 1996 zal dit volgens de laatste stand van zaken ongeveer 180.000 ton zijn. Dit is een afname met 109.000 ton of 37,7 % op een jaar tijd. Ook voor het hele Vlaamse gewest wordt een afna-me verwacht van de uiteindelijk te verwijderen hoeveelheid huishoudelijk afval, doch de omvang van deze daling is momenteel nog niet bekend. Deze gegevens worden op dit ogenblik ingezameld.
2. In principe wordt er sinds 1 januari 1996 geen huishoudelijk afval in Wallonië gestort.
Tot nu toe werd reeds 52.589.766 frank aan heffingen opgelegd voor de afvoer in 1996 van afvalstoffen (bedrijfs- en huishoudelijke afval-stoffen) vanuit Vlaanderen naar een ander gewest. Dit bedrag zal nog oplopen, vermits nog niet alle dossiers met betrekking tot het vierde kwartaal van 1996 werden afgehandeld.
In 1995 bracht de heffing op uitvoer van afval ongeveer 54 miljoen frank op.
3. Via het decreet van 20 december 1989 houden-de bepalingen tot uitvoer van houden-de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, werd voor de eerste maal een heffing ingesteld op het ophalen van afvalstoffen in het Vlaamse gewest. Het tarief bedroeg 350 fr/ton. Jaarlijks worden de heffings-tarieven geëvalueerd. Hierbij wordt rekening gehouden met een aantal principes.
De heffingen werden ingesteld om het verwijde-ren van afvalstoffen zoveel mogelijk te ontra-den en de preventie en de recyclage te stimule-r e n . Dit algemeen beheestimule-rspstimule-rincipe van afval-stoffen – ook wel de "ladder van Lansink" genoemd – is de basisdoelstelling van het afvalstoffenbeleid overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voor-koming en het beheer van afvalstoffen.
Dit geldt eveneens voor de afvalstoffen afkom-stig uit het Vlaamse gewest, die buiten het Vlaamse gewest worden verwerkt.
Een tweede gegeven waarmee rekening moet worden gehouden, is het door de Europese Unie opgelegde proximiteitsprincipe : alle afval-stoffen dienen zo dicht mogelijk bij hun plaats van ontstaan te worden verwijderd. B o v e n d i e n gebeurt deze verwerking bij voorkeur in het land of gewest van oorsprong.
Een derde gegeven is het voorkomen van dit o r s i e, enkel en alleen om fiscale redenen, dit u s-sen verschillende geografische bestemmingen van afvalstoffen. Vandaar de maatregel om vanaf 1 januari 1997 één enkel heffingstarief in te voeren, ongeacht of het afval in het Vlaamse g e w e s t , dan wel bijvoorbeeld in het Wa a l s e gewest wordt verwerkt.
4. In 1995 bedroeg de selectief ingezamelde hoe-veelheid huishoudelijke afvalstoffen 969.457 ton of 34, 9 % van de totale hoeveelheid huishoude-lijke afvalstoffen. De cijfers voor 1996 zijn nog niet bekend, maar er wordt opnieuw een toena-me verwacht van de selectief ingezatoena-melde hoe-veelheden, vermits heel wat gemeenten in 1996 zijn gestart met de inzameling van groenten-, fruit- en tuinafval (GFT) en plastic en metalen verpakkingen en drankkartons (PMD).
Bestaande selectieve inzamelingen van andere fracties werden verder geoptimaliseerd en er werden 20 nieuwe containerparken geopend. In 1996 organiseren alle intercommunales de selec-tieve inzameling van een of meerdere huishou-delijke afvalstoffen. In alle Vlaamse gemeenten wordt in 1996 papier en karton en glas selectief i n g e z a m e l d . Ook groenafval, metaalafval en bouw- en sloopafval wordt in de meeste gemeenten selectief ingezameld.
Het ontwerp-Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 1997-2001 bevat bepalingen om de selectieve inzameling van heel wat deelfracties van het huishoudelijk afval systematisch en zo uniform mogelijk in heel het Vlaamse gewest in te voeren of uit te breiden.