• No results found

Vraag nr. 149 van 13 maart 1997 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 149 van 13 maart 1997 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 149 van 13 maart 1997

van de heer FRANCIS VERMEIREN

Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw – Werking

Het Regionaal Instituut voor Samenlevingsop-bouw (RISO) is op vele vlakken bedrijvig, z o onder meer bij het opstarten van een welzijnsraad met thematische werkgroepen, studie en onder-zoek van de situatie in sociale woonwijken met betrekking tot de leefbaarheid.

Door een gemeente in Vlaams-Brabant werd beslist om de middelen van het Sociaal Impuls-fonds aan te wenden voor het aanstellen van een b u u r t w e r k e r, om de buurtwerking uit te bouwen onder de begeleiding van RISO.

1. Hoeveel personeelsleden werken er bij het RISO ? Door wie worden zij aangesteld ? Moeten zij aan bepaalde diplomavoorwaarden voldoen om onder meer bij de buurtwerking of andere activiteiten te worden ingeschakeld ? 2. Door wie worden de middelen voor de werking

van het RISO ter beschikking gesteld ?

Wat was de bijdrage van de Vlaamse regering in de jaren 1992,1993, 1994,1995 en 1996 ? Welk is het bedrag van de toelagen voor 1997 ?

3. Door wie wordt het toezicht uitgeoefend op de initiatieven die het RISO ontplooit ? Door wie worden in dit verband richtlijnen verstrekt ? 4. In welke gemeenten van Vlaams-Brabant was

het RISO reeds actief ?

Kan het RISO op eigen initiatief optreden of moet dit gebeuren op verzoek van de gemeen-ten of OCMW ?

5. Kunnen de middelen van het Sociaal Impulsf-onfs (SIF) worden aangewend voor activiteiten die worden verzekerd door het RISO ?

6. In welke mate zijn de conclusies van de studies of onderzoeken verricht door medewerkers van het RISO richtinggevend voor de gemeenten of de OCMW's ?

Antwoord

Het maatschappelijk opbouwwerk wordt geregeld door het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk en het besluit van de Vlaamse rege-ring van 31 juli 1991 tot uitvoerege-ring van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidië-ring van het maatschappelijk opbouwwerk. In toe-passing hiervan is de VZW Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw V l a a m s - B r a b a n t erkend als regionaal instituut voor maatschappelijk opbouwwerk met als werkgebied de provincie V l a a m s - B r a b a n t , dit op grond van een erkennings-dossier met meerjarenplan 1992-1996. Deze erken-ning werd verlengd voor het jaar 1997 ; tegen 1 juli van dit jaar zal een nieuw erkenningsdossier met een meerjarenplan 1998-2001 worden ingediend. 1. Uitgedrukt in voltijds-equivalenten omvat de

personeelsformatie die wordt erkend en gesub-sidieerd in het kader van het maatschappelijk opbouwwerk :

– 1 coördinator, – 1 educatief staflid, – 1 administratieve kracht, – 4,5 opbouwwerkers.

Hun diplomavereisten worden bepaald door artikel 18 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 31 juli 1991 tot uitvoerege-ring van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk.

Daarnaast zijn er nog in dienst :

– 4 HT (halftijds) krachten in het DAC (Derde Arbeidscircuit) ;

– 4,5 formatieplaatsen van buurtwerker in het kader van het SIF, dit zijn 4 VT (voltijds) buurtwerkers in een lopende overeenkomst met de stad Leuven, en 1 HT in een overeen-komst met de gemeente Meise, die in de zomer van dit jaar zal starten ;

– 1 VT onderzoeker in een overeenkomst met de Vlaamse minister van Binnenlandse Aan-g e l e Aan-g e n h e d e n , Stedelijk Beleid en Huisves-ting voor de periode september 1996-augus-tus 1997

– 2 HT enquêteurs/veldonderzoekers voor de opmaak van sociale kaarten in opdracht van de provincie V l a a m s - B r a b a n t , dit tot de zomer van 1997.

(2)

De diplomavereisten van dit personeel worden bepaald door de respectieve opdrachtgevers of terzake geldende regelingen.

Alle personeelsleden worden aangesteld door de verantwoordelijke organen van de VZW. 2. De subsidie in het kader van het

maatschappe-lijk opbouwwerk bedroeg voor

1992 9.298.239 fr.

1993 10.197.305 fr.

1994 12.077.054 fr.

1995 13.158.525 fr.

Voor de jaren 1996 en 1997 bedragen de ramin-gen respectievelijk 12.890.180 frank en 13.403.711 frank.

3. De administratie voor Gezin en Maatschappe-lijk Welzijn is verantwoordeMaatschappe-lijk voor de erken-ningen in het maatschappelijk opbouwwerk en voor de controle op het naleven van de erken-ningsvoorwaarden, zoals deze vervat zijn in het decreet en het uitvoeringsbesluit. De verschil-lende opdrachtgevers zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van de over-eenkomsten die zij met het RISO hebben afge-sloten.

4. Tijdens de lopende erkenningsperiode was RISO Vlaams-Brabant in het kader van het maatschappelijk opbouwwerk actief in de gemeenten Halle, S i n t - P i e t e r s - L e e u w, B e e r s e l , Te r n a t , A s s e, Z a v e n t e m , L e u v e n , Holsbeek en Diest ; daarnaast via samenwerkingsverbanden of coaching ook nog in Dilbeek, Vi l v o o r d e, Meise, Aarschot, Boortmeerbeek, Herent, Oud-Heverlee, Tielt-Winge, Tremelo en Tienen. Als zelfstandige vereniging kan de VZW RlSO Vlaams-Brabant op eigen initiatief optreden. 5. Gemeenten en OCMW's kunnen binnen het

kader van de goedgekeurde SlF-beleidsover-eenkomst aan derden, dus ook aan het RISO, middelen ter beschikking stellen om in het kader van een overeenkomst bepaalde activitei-ten uit te voeren.

6. Bevindingen uit studies en onderzoeken door personeelsleden van het RISO hebben als zoda-nig formeel geen richtinggevende kracht voor gemeenten en/of OCMW's. Het instituut heeft evenwel een dosis deskundigheid en ervaring opgebouwd inzake armoedebestrijding en be-vordering van participatie van achtergestelde

groepen, zodat deze studies een grote inhoude-lijke waarde vertegenwoordigen en een waarde-volle leidraad vormen voor gemeenten en OCMW's die zich op deze gebieden willen inzetten. Ook is het zo dat opdrachtgevers van studies – gemeente, provincie of de V l a a m s e overheid – de bevindingen eruit kunnen ge-bruiken om hun beleid op te grondvesten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A l d u s werd het 17de Belgisch Wegencongres in 1993 georganiseerd in Brussel door het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en zal het 19de

– Niet vershredderbaar materiaal (dat hier- door niet voor cementatie in aanmerking k o m t ) , zoals metalen onderdelen die met asbest of asbesthoudend materiaal bedekt

Bovendien moet men er zich voor hoeden om in deze aangelegenheid te vertrekken van een ideaalbeeld van de burger : niet alle burgers (eige- naars) zijn integer en in de

nistratieve geldboetes, verminderd met de ver- goeding voor de administratiekosten, die aan de gemeenten dienen te worden uitbetaald voor het melden van gebouwen en/of

Indien deze financiële middelen niet beschikbaar zijn, zal de Vlaamse regering er zich mee verzoenen dat deze centra voor basiseducatie ophouden te bestaan.. Ik verwijs voor

Hoewel beschreven als een "politieke thriller", k a n men zich afvragen of de film de gebeurtenissen weergeeft zoals zij zich hebben voorgedaan, of dat het gaat om

In de toelichting bij de aanpassing van de midde- len- en de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1997 wordt met betrekking tot

In het jaarboek 1996 van het departement Leefmi- lieu en Infrastructuur werd het aanbrengen van proefvakken geluidsarme cementbetonverhardin- gen op de gewestweg N255 in Herne