Vraag nr. 176 van 7 februari 1997
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Verbrandingsoven Drogenbos – Besluitvorming Na jaren gehakketak over de vestigingsplaats van een verbrandingsoven voor het restafval van Vlaams-Brabant heeft de minister de knoop door-gehakt en zijn keuze laten vallen op de gemeente Drogenbos, in de Zennevallei.
De bevolking van deze streek blijft uiting geven aan haar verontwaardiging over deze beslissing. Ook de Brusselse verantwoordelijken voor Leef-milieu zijn er niet over te spreken. Zij voeren inderdaad aan dat de overheersende zuidwesten-winden de verbrandingsgassen zullen verspreiden over een belangrijk gedeelte van de Brusselse agglomeratie.
1. Met welke instanties van Vlaams-Brabant en van de Brusselse regio werd er voorafgaand aan de beslissing overleg gepleegd ?
2. Wie heeft de uiteindelijke beslissing getroffen inzake de vestigingsplaats van de verbrandings-oven ?
3. Werd er overleg gepleegd met de federale minister van Volksgezondheid ?
Zo ja, hoe luidde het advies ?
4. Wat wordt de capaciteit van de geplande ver-brandingsoven van Drogenbos ?
Antwoord
1. Voorafgaand aan de beslissing werd overleg gepleegd tussen de provinciale overheid, d e Vlaams-Brabantse intercommunales, de Open-bare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest en de Vlaamse Maatschappij voor Afvalstoffenrecuperatie. Uit de raadpleging van de Vlaams-Brabantse gemeenten bleek dat elke gemeente een oplossing wenste, doch niet op haar grondgebied.
2. Op voorstel van de bestendige deputatie heeft de provincieraad van de provincie Vlaams-Bra-bant op 27 juni 1995 beslist aan de V l a a m s e regering voor te stellen de afvalverbrandingsin-stallatie in Drogenbos te vestigen.
3. Er werd geen overleg gepleegd met de federale minister van Volksgezondheid.
4. De inrichting heeft als doel het verbranden, met e n e r g i e r e c u p e r a t i e, van 206.813 ton niet-recu-pereerbare restfractie van niet-gevaarlijke a f v a l s t o f f e n , prioritair afkomstig uit de regio Vlaams-Brabant.